De dag na de sluiting van de horeca, een sluiting op stel en sprong nog wel, begonnen we met het lezen van De Pest van Albert Camus. De Literaire Reuzenpocket van de Bezige Bij stond al jaren onaangeroerd in de kast. De roman past helemaal in deze onzekere periode. Het is een meeslepende kroniek van een kuststad in de greep van een fatale ziekte. De pestlijders sterven een snelle en vreselijke dood. Als gevolg van de quarantaine worden de andere inwoners geplaagd door angst en claustrofobie.
Cover Albert Camus, De Pest, 1963 (collectie Sef Derkx)
Onder het lezen van De Pest schoot ons iets te binnen. Een jaar of vijf geleden hebben
we een dossier gevormd over besmettelijke ziekten in Venlo vanaf de
middeleeuwen. Geen onderwerp om vrolijk van te worden, maar wel razend
interessant. Zeker in dagen van corona.
Dus wat doen we, zullen we toch maar van wal steken?
De pest - ook wel de Zwarte Dood genoemd, hoe macaber klinkt dit - dook in Europa vanaf het midden van de veertiende eeuw ineens en op grote schaal op. Tot in de achttiende eeuw maakten epidemische uitbraken grote aantallen slachtoffers. Even raadselachtig als ze was opgedoken, verdween de ziekte in Europa. Pas tegen het einde van de negentiende eeuw werd de bacil aangetoond, die de ziekte veroorzaakt. Hoe de pest wordt overgedragen, is niet lang erna ontdekt. De pest is een ziekte die van dieren op mensen wordt overgedragen. Een zoönose dus, net als corona.
Straat met stervende pestlijders, gravure Jan Luyken, circa 1700 (collectie Rijksmuseum)
Bij de pest gaat het in de meeste gevallen om de overdracht door rattenvlooien, die de bacil dragen. Ze bijten hun gastdieren, die aan de pest sterven. Vervolgens springen de vlooien over op mensen. Albert Camus beschrijft op beeldende wijze het sterven van de knaagdieren als vooraankondiging van een catastrofe. Lang tastte men in het duister wat de oorzaak was van de besmetting. Dit moet angstaanjagend geweest zijn.
De pest was verwoestend. De schatting is, dat door de Zwarte Dood tussen 1347 en 1352 een kwart tot een derde van alle Europeanen het leven liet. Het is slechts een schatting, betrouwbare cijfers zijn er niet. Aangenomen wordt echter, dat er nooit tevoren zoveel mensen gestorven waren aan een ziekte.
We maken een hink-stap-sprong achterwaarts in de tijd en gaan naar het vestingstadje Venlo in de rampjaren van de Zwarte Dood.
Aanhef pestverordening 1598 (Gemeentearchief Venlo)
Uit verschillende verordeningen die de stad uitvaardigde in tijden van pest, rijst het beeld op dat het als een straf van God gezien werd. Het wordt expliciet zo vermeld in 1598 also der Almachtige diese stadt mit der suechte der peste visiteert. De aanhef van het plaatselijk pestreglement van 1616 is veelzeggend en klinkt als een donder, die onheilspellend komt aanrollen. We citeren:
Gelijck als de rechtveerdige Godt ons sondige menschen met de aenstekende afschuijwelicke pestilentiaele sieckte straeft, alsoe salft hij oock wederomme die boetveerdige door sijne goetheit, scickende hulp ende reddinge door de middelen van Hem daertoe gescapen.
Bent u er nog? Kort door de bocht: de vertoornde God straft zondige mensen met de afschuwelijke pest. Maar wie tot inkeer komt en wil boeten voor zijn zonden, vindt bij God hulp en wellicht zelfs redding. HeeI opmerkelijk. In de vele, vele uren televisie die aan corona zijn gewijd, kwam een dominee uit de Verenigde Staten aan het woord. In de kern zei hij precies hetzelfde als wat we lezen in de Venlose pestordonnantie van 1616.
Plattegrond Venlo, 1641 (collectie Gemeentearchief Venlo)
Hoeveel zal er in Venlo gebeden ten tijde van de Zwarte Dood? We weten het bij benadering niet. In 1531 slaat de pest hier opnieuw toe en trekt driemaal een processie door de van angst verlamde vestingstad. In de stoet werd het beeld meegedragen van Sint-Willibrordus. Het moment suprême echter voor mensen langs de kant, zal het verschijnen in de processie van de pastoor van de Sint-Martinuskerk geweest zijn. Hij zegende de gelovigen met de monstrans met erin een geconsacreerde hostie.
Detail plattegrond Venlo van Joan Blaeu, 1649: links naast de
Sint-Martinuskerk is de kapel van Onze Lieve Vrouw Inghen Dael (collectie Gemeentearchief Venlo)Hulp uit de hemel werd zeker ook verwacht van Maria. Voor pestlijders en hun huisgenoten stond een speciale kapel open en wel die van Onze Lieve Vrouw Inghen Dael bij de Sint-Martinuskerk (wordt vervolgd).
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten