donderdag 23 oktober 2025

De Halte XXL van woensdag 22 oktober 2025 - Maria de Rijke

- door Sef Derkx/foto's Limburgs Museum en Wilkipedia)

 De busreis gaat vandaag naar het Missiemuseum. Er is overvloedig regen voorspeld, dus besluiten we ook de expositie ‘Bourgondiërs in Limburg’ te bezoeken in het Limburgs Museum. Doorgaans zijn we geen liefhebbers van audiotours.

Voor ‘Bourgondiërs in Limburg’ maken we een uitzondering. We hebben er geen seconde spijt van. De pracht en praal én de ellende van het hertogelijke hof uit de vijftiende eeuw worden opgedist als in RTL Boulevard. In dit type tv-programma’s wordt gedweept met het wel en wee van royals in het huidige tijdsgewricht. Koningshuisdeskundigen van dienst struikelden onlangs bijvoorbeeld bijna over hun woorden toen het ging over een off-shoulder jurk met groene glitters van kroonprinses Amalia. Ze droeg de jurk bij het galadiner van de nieuw aangetreden groothertog van Luxemburg.


De hertogelijke familie van Bourgondië uit de vijftiende eeuw zou er de al dan niet blote schouders over hebben opgehaald. Wat armoedig, zouden ze meesmuilend gefluisterd hebben. Wat betreft kostenverslindend vertoon waren Filips de Goede, Karel de Stoute en Maria de Rijke onovertroffen. Dit hertogelijk trio - respectievelijk vader, zoon en kleindochter - staat centraal in de prachtige tentoonstelling. Een voorbeeld van Bourgondisch geld-over-de-balk-smijten. In 1453 veroveren de Turken Constantinopel. Filips organiseert ‘Het Banket van de Fazant’. 

Wanneer we beschrijvingen van tijdgenoten serieus kunnen nemen, moet het een uitspatting van de buitencategorie zijn geweest die in eeuwen zijn weerga niet heeft gekend. Honderden gasten worden getrakteerd op overvloedig spijs en drank. Een muziekensemble duikt op uit een reuzenpastei. Op het hoogtepunt maakt de Grote Turk zijn entree met een olifant met erop Vrouwe Constantinopel. Ze roept de aanwezige ridders op haar te bevrijden. Dit soort spektakel. Als eerste zweert Filips de Turken te verdrijven, de ridders volgen braaf. 


Het exorbitante banket is een succes, maar van een kruistocht komt het nooit. In de expositie in het Limburgs Museum is een door een gouden gordijn afgeschermde ruimte, waarin het 'Banket van de Fazant' kan worden herbeleefd. 


Na het wel, het wee van het hof. Ook daar smullen we van. Maria de Rijke wordt in 1457 geboren. Bij haar doop schitteren Filips en Karel door afwezigheid, omdat zij ‘slechts een meisje is’. Maria is twintig als haar vader sterft en zij hem moet opvolgen. Kommer en kwel kenmerkt haar regeerperiode. Wanneer ze vijfentwintig is, struikelt haar paard en valt op haar. Na enkele dagen verschrikkelijke pijn te hebben geleden, overlijdt Maria. 

De jonge, geliefde hertogin wacht sindsdien in een praalgraf in Brugge op de Jongste Dag.

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.

vrijdag 17 oktober 2025

Van nul tot nu van woensdag 15 oktober 2025 - Sterrenparade, berentent, bokstent, vlooientent (2)

- door Albert Lamberts - 

Her en der in de regio hebben of hadden de kermisexploitanten hun attracties opgebouwd. Moderne, vaak hightech bouwwerken. Heel wat anders dan de eenvoudige draaimolens van voorheen. Nu gaat het hoog, is het razendsnel. Vroeger was de grote rups wel zowat het summum naast de botsauto’s. Wel stonden er toen meer tentjes met bezienswaardigheden en boden sommige zelfs regelrecht sensatie. 

Een kraam met zoetigheden (foto collectie Albert Lamberts)

De berentent bijvoorbeeld. Daar konden dappere mannen het gevecht aangaan met een beer. Over die berentent is trouwens wel een aardig verhaaltje te vertellen, waarin de doelman van de Venlose Hockeyclub een belangrijke rol speelt. 26 mei 1953, aanvoerder Piet Nefkens moest zijn ploeg oppeppen voor de belangrijke wedstrijd tegen het Haagse HHYC enkele dagen later. Nefkens had zijn eigen methode. Op die 26ste mei toog hij met zijn ploeggenoten, na het nodige aan Bachhus te hebben geofferd, naar de kermis in Blerick. Bij de berentent werd halt gehouden en daar werd keeper Maan Jacobs nietsvermoedend door grinnikende clubgenoten naar voren geschoven om de confrontatie met bruintje aan te gaan. De doelman wist, eenmaal met de beer in de ring, niets anders te verzinnen dan tegen de beer aan te hangen, het beest uit evenwicht te brengen en er bovenop te belanden. Hij werd tot overwinnaar uitgeroepen en mocht 2,50 gulden incasseren. VHC won in Den Haag met 4-0 en werd kampioen van Nederland. Missie geslaagd.

En dan was er de vlooientent, waar ‘getemde’ vlooien uit hun onderkomen, luciferdoosjes, werden gepakt en door de dresseur voor piepkleine zilveren karretjes werden ingespannen en vervolgens rondjes draaiden of andere kunstjes uitvoerden.

Absoluut vermakelijk, zeker voor de pubers, was de tent van de Sterrenparade, waar enkele jonge dames in voor die tijd gewaagde pakjes hun danskunsten vertoonden.

Interactie was er ook, want behalve krachten meten met de beer konden de flinke Venlose jongens daarvoor ook terecht in de bokstent. Eén familie had nogal wat sterke boys in de gelederen. Het verhaal gaat als volgt: de kermisattracties gingen na het middaguur open, dus ook de bokstent. Al snel werd, terwijl de boksers en worstelaars (waaronder ene Johnson en Baby Austin; sta niet in voor juiste spelling) een ware show opvoerden, een oproep gedaan: wie durfde zijn krachten met een van de boksers te meten. Voor de mannen van de Venlose familie een kolfje naar hun hand. Een goed half uur later kwamen zij met winstpremie naar buiten en moest de bokstent voor enige tijd sluiten; de boksers moesten worden opgelapt.

Vroeger besloeg de kermis het hele Nolensplein. De botsauto’s stonden steevast aan de zuidzijde van het plein, tegenover de ijssalon van Meijers. Kraampjes met snoepgoed zoals wijnbollen, wijn-, kaneel- en boterstokken stonden aan de oostzijde tussen plein en park, waar kinderen ook touwtje konden trekken of de grotere jeugd zich een prul bij mekaar kon schieten aan de schiettent. Aan de andere kant van de straat stonden de goktentjes, waar vooral werd verloren.

Wordt vervolgd

Reageren? Stuur Albert Lamberts een email: albertlamberts@home.nl.

donderdag 16 oktober 2025

De Halte XXL van woensdag 15 oktober 2025 - Karel 'de Verschrikkelijke' en Venlo

 - door Sef Derkx/foto's Limburgs Museum -

Het is voor iedereen herkenbaar. Je kunt met geen mogelijkheid op de naam van iemand komen. Het gebeurde op de dag van onze expeditie met de bus. Het regende en zou blijven regenen. Dus besloten we naar het Missiemuseum te gaan en tevoren de wonderschone expositie ‘Bourgondiërs in Limburg’ in het Limburgs Museum te bezoeken. De laatste tentoonstelling is een uitgelezen kans om voorwerpen van kunst, kunstnijverheid en ambacht uit de vijftiende eeuw te zien.




Bourgondië was een hertogdom in Frankrijk; in de vijftiende eeuw breidde het zijn macht uit. Het oog viel op de steden langs de Maas. Afschrikwekkend was het beleg van Venlo in 1473 door een  Bourgondische troepenmacht onder Karel de Stoute. De stad gaf zich na enkele dagen over. De hertog liet twee bekende inwoners onthoofden en driehonderd militairen in de Maas verdrinken. Om bespaard te blijven voor plundering moest Venlo bovendien 32.000 guldens ophoesten.

De Gemäldegalerie in Berlijn gaf een portret van Karel de Stoute (1433-1477) in bruikleen voor de expositie. De hertog van Bourgondië oogt een beetje beduusd. Wanneer we aandachtiger kijken, valt ons ineens op dat Karel als twee druppels water (als twee druppels bourgognewijn is toepasselijker) lijkt op iemand uit het Venlose uitgaansleven uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Op wie? We pijnigen tevergeefs onze hersenen.


Daarom terug naar Karel de Stoute zelf. De hertog was bijna permanent bezig met oorlogen in buurlanden of met het uiterst wreed neerslaan van opstanden. Tijdgenoten noemden hem le Terrible, de Verschrikkelijke. Zijn gedrag werd gezien als gestoord. In 1468 liet hij zijn troepen tekeer gaan in Luik. Moordend, brandstichtend en plunderend. Het portret in de expositie is met precisie, geduld en met grote kennis en kunde geschilderd. Verbluffend. Portretten waren populair als een soort van remedie tegen het verstrijken van de tijd. De tijd waarin herinneringen aan personen worden opgeslokt en verdwijnen. Het portret laat een andere hertog zien dan Karel de Verschrikkelijke.  Eerder een schijnheilige kwezel, angstig wellicht voor hemelse straffen na zijn dood. Daarover gesproken. Letterlijk in het harnas sterft Karel voor de stadsmuren van Nancy. Eenzaam achtergelaten, zijn lijk aangevreten door wolven. Bij een onderzoek in 1979 van zijn praalgraf in Brugge bleek zijn skelet verdwenen. Waar het gebleven is? Het is niet bekend. Net zoals de naam van de cafébezoeker, waarnaar we op zoek zijn sinds het bezoek aan het Limburgs Museum (wordt vervolgd).

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.

donderdag 9 oktober 2025

De Halte XXL van woensdag 8 oktober 2025 - 't Knibbelke

- door Sef Derkx -

Onderweg van bushalte Goltziusstraat naar Stadsherberg Ald Weishoes krijg ik gezelschap van een muzikale oorwurm. Een lied van Jack Poels,  dialectdichter uit America, met de strofe: Al stort de ganse werlt inien 't kan niks geave/Zolang 't beer en de café mar blieve stoan. Ware woorden, geen speld tussen te krijgen. Een omgevallen glas bier is een klein ongemak. Droogdeppen en nieuw glas bestellen. Maar een ingestort café is een ramp van ongekende grootte. Ook als er geen slachtoffers te betreuren zijn. Cafés zijn belangrijk voor de sociale cohesie. Je vindt er vaak wat je in de rest van de samenleving tevergeefs zoekt. Liever een gezellige kroeg dan een stapel duurbetaalde rapporten over het sociale domein. Als frequente cafébezoekers hoeven we ons in Venlo geen zorgen te maken over de teloorgang van de horeca. Stadsherberg Ald Weishoes waar we heengaan is gevestigd in een monumentaal pand dat enkele jaren geleden is gerestaureerd en verduurzaamd.

We ontmoeten er vandaag Jeroen van de Ham (1974). Hij heeft er een respectabel verleden liggen. Voor het eerst kwam hij er op uitnodiging van Jocus Toekóms. Met Kim Duyvenstein werd hij adjudant bij jeugdprins Leon Smeets. Enkele jaren later werd hij zelf hoeëgheid van Jocus Toekóms: ‘De vastelaovend voor de jeugd in het Ald Weishoes was echt geweldig. We hebben zo’n plezier gehad. Als jongens en meisjes in de tienerleeftijd waren we echt onder elkaar. Dansen in kringen met de armen over elkaars schouders, de vastelaovesliedjes zingen of gewoon rondrennen door het gebouw.’


Wat de toezichthoudende volwassenen niet wisten, was dat de jeugd alle hoeken en gaten van het Ald Weishoes kende. En wist te vinden als Amors pijlen raak hadden geschoten. Jeroen bleef ook door het jaar heen in het Ald Weishoes komen. Het werd voor hem een soort huiskamer: ‘Op zeker moment ben ik op de vrijdagavonden gaan dj’en in ’t Knibbelke. De zaal voor de wat oudere jeugd, zo van rond de zeventien. Ik had twee draaitafels en een mengpaneel. Er werden alleen singletjes gedraaid. Toptijd was het. Ik heb me hier kunnen ontplooien en ging ook dj’en op verjaardagen.’

Voor de voormalige jeugdprins en dj heeft het Ald Weishoes vorig jaar een diepe emotionele betekenis gekregen: ‘We zijn er samen gekomen met familie en vrienden om afscheid te nemen van mijn broer. Niels kwam hier ook als kind. Zijn met voetbalclublogo’s beschilderde kist stond op de binnenplaats. Ik weet absoluut zeker dat hij dit samenzijn op deze plek heel fijn had gevonden.’

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.

Van nul tot nu van woensdag 8 oktober 2025 - Sterrenparade, berentent, bokstent, vlooientent

- door Albert Lamberts -

Zoals in de kop vermeld: allemaal attracties op de kermis van pakweg zestig, zeventig jaar geleden. Op de dag van vandaag zijn de evenementen van enige allure in Venlo op de vingers van twee handen nog bijna niet meer te tellen, maar dat was vroeger bepaald anders. Vastelaovend, kermis, of een feest van Harmonie of Fanfare, dat was het wel zo’n beetje. Laat ik de kerkelijke feesten buiten beschouwing.

