- door Albert Lamberts -
Om en nabij vijf jaar geleden schreef ik een verhaaltje met als kop Een bisschoppelijke oorwassing. Het ging toen om een brief van bisschop Van Bommel van Luik – herstel van de bisschoppelijke hiërarchie was in 1853 – aan burgemeester Bontamps, waarin eerstgenoemde de burgemeester de oren waste, omdat die zich had beklaagd over deken Schrijnen. De deken was tekeer gegaan tegen toneeluitvoeringen, die zouden aanzetten tot zonde en verderf. Nota bene was de opbrengst van deze toneeluitvoeringen door het Venlose garnizoen bestemd voor het RK Armenfonds. Dat was in 1837.
Deken Schrijnen (collectie Gemeentearchief Venlo)
Het toneelspel was zo’n vijftig jaar eerder in Venlo ook al reden tot heftige discussies. Er zou een verderfelijke invloed van uitgaan en namens de katholieke kerk fulmineerde de plaatselijke clerus ertegen. Een van de hoofdrolspelers in april 1788 over Komedie was pastoor Van Postel. Aanleiding tot de polemiek was een gepland optreden in het pand van de Bank van Leening aan de Vleeschstraat door enkele jongens. Het aardige is, dat de pastoor zelf over de geschiedenis van Venlo schreef, over de straten van Venlo, over de Bantuin en het gebeuren in Venlo bijna van dag tot dag vastlegde.
Zodoende pastoor zelf aan het woord:
Op 6 April 1788 werd ik
door een geestelijke heer gewaarschuwd, dat er enige jongens wederom Komedie
zouden gaan spelen bij Stoffel Kragchen, waarom ik de volgende dag in dat huis
heb gaan inspectie nemen en alles waar bevonden. Dan zijn bij mij twee van die
Kwanten gekomen met het vriendelijk verzoek dat ik het hun toch niet zou
beletten. Iets verder: zij wisten
ook wel dat dat spelen niet goed was. Ik antwoordde: “Nee, niet één keer.”
Daarop spoedde pastoor
zich naar het stadhuis, waar hij stadsbode Lenders burgemeester Mooren uit een
vergadering liet halen. Hij herinnerde Mooren er aan, dat hij al eerder hevig
tekeer was gegaan tegen spel door het Schippersgilde, waarop de katholieke
Venlonaren gedwee thuis waren gebleven. Een nieuwe uitvoering kon niet dan dienen
als tot bederf der zeden, en zeide daarbij dat de Venlose jeugd genoeg bedorven
was…. Ik verzocht alsdan dat de heren dat spelen aanstonds wilden
verbieden, dat ik dan een grote voldoening zou hebben. Pastoor kreeg zijn
zin, want kort na het middaguur kwam de bode hem zeggen dat de heren het
spel strikt verboden hadden, op boete van
tien goudgulden voor alle betrokkenen.
Pastoor vroeg zich nadien
wel af wie de schade zou gaan betalen, want er bleken al veel kaartjes voor de
voorstelling te zijn verkocht.
Burgemeester Mooren en de heren hadden zeer tot pastoors tevredenheid gehandeld. Vijftig jaar later was dat door burgemeester Bontamps in deken Schrijnens optiek niet het geval. Omdat de burgemeester – van liberale snit – van geen ingrijpen wenste te weten, op instemming hoopte van de bisschop, maar van hem juist het deksel op de neus kreeg.
Ik moest denken aan huidige, succesvolle toneelverenigingen in Venlo en Tegelen: Silhouet en Tosjopa, aan het Frans Boermans Theater, aan de Venlose revue of het Draaksteken en zo meer…
Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten