donderdag 8 juli 2021

O.Z.O.

 - door Sef Derkx -

Vijftien of zestien waren ze en ze kenden elkaar van de verkenners. Paul Ex woonde aan de Goltziusstraat, zijn vriend Lambert Meijers de Kleine Beekstraat. In het Venloos ‘Op de Baek’, een straat met de prachtige neogotische gevel van het klooster Trans Cedron van de dominicanen.

Vervalst persoonsbewijs van Paul Ex op de naam van L. Zanddijk (met dank aan Gerrit van der Vorst)


Lambert Meijers in 1938 als verkenner en in 1943 (met dank aan Marianne Meijers)

Aversie tegen de Duitse bezetter hadden de jongens van thuis meegekregen. Die werd manifest toen de nazi’s in april 1941 van de ene op de andere dag de padvinderij tot verboden vereniging verklaarden. Op een avond gingen beide vrienden naar het hoofdkwartier van de verkenners aan het Maasschriksel. Ze verbraken de zegels aan de deur en namen spullen mee. 


Maasschriksel (met dank aan Piet Braem)

Een kwajongensstreek, maar toch als de Duitsers hen hadden gepakt, hadden ze een pak rammel gekregen. En… van het een kwam het ander. Wanneer een plakploeg van de NSB in de stad actief was, ging Paul Ex er achteraan om de nog natte posters van de muur te trekken.


Goltziusstraat voor de Tweede Wereldoorlog (particuliere collectie)

Op 31 augustus 1941 vierde koningin Wilhelmina in Engeland haar verjaardag. In Venlo waren op Koninginnedag geen feestelijkheden. Maar het weerhield beide vrienden er niet van om de dag toch een oranje tintje te geven. De buurman van Paul Ex aan de Goltziusstraat, huisschilder Jacobs, stelde voor het doel een blik oranje menieverf ter beschikking. Gewapend met kwast en blik gingen de jongens op weg om op het trottoir en tegen gevels van huizen van Duitsers en NSB’ers de letters O.Z.O. te schilderen. De afkorting stond voor ‘Oranje Zal Overwinnen’. Ze werd vanaf het begin van de bezetting door velen als een soort van groet of yell gebruikt. Je kwam elkaar tegen op straat en riep: ‘O zo!’ De letters, gescheiden door punten, werden bovendien overal in Nederland op muren en schuttingen gekalkt. Het was een speldenprik tegen de bezetter en er werd trouw mee betoond aan koningin Wilhelmina. Een vorm van protest dus.


Spotprent met O.Z.O., 1941 (particuliere collectie)

Maar terug naar de avond van Koninginnedag 1941. Paul en Lambert begonnen aan de Parade. Daar stond een Duits militair voertuig met open dak. De jongens zagen hun kans schoon en verfden de zittingen met de menie. Vervolgens kleurde een deel van de Kaldenkerkerweg, Burgemeester van Rijnsingel, Hamburgersingel (nu Deken van Oppensingel), Goltziusstraat en Julianastraat oranje. Via de Lohofstraat kwamen de tieners uit bij het voormalige belastingkantoor op de hoek van de Parade. Daar werden de natuurstenen vensterdorpels versierd met O.Z.O.

Interieur National, 1940 (met dank aan Piet Braem)

Omdat het al laat geworden was, vond Paul het welletjes en nam hij afscheid van Lambert. Onderweg naar huis liet de laatste nog hier en daar O.Z.O.’s achter. Ter hoogte van de Floddergats werd hij staande gehouden door een lokaal leider van de NSB. De man in kwestie kwam van het National waar een partijavond was geweest. Daarom was hij gestoken in een gala-uniform. De NSB’er sprak Lambert Meijers aan op het verband tussen de graffiti alom, het blik met menie en de druipende verfkwast. De jongen bedacht zich geen moment, kieperde de rest van de menie over het gala-uniform en maakte zich uit de voeten. 

Een van de rekeningen die binnenkwam bij de ouders van Lambert Meijers (met dank aan Marianne Meijers)

Helaas was hij herkend, dus stond niet veel later de politie voor de deur en werd Lambert meegenomen naar het bureau. Zijn jeugd, de belofte van beterschap en het betalen van de kosten voor het verwijderen van de graffiti en het reinigen van het NSB-uniform spaarden Lambert Meijers voor erger. De zaak werd geschikt. De beloofde beterschap resulteerde erin dat Lambert Meijers, Paul Ex en andere leeftijdgenoten weldra diep in de illegaliteit zaten. Ze hielpen met het vervaardigen en verspreiden van het blad ‘Oranje Hagel’ en zorgden voor vervalste persoonsbewijzen die werden gegeven aan Joden en onderduikers. Bovendien ontfermden de jeugdige Venlonaren zich over  ontsnapte Franse krijgsgevangen.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.


 

 

  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten