Petroën van ôs Stad
Zo, de langste dag is geweest, de dagen korten. We kunnen dus kijken in de gooje alde kleierkas of de mot niet in de vastelaovesgarderobe zit. Het wordt langzaam weer normaal. Van de waek werd ik spontaan op straat aangesproken. Dat was me in maanden niet meer overkomen. Door corona was iedereen schouw.
Of ik wist wie Mies was van het nostalgische leesplankje Aap-Noot-Mies, luidde de vraag. Even later legde ik aan leerlingen van de School aan de Vijver uit, dat Mies de kat is. Nicole Berden, de juf van de kinderen, nodigde me uit om in Kultuurfebriek Frans Boermans te komen kijken. De kids waren kletskrukken aan het beschilderen. Ik hoor jullie denken: kletskrukken? Het zijn houten krukken die in de les beeldende vorming door de leerlingen kleurrijk worden beschilderd. Als ze daarmee bezig zijn, blijken kinderen makkelijker te kunnen praten over wat hun bezighoudt. Vandaar kletskruk.
Van de waek kreeg ik ook de uitnodiging om te kijken in Museum Van Bommel Van Dam. Minseleef, wat is daar geknuùrd. Het voormalige postkantoor is haos klaar om te worden ingericht. Wat moet ik ervan zeggen? ’t Stedje heeft al de Martinusbasiliek, krijgt er aevel na de zomer een Kunstkathedraal bij. In een grijs verleden werden in het Cultureel Centrum aan de Begijnengang door Lei Alberigs tentoonstellingen gemaakt, die kunstliefhebbers van heinde en verre trokken. Het zou geweldig zijn, wanneer tijden van weleer gaan herleven.
We worden alzoeë weer spontaan aangesproken. Zo hoorde ik een interessant gerucht uit de categorie serieus. Er is een lobby voor een nieuw beeldje van een stadsfiguur. Van Hans Op de Laak, de Petroën van ôs Stad uit het liedje van Neet oèt Lottum. De band stond in 2005 op het Zomerparkfeest. De hekken moesten dicht, zo druk was het. Op de zijkant van het podium drentelde Hans Op de Laak. Als zelfbenoemd regisseur aanwijzingen gevend aan eigenlijk niemand. Even later zette Neet oèt Lottum zijn liedje in. Hans kwam op. Het gejuich van het publiek steeg boven de muziek uit. Met brede armzwaaien, zette hij niet geheel toonvast So ein Tag so wunderschön wie heute in. Hans lachte van oor tot oor. ‘Det heb ik toch maar moei veur mekaar gekrege!’, vertelde hij nog uren later backstage aan iedereen die het horen wilde en… het niet horen wilde.
De Petroën van ôs Stad in brons terug in de Jodenstraat? Een briljant idee. Want Neet oèt Lottum zong, naar wat nu blijkt profetisch:
Want zônder Hans geit alle mis.
Gluif maar det ut schaelt.
Zônder Hans ein doéije stad
Hans verdeent ein beeld!
Wies ’t aevel weer ens is,
Sef Derkx
Geen opmerkingen:
Een reactie posten