vrijdag 5 november 2021

Van nul tot nu van woensdag 3 november - Beter onwetend dan ongelovig

- door Albert Lamberts - 

Deze herinneringen en relaties stellen mij in staat, zij het met minder gezag dan mijn collega, te verklaren dat de Rijks H.B.S. te Venlo “er mag zijn”, en dat de leiding van de school er immer met tact naar gestreefd heeft, dit instituut op zijn juiste plaats te brengen en te behouden in het geheel der Venlose samenleving.

Ziedaar een passage uit een bijdrage van Inspecteur van Onderwijs dr. Jos de Boer, die was verzocht binnen 24 uur een woordje te schrijven voor de herdenkingsuitgave van 75 jaar rijks-hbs in Venlo als vervanger van zijn op vakantie zijnde collega Van der Weijst.

Juiste plaats te brengen en te behouden

Verleden week promoveerde Jan Blokker jr. in het Academiegebouw Leiden op het proefschrift Het wonder van de hbs, een onderwijshervorming die slaagde 1864-1885. Bijzondere aandacht in dat proefschrift voor de Rijks in Venlo en dan vooral voor de betekenis van de hierboven aangehaalde passage.  

Het Administratiekantoor aan de Markt in Venlo, waar de driejarige hbs in was ondergebracht (foto collectie Albert Lamberts)

Venlo had sinds 1865 een driejarige hbs. Deze school, ondergebracht in het Administratiegebouw aan de Markt, werd in 1880 door het Venlose stadsbestuur overgedragen aan het Rijk, omdat de plaatselijke overheid het openbaar onderwijs niet kon of wilde in stand houden.

Overigens was die driejarige hbs in feite de opvolger van de Hogere Stadsschool, die de laatste was in het rijtje Latijnse school, Ecole secondaire en vanaf 1811 Stedelijk Collegie, dat in 1817 wegens geldgebrek het loodje legde. Voortgezet onderwijs werd een taak van particulieren tot 1834. In dat jaar werd de Hogere Stadsschool opgericht, die in 1865 plaats maakte voor de driejarige hbs.

Juiste plaats te brengen en te behouden…

Dat was in 1865 geenszins een sinecure voor een niet-katholieke instelling in deze katholieke contreien, zeker als het een school betrof. Paus en bisschoppen keerden zich fel tegen zogeheten neutraal onderwijs.  Blokker citeert de kerkelijke gezagsdragers: Iedereen kon toch immers zien ‘hoe het ligt en valt, de lessen als het ware ongezocht met ware of valsche stellingen betrekkelijk godsdienst en zedeleer te doorweven, en zoo in het gemoed der leergrage jeugd met het lokaas der wetenschap tegelijk het vergif eener schadelijke leer (…) te doen indringen. En hoewel neutraal onderwijs als een droevige noodzakelijkheid werd beschouwd was toch onwetendheid boven ongelovigheid te verkiezen.   

Toch had Venlo al zeer vroeg en uit eigen vrije wil verzocht om een rijks hbs, maar hier speelden financiële overwegingen een rol: neutraal onderwijs beter op kosten van het Rijk dan op rekening van de gemeente. De rijksoverheid zag vooralsnog meer in het omvormen van de bestaande instelling tot gemeentelijke school. Spoedig daarop echter wilde het ministerie toch een rijks-hbs in Venlo en toen was de vraag niet of Venlo nog een hbs wilde, maar hóé. Al jaren was er onenigheid tussen stedelijke overheid en de lokale clerus over leraren en vakkenpakketten. De kwaliteit van het middelbaar onderwijs op de school van de Kruisheren was reeds in de achttiende eeuw voortdurend onderwerp van twist tussen magistraat en paters en wrijvingen bleven er. Met de komst van de hbs veranderde er wel iets. Zo ongeveer met het rijksmes op de keel werd besloten de stadsschool tot hbs om te vormen, ook al om niet achter te blijven bij bijvoorbeeld Roermond en Maastricht. Het besluit was vooral pragmatisch, schrijft Blokker, en van heel veel oprecht enthousiasme getuigt de overgang van de Stadsschool naar de hbs niet. In het katholieke zuiden moesten ook aan een neutraal instituut leerkrachten  goed katholiek zijn. O ja, ze moesten ook hebben gestudeerd.


De nieuwe rijks-hbs aan het Nolensplein werd in 1889 in gebruik genomen (foto’s collectie Albert Lamberts)

Juiste plaats te brengen en te houden…

Omdat de gemeentelijke hbs zo weinig opviel kon die zich handhaven. De hbs van Venlo vormde geen gevaar voor de traditie en nodigde niet uit tot tegenstand.  Dat veranderde toen de school een rijksschool werd en wantrouwen opriep. 

De school kwam de stad binnen op kousenvoeten. Zuinigheid, desinteresse, behoudzucht, pragmatisme, schrijft Blokker.

Vervolg op 10 november.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten