zondag 23 augustus 2020

Burgemeester Bernard Berger had ook wat uit te leggen (2)

- door Gerrit van der Vorst -

Burgemeester Bernard Berger had na de bevrijding wel wat uit te leggen wat betreft de coöperatieve opstelling van het Venlose gemeentebestuur bij de aanleg van Fliegerhorst. Een ander gevoelig onderwerp was het beleid van de burgemeester Berger wat betreft de jodenvervolging.

Burgemeester Berger.

Bij gelegenheid van het 70-jarig jubileum van de Venlose synagoge had de burgemeester de joodse Venlonaren op 29 december 1935 nog warm toegesproken: ‘Zeer ontroerd ben ik ook geweest door uwe prachtige en plechtige godsdienstoefening. Ik hoop, dat gij steeds dezelfde goede burgers van onze stad moogt blijven, dat wij steeds in grootse verdraagzaamheid met elkaar verder mogen leven en dat Gods zegen op uw werk moge rusten.’ 

Een geweldig applaus was hierop gevolgd, en ter ere van de burgemeester hadden alle aanwezigen staande het eerste en zesde couplet van het ‘Wilhelmus’ gezongen.’

De Venlose synagoge.

Fragment uit het verslag in de Nieuwe Venlosche Courant van 29 december 1935 (www.delpher.nl).

Warme woorden van de burgemeester, maar nog geen drie jaar later bleek Bergers empathie met zijn joodse burgers minimaal. Dat was nadat in de nacht van 9 op 10 november 1938 een verwoestende pogrom over nazi-Duitsland was geraasd, de Reichskristallnacht. In Venlo was volstrekt duidelijk wat er gebeurd was in nabijgelegen Duitse grensplaatsen, zoals Kaldenkerken en Straelen. De Nieuwe Venlosche Courant (NVC) berichtte relatief uitgebreid over de schokkende gebeurtenissen, zij het op pagina 2, in plaats van op de voorpagina, zoals de meeste andere dagbladen.

De synagoge van Kaldenkerken werd tijdens de Reichskristallnacht vernield (foto met dank aan Frank Kauwertz).

De berichtgeving in de Nieuwe Venlosche Courant van 11 november 1938 (www.delpher.nl).

De berichtgeving in bijvoorbeeld de Nieuwe Tilburgsche Courant van 11 november 1938 (www.delpher.nl).

Zegge en schrijve drie dagen na dat wereldschokkende pogrom, op 13 november 1938, reisde zangvereniging Venlona met een gezelschap van circa 200 personen naar Mönchengladbach. Op de vriendschappelijke ontmoeting met de lokale mannenzangvereniging Der Liedertafel kwamen zo’n 1.500 mensen op af. Aan Duitse zijde was men in hun sas met de komst van het prominente Venlose gezelschap. De grenspassage was versoepeld voor Venlona en bij aankomst werd de Venlonaren een rondrit aangeboden. Aangenomen mag worden dat men daarbij de verwoeste joodse synagoge en woningen vermeed.

De grote synagoge van Mönchengladbach was in de nacht van 9 op 10 november 1938 ook grondig verwoest.

Burgemeester Berger had thuis moeten blijven, maar hij voerde als beschermheer het Venlona-gezelschap aan. Hij richtte zich in zijn welkomsttoespraak vooral op de vriendschappelijke relatie met het ‘zangerige’ Rijnland. Maar de wederpartij gaf – uiteraard? – politieke betekenis aan de bijeenkomst. Het werd een gezellige boel. Venlona zong de eerste strofe van ‘Deutschland, Deutschland über Alles’. Daarna dirigeerde de Duitse dirigent de zaal bij het zingen van het Horst Wessel-lied.

Het Horst Wessellied werd na de Tweede Wereldoorlog verboden (Wikipedia).

In de Nieuwe Venlosche Courant werd de muzikale ontmoeting een groot succes genoemd. Het moet schokkend geweest zijn voor joodse Venlonaren om dat te lezen. Volgens de krant was het Horst Wessellied minder bekend, maar dat gold niet voor Venlo’s elite die ruim vertegenwoordigd was in het Venlona-gezelschap. Al in 1933 had het spelen van het lied in de sociëteit Mariaweide nog een fikse rel veroorzaakt.

De recensie in de Nieuwe Venlosche Courant van 14 november 1938.

Vier dagen na zijn thuiskomst van de trip naar Mönchengladbach, op donderdag 17 november ontstak burgemeester Berger in woede, toen hij ‘s avonds snoei-afval van zijn buren in zijn tuin zag liggen. In plaats van de buren even aan te spreken, greep de burgemeester de telefoon, om er meteen maar de vreemdelingenpolitie bij te roepen, want zijn buren waren joodse vluchtelingen. Bij onderzoek door agent Fleurkens – die onverwijld opdraafde – bleek dat de tuinman van het gezin Bonn-Leyens toestemming had gevraagd en gekregen van de dienstbode van de burgemeester, om de gesnoeide takken de volgende morgen bij daglicht op te ruimen. Inmiddels waren de geschrokken Emmy Bonn-Leyens en haar zoons Walter en Hans Günther in allerijl bezig om de takken weg te halen.

Het gezin Bonn-Leyens in betere tijden.

De beroemde Italiaanse Holocaust-schrijver Prime Levi legde een ontroerende getuigenis af over het beschaafde gedrag van Walter Bonn in Auschwitz in het zicht van de dood.

De buren van de burgemeester, op Nieuwstraat 27, waren slachtoffers van het nationaalsocialisme. Hun vroeger zo bloeiende modehuis in Kaldenkerken was te gronde gegaan door het nationaalsocialisme, vader Alex Bonn had zelfmoord gepleegd en moeder en zoons waren gevlucht, al maanden voor de Reichskristallnacht. Enig mededogen had Bernard Berger in die dagen wel gepast.

De burgemeester toonde opmerkelijk weinig gevoel voor de joodse ellende.

Zoals Koningin Wilhelmina liever geen joods vluchtelingenkamp in haar ‘achtertuin’ had, zo liet Bernard Berger op 1 december 1938 aan de landelijke overheid weten dat er in Venlo geen plek te vinden was voor een opvang van joodse vluchtelingen.

De vluchtelingen werden daarop geïnterneerd in een klooster in Reuver, wat natuurlijk lastig was voor het joodse vluchtelingencomité in Venlo.

De houding van de Venlose burgemeester paste naadloos in het vluchtelingenbeleid van de landelijke overheid die in die tijd een gitzwart blazoen opliep. De opstelling van Bernard Berger tijdens en na de bezetting zou ook geen schoonheidsprijs verdienen, om het maar voorzichtig te zeggen. 

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten