woensdag 9 december 2020

Burgemeester Bernard Berger had ook wat uit te leggen (4)

- door Gerrit van der Vorst - 

De overlevende joodse Venlonaren mochten veel steun verwachten van het Venlose gemeentebestuur dat wel wat goed te maken had. Maar niets daarvan. Bernard Berger c.s. legden de gehalveerde, gedupeerde en getraumatiseerde joodse geloofsgemeente de financiële duimschroeven aan. Joodse overlevenden wachtte bij hun terugkeer in de Nederlandse samenleving vaak een uiterst kille ontvangst, niet alleen in Venlo. 

Bericht in het Algemeen Dagblad van 17 juni 2020.

Joodse Duitsers die in de jaren dertig naar Nederland waren gevlucht, en zich hier gesetteld hadden (huis, school, bedrijf enzovoorts), waren al helemaal ongewenst. Het ministerie van Justitie overwoog in mei 1945 zelfs om zulke overlevenden de toegang tot Nederland te ontzeggen. Hitlers besluiten konden immers als ongeldig beschouwd worden. En dan waren het weer Duitsers. En dus vijanden. Een krankzinnige redenatie die gelukkig gauw van tafel verdween.

Anne Frank, wereldwijd het symbool van de Holocaust, zou direct na de bevrijding niet welkom zijn geweest in Nederland, als ze Bergen Belsen wel zou hebben overleefd (foto Wikipedia).

Maar in Venlo kon men er dus ook wat van. Philip Cohen en Bernard Berger waren beiden al snel na de bevrijding terug in Venlo en werden elk geconfronteerd met privéleed.

Bergers zoon Fons was vanaf 1942 koerier van de illegale LO-organisatie in Venlo geweest (Gemeentearchief Venlo). Hij was op 29 februari 1944 gearresteerd en op 22 januari 1945 gestorven in een buitenkamp van het concentratiekamp Neuengamme.

De moeder van Philip Cohen, diens oudste broer Israël en zijn echtgenote waren vermoord in Auschwitz. Ook in zijn schoonfamilie waren Holocaust-slachtoffers gevallen.

De echtgenote van Philip Cohen moest nog terugkeren uit Theresienstadt. Toch confronteerde het Sint Josephziekenhuis hem meteen met een openstaande factuur voor de kosten van de verpleging van Regina Moses-David in 1944. De staatloze Venlose was gedeporteerd en vergast en kon dus zelf niet meer betalen. Of Cohen de betaling maar wilde regelen. Philip Cohen regelde het.

De niet-gespecificeerde rekening voor de verpleegkosten ad 381 gulden en 10 cent (Gemeentearchief Venlo).

En vervolgens kwam het gemeentebestuur in actie. Al in september 1945 kreeg Cohen, in zijn hoedanigheid van voorzitter van de joodse geloofsgemeente, een rekening van 200 gulden voor water dat vanaf 1943 was weggelekt uit/bij de beschadigde synagoge. Na bezwaar werd het bedrag teruggebracht naar 125 gulden en 80 cent, maar betaald moest er worden.



De synagoge en bijbehorende bebouwing was zodanig beschadigd, dat men in 1950 overging tot sloop (Gemeentearchief Venlo).

En in 1946 ging het van kwaad tot erger. In 1928 had het gemeentebestuur duizend gulden geleend aan de joodse geloofsgemeente en die moest vanaf 1943 terugbetaald worden. Er was toen niemand meer om te betalen, en daarom had de gemeente die lening meteen geschrapt, om eigenaar te worden van het joodse kerkhof (bouwgrond). In juni 1945 waren die transacties ongedaan gemaakt en meteen de geschrapte lening weer geactiveerd. 

Onthulling op 3 mei 1967 van een herdenkingssteen op de joodse begraafplaats, ter nagedachtenis aan de Venlose Holocaust-slachtoffers (Gemeentearchief Venlo).

‘Aangezien de terugbetaling over de jaren 1943 tot en met 1945 niet heeft plaats gehad, zijn wij zo vrij hierop uwe aandacht te vestigen’, schreven burgemeester Berger en zijn gemeentesecretaris op 15 februari 1946 aan Cohen. Kon het botter?

Ja, dat kon. Toen Philip Cohen weigerde om de achterstallige grondbelasting voor de beschadigde en onbruikbare synagoge over de tweede helft van 1943 alsnog te betalen, stuurde het gemeentebestuur hem een deurwaarder op zijn dak (voor 13,82 gulden!).

Het dwangbevel dat de gemeente Venlo op 16 mei 1946 door de deurwaarder aan Philip Cohen liet bezorgen (Gemeentearchief Venlo).

Het zou de eerste van een serie dwangbevelen blijken te zijn, tot de Venlose gemeenteraad onder leiding van Berger de aanslag voor de straatbelasting voor 1949 vernietigde. Met de motivatie dat het perceel wegens oorlogsschade buiten gebruik was. Van restitutie was geen sprake en tot dan toe was geen cent kwijtgescholden. Zo was de deurwaarder in mei 1946 vergeten om een administratieve opslag van een kwartje te innen. Prompt kreeg Cohen een aanmaning om die 25 cent alsnog te betalen. ‘Anders zal de vervolging worden doorgezet.’

De bewuste aanmaning. Uiteraard werd niet de jodenvervolging bedoeld, maar ook het taalgebruik was misplaatst (Gemeentearchief Venlo).

Philip Cohen had door onderduiken zijn arrestatie weten te voorkomen, maar een dikke maand na het eerste dwangbevel, op 20 juni 1946, werd hij alsnog gearresteerd. Wegens overtreding van het textielbesluit. Na een nacht in een Venlose politiecel werd hij vrijgelaten.

Hoewel het gemeentebestuur vanaf 1943 eigenaar was geweest van het joodse kerkhof, eiste men in het najaar van 1946 van Cohen, dat hij onverwijld de oorlogsschade aan dat kerkhof liet repareren, uiteraard op kosten van de joodse geloofsgemeente. De beschadigde muren stonden op instorten.

Toen Philip Cohen in 1965, na vijftig zware Venlose jaren, naar een verzorgingshuis in Arnhem vertrok, wees het gemeentebestuur de aanvraag voor een lintje af. Op 23 mei 2017 eerde het gemeentebestuur Cohen posthuum alsnog met een fraaie plaquette.

De combinatie van de medewerking van het Venlose gemeentebestuur aan de bouw van Fliegerhorst en aan de jodenvervolging met het naoorlogse gedrag ten aanzien van de joodse overlevenden levert zonder goede verantwoording een bedenkelijk beeld op. Maar Berger werd indertijd als zuiverder dan wie ook beschouwd. De burgemeester beschouwde zichzelf ook als onaantastbaar en liet zich in het najaar van 1946 nota bene de drieënhalve burgemeestersjaren van Jo Zanders toebedelen. Zo kon op grootse wijze Bergers 22-jarig ambtsjubileum gevierd worden alsof hij 25 jaar onafgebroken een vlekkeloos bewind had gevoerd. Zijn grote verdiensten voor de wederopbouw van Venlo ten spijt, resteert een genuanceerder beeld.

De viering van het ‘25-jarig’ jubileum van burgemeester Berger (Gemeentearchief Venlo).

Slot

De bronnenverantwoording voor deze blogserie is te vinden in het boek ‘Een diepzwarte sluier, de grensplaats Venlo en de jodenvervolging’ van de auteur.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten