De
Peperstraat stond er eind 19e eeuw al niet best meer voor. Er liep zelfs
een open rioolgoot door de straat vanuit de binnenstad. Nou produceerden de
inwoners van Venlo in die tijd gezamenlijk hooguit een halve kubieke meter aan
vaste fecaliën – hoe dat nou zit, weet ik niet – maar die bescheiden productie
liet onverlet dat het vaak onbedaarlijk stonk in de straat, vooral op
marktdagen. Ook omdat de spoeling tekortschoot.
Uit de verhandelingen van de Venlose
gemeenteraad in 1891 (Venloosch weekblad van 17 januari 1891, www.delpher.nl).
Toch waren
er gerenommeerde zaken gevestigd in de Peperstraat, zoals de Bijenkorf Industria op nummer 12, hotel De Pelikaan op 14, manufactuurwinkel De Zon op 15 en 17 en herberg De Lelie op 35. Het
gemeentelijk administratiekantoor op de hoek Peperstraat-Markt herbergde de
Rijks-HBS.
Het pand Peperstraat
12 zou zelfs historische betekenis krijgen. Eerst kwam op dat adres nog de
gerenommeerde drankenhandel van C. Gudden.
Advertentie van C. Gudden in het
Venloosch weekblad van 25 juli 1896 (www.delpher.nl).
Maar toen
Gudden rond 1911 zijn nering verplaatste naar de Vleesstraat, vestigde behanger
Jean Hendrikx zich in het grote pand. En zo werd zes jaar later, op 2 februari
1917, Peperstraat 12 het geboortehuis van Jan Hendrikx. Die naam moet de lezer
even onthouden.
Peperstraat 12, met in de deuropening Jean
Hendrikx die op oudejaarsavond 1920 overleed (38 jaar oud), een vrouw en zes
jonge kinderen achterlatend.
Wie de
verslagen van de gemeenteraad had gevolgd, wist dat de straat in begin jaren
twintig al afgeschreven was. Enkele huizen waren onbewoonbaar verklaard en in
1923 was zelfs het gevaar van vallend puin aangekaart. In 1925 was gesproken
over een onhoudbare toestand vanwege krotwoningen die vochtig waren omdat ze beneden
de weg lagen, en het moesten doen zonder lucht, licht, water en privaat. Dat
gold waarschijnlijk vooral de aan de Peperstraat gelegen sloppen, zoals de
Guddenplaats, Sandersplaats, Winterplaats en de Zanoliplaats.
De Guddenplaats.
Sandersplaats-Rieterplaats.
De straat werd in alle opzichten
verwaarloosd. De gemeente had voor maar liefst 8.500 gulden een sproeiauto
gekocht, voor stofbestrijding en verfrissing van de Venlose straten. Op veel
straten reed de wagen bij wijze van spreken tot vervelens toe, maar op de
Peperstraat kwam ie nooit, terwijl het benodigde water – de Maas! – daar toch vlak
langs stroomde. Toen dat in de vergadering van de gemeenteraad aan de orde werd
gesteld, beweerde wethouder Trienekens met droge ogen dat sproeien met
Maaswater 25 cent per kubieke meter duurder was dan met water uit de
waterleiding. Bovendien was de begrotingspost ‘sproeien’ volgens hem al
overschreden. De Peperstraat kon het dus schudden, veelzeggend voor de status
van de straat.
De ultieme stofbestrijding en
verfrissing op de Peperstraat: hoogwater. Rechts het Maasschriksel.
Bovendien werd
er geen dam opgeworpen tegen het sluipverkeer dat alleen maar toenam. Omstreeks
1930 wurmden zich dagelijks zo’n 50 auto’s door de Peperstraat.
Voor verkeer was de toenmalige Peperstraat
ten ene male ongeschikt.
Toch was
de Peperstraat beslist geen achterbuurt. Ter illustratie daarvan getuigt het
feit dat in 1933 de oudste zoon van wijlen Jean Hendrikx tot priester gewijd werd.
Toen Harie Hendrikx op eerste Paasdag 1933 zijn eerste heilige mis opdroeg in
Venlo, in de Sint Martinuskerk, droeg de buurtvereniging Peperstraat bij aan de
feestvreugde. Het was een indrukwekkend gebeuren.
De ingang van de Peperstraat is
versierd ter ere van de priesterwijding van Harie Hendrikx. Hij zou later
hoogleraar aan de Nijmeegse universiteit worden.
De stoet verlaat de kerk. Achteraan
Harie Hendrikx met links naast zich moeder Mia Hendrikx-Vallen.
De stoet op weg naar de Peperstraat.
De Peperstraat op Eerste Paasdag 1933.
Ongeveer
tien jaar later zou een andere zoon van de Peperstraat een belangrijke rol
spelen tijdens de bezetting. Jongste zoon Jan van wijlen Jean Hendrikx ontpopte
zich onder de verzetsnaam ‘Ambrosius’ tot een onvergetelijke verzetsleider, die
een voor die tijd ondenkbare brug wist te slaan tussen het katholieke verzet in
het Zuiden en het grotendeels protestantse verzet in het Noorden.
Jan ‘Ambrosius’ Hendrikx, een van de
grootste Venlonaren aller tijden.
Het grote standbeeld voor het
gerechtsgebouw in Roermond. Links op de voorgrond Leo Moonen van het Bisdom
Roermond, die zijn arm om de schouders van Jan Hendrikx heeft geslagen. Beide
mannen verloren hun leven door hun verzetsactiviteiten.
Dat historische
feit alleen al had reden kunnen zijn om Peperstraat 12 in
te richten als het Venlose verzetsmuseum.
Wordt
vervolgd.
Met dank
aan Piet Braem en Will Sorée voor de oude foto’s. Deels zijn die foto’s eerder
geplaatst op de Facebook-site ‘Venlo wie ut vrueëger waas’.
Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten