- door Albert Lamberts -
We herinneren ons nog allemaal het bijzondere werk van Evert Thielen, waarvoor twee jaar geleden maar liefst 110.000 mensen van heinde en verre naar het Limburgs Museum kwamen. Thielen is al decennia werkzaam in zijn atelier in het Belgische Brugge. Venlose kunstenaars van naam en faam gingen hem in België voor. In de zeventiende eeuw koos schilder Jan van Cleef voor een carrière in Gent en in de vorige eeuw woonde en werkte Eugène Winters in die andere grote en historische Vlaamse stad, Antwerpen.
Eugène Winters. (foto Dagblad voor Noord-Limburg 7 januari 1984)
Eugène Winters, wie
herinnert zich hem nog? Een Venlose Belg achter duizenden spotprenten. Enkele
maanden voordat hij op 2 november 1984 in Edegem (België) op 77-jarige leeftijd
overleed was ik bij hem te gast aan de Vosstraat 71 in Borgerhout bij
Antwerpen.
In zijn nieuwe vaderland
België werd Eugène Winters een grote meneer. Maar voordat hij in 1929 naar onze
zuiderburen vertrok had Winters al artistieke en… journalistieke aanleg
getoond. Op 16-jarige leeftijd bracht Eugène zijn eerste tekeningen naar de
toenmalige Venlose Courant. Zo begon het allemaal. Aan het einde van zijn
indrukwekkende loopbaan verscheen bij het gerenommeerde Mercator Plantijn Fonds
in - uiteraard - Antwerpen een boek met prenten en karikaturen
van zijn hand.
Eugène Winters werd op 7 augustus 1907 in Venlo geboren als zoon van een kleermaker. De jonge Winters bezocht de Rijks-HBS, waar tekenleraar Carjeanne de talenten van zijn leerling direct herkende. Behalve tekenen was ook schrijven een passie van Winters. Op aandrang van vooral zijn vader toog Eugène evenwel naar de Académie des Beaux Arts in Brussel en na zijn verloving met de Belgische Alice Zufang vestigde hij zich in 1929 definitief in Antwerpen. De ondernemende Winters was zo vrij ook op het kantoor van de Gazet van Antwerpen een tekening aan te bieden, nu naar aanleiding van het overlijden van generaal Foch, een Franse oorlogsheld. De tekening werd in de krant opgenomen, en als Winters nog eens wat had…
Nou, Winters had nogal wat
en dat leidde tot een baan als journalist buitenland bij de Gazet van
Antwerpen. Hij woonde als enige niet-geaccrediteerde journalist in Linz de
intocht van Hitler bij. Er werd
geschreven, dat de mensen juichten, maar ik heb veel andere gezichten gezien,
schreef Winters later.
Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog betekende het begin van veel reizen. Aanvankelijk als vluchteling via, via naar Jamaica, toen naar de Nederlandse strijdkrachten in Canada en aansluitend naar Curaçao als perschef van de gouverneur. Na de oorlog deed Winters voor de Gazet vanuit alle uithoeken van onze aarde verslag. Hij kwam in Taiwan, waar hij Wing-te-sje werd genoemd: Geurende wolk van lieflijkheid, in de landen achter het IJzeren Gordijn en in Amerika, waar zelfs prenten van hem in de New York Times verschenen. Ik heb er nooit een cent voor gezien, wist Winters. In 1974 nam hij als chef-redacteur buitenland afscheid van de Gazet van Antwerpen. Hij bleef echter wekelijks politieke spotprenten leveren aan ‘zijn’ krant.
Spotprent van Eugène Winters, jaren '80: v.l.n.r. Ronald Reagan, Margareth Thatcher, Helmut Kohl en Valérie Giscard d’Estaing, die minister Van der Stoel doorlichten. Van der Stoel hield namens Nederland de boot af om kruisraketten te plaatsen als antwoord op de Sowjet-SS-20-raketten. (collectie Albert Lamberts)
Tussen al zijn drukke werkzaamheden door had Winters nog de tijd om een aantal kinderboeken, romans en toneelspelen te schrijven.
En niet te vergeten:
Winters tekende ook voor de vastelaoveskrant van Jocus, de Träöt, en hij werd in
1983 ook door Jocus onderscheiden. Dat deed hem enorm goed: zoë
bliej as ein menke det veur ut iers löp en auk zoë gruuets, umdet geej mich
neet vergaete ziet in die vief en vieftig jaor. Danke allemaol, schreef hij
in onvervalst Venloos.
Eugène Winters ontving nog
meer onderscheidingen. In 1978 werd hij opgenomen in de Europese Eresenaat, hij
kreeg de pauselijke Pro Ecclesia et Pontifica en de Sylvesterorde, werd Ridder
in de Orde van Oranje Nassau en Ridder in de Belgische Kroonorde en ontving zelfs
een Taiwanese onderscheiding.
In Venlo is Winters wat
vergeten, maar in Antwerpen zeker niet. Nog in 2009 werd Winters door Freddy
Michiels opgenomen in het boek Antwerpenaren,
die we nooit mogen vergeten.
Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten