donderdag 7 mei 2020

Wrattekroèt beej ‘t Rienke - De Halte XL van woensdag 6 mei 2020

(door Sef Derkx)

Door de intelligente lockdown is het ouderwetse ommetje weer populair. De eigen voordeur is het vertrek- en eindpunt van het rondje door de buurt. Ongetwijfeld zal voor kosmopolieten en globetrotters zo’n oubollig tochtje een verschrikking zijn. Maar ja, verre reizen kunnen voorlopig niet meer, dus rest slechts het alternatief van een frisse neus halen in de eigen omgeving. Op vijf minuten wandelen van ons huis ligt het Bergerpark. 


Het Bergerpark, begin mei 2020 (foto's MeerWolff)

Het bestaat uit twee delen, gescheiden door de Laaghuissingel. Kaarsrecht erdoorheen loopt ’t Rienke oftewel de Rijnbeek, de versmalde bedding van een kanaal uit de zeventiende eeuw.
Op kaarten uit die tijd komen we het tegen als Fossa Eugeniana. Het kanaal zou in de dromen van de Spaanse overheersers de Maas en Rijn moeten verbinden. Zoals zo vaak bij grote infrastructurele projecten in verleden en heden liep het anders. Bij de aanleg doemden technische problemen op die niet waren voorzien. Zo bleken er meer sluizen nodig te zijn om het hoogteverschil tussen Rijn en Maas te overbruggen. De aartsvijand van de Spanjaarden, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, liet troepeneenheden overvallen plegen op het kanaal. 
Kaart J. Blaeu met geplande traject van de Fossa Eugeniana, 1649 (collectie Gemeentearchief Venlo) 

Het werk liep uit en naarmate de tijd verstreek, ontstonden steeds grotere financiële problemen. De Spaanse kroon kon niet bijspringen in de tekorten. Het verlies van de Zilvervloot aan Piet Hein in 1628 was een ongekende aderlating voor de Spanjaarden. De aanleg werd in 1629 voorlopig gestaakt. In 1632 werd Venlo door Frederik Hendrik op de Spanjaarden veroverd en een jaar later Rheinberg. Het betekende het definitieve einde van de Fossa Eugeniana.

Landvoogdes Isabella Clara Eugenia, portret door Frans Porbus, circa 1599 (collectie Prado Museum)   

Naar wie is de Fossa Eugeniana genoemd? Naar de roemruchte regentes in de Spaanse Nederlanden, Isabella Clara Eugenia, de lievelingsdochter van de Spaanse koning Filips II. Tijdens het beleg van Oostende zou ze als orthodox katholiek de gelofte hebben gedaan, dat ze zich niet meer zou verschonen voordat de stad was heroverd op de opstandige Nederlanders. Het beleg duurde echter drie jaar. De kleur van haar ondergoed is de geschiedenis ingegaan als Isabella-geel. We hadden het echter over ’t Rienke en niet over de bezoedelde lingerie van Eugenia, die overigens ook naamgeefster is van een straat en een inmiddels gesloten café in Venlo. 

’t Rienke is nu de levensader van het Bergerpark. Bij de aanleg van het park zijn vijvers gegraven en heeft bovendien de oorspronkelijk ondergronds lopende Muizenmolenbeek weer de ruimte gekregen. Als je in de schemering in het  Bergerpark loopt, heb je kans de ijsvogel te zien. 


Nog niet gespot in het Bergerpark: de ijsvogel in volle actie (bron: www.ijsvogels.nl)


Ganzenpaar in het Bergerpark (foto MeerWolff)

Het is een kleurig, beweeglijk vogeltje. Blauw, wit, roestbruin. Een tropische verschijning voor zo’n koud kikkerland als Nederland. Als vogel onderscheidt hij zich van de merels, kraaien en mussen die je meestal in het Bergerpark ziet. Met hun zwart, bruin en grijs zijn dat de dominees onder de vogels. De ijsvogel is in al zijn bonte kleuren de carnavalist. Maar misschien heeft u hem ook wel thuis. Hij staat namelijk afgebeeld op de flessen van jenever- en likeurstokerij De IJsvogel in Arcen. We zijn overigens op verschillende tijdstippen in het Bergerpark geweest om het vogeltje te spotten. Tevergeefs tot nu toe. Voor ons hoort deze geverderde vriend vooralsnog in het rijtje van het monster van Loch Ness en de verschrikkelijke sneeuwman van de Himalaya.

Wat ons op opvalt, zijn de brandnetels. Natuurlijk het is de beste remedie tegen spontane picknicks, maar een overdaad aan brandnetels duidt op teveel stikstof. Op  verlies aan biodiversiteit. We hoeven ons geen zorgen te maken, leren we van natuurambassadeur Edmond Staal. Stikstofovervloed is niet de oorzaak. Het slib dat uit ’t Rienke komt bij het opschonen, is rijk aan voedingsstoffen. Bovendien is de ‘verbrandnetelíng’ goed voor vlinders. In de natuur is tenslotte niets voor niets, leren we.
Stinkende Gouwe, Albrecht Dürer, waterverf en dekverf op perkament (collectie Albertina Wenen) datering 1526 is niet-authentiek

Stinkende gouwe, in het Venloos wrattekroèt (foto's van internet)

Als we beter kijken zien we tussen de brandnetels, witte dovenetel en stinkende gouwe. De laatste plant wordt in het Venloos ‘wrattekroèt’  genoemd. Het goudgele sap uit de stengel werd op wratten gesmeerd, die daardoor zouden verdwijnen. 



Schaap van Juul Baltussen (foto's MeerWolff)

We zijn gaan zitten bij het beeld van een schaap, een speelse creatie van de kunstsmid Juul Baltussen. Het zou water moeten spugen als je aan de staart zwengelt. Helaas, het is defect. Zonder het te willen kunnen we meeluisteren naar  twee jongens van een jaar of tien. ‘Elf mei mogen we weer naar school,’ zegt de grootste. ‘Ja, fijn!’, reageert zijn vriendje enthousiast. Het ‘mogen’ en ‘fijn’ verrast ons. Wij waren dolblij als we niet naar de saaie school hoefden. In de dagen van corona is echter alles anders.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: flodergats@xs4all.nl

Geen opmerkingen:

Een reactie posten