donderdag 28 mei 2020

Plaats van herinnering (1)

(door Sef Derkx)

De binnenstad van Venlo lag in het bevrijdingsjaar voor een belangrijk deel in puin, hetzelfde geldt voor Blerick. Na het puinruimen begon de wederopbouw, waarbij gehinkt werd op twee gedachten. 
Puinruimen in de Nassaustraat, op de achtergrond de Minderbroederskerk nu Jongerenkerk, zomer 1945 (met dank aan Piet Braem)

Velen waren het er hartstochtelijk met elkaar over eens, dat het nieuwe Venlo qua stijl en uitstraling moest aansluiten bij het deel van de historische binnenstad, dat gespaard was gebleven. De handhaving van het bestaande, deels middeleeuwse stratenpatroon was eveneens een uitdrukkelijke wens. De landelijke overheid zag Venlo als schakel in het internationale verkeer over de weg en het spoor. De stad moest worden ontsloten, was het devies. 

 Verbreding van het viaduct in het kader van het Brugplan (met dank aan Piet Braem)
Stedenbouwkundige Jos Klijnen was de supervisor van het ambitieuze Brugplan (bron: Wikipedia) 

Met het zogenaamde Brugplan, een verbinding tussen de stations van Venlo en Blerick, werd dit gerealiseerd. Het ambitieuze, moderne stedenbouwkundige plan voorzag onder meer in een modern station, nieuwe Maasbruggen, een verbreed viaduct, rotondes, brede singels en een ruime toegang naar de stad aan de zuidzijde van de Vleesstraat. Bij de wederopbouw is stedenbouwkundig dus zowel achterom als vooruit gekeken. 


Portiekflats van Ben Hendrix aan de Nassaustraat (foto Sef Derkx)


Wederopbouwpand met winkels en appartementen van Baer Sorée aan de Parade (foto Sef Derkx)

Hoewel de naoorlogse architectuur tot het DNA van de stad hoort, wordt er weinig betekenis aan gehecht. Ten onrechte. Landelijk gezien is Venlo een interessante wederopbouwgemeente. Twee voorbeelden van monumenten uit deze belangrijke periode zijn de portiekflats van architect Ben Hendrix aan de Nassaustraat en het winkelpand met bovenwoningen van Baer Sorée aan de Parade, dat momenteel wordt verbouwd. Waarom lichten we juist deze twee eruit? Het complex van Sorée en de flats van Hendrix verrezen op de plek, waar tot in het najaar van 1944 het Rembrandttheater had gestaan. 

Hulpverleners op de nog rokende puinhopen van het Rembrandt
theater (uit: Oorlog en Herstel in Noord-Limburg)

Op vrijdag 13 (!) oktober 1944 vindt een geallieerde luchtaanval plaats op de Maasbruggen. Die blijven gespaard, de bommen vagen een deel van de binnenstad weg. In totaal zijn er 59 dodelijk slachtoffers, veel mensen raken gewond of  zijn dakloos. Bij het eerste bombardement krijgt het Rembrandttheater de volle laag. De schouwburg en bioscoop worden in luttele minuten tijd tot een puinhoop. De plek aan de toegang tot de Venlo binnenstad is een lieu de memoire, een plaats van herinnering. Herinneringen die als de slinger van een uurwerk uitslaan, van vrolijk naar triest.

Venlosche Courant, 27 juli 1895 (gevonden via www.delpher.nl. met dank aan Maaike Napolitano)


Venlosche Courant, 18 januari 1896 (gevonden via www.delpher.nl. met dank aan Maaike Napolitano)

We gaan naar de zomer van 1895. Op 27 juli van dat jaar meldt de Venlose Courant dat Stoombierbrouwerij De Zwarte Ruiter uit Maastricht start met de bouw van een café met kasteleinswoning aan de Keulsepoort. Destijds werd dit gedeelte van de huidige Parade gerekend tot de Keulse Poort. ‘Het zal een prachtig gebouw worden en reeds den 1 Dec. e.k. moet het gereed zijn.’, meldt de krant. Ruim een maand later dan gepland, op zaterdag 18 januari 1896, opent het etablissement zijn deuren.

Prentbriefkaart 'Groet uit Venlo Keulsche Poort' (collectie Sef Derkx)

De  in 1874 door vier Maastrichtse broers Rutten gestichte brouwerij De Zwarte Ruiter is een bedrijf, dat van meet af aan grote ambities heeft. De brouwerij brouwt ondergistende bier: münchener en pilsener. Aanvankelijk wordt het gelagerd in de Sint-Pietersberg. Na enige jaren investeren de broers in kunstmatige koeling, waarmee De Zwarte Ruiter opnieuw een voortrekkersrol speelt.

Reclame-uitingen De Zwarte Ruiter (particuliere collectie)  


Prentbriefkaart met Maastrichts Bierhuis, circa 1905 (particuliere collectie)


Bier brouwen is één, je moet er natuurlijk ook zorgen dat het gedronken wordt. Om dit te bewerkstelligen voert De Zwarte Ruiter een sterk expansiebeleid. In veel Nederlandse steden komt een Maastrichts Bierhuis, zo ook in Venlo. Liefhebbers van  ondergistend bier, overwegend jonge consumenten, kunnen in een originele ambiance genieten van een koel glas. Ouderen zullen het Venloos bier trouw gebleven zijn uit de brouwerij La Belle Alliance, De Liefde of De Hoepel. Op zomerdagen liep men even de brug over naar De Staay, een brouwerij en herberg op de westelijke Maasoever. De Zwarte Ruiter overtreft echter qua productie alle Venlose brouwerijen. Voor de Eerste Wereldoorlog wordt  jaarlijks 23.000 hectoliter gebrouwen, waarvan ongeveer driekwart buiten Maastricht in door dorst gekwelde keelgaten verdwijnt. In de oorlogsjaren 1914-1918 ontstaat een gebrek aan grondstoffen, het bedrijf komt in financiële problemen en leent grote sommen geld. Een debacle is onafwendbaar.

In 1923 wordt De Zwarte Ruiter overgenomen door Heineken. De naam Maastrichts Bierhuis verdwijnt in Venlo, voortaan heet het etablissement Monopole. 

Een echo van de naam Maastrichts Bierhuis blijft, blijkt uit een anekdote van Rob Bucholz: 'Mien vader had 't vruuger dökker euver Pietje Bekäök van ’t Alt Mestreechs Beerhoes. Det  krege we te huure as we iets vraoge euver emus, wao hae gen antwoord op woel gaeve. In de zin van: 'Pap, wae is det?' Hae zei dan: 'Jao, Pietje Bekäök van ’t Alt Mestreechs Beerhoes.'

Nieuwe Venlosche Courant, 9 februari 1925 (gevonden via www.delpher.nl. met dank aan Maaike Napolitano)

Prentbriefkaart Keulschepoort, circa 1925, met zicht op zijgevel Pollak Theater in de Nassaustraat ( collectie Sef Derkx)

Acht jaar na zijn komst naar Venlo opent in 1925 de uit Servië afkomstige Jean Pollak een theater aan Nassaustraat. ‘De ingang heeft plaats,’ lezen we in de Nieuwe Venlosche Courant van 9 februari 1925, ‘door het tegenwoordige café Monopole, eertijds de Zwarte Ruiter.’ Het bestaande café en de nieuwe theaterzaal vormen een geheel. Naar verluidt zou Pollak een grote erfenis hebben gekregen. Die investeert hij in de verwezenlijking van een lang gekoesterde droom: een eigen schouwburg. Eind augustus 1925 bezoekt een gunstig gestemde redacteur van de Nieuwe Venlosche Courant het gebouw. Hij is vol lof: ‘We waren dezer dagen in de gelegenheid eens een kijkje te nemen in het nieuwe schouwburggebouw aan de Nassaustraat hoek Keulsche Poort. We hebben verbaasd gestaan over deze grootsche inrichting, waardoor Venlo een gebouw rijker wordt, waarin de beste vertooningen, zelfs opera's, tooneeluitvoeringen, concerten enz. onder de meest gunstige omstandigheden kunnen plaats hebben.’


Het gebouw - naar een ontwerp van de architect Albert Otten - is strak, zakelijk en functioneel. De akoestiek is perfect door de trechtervorm van de zaal en de verlichting kan vanuit één paneel worden bediend. Het is mogelijk om het toneel in een handomdraai om te bouwen tot een podium met orkestbak. De zaalstoelen kunnen onder het podium worden geschoven, waardoor ruime balzaal of vergaderruimte ontstaat. Het verwarmingssysteem is ook nieuw voor Venlo: in de zomer blaast het koele lucht het theater in. Een voorloper van de airco dus. Het is de bedoeling van Pollak: ‘te zullen zorg dragen, dat in het gebouw geregeld zullen worden gegeven goede tooneelvoorstellingen, variété's, operettes, cabaret, concerten enz., terwijl eveneens geregeld bioscoopvoorstellingen zullen plaats hebben’



Nieuwe Venlosche Courant, 4 en 5 oktober 1925 (gevonden via www.delpher.nl met dank aan Maaike Napolitana) 
De opening vindt plaats op zondag 4 oktober 1925. Eerst is er een receptie voor genodigden, vervolgens een optreden van het vocaal gezelschap Sixtijnse Kapel uit Rome. Kapelmeester Carl Lenders heeft een speciale openingsmars gecomponeerd, getiteld 'Vivat Pollak-Theater'. De toeloop van belangstellenden is zo groot, dat de politie de menigte in bedwang moet houden. Pollak is zo kien om op de openingsdag te laten filmen. De beelden zijn bewaard gebleven in de collectie van Beeld & Geluid: https://www.youtube.com/watch?v=bbsnRuaLEo4.


Stills uit filmverslag opening, 1925:



Zijgevel Nassaustraat in de stijl van de architectuur van De Amsterdamse School
Eigenaar J. Pollak
Zoon van eigenaar Pollak
Artistiek directeur Sef Cornet

(wordt vervolgd).
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten