donderdag 18 november 2021

Het laatste levensteken van Johanna van Wien

- door Gerit van der Vorst -

Op 1 december 1942 kwam bij de Joodse Raad in Amsterdam een brief binnen van Johanna van Wien, bestemd voor haar vader Sally in Venlo. Johanna was twee maanden eerder gedeporteerd. De gecensureerde boodschap verdoezelde ongetwijfeld een Holocaust-drama.

Johanna van Wien (foto Betty van Wien, met dank aan Patrick Sternfeld).

Op 8-jarige leeftijd kwam Johanna van Wien begin april 1926 met haar ouders Sally en Karolina van Wien-Hertz en haar broer Harry (14) naar Venlo. In het kielzog van Adolf en Else van Wien-Hertz – broer en zuster van Sally respectievelijk Karoline – die twaalf dagen eerder met hun drie zoons vanuit het Duitse Uerdingen naar Venlo waren gereisd. Met paard en wagen, vertelt kleindochter Betty van Wien. Beide gezinnen vestigden zich op Markt 8 bij het stadhuis, waar ze nog in april Coupon-magazijn Gebroeders Van Wien begonnen.

Het gezin van Adolf en Else van Wien-Hertz kon niet aarden in Venlo, en begon in de zomer van 1929 in Amsterdam een winkel in pelterijen (bont). De winkel in Venlo werd voortgezet onder de naam Gebroeders van Wien en verhuisde in september 1932 naar Markt 5.


Advertenties uit de Nieuwe Venlosche Courant van 15 april 1926 en 8 september 1932 (www.delpher.nl).

Markt 5 (met dank aan Piet Braem).

Het gezin van Sally en Karoline van Wien-Hertz werd in 1936 genaturaliseerd. Ze waren geacclimatiseerd in Venlo en bevriend geraakt met andere joodse gezinnen. Harry van Wien was sportief lid van de Venlose reddingsbrigade. Medio augustus 1939 volbracht hij bijvoorbeeld een (vanwege de kou) loodzware kanaaltocht van 5 kilometer in Nijmegen.

Tweede van rechts Johanna van Wien op de Mostard-Mulo (met dank aan Piet Braem).

Harry haalde zijn middenstandsdiploma en leek voorbestemd om Gebroeders van Wien voort te zetten. De enorme klap waarmee de Maasbrug op 10 mei 1940 de lucht in ging, markeerde voor het gezin Van Wien-Hertz echter het begin van het einde. Op maandag 2 december 1940 werd hun grote etalageruit rond half twaalf ’s avonds vernield door drie onbekenden. Daarna volgde de stroom van anti-joodse maatregelen, zoals de verplichte registratie van joodse inwoners. Johanna van Wien werkte in de winkel van haar ouders, voor 37,50 gulden per maand. De eind december 1941 benoemde bewindvoerder maakte korte metten met dat dienstverband. Op 24 juni 1942 was Johanna een van 23 joodse Venlonaren die hun fiets op het politiebureau moesten inleveren. 

Harry (Hartog) van Wien – op de foto in de zomer van 1938 – had blijkbaar geen fiets meer om in te leveren (foto Betty van Wien, met dank aan Patrick Sternfeld).

Op 31 augustus 1942 werd de liquidatie van Gebroeders van Wien aangekondigd. Een dag later was Harry van Wien een van de tien joodse Limburgers die voor dwangarbeid naar het werkkamp Overbroek moesten, in de buurt van Tiel. In 1941 was de woonruimte van het gezin Van Wien-Hertz al geïnventariseerd en op 18 september gebeurde dat met hun huisraad. En vrijdagnacht 2 oktober 1942 kwam dan de gevreesde klop op de deur. Sally van Wien bleek echter zo ziek te zijn, dat voor hem eerst ziekenhuisopname geregeld moest worden.

Sally van Wien werd naar het Sint Josephziekenhuis gebracht (met dank aan Piet Braem).

Pas om half drie ’s nachts brachten de twee agenten Karoline van Wien-Hertz en haar dochter het politiebureau binnen. Ze werden ingesloten in cel 3 – 2x3 vierkante meter – waar zich al zeven joodse volwassenen en kinderen bevonden. ‘s Ochtends werden de arrestanten om 6.45 uur weggebracht. In Kamp Westerbork volgde ‘gezinshereniging’ van Karoline en Johanna met de uit Kamp Overbroek overgebrachte Harry. Die was van korte duur. Tien dagen later gingen ze al op transport en bij aankomst op 15 oktober 1942 in Auschwitz werden ze weer uit elkaar gehaald. Karoline van Wien-Hertz (58) moest naar de gaskamer, Johanna werd naar het ziekenhuis van Birkenau gebracht – waarom? – en Harry werd geselecteerd voor dwangarbeid. 

Johanna van Wien (foto Betty van Wien, met dank aan Patrick Sternfeld).

Johanna van Wien (25) werd twee weken later alsnog vermoord, op 1 november 1942. Ze leefde dus al niet meer, toen haar vader haar brief ontving.

Het Joodse Raad-kaartje voor Johanna van Wien (afbeelding uit het archief van IT Arolsen).

Aan de dwangarbeid van Johanna’s broer kwam vier maanden later een eind. Harry van Wien (31) werd op 28 februari 1943 vermoord in Monowitz.  

Harry van Wien (foto Betty van Wien, met dank aan Patrick Sternfeld).

Toen Limburg in april 1943 van de nazi’s ‘Judenrein’ moest worden, deed Philip Cohen, als voorzitter van de Afdeling Venlo van de Joodse Raad, een beroep op burgemeester Jo Zanders voor 15 van de ‘meest tragische joodse gevallen’. Sally Wien stond op deze lijst, met de vermelding ‘zwaar lijdende, ernstige operatie’. Deportatie werd uitgesteld, maar op 20 december 1943 werd hij uit het ziekenhuis gehaald, om in februari 1944 verder gedeporteerd te worden. Op 11 februari 1944 werd Sally van Wien (65) in Auschwitz vermoord.

De gedenkstenen voor het gezin Van Wien-Hertz uit Venlo in het nieuwe nationale joodse monument in Amsterdam (foto’s Patrick Sternfeld).

In 2022 zullen vier struikelstenen gelegd worden ter hoogte van het voormalige woonadres van het gezin Van Wien-Hertz.

NB: Het project struikelstenen zal uitgevoerd worden door Venlo Partners en wordt financieel mogelijk gemaakt door Sormac.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten