donderdag 31 oktober 2024

De Halte XXL van woensdag 30 oktober 2024 - Kloosterlijke gastenverblijven op Steyl

- door Sef Derkx -

Steyl staat het volgend jaar uitgebreid stil bij een kantelmoment in de geschiedenis.  We gaan terug naar augustus 1875. Dankzij giften van vrome gelovigen kan priester Arnold Janssen uit Goch de herberg van de familie Ronck in Steyl kopen. Enkele weken later sticht hij er de missiecongregatie Gezelschap van het Goddelijk Woord. Het is het prille begin van het prachtige kloosterdorp aan de Maas, anno nu hét cultuurhistorisch kroonjuweel van de gemeente Venlo.

Bierviltje (website Last Dodo)

We zijn uitgestapt bij de bushalte die wij steevast Quatre Bras op Steyl noemen. Officieel staat ze echter te boek als bushalte Tegelen, Maasstraat. Tegelen? Aan miene hak, zag Koeëba! Het lijkt erop of Steyl niet bestaat voor Arriva. Als Steyler par coeur gaat me dat aan het hart. Op deze heerlijke nazomerdag is het rustig in het kloosterdorp. Een bedaardheid die therapeutisch is. Al na enkele meters treedt ontspanning in. Het lijkt alsof de bloeddruk zakt. Onze doelen vandaag zijn de kloostergastenverblijven aan de Arnold Janssenstraat en een bijzondere kapel waar herinneringen bewaard worden aan gestorven huisdieren. 

Prentbriefkaart Missiehuis, circa 1905-1910 (geplaatst op Facebookgroep Groot Venlo van Arcen tot Belfeld)

Onder Arnold Janssen groeide Steyl als kool in het laatste kwart van de negentiende eeuw. De bescheiden herberg Ronck, de bakermat van de congregatie, werd weldra afgebroken. Ervoor in de plaats verrees het Missiehuis Sint-Michael en korte tijd erna een neogotische dubbelkerk. De toestroom van jonge mannen uit Duitsland, die zich geroepen voelden om missionaris te worden, was spectaculair groot als je het in het huidige perspectief plaatst. Er waren echter ook gasten in Steyl die geen kloosterlijk leven ambieerden. 

Oudste gastenverblijf (hospitium), jaartal onbekend (geplaatst op Facebookgroep Groot Venlo van Arcen tot Belfeld)

Ze kwamen op familiebezoek of voor zakelijke besognes. Om ze onderdak te bieden werden in het begin van de vorige eeuw twee dubbele kloostergastenverblijven gebouwd. Het zijn twee naast elkaar gelegen, vrijstaande panden. In ieder pand zijn twee gastenverblijven met aparte ingangen gerealiseerd. Twee en twee maakt vier. In puur formele zin zijn het geen kloosters. Maar ze hebben wel die uitstraling. 

Mariabeeld in nis gastenverblijf (foto auteur)

Niet zo verwonderlijk, want centraal in de frontgevels staan in nissen met uitspringende consoles meer dan menshoge Mariabeelden. Paul en Carla Lücker wonen al ruim twintig jaar hier. Het interieur zag er niet uit, toen ze het pand kochten. Maar na het weghalen van goed bedoelde, maar spuuglelijke aanpassingen uit de jaren zestig en zeventig, kwam de oorspronkelijke schoonheid van het gastenverblijf weer vol aan het licht. 


Tegelvloer gang gastenverblijf (foto auteur)

Alleen al van de tegelvloer in de gang met geometrische motieven en het sierlijke trappenhuis zou je tranen in de ogen krijgen (wordt vervolgd). 

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergast@xs4all.nl.

dinsdag 29 oktober 2024

Van Nul tot Nu van woensdag 23 oktober 2024 - Herinneringen aan kloosterleven in Venlo

- door Albert Lamberts - 

In de binnenstad van Venlo staat nog een klooster fier overeind, althans het gebouw. Nu is dat ook niet zo verwonderlijk, want dit kloostercomplex voor de Dominicanen dateert uit beginjaren zestig van de vorige eeuw. Toen zag de toekomst voor menige kloostergemeenschap in Venlo er nog rooskleurig uit en floreerden bijvoorbeeld de Dominicanen, de Broeders van O.L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis, de Zusters van Liefde en buiten het centrum de Zusters Monialen van de heilige Dominicus in Mariadal in ’t Ven en de Zusters Ursulinen.


Anno 2024 resten slechts herinneringen. Er zijn geen zusters meer in Venlo. Er zijn geen paters en broeders meer in Venlo. Herinneringen, herinneringen. De Marianum-leerlingen van het voorlaatste kwart van de vorige eeuw zullen zich vast en zeker nog de eerbiedwaardige Mère Enrico herinneren. Zij trok als laatste non in 1972 de deur van College Marianum achter zich dicht. Evenzo zullen de leerlingen van het Sint-Thomascollege rector Nieuwhof of zijn opvolgers pater Albers en pater Vermeulen gewis nog niet vergeten hebben.

Leerlingen van de rijks-hbs en bezoekers van de praatsessies in het klooster der Dominicanen zullen pater Hubert Gulickx nog op hun netvlies hebben staan. 

Pater Gulickx zette zich in voor acceptatie van homoseksualiteit, was mede-oprichter van het COC en een van de laatste bewoners van het klooster in de binnenstad. Ja, en dan was er natuurlijk de beeldhouwende Augustijner pater Thomas Rodr, die zelfs binnen de eigen kloostergelederen door menigeen met een scheef oog werd aangekeken, omdat hij voor zijn sculptures ook dames in weinig of geen kleding als model liet poseren. Pater Van der Sanden, eveneens van de Augustijnen, figureerde in de boérebroélof en vertrok als laatste pater van het Thomascollege. Herinneringen, alleen nog herinneringen. In de bestuurskamers van menige zorginstelling zal nog een portret hangen van een bestuurder met een geestelijke achtergrond, want met name in de tijd van het Rijke Roomse Leven kende elke vereniging, instelling, school of zangvereniging wel een geestelijke leidsman of op zijn minst een geestelijk adviseur, zelfs de voetbalclub VVV, waar kapelaan Leo Brueren deze rol vervulde.

De kloosters in Venlo zijn leeg gelopen. De Ursulinen vertrokken in 1985, broeder Evaristus hing als laatste broeder in 1973 zijn pij aan de kapstok van de Broedersschool (Martinusschool) in het centrum van Venlo. De laatste Zusters Monialen sloten hun klooster in 1979 en drie jaar later vertrokken de Zusters van Heilige Vincentius bij het Mgr. Mutsaersoord en in 2000 zegden de Zusters van Liefde aan de Zusterstraat Venlo vaarwel.

In hetzelfde jaar werd het slopersvonnis geveld over het kloostergebouw Manresa, het laatste rusthuis voor kloosterlingen van de Sociëteit van het Heilig Hart. 

Een schepping van de vermaarde Roermondse architect Pierre Cuypers. Rond de eeuwwisseling woonden nog enkele tientallen geestelijken in Venlo binnen kloostermuren. Ook zij leven slechts voort in onze herinneringen.

Reageren? Stuur Albert Lamberts en email: albertlamberts@home.nl.

donderdag 24 oktober 2024

Documentaire 'Het Verlangen' over Evert Thielen in CityCinema in Venlo

- door Sef Derkx -


In Museum van Bommel van Dam loopt de expositie Evert Thielen - De Luiken Open. Dagelijks worden honderden bezoekers verwelkomd. Ze komen uit heel Nederland en zijn onder de indruk van het werk van de in Venlo geboren kunstschilder. Geïnspireerd door de persoon Evert Thielen en zijn oeuvre maakten Tom Ketelings en Sef Derkx de documentaire Het Verlangen - Herinneringen maken kunst. Deze is vanaf donderdag 31 oktober te zien in CityCinema in Venlo. 

Evert Thielen werd in 1954 aan de Tegelseweg in Venlo geboren, maar verhuisde al op jonge leeftijd met zijn ouders naar het westen van het land. Als kleuter en later als leerling van de lagere school was hij in de zomervakantie meestal wekenlang in Venlo. Hij logeerde bij zijn grootouders in het Rosarium. 

Opa Mathieu Thielen was de bekende gemeentesecretaris van Venlo. Samen met hem maakte de kleine Evert wandelingen, die soms uren duurden. Honderduit sprak opa over de stad van voor en na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren ’50 en ’60 transformeerde Venlo van puinstad naar wederopbouwstad. De moeder van Evert Thielen kwam uit Belfeld. Ze was een dochter van de houder van het dorpspostkantoor aan de Stationsstraat. 

In de documentaire bezoekt Thielen de plekken in Venlo waar hij in zijn jeugd kwam. Heel bijzonder is de bezichtiging van het grootouderlijk huis, waar een vooroorlogse wastafel nog steeds in gebruik is. Ook het pand in Belfeld waar het postkantoor ooit in gevestigd was, wordt bezocht. Mathieu Thielen was secretaris van het bestuur van de bibliotheek, dat destijds gevestigd was in een monumentaal herenhuis aan de Grote Kerkstraat. Na bijna zestig jaar is alles op deze plekken veranderd.


De schilder woont met zijn gezin al een kwart eeuw in de binnenstad van Brugge. In zijn prachtige atelier vertelt hij honderduit over zijn inspiratiebronnen en zijn bijzondere wijze van schilderen. Jan van Eyck is een van zijn voorbeelden. Een werkdag begint voor Evert Thielen met het bereiden van zijn eigen verf, mede op basis van pigmenten en eigeel of eiwit. Precies zoals zijn zestiende-eeuwse vakgenoten het deden.


Openhartige gesprekken met echtgenote Gunilla en met dochter en kunsthistorica Dagmar maken het gefilmde portret van de kunstenaar compleet. In de documentaire is bovendien aandacht voor de totstandkoming van de expositie in Museum van Bommel van Dam.


Evert Thielen - Herinneringen maken kunst duurt circa 70 minuten. In het museum draait een sterk ingekorte versie. De documentaire is in CityCinema te zien in de periode van 31 oktober tot en met 18 december op dinsdag tot en met zaterdag om 17.15 uur. Op zondagen starten de voorstellingen om 12.15 uur. Reserveren is mogelijk via: www.citycinema.nl/movies/1398/202/het_verlangen_herinneringen_maken_kunst

 

woensdag 23 oktober 2024

De Halte XXL van woensdag 23 oktober 2024 - Twee Venlose objecten in expositie 'Hete Vuren'

- door Sef Derkx -

Voordat we de bus nemen naar Steyl, bezoeken we in het Limburgs Museum de tentoonstelling ‘Hete Vuren’. In de expositie zijn schilderijen te zien uit de depotcollectie van het Rijksmuseum in Amsterdam. Het zijn niet de minste werken. Integendeel. Ontroerend mooi is ‘Meisje met olielampje voor een venster’ van Gerard Dou. Inderdaad, de Gerard Dou van de straat in Genooi. Hoe de zeventiende-eeuwse kunstenaar  speelt met licht en schaduw is verbluffend knap.

Truuj Bolwater, glas-in-lood van Jules Rummens (collectie Limburgs Museum)

In ‘Hete Vuren’ zijn twee Venlose objecten opgenomen. Mooi geëxposeerd met licht van achteren is het glas-in-loodraam ‘Truuj Bolwater op de muren van de stad Venlo’. Het is in 1948 vervaardigd door Jules Rummens. Net als bij bovengenoemde Gerard, is er ook naar Truuj een straat vernoemd. In hartje stad. In de straat staat zelfs een beeld van haar. Bij een vijandelijke aanval op Venlo in 1511 zou Bolwater een vaandrig, die op de stadsmuur was geklommen, met een steen op het hoofd hebben geslagen. Het duizelde de man. Truuj zag haar kans schoon en pakte hem zijn vaandel af. Het beleg werd afgeslagen. Als herinnering aan haar moed werd het vaandel aan het huis van de heldin opgehangen. Mooi verhaal, goed voor de identiteit van Venlose burgers en burgeressen. Er is één maar: Truuj Bolwater is een mythisch figuur. Verzonnen in het begin van de zeventiende eeuw. 

National na de brand van 1971 (collectie Piet Braem)

Het aan haar gewijde glas-in-loodraam is afkomstig uit het National. Het fameuze café-restaurant aan de Keulsepoort werd in de nacht van 5 op 6 februari 1972 getroffen door een brand. Het bleek het begin van het einde. Twee jaar later werd het pand afgebroken. Een klein drama voor Venlo.

Stadsbrand Venlo, 5 november 1944, Piet Schmitz (collectie Limburgs Museum)

Een echte catastrofe was de stadsbrand van 5 november 1944, onderwerp van een schilderij Piet Schmitz. Bij een geallieerde luchtaanval op de Maasbruggen vielen de bommen niet op het doel, maar in de Klaasstraat. Bij Albert Heijn brak een felle brand uit, die oversloeg naar de Sint-Nicolaaskerk en het voormalige gasthuis aan de Begijnengang. Aangewakkerd door de felle zuidwestenwind verbreidde het vuur zich tot aan de Sint-Martinuskerk. De torenspits vatte vlam en viel op de gewelven van het bedehuis. De binnenstad was één onheilspellende zee van vlammen. Een langdurige stortbui doofde het vuur. Schmitz geeft de intense gloed treffend weer. Op het schilderij zijn de bruggen getroffen door de bommen. Historisch is dit niet correct. Ze zouden op 25 november 1944 door de Duitsers zelf worden opgeblazen. Het doet echter niets af aan de zeggingskracht van het overrompelende werk.

Reageren? Stuur Sef derkx een email: floddergats@xs4all.nl. 

donderdag 17 oktober 2024

De Halte XXL van woensdag 16 oktober 2024 - Het frietje a la Walhalla

- door Sef Derkx -

We zijn in het frietje-a-la-walhalla geweest. Kwam zo. Tijdens onze expeditie door Genooi wandelden we richting bushalte Urbanusweg. Ineens kringelde een bekende reuk de getrimde neusgaten binnen. De welriekende geur van de friteuse. Ons reukorgaan volgend, kwamen we uit bij Frituur Genooi ‘De Boemerang’ aan de Wolweversstraat. 


Het spontane bezoek aan het gezellige etablissement maakte het al snel duidelijk. Er komen hier veel klanten die een friet a la Genuue bestellen, de creatie van Jos van Steenkiste. In een en hetzelfde bakje komt een frikandel, waarop   zuurvlees is gedrapeerd. Er bovenop komt een gulle portie friet met curry en mayonaise. Wie schreeuwende honger heeft, bestelt een standaardportie. Kleine eters nemen de minder grote variant. Kenners redetwisten of er gesnipperde uitjes als topping op horen. 

We spraken er ter plekke over met een hardcore liefhebber. Geboren in Genooi, maar nu wonend in Broekhuizenvorst. Wanneer hij zin heeft in de welbekende snackcreatie, springt hij in de auto en rijdt naar hier. Nergens, maar dan ook nergens is het frietje a la zo lekker als bij ‘De Boemerang’, voorheen ‘De Douve’. ‘En hoe zit het met de gesnipperde uitjes?’, vroegen we hem. Die horen er niet standaard op. Je moet er echt om vragen.  

Jos van Steenkiste (met dank aan Stan Buksak)

Naar aanleiding van de vorige aflevering van De Halte over het frietje a la stuurde Stan Buksak een foto van de créateur van de ‘gewichtige’ snackmaaltijd. Jos van Steenkiste is helaas op jonge leeftijd overleden en heeft de populariteit van zijn culinaire schepping niet mee mogen maken. Stan Buksak heeft hem goed gekend. Het was een fijne man. Regelmatige klant ook van het iconische café De Handboog aan de Houtstraat in de Venlose binnenstad. ‘Jos was heel behulpzaam,’ weet Stan Buksak. ‘Een andere vaste gast van De Handboog was groot liefhebber van gerookte paling. Jos wist het adres van een rokerij in Volendam waar topkwaliteit vandaan kwam. Hij is er toen speciaal heen gereden om een flinke portie te halen. Zo was hij.’

Rummerkampstraat, begin jaren '60 (collectie Piet Braem)

Iets anders. Beeldresearcher Piet Braem had ons onlangs een prachtige foto gestuurd van de Rummerkampstraat in Genooi. Gemaakt op een waterkoude winterse dag met rijp op de daken. Waarschijnlijk begin jaren zestig gemaakt. De televisieantennes rukken op in de straat. Er staat welgeteld één bestelauto in de verder autoloze straat. Wat een ongelooflijke rust straalt de foto uit. Het standpunt van de fotograaf destijds hebben we om en nabij gevonden. Conclusie? Alles, echt alles is hier anders geworden.   


Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergts@xs4all.nl.    

vrijdag 11 oktober 2024

Van Nul tot Nu van woensdag 9 oktober 2024 - Kloosterleven in Venlo

 - door Albert Lamberts -

Tijdens de Cultuurzondag – gelukkig in deze vernieuwde en geslaagde opzet terug in Venlo – mocht ik enkele malen belangstellenden het  een  en ander vertellen over het Kloosterkwartier in het centrum van de stad. De belangstelling was overweldigend, zoals trouwens ook een dag eerder tijdens de Monumentendag vele geïnteresseerden de Gasthuisstraat met zijn eeuwenoude panden en de aloude Joriskerk bezochten. De naam Kloosterkwartier is al gevallen. Van een kloosterfunctie is geen sprake meer, maar de fysieke nalatenschap van het voormalige geestelijk leven binnen de kloostermuren is er nog.

Het kloosterleven heeft in de voorbije eeuwen in Venlo welig getierd. De eerste kloostergemeenschap vestigde zich begin vijftiende eeuw aan de rand van de stad, in de zuidoosthoek. Het waren zusters, min of meer de voorbodes van tientallen, zelfs honderden kloosterlingen, die Venlo welkom mocht heten. De zusters, broeders en paters hadden eeuwenlang een belangrijk aandeel in het onderwijs; van lager onderwijs tot en met hoger onderwijs en zelfs hoger beroepsonderwijs. De zusters waren ook niet weg te denken uit de verpleging zowel in het ziekenhuis als in de verzorgings- en bejaardenhuizen. Het werk van de eerste zusters Augustinessen, de zusters van O.L. Vrouw van de Heilige Ursula en de elfduizend Maagden (Mariaweide), de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid in Blerick, de Zusters van Liefde, de Zusters van de heilige Vincentius en van de Zusters van de Monialen van de heilige Dominicus kan niet genoeg worden geprezen, al werpen de vele nadien onthulde, vreselijke praktijken – Zusters van Liefde, Krengen van Barmhartigheid … – een donkere schaduw over hun werk. 

In het onderwijs hadden ook de Broeders van O.L. Vrouw Onbevlekte Ontvangenis, de paters Dominicanen (College Albertinum), de Kruisheren (Latijnse School) en de paters Augustijnen (Sint Thomascollege) een belangrijk aandeel. 

 

In de bibliotheek van het in WOII verwoeste klooster Trans Cedron wijdt een geestelijke zich aan studie (foto collectie Albert Lamberts)

Van het rijke roomse kloosterleven in Venlo rest op de dag van vandaag nog nauwelijks iets. Geen enkel klooster is bewaard gebleven. Ja, de meeste gebouwen wel, maar niets van het voorheen zo rijke kloosterleven. De ontkerkelijking, die toch vrij spoedig na het sluiten van het Tweede Vaticaanse Concilie in de jaren zestig van de vorige eeuw zich liet gelden, had ook gevolgen voor de kloostergemeenschappen, die werden geconfronteerd met leegloop, waar niet of nauwelijks nog intredes tegenover stonden. Helemaal in lijn met de sterk tanende beleving van het geestelijk leven voltrok zich in enkele decennia wat tot ver in de twintigste eeuw vrijwel niemand voor mogelijk had gehouden. De kerken liepen leeg, het aantal wijdingen van nieuwe priesters daalde tot bijna nul en zelfs moesten priesters uit India en de Philippijnen de vacatures in de zielzorg opvullen.

Deken Jos Spee van Venlo sprak eens de veelzeggende woorden: als voorheen een pastoor wat ouder werd kreeg hij er een jongere kapelaan bij. Tegenwoordig krijgt een oudere pastoor er een parochie bij

Wordt vervolgd. 

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl. 

  

donderdag 10 oktober 2024

De Halte XXL van woensdag 9 oktober 2024 - Expeditie Genuue

- door Sef Derk/foto's collectie Piet Braem en collectie Gemeentearchief Venlo - 

Historische foto’s van Genooi? Beeldreseacher Piet Braem hoeft er niet lang over na te denken. Van de kapel van Genooi zijn opnames in overvloed.



Uitgeverij Nauta heeft in het begin van de vorige eeuw zelfs prentbriefkaarten ervan op de markt gebracht. Ook de processies Genooi zijn vaak vereeuwigd.



Van de in 1933 geopende speeltuin Ons Buiten zijn ook veel foto’s. Maar van de woonwijk Genooi nauwelijks. De collectie van Piet Braem telt slechts één foto van voor de Tweede Wereldoorlog. Het is een opname van tot huisjes omgebouwde paardenstallen aan de Rummerstraat. 


Genooi was in de jaren twintig van de vorige eeuw een afgelegen buurt. Er stonden wat huizen langs de Veldenseweg en aansluitende straten. De wijk was een enclave van armoede in het noorden van de gemeente Venlo. 


In de jaren dertig begon de sloop van ‘t Hetje in de Venlose binnenstad. De volksbuurt lag tussen de Jodenstraat en de Havenkade. Een aantal van de bewoners van ’t Hetje verhuisden onder zachte dwang naar huurwoningen in Genooi.

Door de geallieerde bombardementen op de Maasbruggen lagen delen van Blerick en de binnenstad van Venlo in 1945 in puin. De woningnood was schrijnend. Na het ruimen van het puin, begon beetje bij beetje de herhuisvesting. Gemeenten die meer dan twintig procent van het woningbestand door oorlogsgeweld hadden verloren, konden in aanmerking komen voor noodwoningen. Onder voorwaarde dat de noodwoningen niet langer dan tien jaar zouden blijven staan, mocht worden afgeweken van de gemeentelijke bouwvoorschriften. 



In het naoorlogse Venlo en Blerick verrezen op veel plekken complexen met noodwoningen. Ook in Genooi kwamen ze te staan. In de jaren vijftig werden veel zogeheten woningwetwoningen uit de grond gestampt. Aan onder meer de Rembrandtstraat kwamen flatgebouwen. 



Flats met op begane grond winkels werden aan de Bisschop Hoensbroeckstraat gerealiseerd. Het imago van Genooi veranderde niet. Het bleef een arbeiderswijk met ongeveer 1600 huurwoningen. Ze waren in eigendom van bouwverenigingen. Iconisch voor Genooi was de gashouder, de Gaaskaetel. Die was in 1930 in gebruik genomen, maar in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd geraakt. 


Vanaf 1949 verrees op dezelfde locatie een nieuwe gashouder. Het Genooi van de dynamische jaren vijftig en zestig is redelijk uitvoerig fotografisch vastgelegd. Eén opname uit de collectie Braem springt er echt uit. 


Het is de stille, lege Rummerkampstraat op een winterse dag rond 1960. Met een afdruk ervan in de binnenzak zijn we uit de bus gestapt en gaan we op zoek naar het standpunt van de fotograaf destijds.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.


donderdag 3 oktober 2024

De Halte XXL van woensdag 2 oktober 2024 - Frietje a la Genuue (2)

- door Sef Derkx -

We zijn uitgestapt bij de halte Veldenseweg voor een expeditie in Genuue. Als er al een wijk van karakter is veranderd de laatste decennia, is deze het wel. Om te beginnen bij de naam. Het toponiem Genooi of de dialectvariant Genuue zou stigmatiserend zijn voor de bewoners. Venlo Noord is neutraler. Inderdaad, nietszeggend neutraal. Zonde ook, zeshonderd jaar geleden werd het gebied ten noorden van de vestingstad Venlo Aan gen Ooi of In de Oede genoemd. Gen is een Limburgs aanwijzend lidwoord en Ooi de naam van een lager gelegen land aan een rivier. Uiteraard wordt onder deskundigen over deze verklaring gediscussieerd. Zo hoort het ook. In de Oede zou volgens anderen ‘in het huis’ betekenen. Hoe het ook zij, de naam evolueerde in de loop van de tijd en werd uiteindelijk Genooi of Genuue.


Naar verluidt heeft Manny twee verschillende frietkramen gehad op twee verschillende locaties, t.w. 
op de hoek van Veldenseweg en Adelborstenstraat en op de hoek veldenseweg Rembrandtstraat. Wie verschaft ons zekerheid? (foto's collectie Piet Braem)

De wijk is de geboortegrond van een snackmaaltijd die een status heeft gekregen onder liefhebbers. Het frietje a la Genuue is een frikandel met zuurvlees en er bovenop een friet met curry en mayonaise. Liefhebbers vroegen soms om er ook nog gesnipperde uitjes over te strooien. Ga daar maar eens aan staan. Je moet stevige honger hebben wanneer je dit bestelt. Op internet en in enkele studies over de geschiedenis van de snelle hap in Nederland, kom je het frietje a la Genuue tegen. Denk er niet te licht over. Aan de Radboud Universiteit in Nijmegen is zelfs wetenschappelijk onderzoek verricht naar snacks en het belang ervan voor regionale identiteiten in Nederland sinds het einde van de negentiende eeuw. Door de steeds verdere uniformering van het gefrituurde aanbod verdwijnen regionale snacks.

Jos van Steenkiste (foto familiearchief, met dank aan Leon van Steenkiste)

Over de oorsprong van het frietje a la Genuue hebben we met verschillende kenners gesproken. We komen steeds uit bij dezelfde créateur en dezelfde ontstaansgeschiedenis. In de frietkraam van Manny Ohrlich, op de hoek van Veldenseweg en Adelborstenstraat, werkte in de jaren tachtig Jos van Steenkiste. Werknemers van bedrijven op het nabijgelegen industrieterrein De Veegtes waren in de middagpauze vaste klant. Ze waren nogal ongeduldig en wachtten hun beurt niet af om te bestellen. Jos van Steenkiste was dit op een gegeven moment zo moe, dat hij de verschillende bestelde snacks bijeen deed in één schaal. Voilà, het frietje a la Genuue was geboren en zou lokaal iconisch worden. Als we van de bushalte naar de plek lopen waar de frietkraam ooit stond, vinden we geen enkele herinnering. Geen gedenkplaatje of geen QR-code, waarmee dit facet van Venlo’s gefrituurde geschiedenis onder de aandacht wordt gebracht. Zonde.   



Manny I Orlich was in 1985 prins beej C.V. De Razelaers. Proclamatie uit de vastelaovesverzameling van Maikel van Vugt.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.