Logo De Keizerin, ontwerp Ton Clout
Afgelopen
zaterdag ging café De Keizerin in de Floddergats open. Wij wensen Mary Stolker en Roos Brink, de nieuwe
exploitanten, heel veel succes. De beide dames schrijven een nieuw
hoofdstuk in en pand met een interessante geschiedenis. In de jaren zestig van
de vorige eeuw was hier café Bonaparte gevestigd, dé plek voor de jeugd van
Venlo en omgeving. Velen, velen koesteren bijzondere herinneringen aan het café.
Roos Brink (l) en Mary Stolker (foto facebook De Keizerin)
-
door Sef Derkx -
Café
Bonaparte in de Floddergats was eind jaren zestig een waar eldorado. De mare
dat er in hartje Venlo een kroeg zou komen voor jongeren, verspreidde zich in
1967 viraal. Het was te mooi om waar te zijn. Een eigen honk. Zouden de door
Bob Dylan geprofeteerde en door Boudewijn de Groot in vertaling bezongen ‘andere
tijden’ alsnog aanbreken? In Venlo nog wel, wie had dat kunnen dromen?
Uitnodiging opening Bonaparte, vrijdag 4 augustus 1967 (collectie Sef Derkx)
Bonaparte van Dick Stout was van meet af aan een succes. ‘t Höfde zich er, om
het op zijn Venloos te zeggen. Als ‘s morgens de zaak openging, stonden de
jongeren al ongeduldig voor de deur te wachten. Stef Kleijn, een Maastrichtse
journalist en kroegtijger, schreef er onder zijn pseudoniem Rommedoe een column
over in het Limburgs Dagblad van donderdag 31 augustus 1967.
Limburgs Dagblad 31 augustus 1967 (collectie John Keulartz)
Bonaparte, dat
gevestigd is in een voormalige smidse, is in enkele weken tijd het drukste café
van Venlo geworden, lezen we: “Het genoeglijke en met veel smaak gecreëerde
interieur, waarbij men ernaar gestreefd heeft het beeld van de oude smidse te
handhaven, is de vrucht van een respectabele vrijetijdsbesteding. Dick Stout
heet de man, die onder dit werk met enkele vrienden zijn schouders zette, met
meer jeugdig enthousiasme dan financiële hulpmiddelen. Hij heeft zijn eigen
café onder zijn eigen handen zien groeien. Er zit veel oud hout in en een
stenen vloer, een schilderachtig zelf ontworpen en uitgevoerd buffet en het
wonder is zo geslaagd, dat de maker van dit café er geheel en terecht trots op
is.” Voor de door de wol geverfde cafébezoeker Stef Kleijn is Bonaparte een kleine
openbaring. Geen wonder dat hij zijn lezers uit Maastricht en omgeving
adviseert: “Als U eens in Venlo komt, en u wilt er opnieuw wat leuks ontdekken,
moet u daar eens gaan kijken. In de Floddergats. Heerlijke naam. Zo iets kan
alleen Venlo uitvinden.”
bouwing tot café Bonaparte, 1967 (foto's Hans Snijdewind/collectie John Keulartz)
Stef
Kleijn wijdt uit over de geschiedenis van de locatie waar hij met plezier heeft
vertoefd. Hij legt een relatie met de welbekende stadslegende over het bezoek
van Napoleon aan Venlo op 12 september 1804 en met het hoefijzer dat het paard
van de keizer die dag verloren zou hebben. Als we Kleijn mogen geloven is de
schimmel van Napoleon in de smidse in de Floddergats opnieuw beslagen. Volgens
het volksgeloof brengt een hoefijzer geluk en zo is maar net, gelet op het
overrompelende succes van café Bonaparte, aldus Kleijn. Hij schrijft een en
ander op gezag van zijn Venlose gids die hem meegetroond heeft naar café
Bonaparte.
Napoleon Bonaparte, detail uit een schilderij van Joseph Chabord
Er is een nooit bevestigd verhaal, dat echter te smeuïg om niet doorverteld te worden. Het werpt een ietwat scabreus licht op het keizerlijk oponthoud in de Floddergats. Het steegje was Venlo's roze buurt. De onverwachte doorkomst van Napoleon door hun straatje zorgde voor veel enthousiasme. De prostituees kwamen naar buiten. Des keizers oog viel op een van hen. Hij steeg van zijn paard en de rest is geschiedenis. Een geschiedenis waarover de gegoede burgerij zich geneerde. Er moest dus iets worden verzonnen over de passage door de Floddergats en zo werd het verhaal van het hoefijzer van de Keizer geboren.
Mijn vader is in 1905 geboren aan de Parade. Als kind speelde hij in
de Floddergats. Bij verschillende gelegenheden vertelde hij dat het pand waarin Bonaparte zat (later café De Keizer, nu De Keizerin) een stalling was voor rijtuigen en
koetsen. Vooral de statige rouwkoets maakte grote indruk. Het ligt voor de hand
dat in de stalling ook paarden hebben gestaan.
Aan het werk in de OBI (collectie Ed Weckx)
Van Ed Weckx uit Schandelo
hoorde ik dat zijn vader en een compagnon op deze schilderachtig plek in de
jaren vijftig een fabriekje hadden. In de OBI - een afkorting die stond voor
Ons Beider Ideaal - werden onder meer kruisbeelden, wijwatervaatjes, hang- en
sluitwerk en deurbeslag vervaardigd. De productie is later voortgezet in een
werkplaats die lag tussen Stalbergweg en Burgemeester Bloemartsstraat. Voor
zover ik weet. had het pand lang leeg gestaan voordat Dick Stout er met enkele
vrienden aan de slag ging.
Interieur Bonaparte, 1967 (foto Martin Collin/collectie John Keulartz)
Ik
schreef dat Bonaparte een eldorado was. Dat is het café natuurlijk vooral in de
vele verhalen die nog steeds de ronde doen. Het geheugen zet de jaren van onze jeugd
in een gouden lijst. Zonder dat we het ons bewust zijn, selecteren we onze
herinneringen. Negatieve ervaringen stoppen we weg. Lukt dat niet, slijpen we
de scherpste kantjes eraf. Vooral het positieve uit het verleden blijft ons
bij. In Bonaparte is veel gebeurd. In de komende afleveringen van de Floddergatsblog keren we terug naar het café. Graag word ik geïnspireerd door uw
herinneringen aan Bonaparte (wordt vervolgd).
Reageren?
Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten