zaterdag 20 juni 2020

Van nul tot nu - Over een stadsstier en gas


- door Albert Lamberts - 

Tja, een wat vreemde kop boven dit artikel, maar er is een overeenkomst. Venlo had een stadsstier, jawel, en een gasfabriek. Zowel het gas als de runderen zijn een beetje in het verdomhoekje beland. Van beide moet het minder.

Over de stadsstier kunnen we kort zijn. U zult het niet geloven, maar de stad Venlo had een heuse fokstier  ‘in dienst’. Oude stadsrekeningen, zo staat te lezen in het boek venlo/Venlo Hoe een stadje begon vermelden daaraan gelieerde uitgaven: ene Beyncken voor het wegbrengen van de stier – wellicht na gedane arbeid – 4 penning.  We hebben het dan over 1371. De stad stelde de diensten van de stier gratis ter beschikking, omdat de magistraten een goede voedselvoorziening voor de bevolking van tegen de drieduizend zielen natuurlijk zeer op prijs stelden. Koeien waren ook toen leveranciers van melk, vlees en huiden. En koeien leverden de nodige mest, waardoor landbouw beter mogelijk werd. Nou simpel toch: een goede fokstier kon voor het nodige nageslacht zorgen en dat was in ieders belang. Het is overigens niet duidelijk of Beyncken en later zijn opvolgers dekgeld vroegen en kregen. De stadsrekeningen vermelden geen inkomsten uit dekgelden. Natuurlijk werd er op gezette tijden een nieuwe fokstier gekocht, zoals in 1376. Toen werd maar liefst 756 penning neergeteld voor een nieuwe stadsstier en dat was twee en een halve keer het jaarsalaris van de burgemeester: een nieuwe stier 5 mark, 4 schelling en voor de knecht die hem bracht 2 schelling, 8 penning

Dat zal die burgemeester – destijds werd elk jaar iemand voor dat ambt gekozen en dat waren in die jaren Jacob van Neer, Peter en Herman Mensenere en Johannes Marcator - toch wel even hebben doen fronsen. Overigens: de stier was ondergebracht bij en aan de goede zorgen toevertrouwd van de Onze-Lieve-Broederschap ingen Daell, de latere Akkermannen.

Toen wilde men zoveel mogelijk runderen, nu moet de veestapel wegens milieuredenen worden ingekrompen. De stadsstier heeft al lang het veld geruimd.


Oproep tot aanbesteding der gasverlichting in Venlo. (Uit Jubileum-uitgave 75-jarig bestaan gasbedrijf in 1937)

Ook van het gas moeten we af. Sinds de jaren zestig van de vorige eeuw aardgas. Tot dan gingen kolen en briketten in de kachel. Aanvankelijk werd het gas vooral gebruikt voor stads- en straatverlichting. Gas werd toen geproduceerd uit steenkool. Dat was een vinding van de in Maastricht geboren Jan Pieter Minckelers ((1748 – 1824), die ook in Venlo geëerd is met een straatnaam. Minckelers deed in 1783 zijn ontdekking aan de universiteit van Leuven. Een kleine tachtig jaar na Minckelers’ vinding begon in Venlo de productie van steenkoolgas. In die tijd mocht een gemeente zich niet inlaten met ondernemingen. 

Gasfabrieken elders in het land werden geëxploiteerd door particulieren en dat moest dus ook in Venlo. Het aanbesteden ging niet van een leien dakje, maar uiteindelijk werd Venlo het eens met Felix Tonnar uit Dülken. Het Hertogdom Limburg verleende op 23 mei 1862 zijn goedkeuring aan de overeenkomst tussen stad en Tonnar en toen kon een gasfabriek worden gebouwd.
Daar binnen de stadsmuren - die bestonden nog net – geen geschikt terrein voor  eene gasfabriek te vinden was, had het gemeentebestuur reeds tevoren aan den Minister van Oorlog vergunning gevraagd tot het oprichten van eene gasfabriek op een terrein gelegen in de vestingwerken buiten de Geldersche Poort in het werk no. 18 voor courtine 1 en 2. Zo staat in een jubileumuitgave van het gasbedrijf uit 1937. Dat was dus op het zuidelijk deel van het plein, thans officieel Mgr. Nolensplein, maar in de volksmond nog steeds Gaasplein genoemd. Burgemeester Van Liebergen liet een uitnodiging uitgaan voor het vieren van het feest, ter gelegenheid van de eerste gaz-ontsteking voor de verlichting dezer stad op  woensdag 3 december 1862 des avonds 5 uur. De gaz-ontsteking geschiedde op de Groote Markt. Het werd een groot feest, waarbij gemeenteraad, Fanfare en Philharmonie in optocht door de verlichte straten trokken.

En nu, in 2020? Nu moet, ook wegens milieuredenen, alles uiteindelijk van het gas af. Van aardgas welteverstaan.


De voormalige gasfabriek op wat thans het Mgr. Nolensplein is.
(Foto collectie Albert Lamberts)

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl






Geen opmerkingen:

Een reactie posten