zaterdag 17 oktober 2020

Op school bij de broeders

 - door Sef Derkx -

Een tijdje terug kreeg ik een mailtje met in de onderwerpregel de mededeling: ‘Zeer bijzondere foto’. Het was de spijker op zijn kop. Toen ik het attachment aanklikte en de foto zich op het beeldscherm ontvouwde, werd ik even op het verkeerde been gezet. Ik herkende de locatie, maar tegelijkertijd was ik er niet helemaal zeker van.

Wilhelminastraat; er staan nog geen huizen aan de westzijde van de straat, op de achtergrond is de Sint-Mattheusschool nog in aanbouw (particuliere collectie)

De toren is onmiskenbaar die van de vooroorlogse Sint-Martinuskerk. Het hoekpand op de voorgrond is een volgend herkenningspunt. Na enige twijfels, is er maar één conclusie mogelijk: dit is de Wilhelminastraat, gefotografeerd vanaf de Goltziusstraat. Het vervreemdende is het ontbreken van de rechter huizenrij. De grond is bouwrijp, de bouwvakkers kunnen zo aan de slag. Door de kale vlakte hebben we een prachtig zicht op de Sint-Matheusschool, die op het moment dat de foto werd gemaakt nog in aanbouw is. Dit betekent dat de foto in 1916 is vervaardigd, want in dat jaar ging de bouw van de Sint-Matheusschool officieel van start. De naam van de fotograaf is ook overgeleverd. Het is Jos Strijbosch, die vaak op pad was voor uitgevers van prentbriefkaarten en die een indrukwekkend oeuvre aan foto’s uit Noord-Limburg heeft nagelaten. 

Leerlingen van de derde klas van de Mostartschoeël, 1914 (collectie Sef Derkx)

Tot 1894 was er voor jongens alleen openbaar lager onderwijs in Venlo. Aan de Goltziusstraat lag de ‘Mostartschoeël’. Het eerste schoolhoofd was August Mostart, een markante, strenge onderwijzer die blijkbaar zoveel indruk maakte dat de school in de volksmond naar hem werd genoemd.

Voorzijde gedachtenisprentje August Mostart (collectie Gemeentearchief Venlo)

Aan het Helschriksel en de Valuasstraat lagen eveneens openbare scholen. Katholiek lager onderwijs voor meisjes bestond al. De zusters van Liefde uit Tilburg gaven sinds 1856 les in twee panden aan de Grote Kerkstraat. In 1892 werden ze afgebroken en verrees op de vrijgekomen plek een statige nieuwbouw. De ‘zustersschoeël’ werd in de oorlog getroffen door bommen. In de zomer van 1945 volgde de sloop.

Grote Kerkstraat met links meisjesschool en klooster van de Zusters van Liefde (met dank aan Piet Braem)

Prentbriefkaart Grote Kerkstraat met een aantal leerlingen en hun ouders van de Zustersschool (met dank aan Piet Braem)

Katholiek lager onderwijs voor jongens ging in 1894 van start. Initiatiefnemer was deken Marres. De Broeders van Maastricht - officieel de Broeders van de Congregatie van de Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd Maria - openden in dat jaar de Sint-Martinusschool. Het kerkbestuur van de Sint-Martinusparochie financierde de bouw. De Roermondse architect Jorna tekende het ontwerp, aannemer J. van Groenendaal uit Hilversum kreeg de opdracht tot bouw. De ingang kwam aan de Mgr. Boermansstraat. Het gebouw had zeven trapgeveltjes en lange hoge gangen en klaslokalen.

Prentbriefkaart van de Broedersschool, circa 1905 (collectie Sef Derkx)

De Broedersschoeël die ook bekend stond als het Klein College, had in het eerste schooljaar 123 leerlingen. In 1903 startten de religieuzen een tweede school aan de Helbeek: de Sint-Carolus Borromeusschool, later omgedoopt tot Heilig Hartschool.

Broedersschool aan Helbeek, jaren zeventig (collectie Gemeentearchief Venlo)

Een artikeltje uit de Venlosche Courant van 1 april 1906 legt haarfijn de standsverschillen bloot die indertijd in Venlo bestonden. Er waren twee scholen in één gebouw: “In School A met een ingang aan het hoofdgebouw voor kinderen uit den burgerstand, wordt onderwijs gegeven in de gewone vakken der lagere school en tevens in Fransch en Duitsch. Het schoolgeld voor deze school bedraagt 80 cent per maand. Aan School B (ingang zijgevel) worden de vakken van het gewoon lager onderwijs gegeven dus zonder Fransch of Duitsch. Het schoolgeld aan deze school bedraagt voor één kind 30 cent per maand.”

De inhoud van de portemonnee van je ouders bepaalde niet alleen je kennis van vreemde talen, maar ook of je door de statige hoofddeur of door de zijdeur naar binnenging.

Het katholiek onderwijs voor jongens floreerde in Venlo. Ouders meldden massaal hun zonen aan. In 1900 volgden 279 jongens onderwijs bij de broeders, tien jaar later 1087. De religieuzen openden in 1912 aan de Tegelseweg nog een school: de Sint-Jozefschool. In die jaren werd er in de Tweede Kamer vaak gekissebist over de salariëring van onderwijzers. Een onderwijzer aan een openbare school verdiende meer dan iemand die les gaf aan een bijzonder school. In 1916 werd dit gelijkgetrokken.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.


1 opmerking:

  1. Via e-mail kregen we de volgende reactie van oud-Venlonaar Wim Spapens:
    Dit deed mij denken aan het boek Merijntje Gijzens jeugd: Merijntje wordt van de katholieke school verwijderd omdat hij de verplichte twee dubbeltjes schoolgeld niet kon geven: “Voor het eerst, met een schok, die een heftig verzet in hem wakker sloeg, voelde hij de betekenis van de armoede. (…) In de gevel van de school stond een Christusbeeld met uitgebreide armen en daaronder kon je lezen: ‘Laat de kinderkens tot mij komen’… Maar d’r stond niet bij dat de kinderkens twee dubbeltjes bij zich moesten hebben…” Wim Spapens, Breda/Ulvenhout



    BeantwoordenVerwijderen