- door Gerrit van der Vorst -
In de nacht van 8 op 9 april 1943 vloog een gigantische luchtvloot van 392 geallieerde bommenwerpers richting Duisburg. Het was de bedoeling om de grote haven, het uitgebreide industriegebied en de vele spoorwegbanen door de stad te bombarderen. Door de dichte bewolking ging er die nacht veel mis.
Een RAF-toestel in actie boven Duisburg (Wikipedia).
Daar kon men in Venlo over meepraten! Vanaf 23.12 uur ‘s avonds cirkelden telkens ‘vreemde’ vliegtuigen boven de stad. Kennelijk verwarde de bemanning van een van die vliegtuigen Venlo met het slechts 45 kilometer verder gelegen Duisburg. Per slot lagen beide steden oostwaarts van een rivier? Om half twaalf vielen bommen in de Krekelveldstraat, de Vredestraat, de Verdragstraat, de Sloot (een blindganger), de Hamburgersingel en op het Köln-Mindener emplacement (een blindganger). Op de Leutherweg vielen brandbommen, waarschijnlijk uit een ander toestel.
De gevolgen van het bombardement waren aanzienlijk. Er vielen
negen dodelijke slachtoffers te betreuren en er waren negen zwaargewonden.
Verder waren zes woningen vernield, circa 230 woningen beschadigd, waarvan
dertig zwaar, en hadden circa 900 woningen glasschade.
Gevolgen in de Picardie van een bombardement (Gemeentearchief Venlo). Soortgelijke foto’s zijn nog niet gevonden van de schade van de bommen op 8 april 1943.
Volgens het ‘Dodenboek’ dat door het Venlose gemeentearchief Venlo op historie.venlo.nl wordt onderhouden, waren de bommen in Venlo-Zuid gelost door de bemanning van een Wellington HE-592 bommenwerper-van het Canadese 425 Squadron. Het vliegtuig was geraakt door Duits afweervuur en stortte kort voor middernacht met een enorme klap neer in Hout-Blerick. De vijf bemanningsleden overleefden de crash niet. Op 23 november 2024 is de crash in Hout-Blerick herdacht, tijdens een indrukwekkende herdenkingsbijeenkomst met meer dan 300 deelnemers, waaronder twee familieleden.
In het genoemde ‘Dodenboek’ staat over deze gebeurtenis te lezen (citaat): ‘Boven Venlo-Zuid werden nog bommen losgelaten, waarbij diverse mensen werden gedood.’ Met ‘diverse mensen’ blijken acht burgerslachtoffers bedoeld te worden, bewoners van Verdragstraat 2, 3, 5 en 11, en een van de tien zwaargewonden die kort daarna overleed aan haar verwondingen, een Rode Kruis-medewerkster die aan de Hamburgersingel woonde.
Het staatje met vijf bemanningsleden van de Wellington-bommenwerper en de negen burgerslachtoffers (historie.venlo.nl). Vanwege de achternamen Nijs en Nijssen werd in het politiedagrapport melding gemaakt van vijf dodelijke slachtoffers in de Verdragstraat.
Het drama van de Verdragstraat kwam weer in mijn herinnering. De vader van mijn vriend Jan Nijs – we kennen elkaar al vanaf 1952, toen we in de Bloemenbuurt woonden – verloor die nacht zijn ouders en een zusje. Op het fraaie monument op de Minderbroederskerk zochten we tevergeefs naar de naam van de grootvader waarnaar Jan genoemd is, zijn grootmoeder en hun dochtertje. Op het monument worden uitsluitend de slachtoffers herdacht van de dertien (mislukte) geallieerde bombardementen in het najaar van 1944 op de Maasbruggen.
Het monument op de Minderbroederskerk.
De slachtoffers uit de Verdragstraat worden nergens herdacht. Ja, in zekere zin op historie.venlo.nl, maar daar met een verhaal dat volgens historicus Marcel Hogenhuis niet klopt. Gelet op het tijdsverloop tussen de bominslagen en de crash kunnen de bommen niet uit de gecrashte Wellington-bommenwerper zijn gekomen. Die lezing wordt bevestigd door Jos Benders, organisator van de herdenkingsbijeenkomst in Hout-Blerick, die overigens laat weten dat in een komend nummer van het LGOG-periodiek De Maasgouw gepubliceerd zal worden over de crash in Hout-Blerick. Indertijd mocht er niet gepubliceerd worden over luchtoorlogdrama’s, ondanks de doden, zwaargewonden en de aanzienlijke schade. In De Nieuwe Venlosche Courant van 9 april en later werd uitsluitend in indirecte zin over de ramp geschreven. Dat wil zeggen, de ‘foute’ Nederlandse Volksdienst werd tweemaal geprezen vanwege de inzet en er werd bekend gemaakt waar schade geclaimd kon worden.
Advertentie in de Nieuwe Venlosche courant van 10 april 1943,
waarin aangegeven werd waar de oorlogsgeweldschade gemeld kon worden (www.delpher.nl). De volgende dagen kwamen er
advertenties van een expertisebureau en een verzekering tegen oorlogsschade.
En dan waren er natuurlijk de rouwadvertenties voor de negen dodelijke slachtoffers, waarin consequent sprake was van een ‘noodlottig ongeval’.
De rouwadvertentie voor het echtpaar Nijs-Visser en hun dochtertje in de Nieuwe Venlosche Courant van 13 april 1943. De voornaam van Remtje Nijs-Visser is abusievelijk als ‘Kemptje’ geschreven.
Er kon dus geen luchtalarm worden gegeven. De slachtoffers waren verrast in hun woning, al dan niet slapend. Op Verdragstraat 5 hadden de zoons Ko (23) en Gerrit (21) van het gezin Nijs-Visser aan de achterkant van het huis liggen slapen, na een nachtdienst bij de NS, terwijl hun ouders en hun zusjes Joke (8) en Alie (11) aan de voorkant sliepen.
Het echtpaar Jan en Remtje Nijs-Visser met dochtertjes Joke en Alie.
Bij de bominslag op de woning waren Jan en Remtje Nijs-Visser en hun dochtertje Joke dodelijk getroffen. Hun dochtertje Alie was weggeslingerd, maar had haar leven behouden. Verdragstraat 5 was zwaar beschadigd, maar in het achterhuis hadden de beide broers de inslag ook overleefd.
Jan Nijs was 47 jaar, toen hij dodelijk werd getroffen.
Remtje Nijs-Visser stierf eveneens op 47-jarige leeftijd.
Het gezin Nijs-Visser was in die fractie van een seconde uit elkaar geslagen, gehalveerd. De impact op de drie overlevende gezinsleden was enorm. Ko Nijs kon intrekken bij de ouders van zijn Venlose verloofde, maar zijn zusje Alie moest haar verdere jeugdjaren doorbrengen in een nonnenklooster in Grubbenvorst, onder een streng regime.
Alie Nijs.
Beider broer Gerrit zwierf ’s avonds depressief over straat, tot hij Dien Bruil leerde kennen. Hij vond een warm, nieuw thuis bij haar ouders Carel en Betje Bruil in de Willemstraat. Zo warm zelfs, dat er tien maanden later een huwelijk van kwam.
Gerrit Nijs (22) en Dina Bruil (18) op de dag van hun huwelijk, 8 januari 1944.
Zoals in veel gevallen werd er in de familie nauwelijks gesproken over het drama, maar de pijn was onuitwisbaar. Ook het drama van 8 april 1943 in de Verdragstraat mag niet vergeten worden en verdient herdenking. Toen mocht er niet over geschreven worden, maar nu wel. De negen burgerslachtoffers zijn bekend en er is ruimte genoeg op de Minderbroederskerk voor een extra bord.
Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst eem e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.
Met dank aan Jan Nijs, Jos Benders en Marcel Hogenhuis
Geen opmerkingen:
Een reactie posten