(foto's Passiespelen|Adriaan de Roode)
Afgelopen
zaterdag in De Doolhof eindelijk weer een voorstelling kunnen bijwonen. Aansluitend
mocht ik de Prix d’Orange uitreiken aan de jongeren van de Passiespelen. De
prijs van sociëteit Prins van Oranje is bedoeld als stimulans voor jong talent
om zich te ontwikkelen en de lokale cultuur te verrijken. De nieuwe generatie Passiespelers
is de ideale laureaat. Wat zich in De Doolhof afspeelt, is niet meer of minder dan het Wónder van Tegele. Een wonder dat in 2021 zijn negentigste verjaardag
viert.
De Passiespelen emotioneren, merkte ik. Niemand zat ongeïnteresseerd onderuitgezakt op zijn stoel. Een dame voor me hield het niet droog. Er worden belangrijke onderwerpen van deze tijd aangesneden, zoals de vluchtelingencrisis. Op zeker moment lopen enkele acteurs met gele folie over de schouders over het podium. Alsof ze zijn opgepikt uit de Middellandse Zee. Als bezoeker word je regelmatig een spiegel voorgehouden en krijg je bijvoorbeeld een indringende vraag over hebzucht. De onderwerpen zijn er gelukkig niet met de haren bijgesleept. Integendeel, ze zijn harmonieus vervlochten met het klassieke passieverhaal. Het anno toen van tweeduizend jaar geleden wordt daardoor geloofwaardig naar het hier en nu getild.
Cor
van Leipsig zat coronaproof naast me. In 2000 was hij Jezus, allewiels is hij de decorbouwer van de
openluchtvoorstelling. Het podium van de Passiespelen is voor deze editie
stukken groter geworden en meer naar voren gekomen. Het bestaande gedeelte met
de tempels en het paleis is de bovenstad van Jeruzalem. Daar woont de rijke en
machtige elite. Voor de bezoekerstribune is een nieuw gedeelte gekomen. Het
verbeeldt de benedenstad van Jeruzalem. Minse
wie weej leven er, om het zo maar eens te zeggen. Vanaf de bovenstad wordt
er letterlijk en figuurlijk op de benedenstad neergekeken. Vooral figuurlijk.
Omdat
het podium zo groot is en er zoveel tegelijkertijd gebeurt, kom je ogen tekort Zo
had ik niet gespand, dat Judas zich
had opgehangen. Het drama voltrok zich bij een ontmoetingsplek in het spel, een
prachtige kubistische boom van Jos Beurskens. Cor wees me er gelukkig op. Tegelen
is geen Tokio, er wordt in De Doolhof door iedereen op het podium aevel wel een Olympische prestatie
geleverd. Minseleef, regisseur Cees
Rullens laat ze flink stiefele. Kepotmakerie,
ik had alleen al van het kijken de pièp
laeg.
Niet
alleen op de tribune voor de bezoekers geldt de anderhalve-meter-regel, ook op
het podium is het wet. Daardoor is de kruisigingscène anders dan tijdens
voorgaande edities. Er komt nu mechanica aan te pas. Mijn gastheer kneep ’t um of het wel goed zou gaan.
Het verliep precies zoals bedacht.
Wies ’t aevel weer
ens is,
Sef Derkx
Geen opmerkingen:
Een reactie posten