- door Albert Lamberts/foto's archief stichting Passiespelen Tegelen -
Ik was elf jaar, zat op de zesde klas – nu groep acht - en deed de plechtige communie, zoals toen gebruikelijk. Onder de vele bezoekers ook ome Wim en zijn vrouw, mijn peettante, tante Truus. Ik kreeg een fraai fotoboek van de Passiespelen in Tegelen. Ome Wim Siebgens en tante Truus waren daar nauw bij betrokken. Ome Wim was zelfs een van de oprichters.
Nu is er een prachtig
nieuw boek over de Passiespelen verschenen van de hand van Willem Kurstjens en Carel
van Nistelroy. Wederom met bijzondere foto’s.
Als destijds de uitvoeringen van het Passiespel op stapel stonden hadden ome Wim en tante Truus het druk, druk, druk. Zij waren in Tegelen absoluut geen uitzondering. Men kon ook precies zien, welke mannen in de Passiespelen een rol hadden: de mannen hadden lange lokken en baarden zag ik op de foto’s in mijn boek. Heel apart en best wel indrukwekkend. Dat was toen – ik heb het over 1962 en de Beatles en Rolling Stones waren nog geen trendsetters – zeer uitzonderlijk.
De Passiespelen, die op 3 juli aan een uitgestelde reeks van vijftig uitvoeringen beginnen, kennen een bijna honderdjarige geschiedenis; althans de Passiespelen van Tegelen. In het Beierse Oberammergau werd al jaren eerder het Bijbelse lijdensverhaal van Jezus in toneelvorm gepresenteerd. Zelfs eeuwen eerder, om precies te zijn vanaf 1634. Die uitvoering was het gestand doen van een belofte door de inwoners van het kleine Duitse plaatsje in 1632 als zij verder van de heersende pest gevrijwaard zouden blijven.
De
spelen in Tegelen zijn eigenlijk door Oberammergau geïnspireerd. In 1927 had Tegelen een
antwoord op de Venlose uitvoering van een spel, geschreven door de franciscaner
pater Justinus Franssen twee jaar eerder, maar na een bezoek van het Tegelse
toneelgezelschap aan Oberammergau in 1930, wist men het zeker: een Passiespel
op Tegelse bühne. In het blad Het leven geïllustreerd van 9 maart 1940, stond: Tegelen,
ons Hollandsch Oberammergau.
Nog deze nacht, voordat de haan driemaal kraait zult gij driemaal uw Heer …
Het blad schreef: Alle medespelenden zijn inwoners van Tegelen. Tegelen is een fabrieksplaats, met steenbakkerijen, gieterijen, sigarenindustrie, ververijen en nog andere fabrieken. De arbeiders zijn fabrieksarbeiders. En de arbeiders zijn in hoofdzaak de spelenden van het Passiespel, eenige honderden. Daar is in de eerste plaats de Christusfiguur: in het dagelijks leven is hij huisschilder, maar sinds een jaar bereidt hij zich voor op het spelen van deze rol in het gewijde spel: hij heeft zijn haar laten groeien en zijn baard, maar zelfs in carnavalstijd heeft hij, hoewel hij er een liefhebber van is, geen enkele keer gedanst. Alles moet in dat ene jaar wijken voor dat één groote: de rol. Voor de menschen uit Tegelen is dit heel gewoon: men weet precies wie de Petrus zijn zal, wie Maria Magdalena, wie Jacobus, wie Johannes. Men spreekt over het Passiespel als over iets, dat allen toebehoort en met de liefde voor één groot gemeenschappelijk bezit.
En zoals dus in 1962, toen ik het fotoboek kreeg, nog steeds het geval was: als een vreemdeling in het kleine plaatsje komt, kijkt hij vreemd naar al die mannen, die daar loopen met lange baarden en lange haren. Wat zijn dat voor menschen, denkt men en als men dat vraagt kijkt de inwoner verbaasd en zegt: maar, dat is immers ’n speler van het Passiespel.
Lange haren en baarden, toen heel bijzonder.De eerste opvoeringen in 1931 naar een script van pastoor Van Delft uit Sint Anthonis waren een dermate succes, dat ook het volgend jaar de toeschouwers in groten getale het Passiespel in de Tegelse Doolhof konden gadeslaan. Dat in 1934 de Stichting Passiespelen tot stand kwam was een logisch gevolg van de onvermoeibare inzet van de enthousiaste Tegelenaren. Onder auspiciën daarvan vonden in 1935 opnieuw de Passiespelen plaats en, zo werd besloten, zou dat voortaan elke vijf jaar het geval zijn.
O, en ome Wim? Die heeft anders dan tal van zijn familieleden nooit gespeeld. Zijn rol tijdens de uitvoeringen beperkte zich tot het driemaal kraaien van de haan na even zovele verloocheningen van Jezus door discipel Petrus.
(Foto’s uit boek Passiespelen, 1950. Fotograaf Cas van Os)
Reageren? Stuur een e-mail naar Albert Lamberts: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten