donderdag 14 oktober 2021

Van nul tot nu van woensdag 13 oktober - Vier torens op één plek

- door Albert Lamberts -

1480 Is den Eersten steen aenden hooghe Thooren geleght door den hoge Grave Weerdenburgh.  Een uit het Latijn vertaald citaat (bewaard in het Algemeen Archief Averbode) handelend over de eerste-steenlegging van de stadstoren pal voor de kerk van Sint Martinus in Venlo, aanvankelijk een Romaanse zaalkerk met een bescheiden torentje  op de noordwest hoek van het bouwwerk. 

Maquette van Venlo met linksboven de enorme stadstoren (foto uit boek Venlo binnen en buiten zijn muren. Uitgave van het Dagblad voor Noord-Limburg 1984)

Over het bouwjaar van de Venlose stadstoren lopen de meningen uiteen. Sinds 1343 was Venlo begiftigd met stadsrechten. Dat bood natuurlijk geweldige voordelen zoals stapelrecht en markten. Anderzijds moest de stad worden beschermd tegen begerige en vijandige ondernemingen. Ter verdediging werd er onder andere een muur rond de stad opgetrokken. Nadeel was echter, dat vanuit de relatief laag in haar omgeving gelegen stad het zicht op die omgeving alleszins beperkt was. Vijandelijke troepen konden zogezegd vrij ongezien de stad naderen. De magistratuur besloot tot het bouwen van een wachttoren, pal voor de sinds 1430 in gebruik zijnde nieuwe, gotische Sint-Martinuskerk, waarvoor de kleine toren – bronnen spreken van plusminus 22,5 meter – stond.

Het oude torentje werd in 1774 na de sloop van de stadstoren weer zichtbaar (Foto collectie Albert Lamberts)

De meeste archieven en auteurs houden 1480 als bouwjaar van de stadstoren aan. Maar dan is een notitie in de stadsrekeningen van 1428 (!) weer verwarring stichtend: 25,5 roeden op de toren zijn gedekt. Niet alleen de vermelding van het jaar 1428 schept onduidelijkheid, ook het aantal van 25,5 roeden (roede is een oude lengtemaat, in dit geval waarschijnlijk de Rijnlandse roede, ruim 3,5 meter), dus een hoogte van ruim 96 meter, geeft nogal wat vraagtekens. Geschiedschrijver Keuller vermeldt als hoogte van de stadstoren ruim 95 meter. Latere auteurs betwijfelen deze hoogte. Hoe het ook zij, de toren was enorm, rustte op vier pijlers, waartussen de straat liep. Een lang leven was deze toren, waar bovenop een huisje voor de stadswachter stond, niet beschoren. Bij de belegering door Margaretha van Oostenrijk in 1511 (waarbij een zekere Truuj Bolwater zich onderscheidde) werd de toren door kanonsvuur beschadigd en aardschokken in 1532 sloegen de noordwestelijke pijler stuk. Ruim twee eeuwen kwijnde de bouwvallige toren verder weg. Toen de sloop in 1774 volgde maakte kapitein-ingenieur Koch een rapport op, waarin hij als hoogte van de toren aangaf 190 Rijnlandse voet, ongeveer zestig meter, exclusief het wachthuisje.  Onduidelijkheid troef.

 

Goed, de stadstoren werd gesloopt, zodat het kleine torentje van ruim 22,5 meter weer in beeld kwam en er dus weer geen goed zicht was op de omgeving: de bantuin,  Craneveld, Hogeschoor en op de hoger gelegen gronden aan de oostkant van de stad. Te gevaarlijk, oordeelde Den Haag en verordonneerde een verhoging van de kleine Martinustoren tot zo’n kleine vijftig meter. Dat karwei was in 1776 geklaard.  Ruim een eeuw later werd de fameuze Roermondse architect Pierre Cuypers benaderd om de leiding van een algehele restauratie van de kerk op zich te nemen. Tevens kreeg Cuypers opdracht een nieuwe toren te ontwerpen. Het resultaat was een verhoging van de bestaande toren en het aanbrengen op de hoeken van de bovenste verdieping van karakteristieke hoektorentjes. De galerij tussen die torentjes was toegankelijk. De oplevering volgens contract was 1 november 1879. Een fraaie gotische ingangspartij aan de voet van de toren, zoals ze nog bestaan in tal van kathedralen in bijvoorbeeld Frankrijk en Engeland, was de kroon op het werk.

De enorme stadstoren voor het bescheiden torentje van de oude Sint-Martinuskerk (foto collectie Albert Lamberts)

Maar dan: 4 en 5 november 1944. Geallieerde bombardementen in een poging de Maasbruggen te vernielen, zodat de Duitsers geen materieel en troepen meer naar  de westkant van de Maas konden brengen, pakten catastrofaal uit voor Venlo. Het bombardement van 4 november veroorzaakte een grote brand, die ook de kerk en de toren trof. De toren raakte zwaar beschadigd en het restant stortte in oktober 1945 in. Op 23 oktober 1953 hees deken Strijkers hoogstpersoonlijk de vlag in top van de nieuwe, huidige toren naar een ontwerp van architect Ir Jules Kayser. 

23 oktober 1953: deken M. Strijkers hijst de vlag in top van de nieuwe toren (foto collectie Albert Lamberts)

Reageren? Stuur Albert Lamberts) een e-mail: albertlamberts@home.nl. 


 

 

 

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten