- door Sef Derkx -
We blijven ook deze week in de tuin van het klooster Bethanië aan de Beckersweg, waar we te gast zijn bij de familie Tesink. Je gaat talloze malen achteloos aan een plek voorbij. Totdat je op zeker dag gaat kijken en een onvermoede wereld zich opent. In de vorige aflevering van ‘Aevel’ ontdekten we de grot van Maria Magdalena.
Interieur van de kapel van Maria Magdalena (foto auteur).
Dat we juist hier een heiligdom van haar vinden, verbaast niet. De zusters dominicanessen van Bethanië vingen in dagen van weleer onder meer meisjes op, die in aanraking waren gekomen met gezinszorg of met justitie. Maria Magdalena gold als patrones voor meisjes die een moeilijke jeugd beleefden. Ieder jaar op 22 juli, de feestdag van de heilige, trokken de religieuzen in processie met brandende kaarsen naar de kapel.
De dominicanessen vestigen zich bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog als vluchteling in Venlo. Ze kopen herberg De Rustplaats aan de Kaldenkerkerweg. Het is improviseren. De koestal doet dienst als refter, woonkamer, sacristie en slaapzaal. In 1915, een jaar na aankomst, wordt de eerste steen gelegd voor een klooster. Het is een schepping van stadsarchitect Jules Kayser. Naar een ontwerp van diezelfde architect laten de zusters in 1926 de sfeervolle kapel met klokkentoren bouwen in de stijl van de Amsterdamse School. Een gedeelte van de grote tuin is bestemd voor gebed en meditatie. Slingerpaden, kunstmatige grotten, kruiswegstaties en grote heiligenbeelden maken het ommuurde terrein tot een uniek stukje Venlo.
Onze welbespraakte gids Ton Tesink brengt ons naar de Lourdesgrot, eveneens een relict uit de hoogtijdagen van het katholieke geloof. Het is een nabootsing van de grot van Massabielle. In 1858 kreeg Bernadette Soubirous er verschijningen van Maria. Lourdes werd in korte tijd populair onder gelovigen. Om de spiritualiteit van het heiligdom in de Pyreneeën dichter bij huis te hebben, werden overal in katholieke streken mini-Lourdesgrotten gemetseld. Die van Bethanië is uitgevoerd in puinsteen afkomstig uit de steenfabriek van Canoy-Herfkens. In een van de stenen staat de fabrieksstempel.
Het beeld van Maria is er nog, dat van Bernadette niet. Bijzonder is de begraafplaats van de kloosterlingen. Een gietijzeren poort, met aan weerszijden pijlers met een knielende engel, vormt de toegang. In het verlengde ligt een Calvarieberg met houten kruis. Ervoor zijn de graven van de rectors van het klooster. Op de graven van de zusters staan sobere gietijzeren kruisen. De monumentale bomen zijn geplant kort nadat de religieuzen zich in Venlo vestigden.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten