woensdag 27 mei 2020

Eelt op de knieën van het bidden

(met dank aan: 4 Maaie Komitee Blauhûs/Sicco Rypma en aan Herm Roebbers)

Op 18 januari 1945 kwamen ruim zeventig evacués uit Venlo in het Friesje plaatsje Blauwhuis aan. Ze bleven er tot in mei van het bevrijdingsjaar.  Via deken Jos Spee contact kreeg ik eind 2019 contact met Sicco Rypma van het 4 Maaie Komitee Blauhûs. Hij beschikte over een doorslag van een overzicht met de namen van de gastgevers en van de evacué(e)s. Het is een getypt document met correcties in handschrift, dat de geboortedata of leeftijden vermeldt, soms de burgerlijke staat en tot slot een nummer waaronder ze zijn opgetekend in het register van evacué(e)s. 


De plaatsnaam Venlo is zes keer genoteerd in 1945, heeft de ambtenaar het daar maar bij gelaten? Achter Blauwhuis staan de vluchtelingen die in het nabijgelegen dorpje Wolsum zijn opgenomen. Via Floddergats en de Floddergatsblog en later Nedinscoplein van Omroep Venlo, is en poging ondernomen Venlonaren te traceren, die op de lijst staan.

De gedachte was om rond 4 en 5 mei 2020 een samenkomst in Blauwhuis te organiseren van families van de evacués en van de gastgevers. Maar toen kwam corona en dus ging de reünie in het hoge, gastvrije noorden niet door. Als alternatief werd een boekje samengesteld over de Tweede Wereldoorlog in Blauwhuis, met aandacht voor verhalen van evacués. Hierbij het wedervaren van het gezin Roebbers. Dank vanuit Venlo naar Blauwhuis, dank aan Sicco Rypma 

Gezicht op Blauwhuis, foto Jaap Tiedema

De Tweede Wereldoorlog? Nee, daar werd bij de familie Roebbers thuis nauwelijks over gesproken. Tot zoon Herm in 2019 op vakantie in Friesland Blauwhuis op een bord zag staan. Het is de naam van het dorp waar zijn ouders en zus het einde van de oorlog doorbrachten.

“Mijn vrouw en ik waren met kennissen uit Leeuwarden onderweg naar het skûtsjesilen”, vertelt Herm Roebbers. “Onderweg zag ik Blauwhuis op een bordje staan, er ging meteen een lampje branden. Dit is het dorp waar mijn ouders en oudste zus Yvonne de hongerwinter hebben doorgebracht. We reden door, maar de volgende dag kwamen we opnieuw voorbij die afslag. Toen besloot ik op onderzoek uit te gaan naar mijn familieverleden. Wat ik weet over die tijd is dat mijn moeder altijd zei dat ze eelt op de knieën had van het bidden. Daarom begonnen we bij de kerk, maar bij het gietijzeren hek konden we niet verder. Ik vind het heel bijzonder: ik was nu heel dichtbij de plek waar mijn ouders ooit waren. Nu wilde ik er meer van weten ook! Onze kennissen waren ondertussen op straat aan de praat geraakt en kregen het advies: ga naar Sicco Rypma, hij weet vast meer.”

Reim en Fried Roebbers-Vervoort op hun trouwdag, 21 april 1941

Zeventig evacués uit Venlo
“Daar stonden we dan als vier wildvreemden op de stoep van meneer Rypma. Hij nodigde ons uit binnen te komen en vertelde dat er in januari 1945 ruim zeventig mensen uit Venlo op de vlucht voor het oorlogsgeweld naar Blauwhuis waren gekomen. Hij legde grote klappers op tafel en even later zag ik op een dun geel velletje papier allerlei bekende namen uit Venlo staan. Ik draaide het blaadje om en daar stonden de namen van mijn ouders. Even schoot ik vol… Mijn ouders bleken bij de familie Landman in Wolsum te hebben doorgebracht. De naam Landman kwam me inderdaad bekend voor. Mijn ouders en zus leven niet meer, maar mijn zus had een speciale band met de zoon van Landman, die ongeveer van dezelfde leeftijd was als zij. Ook mijn ouders zijn na de oorlog nog een keer terug geweest. Sicco gaf ons het adres van de boerderij en zo stonden we even later in Wolsum. De huidige eigenaar vertelde dat het pand er aan de buitenkant nog nagenoeg hetzelfde uitziet als toen. Hij verwees ons naar het dorpscafé waar op dat moment toevallig een expositie over oude gebouwen en boerderijen was te zien.”
Boerderij familie Landman in Wolsum, schilderij van Gerben Rypma (1878-1963)


Evacuéetje in Friesland Yvonne Roebbers was twee jaar. Tot groot verdriet van haar ouders moest haar lange haar er af vanwege luizen

Klem tussen Schotten, Engelsen en Duitsers
“In het café vielen de puzzelstukjes steeds meer op hun plek. Een kwieke 94-jarige Blauwhuister bevestigt het verhaal van mijn moeder en haar knieën: boer Landman was inderdaad zeer vroom. Gelukkig vertelde mijn moeder er ook altijd achteraan dat ze het ontzettend goed hadden in Friesland en niets te kort gekomen zijn. Aan het eind van die middag was ik zo overweldigd door alle verhalen dat ik de auto niet meer kon besturen. In maart werd in Venlo een indrukwekkend toneelspel opgevoerd in het kader van vijfenzeventig jaar vrijheid, waardoor ik letterlijk een beeld kreeg van wat er gebeurd is. Venlo kwam klem te zitten tussen het leger van de Schotten en de Engelsen aan de ene kant en de Duitsers aan de andere kant. Mijn vader zat tijdens de oorlog bij de vrijwillige brandweer en moet gruwelijke dingen meegemaakt hebben. Bij het laatste bombardement wilden de Engelsen een spoorbrug raken, omdat deze van strategisch belang voor de Duitsers was. Door het slechte weer kwamen de bommen terecht op het centrum van Venlo en stierven negentien burgers, waaronder de ouders van mijn vader. Hij heeft hier nooit over gesproken.”


Reageren? Stuur een e-mail naar Sef Derkx; floddergats@xs4all.nl.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten