- door Sef Derkx -
De blinde muur van C&A aan de Kleine Beekstraat ten tijde van de coronacrisis (foto Sef Derkx)Momenteel staat er voor de blinde muur, die pijn aan de ogen deed, een gerieflijk terras van Kefee De Baek (foto Kefee De Baek)
De Halte blijft in de Kleine Beekstraat, bij de blinde muur van C&A. Het is een plek die in het collectieve geheugen van Venlo gegrift zou moeten staan.
In eerste helft van de zeventiende eeuw stond hier het slotklooster van annunciaten Trans Cedron. Het waren religieuzen uit de bovenlaag van de bevolking, die zich als tiener lieten opsluiten achter kloostertralies. Bevangen door een koortsachtige religieuze geestdrift, lieten ze een luxe leven achter zich. Wanneer je de publicaties leest over de levens van zusters in het klooster, gaat een naar onze normen vreeswekkende afgrond open van lijden, pijn, zelf-foltering en versterving. De religieuzen van Trans Cedron streefden ernaar om het wereldse, zondige ik te vernietigen.
Plattegrond Venlo, totaal en detail Trans Cedron, van Abraham Allard, begin achttiende eeuw (particuliere collectie)
In het Limburgs Museum is een portret te
zien van één van de zusters, Agnes Huijn. Ze is afgebeeld in vervoering, sprekend met Christus. Op de rand van het altaar ligt een
veelzeggend attribuut: een zweep. Bij biograaf Michels lezen we dat haar zweep samen met andere relieken bewaard is gebleven.
Detail portret Agnes Huijn, olieverf op doek, tweede helft zeventiende eeuw (collectie Limburgs Museum)
Volgens haar biografen bewerkstelligde ze
tijdens haar leven en na haar dood wonderen. Voor de Tweede Wereldoorlog vatte
in Venlo de overtuiging post, dat Agnes de status van zalige toekwam. Het is er
niet van gekomen.
Op de plek van de betonnen puist van C&A stond, tot de bombardementen op Venlo in het najaar van 1944, een klooster van Duitse paters dominicanen.
Frontgevel Trans Cedron aan de Kleine Beekstraat, voor de Tweede Wereldoorlog (met dank aan Piet Braem)
Restanten klooster Trans Cedron, voorjaar 1945 (collectie Sef Derkx)
In de jaren zeventig van de negentiende eeuw voerde de Duitse overheid strijd tegen katholieke instituties, die de boeken ingegaan is als de Kulturkampf. ‘De IJzeren Kanselier' Otto von Bismarck, een dominante, conservatieve staatsman van steil protestantse huize, wantrouwde socialisten en katholieken. De pers stond onder censuur, kloosterorden en congregaties werden verboden. De kloosterlingen gingen in ballingschap. Ze vonden gastvrij onthaal in het door en door katholieke Limburg.
In de jaren zeventig van de negentiende eeuw voerde de Duitse overheid strijd tegen katholieke instituties, die de boeken ingegaan is als de Kulturkampf. ‘De IJzeren Kanselier' Otto von Bismarck, een dominante, conservatieve staatsman van steil protestantse huize, wantrouwde socialisten en katholieken. De pers stond onder censuur, kloosterorden en congregaties werden verboden. De kloosterlingen gingen in ballingschap. Ze vonden gastvrij onthaal in het door en door katholieke Limburg.
In
1879 kochten de Duitse dominicanen van een protestantse weduwe het voormalige klooster van de annunciaten
aan de Kleine Beekstraat. Het verhaal wil dat de paters vermomd waren als
fabrieksdirecteuren en zich voordeden als ondernemers. Het gebouw had vanaf 1800 dienst gedaan als
jeneverstokerij en suikerklontjesfabriek. Het verwaarloosde pand werd
provisorisch opgeknapt. Na enkele maanden werd gestart met een gymnasium voor
jongens. Katholieken uit heel Europa voelden het als een morele plicht het
bannelingenklooster in Venlo te steunen. Trans Cedron werd een symbool van het
katholieke verzet tegen de Duitse staat. Vele giften maakten het mogelijk het sobere
klooster te transformeren tot een schitterend neogotische gebouw van drie
verdiepingen. In de gevel en boven de ingang waren nissen met heiligenbeelden.
Gegoede
katholieke Duitse families stuurden hun zonen naar het tweetalige gymnasium met pensionaat in
Venlo. Op het Collegium Albertinum zaten op een gegeven
moment driehonderd leerlingen. In een latere fase startten de dominicanen bovendien met een kweekschool, een opleiding tot onderwijzer in het lager onderwijs.
Joseph Goebbels in 1916 (bron Wikipedia)
De mythe wil, dat het latere nazikopstuk Joseph Goebbels uit Rheydt, een van de leerlingen is geweest. Hij zou als opgroeiende jongen door leeftijdsgenoten gepest zijn vanwege zijn sleepvoet, een gevolg van polio. Zijn ouders stuurden hem naar twee ongetrouwde tantes van moederskant aan de Gasthuisstraat in Venlo. Zij namen het neefje op. Omdat het een pientere knul was, die bovendien op school goed zijn best deed, was het gymnasium van de dominicanen een voor de hand liggende keuze. Een opmerkelijk verhaal, dat aan mij verteld werd door Frans Boermans, die de opleiding tot onderwijzer volgde bij de dominicanen aan de Kleine Beekstraat. Een verhaal dat overigens nog altijd rondgaat, maar waarvoor het sluitend bewijs niet gevonden is.
Maar toch... Begin vorig jaar heb ik getelefoneerd met Peter Longerich, die dé biografie van Joseph Goebbels heeft geschreven. Vast staat, dat de jonge Goebbels in Bleijerheide heeft gestudeerd, aan het Jongenspensionaat St. Maria Ter Engelen van Duitse franciscanen. Maar er zijn nogal wat onzekerheden over zijn jeugd. Ik vertelde Longerich wat ik gehoord had over Goebbels' verblijf bij de dominicanen in Venlo. Hij verwees het niet meteen naar het rijk der fabelen.
Naschrift
We kregen op De Halte een reactie van Martin van der Schors (1951). Hij liet het volgende weten:
'Naar aanleiding
van jouw column in Via Venlo van vandaag het volgende. Ik kan het
verhaal over Joseph Goebbels bevestigen: Mijn moeder had contacten met enkele
paters dominicanen. Daardoor kwam regelmatig een pater Adelbert (van geboorte
Duitser) bij ons thuis op bezoek. Deze pater was leraar aan het door jou
genoemde gym.
Hij vertelde
wel eens les te hebben gegeven aan Goebbels. Ik was toen nog een kind en heb er
verder nooit op door gevraagd, maar het bleef wel in mijn geheugen zitten, omdat
het me kennelijk op een of andere manier intrigeerde.
Het bezoek van deze pater was nog een exponent van het Rijke Roomse Leven. Er werd een goede borrel genuttigd en een lekkere sigaar gerookt. Het was een zeer aimabele man. Dit speelt in de jaren vijftig. De oorlog zat toen natuurlijk nog vers in ieders geheugen en kwam nogal eens ter sprake.'
Het bezoek van deze pater was nog een exponent van het Rijke Roomse Leven. Er werd een goede borrel genuttigd en een lekkere sigaar gerookt. Het was een zeer aimabele man. Dit speelt in de jaren vijftig. De oorlog zat toen natuurlijk nog vers in ieders geheugen en kwam nogal eens ter sprake.'
Ik lees de
column De Halte overigens elke week met veel plezier.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten