maandag 22 februari 2021

'Wie met klokken schiet, wint de oorlog niet'

- door Sef Derkx -

Luidklok wordt uit de toren van de Sint-Martinuskerk getakeld (collectie Gemeentearchief Venlo)

Eind 1942 werd Venlo geconfronteerd met wat de geschiedenis in zou gaan als de klokkenroof. De Duitsers hadden dringend behoefte aan grondstoffen voor de vervaardiging van munitie, kanonnen en geweren. De bevolking in de bezette landen werd verplicht alles wat van koper, tin, lood of gietijzer was te laten registreren. Onder metalen voorwerpen vielen ook de kerkklokken. Ze  werden naar beneden getakeld en met binnenvaartschepen of per trein naar Duitsland vervoerd om daar omgesmolten te worden. 

Briefhoofd van de Venlose vestiging (collectie NIOD)

Briefhoofd met de Duitse titel (collectie NIOD)

In Nederland werd dit werk uitgevoerd door het aannemersbedrijf Peter Meulenberg, dat vestigingen had in Heerlen en Venlo. In opdracht van de bezetter zijn in ons land ruim 6.700 kerkklokken geroofd, waarvan er 4.700 daadwerkelijk zijn omgesmolten. Meulenberg kreeg van de Duitsers de titel Generalunternehmer des Sonderreferates für die Metallmobilisierung. In de volksmond werd de aannemer echter smalend Klokken-Peter genoemd. Machteloze pastoors, kapelaans en parochianen moesten tandenknarsend toekijken hoe zijn werkploegen de zware klokken naar beneden haalden. 

Waar Meulenberg kwam, werden de bronzen stemmen van de klokkentoren die vaak al eeuwen hadden geklonken, het zwijgen opgelegd. De verontwaardiging over de klokkenroof was groot. Een spreuk die indertijd opgeld deed, luidde: ‘Wie met klokken schiet, wint de oorlog niet’. Men zal er ongetwijfeld moed uit geput hebben. Na de Tweede Wereldoorlog zou Klokken-Peter, die door de collaboratie met de Duitsers een vermogend man was geworden, een gevangenisstraf van tien jaar krijgen. Het archief van zijn bedrijf wordt bewaard in het NIOD in Amsterdam.
 
Limburgs Dagblad, 23 augustus 1946 (gevonden via www.delpher.nl)

De Gooi- en Eemlander, 20 juni 1947 (gevonden via www.delpher.nl)

De Nieuwe Apeldoornsche Courant, 20 juni 1947 (gevonden via www.delpher.nl)

Een ploeg van Meulenberg verscheen op 3 november 1942 bij de Sint-Martinuskerk en op 29 december van dat jaar bij het kapelletje van Genooy. In dezelfde periode kwam ook het stadhuis aan de beurt. Hoe het zit met de andere klokken in de verschillende stadsdelen, is moeilijk exact te traceren. Hoe het ook zij, alle klokken uit Noord-Limburg werden overgebracht naar een opslag op het terrein van een transportbedrijf aan de Straelseweg. Het stond onder de bevolking bekend als het klokkenkerkhof en lag vanuit de stad gezien aan de rechterkant van de straat, even voor de Rozenkransstraat. De toegang ertoe was streng verboden.


Foto's met dank aan Jan van Pol 

Dat weerhield Jan van Pol (1932) er niet van om er samen met zijn broers een kijkje te gaan nemen. Het gezin Van Pol woonde in de Tweede Wereldoorlog tegenover de Heilig Hartkerk. Jan van Pol: “Het terrein was omgeven door een hoog hek. We waren er al eerder geweest, maar werden weggestuurd door een vrouw. Op een rustige zondagmorgen eind januari 1943 zijn we teruggegaan. Met een tang hebben we een gat geknipt in het hek. Een oudere broer heeft foto’s genomen.” Van vier opnames zijn de originele afdrukken bewaard gebleven, het zijn bij mijn weten de enig bewaard gebleven foto's van het Venlose klokkenkerkhof. Van een foto is een reproductie van recentere datum overgeleverd. Op de achterzijde van drie foto's staat nauwkeurig vermeld uit welke plaatsen de klokken kwamen en hoeveel ze wogen. Deze aantekeningen zijn eveneens van jongere datum.  

Foto's met dank aan Jan van Pol 

De broers Van Pol zullen zich waarschijnlijk niet ten volle hebben gerealiseerd welk risico ze liepen door het terrein op te gaan en de klokken te fotograferen. Jan van Pol: “Angstig waren we niet, integendeel. We hebben later in de oorlog van alles uitgehaald. Toen eind 1944 de binnenstad Sperrgebiet was en het verboden werd er te komen, slopen wij er rond over de puinhopen. We waren op zoek naar eten of naar zaken die we op de dorpen konden ruilen tegen voedsel. Ik herinner me dat we een föhn hadden gevonden. Dat was voor die tijd iets heel bijzonder. De honger dreef ons. Zo zijn we ook een keer in Duitsland aardappelen gaan jatten. We werden betrapt en overgebracht naar een café in Herongen. Na verloop van tijd konden we vertrekken, maar de aardappelen moesten we helaas achterlaten.” 


In januari 1945 werd het gezin Van Pol geëvacueerd. Zoon Jan kwam uiteindelijk terecht bij een bakker in de stad Groningen: “Daar was eten in overvloed vergeleken met Venlo, waar we vooral stamppot van wortelen of spruitenkoppen hadden gekregen. Ik heb het goed gehad in Groningen en sprak al na enkele weken Greunings.”

Foto met dank aan Jan van Pol, dit is de reproductie van recentere datum

Tot slot terug naar Klokken-Peter. Op vrijdag 5 december 1969 raakt een auto te water in de Zuid-Willemsvaart in Nederweert. De hulpdiensten komen te laat. In de krant verschijnt een kort bericht. Het slachtoffer is de 72-jarige P. Meulenberg uit Schaesberg. Inderdaad Klokken-Peter, een van Limburgs grootste collaborateurs. Na enkele dagen plaatst de weduwe een sobere overlijdensadvertentie. Haar man is ‘in stilte bijgezet in het familiegraf’ in Heerlen.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten