Het Dagblad voor Noord-Limburg besteedde veel aandacht aan de kwestie van de politieke delinquenten en de daarvoor ingerichte kampen, maar opvallend genoeg geen enkele aandacht aan het meest nabijgelegen kamp, dat in Steyl. Al in mei ging een journalist van de krant naar het Westen, om daar een kijkje te nemen in een kamp in Amsterdam.
Fragment uit voorpagina-artikel van het Dagblad voor Noord-Limburg van 30 mei 1945 (www.delpher.nl).
Op 18 juli 1945 publiceerde de krant wel een veelzeggend bericht, onder de kop ‘Geen “sanatorium” voor politieke gevangenen’. Chef Staf generaal mr. Hendrik Kruls had een uniforme regeling voor de voeding van politieke gevangenen afgekondigd. Het weekrantsoen voor een gevangene bestond uit 7 liter warme maaltijd, 2.100 gram brood of 1.575 gram biscuits, 50 gram margarine of 40 gram vet en 50 gram 20-plus kaas:
‘Dit is het minimum rantsoen, dat volgens medische instructies toelaatbaar is, en men ziet hier dan ook wel uit, dat er van een “vertroeteling” dezer gevangenen geen sprake is. Een kleiner rantsoen bleek niet verantwoord.’
De dwangarbeiders, zoals puinruimers, kregen een toeslag van 3,5 liter warme maaltijd.
Generaal mr. Hendrik Johan Kruls in 1946 (Wikipedia). De tijdelijk zeer machtige Kruls gold als een goed organisator, maar was tevens een hardliner die conflicten bepaald niet uit de weg ging.
Uit het dossier bij het Nationaal Archief blijkt dat in Kamp Steyl ook een financiële norm werd gehanteerd. Aanvankelijk kregen de gevangenen per dag voor bijna 50 cent aan voedsel, welk bedrag in 1946 werd opgekrikt tot 65 ½ cent. Letterlijk nog steeds geen vetpot, wat ook blijkt uit het feit dat de kampkok – met de karakteristieke naam Meelkop – 75 cent mocht besteden aan alleen een warme maaltijd voor het personeel.
Commandant van Kamp Steyl was Venlonaar Baer Weekers. Over hem is nog weinig bekend, maar des te meer over zijn plaatsvervanger Wim Jacobs. Die had tijdens de bezetting op Goltziusstraat 41 gewoond, naast de verzetscentrale van Venlo, bij het gezin Ex. Jacobs was volop betrokken geweest bij het illegale werk. Hij en zijn echtgenote waren eind september 1944 gearresteerd door korpschef Couperus en de beruchte SD’ers Nitsch en Ströbel, in verband met de vondst van een illegale zender en wapens op Goltziusstraat 41. Door omstandigheden was het echtpaar Jacobs vervolgens ontkomen aan een zware straf.
Fragmenten uit het arrestantenboekje van de Venlose politie op 26 en 27 september 1944 met de vermeldingen van de arrestaties van het echtpaar Jacobs-Elsenberg (met dank aan John Decker).
Wim Jacobs, voorheen huisschilder, had aan zijn illegale werk dus de baan overgehouden van plaatsvervangend kampcommandant in Steyl. Hij kwam er al gauw achter dat de verachting jegens de gedetineerden grenzeloos was. Die moesten hun schrale kostje eten uit borden die gemaakt waren uit oude benzineblikken. Er waren in allerijl 600 van die borden opgehaald bij de Saval Apparatenfabriek in Princenhage. Die borden bleken niet alleen naar benzine te stinken, maar het eten smaakte daar ook naar. Dus permitteerde Jacobs zich op 21 juli 1945, in combinatie met de bestelling van tien brandblusapparaten bij Saval, de vraag hoe hij dat probleem kon oplossen.
De brief van kampcommandant Jacobs werd gepubliceerd in de Bredasche courant van 3 augustus 1945 (www.delpher.nl).
Blijkbaar was de concurrentiepositie van Saval zo groot, dat men het zich kon permitteren om een goede klant te schofferen. In een brief van 26 juli kreeg Jacobs van onder uit de zak.
Saval Apparatenfabriek in Princenhage.
‘Mijnheer, Uw schrijven dd. 21 dezer kwam in ons bezit en wij deelen U naar aanleiding daarvan mede dat bedoelde borden gemaakt worden van ledige benzineblikken en wel op initiatief van The Salvage Department of the Allied Forces. Deze instelling is van meening dat in dezen tijd van materiaalschaarschte niets verloren mag gaan.
Wij hebben reeds vele honderdduizenden van deze borden voor Engelsche, Canadeesche en Poolsche soldaten gemaakt, die niet alleen het Herrenvolk uit ons land konden vagen, doch tevens ook nog zoo handig bleken te zijn de nauwelijks merkbare olielucht van bedoelde borden te kunnen verwijderen; tenminste wij hebben hierover nooit een enkele klacht gehoord.
Wij willen hiermede niet zeggen dat het niet beter zou zijn deze borden van nieuw blik te maken, doch U hebt misschien reeds gehoord dat die goede, dappere Duitschers, die ons gedurende 5 jaren zoo trouw beschermd hebben en zelfs zoo dapper voor ons en voor gansch Europa hebben gevochten, als vergoeding voor hunne bewezen diensten het een en ander hebben medegenomen, waaronder ook blik, zoodat zelfs onze conservenindustrie geen blik heeft voor de conserveering van onze levensmiddelen.
Wij hooren de ervaringen die Jan en alleman opdoet als hij in contact komt met onze nieuwe bestuursfunctionnarissen en gezagsdragers, en ook de couranten weten rare verhalen over toestanden in ons dierbaar vaderland te vertellen. Wij hebben hier altijd vrij sceptisch tegenover gestaan. Uw brief heeft onze meening wel eenigszins gewijzigd en wij moeten U dan ook eerlijk bekennen dat, om het zoo maar eens te zeggen, hét wel “eenigszins boven ons petje gaat” dat borden welke goed genoeg zijn voor Engelsche, Canadeesche en Poolsche soldaten en tienduizenden Nederlandsche burgers van elken stand, te slecht zijn voor de aan UEd. toevertrouwde logé’s.
Wij hebben wel eens hooren zeggen dat men ons noemt de Chineezen van Europa. Wij willen dit niet onderschrijven, maar er zullen er zeker zijn die het zullen gelooven na kennisname van Uw schrijven. Gezien de liefderijke zorgen, waarmede U Uw protégè’s omringt, zouden wij U willen aanraden ons bedoelde bordjes terug te zenden. Wij kunnen op onze beurt dan weer andere menschen, die meer nuchter tegen het leven aankijken en zich beter aan de tijdsomstandigheden hebben aangepast, van dienst zijn. Uw schrijven zullen wij een goede plaats in ons archief inruimen als een historisch document over verworden tijden en een mentaliteit van de toen heerschende functionnarissen. Uwe bestelling op 10 brandbluschapparaten zullen wij gaarne uitvoeren, na ontvangst van Bewijs van Overdracht voor 72 k.g. walserij producten Gr. nr. V. Soortnummer 3.
Hoogachtend’
Ogen van nu zien een ronduit onbeschofte brief, maar de toen heersende opvattingen over politieke delinquenten – berecht en veroordeeld, of niet – maakten zo’n reactie blijkbaar aanvaardbaar. Kostelijk, vond de bekende (sport)journalist Joris van den Bergh zelfs. Hij was het, die de briefwisseling publiceerde in de Bredasche courant van 3 augustus 1945:
‘Aangezien wij van meening zijn dat humor en satyre ‘n te kostelijk goed vormen om zonder meer in het archief van ‘n fabriek te worden opgeborgen, hebben wij — vol stiekeme binnenpret — onze ruimte gaarne beschikbaar gesteld voor de historische correspondentie van Saval’s Apparatenfabriek.’
Joris van den Bergh in 1952 (Wikipedia). De titel van zijn boek ‘Mysterieuze krachten in de sport’ is een staande uitdrukking geworden in de Nederlandse sportjournalistiek. Veel latere sportjournalisten beschouwden Van den Bergh als de grondlegger van hun vak.
Toch had Jacobs alleen maar een advies gevraagd. Hij ontving ‘humor en satire’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten