dinsdag 11 augustus 2020

Niet zomaar een café in de Floddergats (1)


Logo De Keizerin, ontwerp Ton Clout

Afgelopen zaterdag ging café De Keizerin in de Floddergats open. Wij wensen Mary Stolker en Roos Brink, de nieuwe exploitanten, heel veel succes. De beide dames schrijven een nieuw hoofdstuk in en pand met een interessante geschiedenis. In de jaren zestig van de vorige eeuw was hier café Bonaparte gevestigd, dé plek voor de jeugd van Venlo en omgeving. Velen, velen koesteren bijzondere herinneringen aan het café.

Roos Brink (l) en Mary Stolker (foto facebook De Keizerin)

- door Sef Derkx -

Café Bonaparte in de Floddergats was eind jaren zestig een waar eldorado. De mare dat er in hartje Venlo een kroeg zou komen voor jongeren, verspreidde zich in 1967 viraal. Het was te mooi om waar te zijn. Een eigen honk. Zouden de door Bob Dylan geprofeteerde en door Boudewijn de Groot in vertaling bezongen ‘andere tijden’ alsnog aanbreken? In Venlo nog wel, wie had dat kunnen dromen? 

Uitnodiging opening Bonaparte, vrijdag 4 augustus 1967 (collectie Sef Derkx)

Bonaparte van Dick Stout was van meet af aan een succes. ‘t Höfde zich er, om het op zijn Venloos te zeggen. Als ‘s morgens de zaak openging, stonden de jongeren al ongeduldig voor de deur te wachten. Stef Kleijn, een Maastrichtse journalist en kroegtijger, schreef er onder zijn pseudoniem Rommedoe een column over in het Limburgs Dagblad van donderdag 31 augustus 1967. 


Limburgs Dagblad 31 augustus 1967 (collectie John Keulartz)

Bonaparte, dat gevestigd is in een voormalige smidse, is in enkele weken tijd het drukste café van Venlo geworden, lezen we: “Het genoeglijke en met veel smaak gecreëerde interieur, waarbij men ernaar gestreefd heeft het beeld van de oude smidse te handhaven, is de vrucht van een respectabele vrijetijdsbesteding. Dick Stout heet de man, die onder dit werk met enkele vrienden zijn schouders zette, met meer jeugdig enthousiasme dan financiële hulpmiddelen. Hij heeft zijn eigen café onder zijn eigen handen zien groeien. Er zit veel oud hout in en een stenen vloer, een schilderachtig zelf ontworpen en uitgevoerd buffet en het wonder is zo geslaagd, dat de maker van dit café er geheel en terecht trots op is.” Voor de door de wol geverfde cafébezoeker Stef Kleijn is Bonaparte een kleine openbaring. Geen wonder dat hij zijn lezers uit Maastricht en omgeving adviseert: “Als U eens in Venlo komt, en u wilt er opnieuw wat leuks ontdekken, moet u daar eens gaan kijken. In de Floddergats. Heerlijke naam. Zo iets kan alleen Venlo uitvinden.”


bouwing tot café Bonaparte, 1967 (foto's Hans Snijdewind/collectie John Keulartz)

Stef Kleijn wijdt uit over de geschiedenis van de locatie waar hij met plezier heeft vertoefd. Hij legt een relatie met de welbekende stadslegende over het bezoek van Napoleon aan Venlo op 12 september 1804 en met het hoefijzer dat het paard van de keizer die dag verloren zou hebben. Als we Kleijn mogen geloven is de schimmel van Napoleon in de smidse in de Floddergats opnieuw beslagen. Volgens het volksgeloof brengt een hoefijzer geluk en zo is maar net, gelet op het overrompelende succes van café Bonaparte, aldus Kleijn. Hij schrijft een en ander op gezag van zijn Venlose gids die hem meegetroond heeft naar café Bonaparte.

Napoleon Bonaparte, detail uit een schilderij van Joseph Chabord

Er is een nooit bevestigd verhaal, dat echter te smeuïg om niet doorverteld te worden. Het werpt een ietwat scabreus licht op het keizerlijk oponthoud in de Floddergats. Het steegje was Venlo's roze buurt. De onverwachte doorkomst van Napoleon door hun straatje zorgde voor veel enthousiasme. De prostituees kwamen naar buiten. Des keizers oog viel op een van hen. Hij steeg van zijn paard en de rest is geschiedenis. Een geschiedenis waarover de gegoede burgerij zich geneerde. Er moest dus iets worden  verzonnen over de passage door de Floddergats en zo werd het verhaal van het hoefijzer van de Keizer geboren.  

Mijn vader is in 1905 geboren aan de Parade. Als kind speelde hij in de Floddergats. Bij verschillende gelegenheden vertelde hij dat het pand waarin Bonaparte zat (later café De Keizer, nu De Keizerin) een stalling was voor rijtuigen en koetsen. Vooral de statige rouwkoets maakte grote indruk. Het ligt voor de hand dat in de stalling ook paarden hebben gestaan. 

Aan het werk in de OBI (collectie Ed Weckx)

Van Ed Weckx uit Schandelo hoorde ik dat zijn vader en een compagnon op deze schilderachtig plek in de jaren vijftig een fabriekje hadden. In de OBI - een afkorting die stond voor Ons Beider Ideaal - werden onder meer kruisbeelden, wijwatervaatjes, hang- en sluitwerk en deurbeslag vervaardigd. De productie is later voortgezet in een werkplaats die lag tussen Stalbergweg en Burgemeester Bloemartsstraat. Voor zover ik weet. had het pand lang leeg gestaan voordat Dick Stout er met enkele vrienden aan de slag ging.

Interieur Bonaparte, 1967 (foto Martin Collin/collectie John Keulartz)

Ik schreef dat Bonaparte een eldorado was. Dat is het café natuurlijk vooral in de vele verhalen die nog steeds de ronde doen. Het geheugen zet de jaren van onze jeugd in een gouden lijst. Zonder dat we het ons bewust zijn, selecteren we onze herinneringen. Negatieve ervaringen stoppen we weg. Lukt dat niet, slijpen we de scherpste kantjes eraf. Vooral het positieve uit het verleden blijft ons bij. In Bonaparte is veel gebeurd. In de komende afleveringen van de Floddergatsblog keren we terug naar het café. Graag word ik geïnspireerd door uw herinneringen aan Bonaparte (wordt vervolgd).

Reageren?  Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.   



Geen opmerkingen:

Een reactie posten