De kermis was vroeger één van de écht feestelijke gebeurtenissen in de stad. Eigenlijk twee, want er was een voorjaars- annex Pinksterkermis en in september de najaarskermis. Attracties op het Nolensplein en rond het centrum, op de Bolwaterstraat, Helbeek, in de Parkstaart en langs de Maas stonden de wagens van de kermisexploitanten: woonwagens en wagens voor hun attractie. In mijn jeugdjaren werd de kermis ingenomen door draaimolens, grote en kleine rups, botsautoos, schiettent, holly-holly, berentent, vlooientent en bokstent en de duizelingwekkende steile wand voor motoren, die als het ware aan de wand kleefden. Sensatie alom. En een tent met, jawel, met wel heel aparte bezienswaardigheden als een vrouw van 180 kilo of meer, lammetje met twee koppen, een of ander exotisch beest op sterk water en dat soort rariteiten. 


Draaimolen op de kermis in de jaren zeventig van de vorige eeuw (foto collectie Gemeentearchief Venlo) 

Over de kermis van nog langer geleden put ik uit een verhaal uit 1953 over de kermis van vóór de Tweede Wereldoorlog. Geschreven in dialect, maar hier in het Nederlands.

Op de grote markt stonden de spullen, op het Gaasplein (Nolensplein), waar op de andere helft de oude gasfabriek nog stond, langs het klein park (Nolenspark) en op de Puteanusstraat stonden allerlei kraampjes en tentjes. Maar dat was het nog lang niet allemaal. Ook in de Parkstraat, op het Hanenmeer (?) en op de Helbeek hadden de kermismensen hun spullen neergezet.

Ten koste van een halve of hele gross kon men zich in de tentjes laten bezeibele (beduvelen). Je werd er keurig in het ootje genomen, want het was nog geen äörtje (halve cent) waard wat je werd getoond. Een zwart gemaakte van de Kleine Hei, vastgeklonken aan zware kettingen, at rauwe rijst en brulde als een leeuw, die met zijn staart tussen de deur zat. Dat zou dan een gevangen menseneter uit Somalieland zijn. Je kunt je er alles bij voorstellen...

Uiteraard speelde het kermisfeest zich ook af in de vele cafees, die heel kien de prijs van een pilsje hadden opgewaardeerd van tien naar vijftien cent. Deze forse prijsverhoging bracht heel wat tongen in beweging: om er zijn misnoegen mee duidelijk te maken en om er zeker niet één minder om te drinken. In de kranten werd royaal geadverteerd met café-chantant of kermismatinee, die zich altoos in royale belangstelling mochten verheugen. Familie van buiten de stad kwam, vaak in het nieuw gestoken, naar Venlo. Er werd extra gekookt en, vanzelfsprekend van groot belang, had zowat elk huishouden een ‘kiendje’ beer in de kelder liggen, netjes tussen enkele ijsstaven om het goed koel te houden. Zo’n vaatje bevatte tussen de achttien en twintig liter bier.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een email: albertlamberts@ home.nl.

donderdag 2 oktober 2025

De Halte XXL van woensdag 1 oktober 2025 - Geloftes aan Maria

- door Sef Derkx/ beeld via Delpher en Wikipedia -

 Het is inmiddels vertrouwd: met de trein naar Tegelen, een wandeling door de geboorteplaats van mijn moeder naar het Wilhelminaplein en daar de bus terug naar Venlo. Op de eerste dag van de astronomische herfst is het weer wondermooi. De expeditie gaat vandaag naar een bijzonder Mariabeeld. In Tegelen heerst onvrede over het groen rond het monument. Velen vinden dat het perkje aan de Raadhuislaan er verwaarloosd bij ligt. De reactie van de gemeente is voorspelbaar: de wildgroei verhoogt de biodiversiteit. Als wij er zijn, is de plek afgezet met hoge hekken en wordt er hard gewerkt.

De sculptuur van Charles Vos uit 1948 verdient een mooie omgeving. De cultuurhistorische waarde is bijzonder groot. Het beeld is nauw verweven met de oorlogsgeschiedenis van Tegelen én de vastelaovestraditie. Tegelen werd in het najaar van 1944 overspoeld door Venlonaren, die de bombardementen waren ontvlucht. Er was nauwelijks meel om brood te bakken en de evacuatie van Tegelen dreigde. Op Tweede Kerstdag 1944 deed een groep inwoners drie plechtige geloftes aan Maria.



Wanneer Tegelen gespaard zou blijven voor oorlogsrampen, zou er vijfentwintig jaar geen vastelaovend meer gevierd worden. Bovendien zou als dank een pelgrimage naar een Maria-bedevaartoord worden ondernomen en zou er een beeld geplaatst worden van Maria. De geloftes werden in 1946 zelfs door de gemeenteraad bekrachtigd.

De sculptuur uit Portland-kalksteen kwam er dus. Het plaatselijk nieuwsblad beschreef de symboliek als volgt: ‘De hele houding van de ranke Mariafiguur – de naar achteren gestrekte rechtervoet, de wapperende hoofddoek en de golvende lijnen der kleding – spreekt van een te hulp snellen. Alsof O.L. Vrouwe zich haast om de dreigende onheilen van onze plaats af te weren. Het Kind Jezus drukt Tegelen (voorgesteld door het wapen onzer gemeente) aan Zijn hart als om aan te duiden dat Tegelen Hem na aan het hart ligt.’ Op de sokkel staat de tekst: ‘Door U heeft Hij onze vijanden vernietigd.’

Ook de andere gelofte werd ingelost, die van een pelgrimage naar een plek met een bijzondere verering van Onze Lieve Vrouw. Het werd kapel In ’t Zand in Roermond. Maar ja, dan was er nog de derde gelofte. Deze lag als een molensteen om de nek. Vijfentwintig jaar geen vastelaovend vieren. Het was te veel gevraagd. Grote groepen Tegelenaren gingen vanaf 1946 naar de Venlose vastelaovend. In 1951 werd de gelofte ingetrokken, waarna D’n Oeles werd opgericht. Op 17 november van dat jaar presenteerde de vereniging de eerste zitting.

(Met dank aan Jos Wolbertus)

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.

maandag 29 september 2025

Van nul tot nu van woensdag 24 september 2025 - Het zoveelste plattelandsblaadje (2 en slot)

- door Albert Lamberts -

De Waarheid voor Venlo en Omgeving was natuurlijk een naaste bloedverwant van het landelijke, communistische verzetsblad De Waarheid, dat vanaf het begin van de Tweede Wereldoorlog illegaal werd verspreid. De Venlose editie van na de oorlog ging vanaf het begin stevig van boord. Gif en frustratie spatten van het papier. Vooral, zoals eerder geschreven, het nieuw verschenen Dagblad voor Noord-Limburg had het gevreten en ook velen met een gevulde beurs moesten het ontgelden bij de heren redacteuren van De Waarheid.  De correspondenten konden hun kopij inleveren op adres Sloot 1. Vervolgens nam J. Snellen de verantwoordelijkheid voor de inhoud op zich. 

De bewoners van het Wilhelminapark (Villapark) moesten het in De Waarheid ontgelden (foto: Albert Lamberts)

In de eerste uitgave van De Waarheid voor Venlo en Omgeving – zaterdag 2 juni 1945 - kregen Tegelse politiemensen ervan langs onder het veelzeggend kopje Tegelse Judassen, werd het Dagblad van (sic) Noord-Limburg weggezet als het zoveelste plattelandsblaadje en werd een openlijke oproep gedaan:

Werkt mee aan een betere wereld, treedt toe de Communistische Partij en Vraagt formulieren aan onze colporteurs. Natuurlijk moest de uitgave van het aan twee kanten bedrukte A4-tje worden bekostigd, maar advertentie-inkomsten waren er niet. Of er toen abonnementsgeld moest worden betaald is (mij) onbekend. Er wordt ook geen melding van gemaakt in de uitgaven. Daarom werd in de uitgaven wel gevraagd om het Waarheid-persfonds te steunen.

Nou, op de beurs van de welgestelden in Venlo hoefde meneer Snellen niet te rekenen, want …

… met de ene na de andere werd in nummer 3 van zaterdag 23 juni 1945 de vloer aangeveegd. Een hele rits Venlonaren werd in Snellens blad aan de schandpaal genageld, met naam en toenaam. Er werd weliswaar gewag gemaakt van een zuiveringscommissie, maar ook hierbij werden kanttekeningen gezet: hoewel wij ons gekwetst voelen door de brutale wijze waarop ook hier weer het volk gepasseerd wordt, doet het ons genoegen dat men ditmaal niet, zoals in Tegelen met inspecteur W. (in De Waarheid stond de volledige achternaam) het geval is, liever den misdadiger door zichzelf dan door het volk laat vonnissen. Wij hopen echter dat het volk alsnog de gelegenheid krijgt aan de berechting van zijn vijanden tenminste deel te nemen.

Volgens de auteur hadden de groot-collaborateurs gedurende de oorlogsjaren het motto gehanteerd Après nous le délugé - na ons de zondvloed. Dus Nu de Augiasstal reinigen, zeggen wij. Wij durven het aan !!!

Onweerstaanbaar, zo wordt wel heel erg optimistisch geschreven, verovert “de Waarheid” Nederland.

De hoop wordt uitgesproken dat ook in Venlo en omstreken het blad het dwangbuis van weekblad (zal) afwerpen en ook hier vrijelijk en ongehinderd als dagblad de geestelijke behoeften van het werkende volk bevredigen.

Agressief blijft de houding ten opzichte van Dagblad: Duizendtongig is de leugen en het sophisme van de aan het kapitalisme vastgeklonken burgerlijke pers. De redactie van De Waarheid claimt te spreken met één stem – de stem van de naamloze werkers voor hun dagelijks brood.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een email: albertlamberts@home.nl.

donderdag 25 september 2025

De Halte XXL van woensdag 24 september 2025 - Schoten in de Mercatorstraat (2)

 - door Sef Derkx -

Het geheugen opfrissen. Van Halte Viecuri zijn we naar de Begraafplaats gelopen, naar het graf van Piet van den Hoef. De achttienjarige overleed op 11 maart 1943 in de gevangenis aan de Ulmenstrasse in Düsseldorf. Als doodsoorzaken staan in de overlijdensakte open tbc, hartzwakte en ondervoeding vermeld. Hoe gruwelijk moeten de laatste levensdagen van de jonge Venlonaar zijn geweest? Piet wordt begraven in Düsseldorf. De Nederlandse Oorlogsgravenstichting zorgt voor de herbegrafenis in Venlo.


Piet en zijn vriend Hein Detillon hadden op 15 mei 1941 geprobeerd de Duitse militair Walter Mühle te beroven van zijn pistool. Het was tot een schotenwisseling gekomen in de Mercatorstraat. Mühle was zwaargewond weg gestrompeld, de beide Venlose jongens hadden het op een lopen gezet. Daar zijn we de vorige week gestopt. De aanslag liet alle alarmbellen rinkelen bij de Duitse bezetter. Een Sonderkommando uit Den Haag melde zich op 16 mei 1941 bij burgemeester Berger. Als represaille voor de aanslag overwoog men om tien bekende Venlonaren te fusilleren. De gemeente kreeg bovendien als straf een boete van 350.000 gulden opgelegd. Berger stelde per direct een avondklok in. Alle verloven van de politie werden ingetrokken. De gewonde Walter Mühle was aanspreekbaar. De militair had duidelijke signalementen. Daarmee ging de recherche naar café Van de Ven aan de Maasstraat, waar Mühle een biertje was gaan drinken. De kasteleinsdochter noemde de naam van Piet van den Hoef. Die had op de avond van de aanslag met een vriend in het café zitten kaarten. Piet werd thuis opgehaald. Op het politiebureau vertelde hij dat hij met zijn vriend Hein Detillon in het café  was geweest. Hein werd gearresteerd en verhoord. Op zeker moment brak hij. Hein bekende dat Piet van den Hoef op Mühle had geschoten.

De beide arrestanten werden overgebracht naar de gevangenis van Scheveningen. Piet van den Hoef werd veroordeeld tot zeven jaar gevangenisstraf, Hein Detillon zes jaar. In januari 1942 werden ze op transport gesteld naar Duitsland. Hein Detillon was opgesloten in gevangenissen in onder meer Bochum, Berlin-Tegel en Suhrenkamp. Na de oorlog kwam hij terug naar Venlo. Piet van den Hoef overleed tijdens zijn detentie. Op 24 december aanstaande zullen om vier uur ’s middags bij het graf van Piet en de andere oorlogsgraven in de gemeente Venlo graflichten worden ontstoken. Het gebeurt door vrijwilligers van de werkgroep L.O.O.G, een afkorting die staat voor: Leechskes Op Oorlogsgrave Groeët-Venlo.

Met dank aan Gerrit van der Vorst.

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.


maandag 22 september 2025

Van nul tot nu van woensdag 17 september 2025 - Over een plattelandsblaadje (1)

- door Albert Lamberts -

Je zult als serieuze krant worden uitgemaakt voor een zoveelsterangs plattelandsblaadje. Daar word je als directeur, hoofdredacteur of journalist toch niet bepaald vrolijk van, lijkt me zo. Ik heb geruime tijd geleden in het kader van deze rubriek geschreven over de wederopstanding van de plaatselijke krant na de Tweede Wereldoorlog, die op 18 april 1945 voor het eerst verscheen onder de naam Dagblad voor Noord-Limburg.

Niet iedereen even blij, zo bleek. De nieuwe krant had al weldra de ergernis gewekt van plaatselijke lieden, die zich zeer verbonden achtten met de Communistische Partij: het nieuwe dagblad koos onomwonden voor de rijken en voor het Vaticaan, had zelfs de neiging met het fascisme te heulen. Aldus stond te lezen in nummer 1 van Uitgave naast “De Waarheid” voor Venlo en Omgeving. Het blaadje verscheen op zaterdag 2 juni 1945.

Het ging van dik hout zaagt men planken. De redacteuren van De Waarheid schroomden niet vermeende wantoestanden in niets aan de verbeelding overlatende teksten aan het papier toe te vertrouwen. Auteur P.J. stelde de bevoordeling van rijke jongetjes, die naar Engeland op vakantie mochten, aan de kaak. 125 Venlonaartjes werden geselecteerd. De uitzendingscommissie onder voorzitterschap van den Heer van Meegeren zou zich schuldig hebben gemaakt aan bevoordeling van kinderen van de middenstand en betere burgerij. Na onderzoek bleek die klacht ongegrond; dokters hadden de beslissende stem en dat werd door P.J. ruiterlijk toegegeven. De zwakken hadden de voorrang.

In Tegelen was het puur de uitzendingscommissie die bepaalde. P.J. schreef: Gevolg natuurlijk, dat de arbeiderskinderen die over het algemeen een dergelijke vacantie het meest van node hebben, toe mochten kijken. Hier zijn dus de klachten, zoals gewoonlijk gegrond. Wie zorgt voor de namen van de verantwoordelijken voor deze valsheid, opdat we hen voor de gehele wereld aan de schandpaal kunnen slaan?

Hoofdredacteur Gijs Bertels van het nieuwe Dagblad voor Noord-Limburg, het ‘zoveelste plattelandsblaadje' (Foto uit jubileumboek De Venlose Krant 125 jaar in Noord-Limburg) 

Tegelen en het pas weer verschenen Dagblad voor Noord-Limburg hadden het sowieso wel gedaan bij de redactie van De Waarheid, die onomwonden een lans brak voor het communisme. Na weer een sneer richting Dagblad en het Vaticaan, dat het ook voortdurend moest ontgelden, schrijft de niet verder met naam genoemde redacteur: wij communisten zijn als democraten bij voorbaat tegen alle vormen van fascisme; het is ons principieel volmaakt onverschillig of het zich aandient met de swastika, de pijlenbundel of onder andere meer populaire symbolen… De schrijver pleit voor samenwerking met alle werkelijke democraten. Dat een dergelijke hoopvolle samenwerking hoopvol voor de toekomst der democratie in het vrije noorden reeds tot stand is gekomen kan een zoveelsterangs plattelandsblaadje als het “Dagblad van Noord-Limburg” (sic) natuurlijk nog niet weten. Trouwens de heren redacteuren zouden het eenvoudig niet kunnen begrijpen en het enige dat zij, bij gebrek aan voldoende kracht om de geschiedenis bij te houden, kunnen presteren is, de atmosfeer achteraf een beetje te vertroebelen.

Wordt vervolgd

Reageren? Stur Albert Lamberts een email: albertlamberts@home.nl.

zaterdag 20 september 2025

Hannelore en het raadsel ‘Maske’

- door Sef Derkx -

Vandaag krijgt Hannelore Winter tijdens de Nach van ’t Limburgs Leed het eerbetoon dat haar meer dan toekomt. In mijn collectie Venlose vastelaovend op vinyl is een heel bijzondere EP, die een kleine vijfenzestig jaar geleden op de markt kwam. Er staan vier Venlose vastelaovesleedjes op. ‘Blauwe Auge’ en ‘Wao doon we det van’, worden vertolkt door een man die zich bedient van de schuilnaam ‘Maske’. Hannelore Roggeveen, die we beter kennen als Hannelore Winter, zingt ‘Meuderke leef’ en ‘Zo’n maedje’.

 


Het orkest dat de vocalisten begeleidt, zijn de Venlo Boys. Het bestaat uit Willy Caron (bas-saxofoon), Piet Holthuysen (slagwerk), Peter van Horick (trompet), Gotje Schuurmans (accordeon) en Harry Bodde (bas). De leider van het muziekensemble is Dré Flos, hij speelt klarinet en saxofoon. Het plaatje is een uitgave van de Europese Fono Club die een hoofdvestiging had in Amsterdam en een bijkantoor in Venlo aan de Hoogstraat 11. Het label richtte zich oorspronkelijk alleen op natuurliefhebbers. Het bracht platen op de markt met vogelgeluiden. In de kringloopwinkel van Doortocht hebben we drie van dergelijke ‘gevleugelde’ uitgaven gevonden. Die draaien we af en toe voor onze katten Lilo en Okkie.

‘Vastelaovend in Venlo’ heeft een opvallend hoesje. In een tekening zijn de portretfotootjes van de artiesten gemonteerd. Een heel jonge Hannelore staat in het midden. Het plaatje is niet in een studio opgenomen. Daarvoor klinkt het te iel. Ik heb me laten vertellen dat het een registratie is van een optreden in de Citybar, toentertijd geëxploiteerd door Giel Aerts. Zo te horen is er weinig techniek aan te pas gekomen, maar dat is natuurlijk juist de charme.

Even iets over de liedjes. ‘Meuderke leef’ is van de vastelaovend van 1960. ‘Zo’n maedje’ was nummer één in 1961. In het begin van de jaren zestig was het nog zo, dat de artiesten die op de Leedjesaovend gewonnen hadden, niet per definitie op de plaat van Jocus kwamen. Het Venlose vastelaovesgezelschap liet de liedjes in de studio inzingen door steeds dezelfde, geprivilegieerde vocalisten: de zogenaamde Hofzangers. Zo kon het gebeuren dat Hannelore met ‘Meuderke leef’ op de Leedjesaovend een derde prijs in de wacht sleepte, maar dat Lieske van Wessel het opnam. Hetzelfde overkwam Hannelore met ‘Blauwe Auge’. Zij won ermee, maar het werd op de plaat gezet door Felix Peters. Met deze uitgave van de Europese Fono Club kreeg Hannelore de eer die haar als vocaliste toekwam. Buiten Jocus om natuurlijk!

‘Blauwe Auge’ wordt op dit plaatje door een mystery guest vertolkt. Net als ‘Wao doon we det van’ wordt het gezongen door een persoon die zich verschuilt achter ‘Maske’. Een toepasselijke artiestennaam voor de vastelaovend. Nu zoveel jaren verstreken , wordt het tijd het mysterie te onthullen. ‘Maske’, zo vertelde Hannelore Winter, is niemand minder dan Willy Caron. De Venlose Caruso stond in 1961 onder contract bij Philips. Als aanstormend talent nam hij voor het Eindhovens label drie 45-toeren plaatjes op. Een met een koor en orkest onder leiding van Jack Bulterman, de kundige musicus en arrangeur die we ook kennen van de Jocusplaatjes uit de jaren zestig. Er was geen denken aan dat hij voor een ander label mocht werken. Met ‘Maske’ omzeilde hij dit verbod.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl. 

donderdag 18 september 2025

De Halte XXL van woensdag 17 september 2025 - Schoten in de Mercatorstraat (1)

 - door Sef Derkx -

Lijn 66 brengt ons terug van Steyl, het Klein Vaticaan van Limburg. We stappen uit bij VieCuri, want we willen vanmiddag ook de Algemene Begraafplaats bezoeken. In vak G is het graf van Piet van den Hoef (1924-1943), een jongen van achttien jaar. Zijn grafsteen staat in een rij van elf identieke zerken van de Nederlandse Oorlogsgravenstichting. Een sober, indrukwekkend gelid dat ons terugvoert naar de Tweede Wereldoorlog.



We schrijven woensdag 14 mei 1941. Piet van den Hoef is in het Venlose Sportfondsenbad aan de Walstraat, waar ook Duitse soldaten vaak zwemmen. In het voorbijlopen ziet Piet dat een kleedhokje openstaat. Een Duits uniform en een holster met pistool zijn achtergelaten. Werktuigelijk grist de knul het wapen weg. Niet veel later bekijkt hij zijn buit. Het is een Mauserpistool met acht patronen. 


Een zestienjarige kan zo’n groot geheim natuurlijk niet voor zich houden. Hij neemt zijn vriend Hein Detillon in vertrouwen. Het spreekt dat ze in alle staten zijn. In hun puberale onbezonnenheid besluiten ze om een Duitse militair van zijn pistool te beroven, zodat ook Hein een schietwapen heeft. Ze beramen een plan. De volgende dag om half elf ’s avonds zijn ze in het café van Willem van de Ven aan de Maasstraat, een tref van NSB’ers en Duitsers. Vanwege die clientèle wordt het Bunker 17 genoemd in de volksmond. Piet heeft het gestolen pistool bij zich. De tieners bestellen wat te drinken en vragen om kaarten. Ze doen alsof, maar in werkelijkheid houden ze niet de kaarten maar andere klanten in de gaten. Rond elf uur maakt de 28-jarige onderofficier Walter Mühle aanstalten om te vertrekken. De Venlonaren rekenen af, wachten even en gaan dan hun beoogd slachtoffer achterna.

Buiten zien ze Mühle de hoek van de Peperstraat omslaan. Ze volgen hem door de Lomstraat en over de Geldersepoort. Aan het Klein Park spreken ze de militair aan. Mühle is er niet van gediend en wandelt door. De vrienden zien dat hij over de Sint-Martinusstraat naar de Mercatorstraat loopt. 

De beiden zetten het op een rennen en nemen een andere route naar de Mercatorstraat: via de Goltziusstraat en Schoolstraat. Vlakbij gloeilampenfabriek Pope schiet Piet van den Hoef de Duitser in de rug. De zwaargewonde Mühle heeft nog de kracht terug te schieten. Hij raakt de jongens niet en sleept zich naar de Burgemeester van Rijnsingel. De vrienden zijn door schrik bevangen. Van de zenuwen lost Piet nog drie schoten, die doel missen. De jonge Venlonaren maken zich uit de voeten (wordt vervolgd).

Met dank aan Gerrit van der Vorst.

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.



donderdag 11 september 2025

De Halte XXL van woensdag 10 september 2025 - Proeflokaal op Steyl

- door Sef Derkx -

 Anderhalve eeuw geleden stichtte de Duitse priester Arnold Janssen het kloosterdorp Steyl. We struinden er afgelopen tijd met grote regelmaat rond. Omdat we met de bus reizen, mogen we bier drinken. En waar kan dat beter dan in het onlangs geopende proeflokaal van kloosterbrouwerij Steyl? De vraag stellen is hem beantwoorden. We lopen dus naar het eerste gerestaureerde en verduurzaamde gebouw op Steyl, dat een nieuwe bestemming heeft gekregen.

Wanneer we naar binnen gaan, kijken we tegen een meer dan levensgroot portret aan van Arnold Janssen. Hij kijkt bedenkelijk. Zou de ascetische Janssen bierdrinken verafschuwd hebben? Nee, dus. Godzijdank.

In het boek met herinneringen aan de stichter van het kloosterdorp staat al in het begin een alleszeggende passage. De dag dat hij officieel op Steyl ging wonen, op 8 september 1875, kwamen wandelaars een kijkje nemen. Wat deed Janssen? Hij nodigde ze uit om naar binnen te komen en vroeg aan een mede-religieus om de laatste twee flessen bier uit de kelder te gaan halen. Deze werden terstond soldaat gemaakt. Ook bij veel andere gelegenheden liet Janssen bier rondgaan. Hij spuugde er zelf niet in. O ja, nog een veelbetekend historisch feit: het eerste onderkomen van de jonge congregatie was de voormalige herberg van de familie Ronck.


Het is dus met zijn herderlijke zegen dat we gaan zitten. We waren eerder in dit gebouw, in de tijd dat broeder-tuinman Alfons er resideerde. Een man van weinig woorden. Wandelaars zullen hem in herinnering hebben op zijn tractor. Glimlachend en een hand opstekend als hij werd begroet. Tot zijn overlijden in 2024 onderhield broeder Alfons de tuinen van het Missiehuis. Van het krieken van de dag totdat de schemering viel was hij bezig. Zijn tuingerei bewaarde hij in het gebouwtje waar nu het proeflokaal is. Lees hier, zijn necrologie: + Bruder Alfons Geisert SVD


Een eeuw geleden was op deze plek de reparatiewerkplaats van de rijwielen van de kloosterlingen. Een prachtige foto aan de wand herinnert eraan. Het gebouwtje is dit jaar grondig onder handen genomen, maar aan het karakter ervan is gelukkig geen afbreuk gedaan. De sfeer van de werkplaats van weleer is goeddeels bewaard gebleven. Geen glad gestuukte wanden en geen systeemplafond met ingebouwde spotjes. Kloosterbrouwerij Steyl is een project van vader Paul en dochter Saar Gansner. Begonnen als hobbybrouwer in het tuinhuisje ontwikkelde levensmiddelentechnoloog Paul bieren, die bij proeverijen met professionals in de smaak vielen. Gesterkt daardoor werd besloten om van de hobby het beroep te maken. 


Dochter sloot zich aan en dankzij de beste ingrediënten en het water uit de bron van de paters kan een breed publiek genieten van het heerlijke lokale bier.

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.

donderdag 4 september 2025

De Halte XXL van woensdag 3 september 2025 - Zilveren abrikoos

 - door Sef Derkx -

Het is een tropische dag en je hoopt dat de rit Venlo-Steyl langer mag duren. In de bus is het aangenaam dankzij de zegeningen van de airco. Buiten is de hitte een beproeving. Met lome tred lopen we langs de Kapel der Aartsengelen. Het bedehuisje kwam er in 1898 door toedoen van priester Jos Moubis. Uitgezonden als missionaris naar China werd hij doodziek. Hij bad tot de aartsengel Raphaël en genas. Uit dankbaarheid liet hij in zijn geboortedorp Steyl de kapel bouwen. 


Kapel der Aartsenegelen (foto: André van Dijk, 2011)

We zijn op weg naar de Ginkgo in de Jochumhof. Aldaar rond 1935 geplant door naamgever pater Peter Jochum, is de boom negentig jaar later een van de parels in de Steyler hortus. De Ginkgo is een van de oudste bomen op aarde. Er zijn fossielen bekend uit het Perm, een geologische periode van meer dan 250 miljoen jaar geleden. Alle soorten zijn uitgestorven, met uitzondering van de Ginkgo biloba. De soort heeft het verdwijnen van de dino’s meegemaakt. Zo’n 66 miljoen jaar geleden sloeg een meteoriet een gat zo groot als België in de oceaan naast de plek waar nu Mexico ligt. In de jaren erna stierven vele planten- en diersoorten uit. Zo niet de Ginkgo. Meer recent, a de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki, sloeg de Ginkgo gedreven door een soort oer-overlevingskracht als enige boom weer uit. De groene blaadjes symboliseren sindsdien vrede.


Zullen we even de parate kennis van het Japans opfrissen? Ginkgo is een verbastering van het Japanse Ginkyo. Dit betekent zilveren abrikoos. Biloba staat voor twee lobben en verwijst naar de vorm van de bladeren. De Ginkgo in Jochumhof is dusdanig gegroeid, dat het lijkt alsof hij erom vraagt om door de jeugd beklommen te worden. Een bordje aan de voet vraagt beleefd dit niet te doen. Terecht, een negentigjarige is geen klimrek.

We schrijven wel hij, maar het kan ook een zij zijn. De Ginkgo is tweehuizig, er zijn zowel mannelijke als vrouwelijke bomen. De eerste dragen kegels, de vrouwelijke hebben zaden die gruwelijk stinken naar het schijnt. Daarom worden er meer mannelijke dan vrouwelijke bomen aangeplant. Tot slot, maar niet op de laatste plaats. 

Kunstenaar Monique Bruls werd geïnspireerd door de heilzame werking voor het geheugen, die aan de Ginkgo wordt toegeschreven. Enkele jaren geleden vervaardigde ze een interessante installatie in de Jochumhof. Keramische ginkgobladeren met spreuken over vergeten en herinneren werden in de boom gehangen. We lopen verder het kloosterdorp in. Op naar de voormalige rijwielherstelplaats van de paters.


Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

Van nul tot nu van woensdag 3 september 2025 - Het Martinuskoor jubileert mét dames

 - door Albert Lamberts -

Andreas Jacob Diederen is in muzikaal Venlo bepaald geen onbekende. Hetzelfde geldt vanzelfsprekend voor Joannes Andreas Messemaeckers. De eerste was zangmeester/dirigent, de tweede organist. Nogal wat telgen van de familie Messemaeckeres, zoals Theo en zijn vader Joannes Everardus waren organist in de Sint-Martinuskerk (thans basiliek) en ook anderszins droeg de familie haar muzikale steentje in Venlo bij. 


Het Martinuskoor poseert na de oorlog voor de Minderbroederskerk, nu Jongerenkerk (foto uit herdenkingsboek koor in 2000) 

En over muziek gesproken, daar konden en daar kennen ‘ze’ in Venlo best wat van. Al eeuwenlang trouwens. Sommige nu nog bestaande gezelschappen zijn al enkele eeuwen oud. Bijvoorbeeld de Sociëteit Turksche Harmonie, die in 1822 werd opgericht door – daar hebben we hem weer – Joannes Messemaeckers. De harmonie, thans het Koninklijk Filharmonisch Gezelschap, ging de plaats innemen van het juist daarvoor opgeheven muziekkorps van de stedelijke schutterij.

Een ander gezelschap ruim over de honderd jaar is de Koninklijke Muziekvereniging Fanfare Venlo, die in 1855 het levenslicht zag.

Op korengebied is in Venlo de titel van senior voor het zangkoor van de Sint-Martinusbasiliek; net iets jonger dan de Harmonie. Het koor zal dit jaar feest vieren, want het bestaat maar liefst tweehonderd jaar. De oprichters waren voornoemde Joannes Andreas Messemaeckers en Andreas Diederen. 1825, het was het jaar van de zoveelste watersnood. Het Venlosche Muziekliefhebbers Gezelschap verzorgde een concert, waarvan de opbrengst ten goede kwam aan de door het water getroffenen. Vanaf dat jaar 1825 werden op het oksaal in de Grote Kerk, zoals het godshuis in de Venlose volksmond werd genoemd, meerstemmige missen en Gregoriaanse gezangen gezongen.

Het koor bestond lange tijd alleen uit mannen. Terwijl in de Familieparochie en in de piepjonge Heilige-Geestparochie in Venlo-Oost twee koren mét dames voor het eerste van zich lieten horen ging eindelijk ook het Martinuskoor overstag. Het was 1965. Tot dan werden de sopraan- en altpartijen door jongens voor hun rekening genomen. Honderdveertig jaar na de oprichting van het Sint-Martinuskoor vond een aantal dames – leden van de toen nog bestaande Venlose Oratorium Vereniging – de tijd gekomen om op het kerkoksaal muzikaal bij te springen. Dat ging overigens niet helemaal zonder slag of stoot. In het jubileumboekje bij gelegenheid van het 175-jarig bestaan van het koor staat het volgende opgetekend: Feit is dat enkele mannen in die eerste dagen van het gemengde koor zijn opgestapt; voor hen hoefde het zingen in de Martinuskerk niet meer. De dames waren ook voor meer discipline bij de mannen, die in hun ogen toch te vaak de repetities verzuimden. Ze schreven een boze brief naar de deken (dat was toen deken Carolus Schrijnen) en het koorbestuur, nadat eerdere pogingen om de heren tot het juiste koorgedrag te bewegen waren mislukt. De dames schreven: Nu willen wij vanuit de dameskring het eens proberen en met klem vragen of de heren zich op dit punt willen verbeteren en meer en geregeld willen komen.  

Alles is goed gekomen. Het koor jubileert: 200 jaar.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

dinsdag 2 september 2025

De Halte XXL van woensdag 27 augustus 2025 - Twee reacties

 - door Sef  Derkx- 

In vervolg op de aflevering van De Halte van woensdag 27 augustus kreeg ik twee interessante reacties. Het onderwerp van de column was de monumentale Ginkgo in de Jochumhof. Theo Houba woont in de buurt van de Steyler Hortus en was aangenaam verrast door De Halte over de Ginkgo. Hij had aanvullende informatie. Wat hij miste in het verhaal was de liefde die Goethe had voor deze boom.

Meteen gaan kijken op de website van het Goethe Museum van de Kippenberg-Stiftung in Düsseldorf. Het is gevestigd in Schloss Jägerhof  in het stadsdeel Pempelfort. Er wordt een kostbare en uitgebreide collectie manuscripten en memorabilia beheerd van Johann Wolfgang van Goethe .


Een absoluut pronkstuk - door het museum zelf geroemd als eine der wertvollsten Handschriften der Sammlung - is het authentieke manuscript van het gedicht Ginkgo biloba met twee gedroogde ginkgoblaadjes. Goethe heeft zijn geschrift gedateerd op 15 september 1815. Binnenkort dus 210 jaar oud. 

Het gedicht is opgedragen aan Marianne von Willemer (1784-1860).

Naar verluidt bestudeerde Goethe de blaadjes van de Ginkgo en erdoor geïnspireerd schreef hij dit gedicht. Een van de handgeschreven versies stuurde hij als blijk van diepe genegenheid aan Marianne, de derde vrouw van zijn Johann Jakob von Willemer. Ze was meer dan twintig jaar jonger dan hij.

Het gedicht luidt:

Dieses Baums Blatt, der von Osten

Meinem Garten anvertraut,

Giebt geheimen Sinn zu kosten,

Wie ‘s den Wissenden erbaut.


Ist es Ein lebendig Wesen

Das sich in sich selbst getrennt,

Sind es zwey die sich erlesen,

Dass man sie als eines kennt.


Solche Frage zu erwiedern

Fand ich wohl den rechten Sinn;

Fühlst du nicht an meinen Liedern

Dass ich Eins und doppelt bin?


Ik vond op internet een vertaling naar het Nederlands van Mimi Lamam:

Zie dit kleinood in mijn gaarde:

boomblad uit de Oriënt,

siert met zijn geheime waarde,

ingewijden wel bekend.


Leeft het als een enkel wezen,

innerlijk in twee gedeeld?

Of vormt juist het uitgelezen

tweetal één herkenbaar beeld?


Langzaam rijpende ideeën

werpen op die vragen licht.

Voel je niet dat ik in tweeën

eenling ben in mijn gedicht?


Terug op Steyl. We vroegen ons in De Halte af of boom in de hortus een vrouwelijk of een mannelijk Ginkgo was.

Bart Faassen, voorzitter van de Jochumhof, liet het volgende weten: ‘Het is een mannelijk exemplaar. In de tuin staan twee zaailingen een rechtop en een, de mooiste, met horizontale takken. Mannelijk zei ik. Loop via de ingang aan het Museumplein naar buiten en daar staat een rij jongere Ginkgo's, waar nu een drietal vrouwelijke exemplaren te vinden zijn.’

Wanneer deze Ginkgo’s vrucht dragen gaan we zeker kijken. Of liever gezegd ruiken. De mannelijke bomen dragen dan kegels, de vrouwelijke hebben zaden die eruitzien als vruchten en een onaangename geur verspreiden. De geur van ranzige boter, las ik op de website van een boomkweker. Maar smaken verschillen gelukkig. De zaden zijn eetbaar zijn en een delicatesse in China en Japan. 

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.

maandag 1 september 2025

Van nul tot nu van woensdag 27 augustus 2025 - Willy Caron - Een wereldberoemde zoon van Venlo

- door Albert Lamberts -

Over enkele dagen is er op de Markt in Venlo het Viva Classic Life. De Venlose bariton Sef Thissen slaagt er al jaren in een muzikaal programma neer te zetten, dat duizenden aanspreekt. Als Sef Thissen veertig jaar eerder een Viva Classic Life had georganiseerd had hij een beroemde stadgenoot op het podium kunnen vragen, een stadgenoot, die tegenwoordig zonder twijfel de meest minst bekende grootheid in Venlo is, maar wiens naam in muzikaal opzicht in Europa met louter kapitalen geschreven wordt.  

Willy Caron zong in december 1996 voor een enthousiast publiek op de Markt in Venlo (foto Lé Giesen)

De naam? Willy Caron, Venlonaar, beroemde tenor, die op de meest aansprekende podia in heel Europa furore maakte, die zong met wereldberoemde collega’s als Placido Domingo en Luciano Paverotti. Willy Caron, ik heb hem nog life horen zingen in Venlo. Mijn God, wat had die man een stem. In de nadagen van zijn briljante carrière haalde hij de band met Venlo weer aan…  

Willy Caron werd op 15 juni 1934 in Venlo geboren. Hij bleek in meerdere opzichten muzikaal bijzonder begaafd. Al op jonge leeftijd bespeelde hij diverse instrumenten en op aanraden van Jan Timp (dirigent van een aantal koren in Venlo) begon de jonge Caron een zangopleiding, die hem naar Salzburg en Amsterdam voerde. Een lang verhaal kort maken: nog voor beëindiging van zijn opleidingen behaalde hij op internationaal concours in Venetië al de hoofdprijs. De pers was lyrisch over het Nederlandse stemwonder om wie grote operahuizen als Metropolitan, Scala, München enz. nog zouden gaan vechten.

Geen woord te veel gezegd. Van Hamburg tot München en van Bern tot Londen en Moskou excelleerde de Venlose tenor in tientallen grote rollen onder leiding van dé grote dirigenten als Herbert von Karajan en Rafael Kubelik, en met collega-solisten als Renate Tebaldi en Kiri te Kanawa. Hij musiceerde ook met André Rieu senior, ach, en met vele andere grote namen.

En in Venlo? Daar leek men deze grote artiest vergeten. Hij vertrok begin jaren negentig naar Den Haag, kreeg heimwee, kwam terug, maar nam in 1993 wederom enigszins gedesillusioneerd afscheid van zijn geboortestad. Bij een later interview, toen hij weer in Venlo woonde, zei hij, dat ook andere grote musici als Jan Timp en Wieke Jordans niet werden geëerd zoals hun toekwam.

Willy Caron, die in 1984 zijn glanzende carrière beëindigde, richtte met zijn tweede partner, Loes van Croonenburg, Willy Carons Muziektheater op, in de Randstad. Voorts gaf hij zangles aan leerlingen vanuit het hele land.

En Venlo? Het ijs dooide toen het Venloos Operette Gezelschap hem in 2007 vroeg het erebeschermheerschap te aanvaarden. Hij schaarde zich daarna in het rijtje Toon Hermans met de onderscheiding Orde van de Gulde Humor, hij werd in 2008 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau en in 2009 werd hij ook door de gemeente Venlo gehuldigd. Hij ontving een speciaal bronzen beeldje.

Willy Caron overleed op 26 april 2010. Het herdenkingsconcert in Venlo werd mede opgeluisterd door het Venloos Operette Gezelschap, bariton Sef Thissen en Willy Carons nicht, Leta Bell.

Reageren? Stuur AlbertLamberts een email: albertlamberts@home.nl.