zaterdag 5 juli 2025

Van nul tot nu van woensdag 2 juli 2025 - Nog slechts één beek is behouden

 - door Albert Lamberts -

Nog zeer onlangs schreef ik op deze plaats over de vele cafés die in Venlo hun deuren hadden gesloten tussen pakweg 1895 en zeventig jaar later; ruim honderd. Natuurlijk was daar ook het oorlogsgeweld debet aan. Venlo heeft in dat tijdsbestek behoorlijk wat metamorfoses ondergaan, ook in de laatste decennia van de vorige eeuw.  

Als ik vroeger van de school naar huis liep, dat wil zeggen van de Sint-Martinusschool aan het Rosarium naar thuis aan het Mgr. Nolensplein, liep ik langs of door het Nolenspark, waar op de dag van vandaag mooie feesten plaatsvinden, zoals onlangs nog Feel the Fifties. Vroeger stond er nog een kiosk in het park voor muziekuitvoeringen en als er al een groot feest plaatsvond dan werd het park geïllumineerd. Lage hekjes scheidden de gazons van de paden en bordjes op het gras gaven aan dat het verboden was op het gras te lopen: Verboden het gras te betreden. Er was zelfs toezicht door parkwachters en menige hardhorende of slechtlezende bengel werd door de parkwacht bij het politiebureau aan de Lohofstraat afgeleverd om daar na enkele uren ‘boetedoening’ door een ouder te worden opgehaald, die dan ook nog eens belerend werd toegesproken door een dienstdoende agent. Aan de zuidzijde van het park liep een beek, een van de vele die Venlo doorkruisten en natuurlijk, behalve enige overlast, het nodige vertier boden. Wij haalden met een netje of zeef kikkervisjes en stekelbaarsjes uit het water om ze thuis in een grote pot te kunnen bewonderen. Soms meldde zich zelfs een snoek in ‘onze’ beek, weliswaar van kleine afmeting, maar toch.


Net voor het bijna laatste stukje beek aan de oppervlakte: de Rijnbeek tussen Laaghuissingel en Hertog Reinoudsingel (foto Albert Lamberts)  

Net als die beek langs het Nolensplein zijn ook andere waterlopen door de stad al lange tijd geleden gedempt of overkluisd of opgenomen in het rioolstelsel. Bijvoorbeeld de beek, die bij de Keulsepoort de stad binnen kwam, langs de stadsmuur westwaarts liep naar de Maas. De benamingen Grote en Kleine Beekstraat herinneren nog aan die beek. Ook het kleine zijstraatje van de Kleine Beekstraat, Aan Cedron, een doodlopend steegje eigenlijk met achteringangen van de panden aan de Vleesstraat en de Nieuwstraat herinnert aan die beek. Tot in het laatste oorlogsjaar stond er ook college Albertinum en het klooster Trans Cedron (betekent over de beek). Café De Baek ontleent zijn naam uiteraard ook aan de beek, waarvan het laatste deel, het deel tussen Spoorstraat en Nieuwstraat, na de oorlog is overkluisd. En verder de naam Sloterbeekstraat, genoemd natuurlijk naar de vroegere Sloterbeek, die eertijds buiten de zuidelijke stadsmuur stroomde. En dan nog de Helbeek, juist ten noorden van de ommuurde stad en… de Rijnbeek(straat).

Die laatste is er nog; Ut Rienke oftewel de Rijnbeek, een restant van de nooit voltooide Fossa Eugeniana, een door de Spanjaarden beoogd kanaal tussen de Rijn en de Maas. De aanleg was ten tijde van de Spaanse koning Filips IV, begin zeventiende eeuw. Dreef ook een molen aan, de Hoogmolen. Kom ik op terug.

Jammer, dat vrijwel alles is ‘droog gelegd’? Best wel. Maar dat is een persoonlijke mening. 

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

Van nul tot nu van woensdag 25 juni 2025- Volgorde van de Sacramentsprocessie (2)

- door Albert Lamberts -

In mijn vorige blog schreef ik al over de vroegere Sacramentsprocessie. Deken Jos Spee van Venlo vindt het jammer, dat er al jaren geen processie meer trekt. Die had dan verleden week moeten trekken – altijd de tweede donderdag na Pinksteren -, maar in Venlo bleef het stil. Dat wil zeggen, er kwamen wel Duitse bezoekers, want Sacramentsdag is in Duitsland nog een vrije dag: Frohleichnam. Die dag wordt door duizenden oosterburen met beide handen aangegrepen om gezellig over de grens, in Venlo of Roermond, Einkaufen zu machen.


Maasschriksel versierd met vlaggetje en een loper van zaagsel over het plaveisel (lectie Sef Derkx) 

Zoals gezegd, vroeger werd dit feest van de katholieke kerk ook in Venlo gevierd met onder andere de feestelijke Sacramentsprocessie, waaraan zo ongeveer elke school, elke vereniging, zekere de R.K.-verenigingen, de militairen, muziekgezelschappen, enz. deelnamen. Het was destijds ook in Nederland een vrije dag. Officieel nu nog, maar in tegenstelling tot in veel andere Europese landen, geen praktijk.

In de vorige aflevering was ik tot en met nummer 37 van de processie-opstelling gekomen: de Eerw. Paters Dominicanen en de Eerw. Heren Geestelijken. Zij gingen direct vooraf aan nummer 38; vet gedrukt op de opstellingslijst: Het Allerheiligste. De deken droeg de monstrans, die een geconsacreerde hostie bevatte, door de straten onder een door vier mannen gedragen baldakijn. De processie werd afgesloten met 39 Burgerlijke en Militaire overheid; 40 Heren Kerkmeesters; 41 Oud-prefecten der Aartsbroederschap van het Allerh. Sacrament en leden Stille Omgang; 42 Leden van de Aartsbroederschap van de H. Familie en tenslotte nummer 43 Mannen niet behorende tot een godsdienstige vereniging. 

Voilà, de volgorde van de Sacramentsprocessie.

De leiding van de processie was opgedragen aan de Heren Officieren van de Aartsbroederschap van het H. Sacrament. Deelnemers werden verzocht uiterlijk om 10.30 uur – na de hoogmis van 8.30 uur – aanwezig te zijn om de aangewezen plaats in te nemen. De instructie gaat verder: Rechts bidt voor, links bidt na. De bewoners der straten en pleinen waardoor de processie trekt, zullen het zich tot een eer rekenen, hun woning een passende versiering te geven door bloemen, brandende kaarsen, beeldjes en vlaggen. Een nauwelijks verhulde aansporing om de route passend te versieren. Daar werd dan uitbundig gevolg aan gegeven. Er werden langs de route van de processie complete altaartjes ingericht. Voorts was op een flink deel van de route de straat belegd met een loper van zaagmeel, waarin met gekleurd zaagsel motieven waren aangebracht, zoals bloemmotieven. De processiegangers mochten deze loper niet betreden, dat was voorbehouden aan alleen de deken met de monstrans.

De instructie sloot met de mededeling dat de leden van de Aartsbroederschap van het Allerheiligste Sacrament op processie-zondag zoveel mogelijk tot de H. Tafel zouden naderen.

Anno 2025 is van een processie in Venlo geen sprake meer. De meeste mensen, zeker veertig-minners, zullen niet eens meer weten wat Sacramentsdag inhoudt, laat staan een Sacramentsprocessie.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

De Halte XXL van woensdag 2 juli 2025 - Naar de geboortegrond van de cocktail prins Willem-Alexander

 - Sef Derkx -
Met Sint-Jan in het vizier aten we een van de laatste keren dit jaar asperges. Er kwam een klassieker op tafel: cocktail Prins Willem-Alexander. Een iconisch voorgerecht gecreëerd in 1967 bij hostellerie De Hamert door chef-kok Herman van Ham. Het is een combinatie van asperges met kipfilet, sinaasappelpartjes, geslagen room, sherry, kerriepoeder en gembersiroop. De introductie van de culinaire creatie trok massale media-aandacht. De cocktail ging in die dagen de hele wereld over. In het kielzog ervan eveneens de namen van Herman van Ham en De Hamert.



De geschiedenis van de horecazaak gaat terug naar 1948, als Jan en Lies Grothausen met zoon Jan en schoondochter Roos het hotel-café-restaurant Robijns in Wellerlooi overnemen. Ze blazen de wat ingedutte uitspanning aan de rijksweg Venlo-Nijmegen nieuw leven in. 

Het echtpaar had tevoren leiding gegeven aan hotel Wilhelmina en hotel het Zwijnshoofd in Venlo. Lies Grothausen had er naam gemaakt als kokkin. Topgerechten in de beginjaren waren gebraden kip, paling in het groen en zwezerik met parmaham en tomaten. In 1954 komt Herman van Ham in dienst als assistent. Hij was werkzaam geweest in het National in Venlo. Niet lang na zijn aantreden in de Hamert neemt hij de scepter over van madame Grothausen. Tot aan zijn pensionering zal hij leiding geven aan de keukenbrigade. Hij is één van de eerste koks in Nederland die een Michelinster krijgt en deze liefst 27 jaar weet te behouden. Velen kennen hem als Mister Asperges. Tijdens zijn loopbaan verwerkt hij vele duizenden kilo’s van het witte goud.




Hoe zou het etablissement er heden ten dage bij liggen, vroegen we ons af. De zaak ging eind 2018 dicht. Initiatieven voor huisvesting van arbeidsmigranten leden schipbreuk. Een nieuwe eigenaar bedacht een ander concept, een zorghotel voor senioren. Het plan circuleert waarschijnlijk nog ergens in ambtelijke molens. 




Op de maandagmorgen van ons bezoek is er geen leven op de geboortegrond van de cocktail Prins Willem Alexander. Het pand is overwoekerd met groen. Een bordje bij de ingang van het voormalige hotel waarschuwt voor een gevaarlijke, bijtgrage hond. We spitsen onze oren, maar horen geen geblaf. Bij de entree van het restaurant spieden we door raampjes naar binnen. De ooit riante eetzaal ligt er troosteloos bij. Meubilair staat gestapeld, nergens is ook maar iets van een activiteit te bespeuren. 



Het bord met het welbekende logo van De Hamert beweegt zachtjes op de wind. Het is wachten op een nieuwe, frisse wind voor het bedrijf.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

donderdag 26 juni 2025

De Halte XXL van woensdag 25 juni 2025 - Giselle Kuster

 - door Sef Derkx/foto's Museum van Bommel van Dam -

Waar waren we gebleven? Met de bus op weg naar Velden gestrand in een file. Die werkte zo op de zenuwen, dat we uitstapten bij de eerste de beste halte bij De Beerendonck. Geen Velden dus, maar de tentoonstelling over Giselle Kuster in Museum van Bommel van Dam.

De expositie bracht ons naar het Venlo van de tweede helft van de jaren dertig van de vorige eeuw. Giselle Kuster (1911-1972) had een atelier aan de Peperstraat, ingericht door haar ouders die rotsvast geloofden in haar artistiek talent. Niet onterecht, haar kwaliteiten bleven niet onopgemerkt. Gerenommeerde collega’s als Charles Eyck en Otto van Rees waren liefhebber van haar werk. Ze was het creatieve brein achter de vastelaovesoptochten, die door Jocus in 1936 en 1937 werden georganiseerd. Ze leverde de ontwerpen voor de verschillende wagens die meetrokken. Voor de chique plaatselijke textielfirma Wed. F. Receveur maakte ze ontwerpen en modetekeningen.

In de tentoonstelling treffen we enkele fascinerende werken aan uit haar vroege periode in Venlo. Zoals twee portretten, trefzeker geschilderd. Een graatmagere man met en hoekig gelaat, gekleed in zondags pak, poseert staand. Tussen duim en wijsvinger houdt hij een sigaret vast. Hij kijkt een beetje bedenkelijk van ons weg. Waarschijnlijk geen vrolijke Frans, deze Cees Cretier. Zijn debuutroman ‘Eigen ik’, wordt in een kritiek weggezet als ‘romantische luchthapperij’.  Zonde van het kostbare papier, dat in het jaar van verschijnen 1946 nog schaars was. De literaire ambities van de Venlonaar zijn daarmee klaarblijkelijk gesmoord. In Leiden start hij een niet al te best lopende winkel in tweedehands boeken.


 Een andere vooroorlogse parel is het paneel ‘Portret van een oudere man’. Giselle Kusters heeft de keurig geklede heer in een fauteuil geplaatst. Zijn winterjas moest hij aanhouden. Jammer dat niet overgeleverd is wie het is. Ook de begeleidende publicatie ‘Onbegrensd - Het leven & werk van Giselle Kuster’ geeft daarover geen uitsluitsel. Maar laat dit geen kritiek zijn. Het prachtig vormgegeven boek is vlot geschreven, waardoor het zeer toegankelijk is. Zonder kunsttheoretische ‘luchthapperij’ inderdaad. 


Kuster treedt eruit naar voren als een levenslustige en ondernemende kunstenaar, getalenteerd en volkomen onterecht in de vergetelheid geraakt. Nog niet zo lang geleden was er een pleidooi om nieuwe straten in de gemeente Venlo naar vrouwen te vernoemen. Zet Giselle Kuster maar op de shortlist, dames en heren van de commissie.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

donderdag 19 juni 2025

Van nul tot nu van woensdag 18 juni 2025 - Volgorde van de Sacramentsprocessie

- door Albert Lamberts -

Het is misschien wat oneerbiedig, een sacramentsprocessie of bronkprocessie in één zin te noemen met een carnavalsoptocht en inhoudelijk slaat dat natuurlijk ook nergens op, maar er is toch ergens een overeenkomst. In de carnavalskranten wordt vrijwel altijd de opstelling van de diverse optochten bekend gemaakt; vroeger gebeurde dat ook in de kerkenblaadjes voor de processies door de katholieke gemeenschap: ietwat oneerbiedig inderdaad, maar het ging toch ook echt om de opstelling.

De jaarlijkse Sacramentsporocessie op de Parade in Venlo, juni 1930 (foto Limburgsch Illustratie van 21 juni 1930)

Voor de veertig-minners: in de Rooms-Katholieke Kerk wordt (werd) tijdens een processie een geconsecreerde hostie in een monstrans op plechtige wijze door een priester door de straten van een stad of dorp gedragen. De priester gaat bijna aan het einde van de processie onder een zogeheten processiehemel, die op de vier hoeken door dragers boven de priester zijn hoofd wordt gehouden.

Processies waren vroeger in katholiek Nederland grote gebeurtenissen, die plaatsvonden onder andere op de tweede donderdag na Pinksteren, Sacramentsdag, dit jaar is dat donderdag 19 juni.

Ook in Venlo trok de Sacramentsprocessie. Heel Venlo trok mee en wie niet, die stond op zijn minst langs de route.

Het was een hele organisatie, vandaar dat ruim van tevoren een programma werd opgesteld en de volgorde van scholen, gildes, muziekgezelschappen, verenigingen, enz. enz. bekend werd gemaakt. Op een A5tje werd de volgorde van de - in het geval van documentatie voor dit artikel - 43 nummers meegedeeld.

Het kruis ging vooraf en werd gevolgd door de Bruidjes met Lam Gods (1ste groep). Daar sloten bij aan de Kleuterschool, de Koninklijke Philharmonie en de kinderen van de 4e en 5e klas a) jongens, b) meisjes. Netjes gescheiden dus. De jeugd van het wijkhuis kreeg nummer 6 en de Bruidjes (2e groep) volgden. Vervolgens de Gidsengroep St. Irmina, de leerlingen van de huishoudschool St. Anna. Het eerste R.K.-gezelschap was het R.K. Vrouwengilde, afdeling Venlo. Onder nummer 13 liepen mee de Vrouwen niet behorende bij bovenstaande verenigingen zoals op 10 de O.L. Vrouw Hemelvaartcongregatie en op 11 de Meisjesgroep Marianum. Omdat het zo veelzeggend is, hieronder de volgende nummers:

Meisjesgroep O.L. Vrouw Loretto-school; Groep H. Maria, Koningin der wereld; studenten der H.T.S.; R.K. Trommel- en Fluitercorps; Verkennersgroep Sinter Merte; K.A.B. en haar vakverenigingen; R.K. Handelsreizigersver.; Alg. R.K. Ambtenarenver. P.T.T.; R.K. Politieambtenver.;l Werknemende Middenstand; Kath. Bond voor het Gezin; R.K. Jonge Tuinders; R.K. Jonge Middenstand; R.K. Middenstandsver. en haar vakverenigingen; St. Adelbert-vereniging en R.K. Werkgeversvereniging; A.R.K.O. Deputatie onderofficierenver. St. Martinus, R.K. Militairenvereniging; Leden van de Aartsbroederschap v.h. Allerh. Sacrament; Herdertjes en Bruidjes (3e groep); Koninklijke Fanfare; het zangkoor van de Martinuskerk; Eerwaarde Zusters; Eerw. Broeders; Bruidjes (4e groep); Eerw. Paters Dominicanen en Eerw. Heren Geestelijken.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stur Albert lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

De Halte XXL van woensdag 18 juni 2025 - Giselle Kuster

 - door Sef Derkx- 

De bus naar Velden staat enkele minuten na vertrek bij Station Venlo vast in de file op de Burgemeester van Rijnsingel. Slakkengang? Nee hoor, een vitale slak kruipt sneller. In Duitsland zijn de winkels gesloten, ‘bei uns in Venlo’ niet. Vandaar de file. Getergd besluiten we bij de eerste de beste halte uit te stappen. Tien minuten later zijn we eindelijk  bij De Beerendonck. Museum van Bommel van Dam wordt vandaag het alternatief. Sinds enkele weken staat er de tentoonstelling ‘Onbegrensd - Het leven & werk van Giselle Kuster’.


Het prachtig vormgegeven boek dat de expositie begeleidt, hebben we afgelopen dagen goeddeels uitgelezen. Daardoor is de presentatie in het museum over de van origine Venlose kunstenaar een soort van weerzien. Die expositie blijkt  met liefde samengesteld.



Giselle Kuster (1911-1972) was enig kind van een kleermakersechtpaar. Het gezin woonde aan de Steenstraat. Het meisje tekende graag en werd daarin gestimuleerd door haar ouders. Ze had talent en kreeg les van een jonge Hongaarse kunstenaar die op vleugels van de liefde in Venlo was neergestreken, Ferenc László Hernady Vandzsura. Na haar middelbare school vertrok Giselle naar Luik, waar ze twee jaar aan de academie studeerde.


Tijdens het verblijf in Luik verhuisden haar ouders naar de Peperstraat en richtten er een atelier in voor dochterlief. Dat werd een epicentrum voor artistiek Venlo van voor de Tweede Wereldoorlog. Zullen de gesprekken er ook gegaan zijn over de benarde situatie voor kunstenaars in buurland Duitsland? In 1937 werden op instigatie van de nazi-autoriteiten zo’n 16.000 kunstwerken uit
  musea verwijderd, die als ontaard werden beschouwd. Het ging veelal om werken van expressionisten. Kunstenaars, schrijvers en journalisten trokken weg uit Duitsland. Vaak zullen ze over station Venlo zijn gereisd. Het is meer dan aannemelijk dat Kuster en haar vrienden en vriendinnen mee hebben gekregen, dat de vrijheid in het buurland werd uitgewist. Hoe zullen ze erop gereageerd hebben?

Kuster maakte in deze jaren illustraties voor kranten en tijdschriften, reclamewerk voor bedrijven en modetekeningen voor onder meer de bekende Venlose firma Receveur. Ze werkte bovendien aan schilderijen, beïnvloed door vooral het expressionisme. Giselle was bij veel activiteiten in Venlo betrokken. Zo was ze het creatieve brein achter de wagens in de carnavalsoptochten, die werden georganiseerd door Jocus. Giselle werd een Bekende Venlose, over wie de kranten schreven (wordt vervolgd).

Reageren Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl. 

dinsdag 17 juni 2025

Is het zaadje van de Passiespelen Tegelen in Overloon geplant?

- door Jos Wolbertus -

Volgend jaar, 2026, zal er weer een opvoering zijn van het Passiespel in Tegelen. Vanaf 1931 wordt er, met tussenpauze van vier of vijf jaar in de Doolhof aan De Drink een boeiend toneelspel opgevoerd welk sinds het begin honderdduizenden mensen naar Tegelen bracht. Maar hoe is het zover gekomen?

Hoewel op de website van de Passiespelen het jaar 1926 als oprichtingsjaar voor de openluchtspelen in Tegelen wordt genoemd is het toch pas februari 1927 worden als er een vergadering bijeen wordt geroepen in café De Gouden Berg aan de huidige St. Martinusstraat.  

26 februari 1927. Bron: Limburger Koerier via Delpher

Het fenomeen openluchttheater is dan niet vreemd, uiteindelijk zal Nederland een zestigtal theaters in de openlucht krijgen.  Dus ook in Tegelen. 

De Verloren Zoon, Overloon 1925. Bron: Delpher

De aanleiding.

Hoewel Tegelen destijds, en wellicht nog, bekend stond om zijn muzikale en culturele verenigingen bestond er zoiets als een openluchtspel nog niet. In 1925 komt daar, tijdelijk, verandering in. Maar niet door Tegelenaren zelf maar door toneelspelers uit Overloon. In Overloon is namelijk in 1925 net een nieuw theater geopend onder de naam “de Victorieklef” In dat jaar wordt het spel “De Verloren Zoon” opgevoerd door de Overloonse toneelvereniging. Een succes, het aantal geplande opvoeringen moet worden uitgebreid. Ook in Tegelen hoort en leest men van dit succes en men nodigt het Overloonse gezelschap uit om het spel ook in Tegelen op te voeren en wel in De Doolhof. Met twee bussen vol spelers vertrekt men naar Tegelen. En net als in Overloon wordt ook in Tegelen de opvoering een succes. Het zaadje is geplant. 

Bron: Delpher

Het vervolg

Zoals al gemeld wordt er twee jaar later een vergadering bijeen geroepen om te komen tot een eigen openluchtspel in Tegelen. Gekozen wordt voor de voorstelling Franciscus. Geen vreemde keuze want in 1927 wordt het 7e eeuw van de H Franciscus  gevierd. In Venlo zijn grote feesten gepland en de keuze voor Tegelen om ook deze Heilige te eren is dan ook niet vreemd. 

Medewerkers eerste openluchtspel 1927 krijgen koffietafel aangeboden. Bron: Gemeentearchief Venlo

 Bij de opening laat de voorzitter duidelijk aan het publiek weten, de Doolhof is van en vóór Tegelen en er zal niet toegestaan worden dat andere gezelschappen hier gebruik van maken. De tijd zal anders uitwijzen. 

Franciscusspel. Bron: Gemeentearchief Venlo

Het spel, opgevoerd door 100 amateur-acteurs, begeleid door een koor van 180 zangers en door het orkes Mignin, wordt een succes. De omgeving van de Doolhof wordt geroemd, het op een na mooiste van Limburg.  Citaat in de Maasbode: “Als een stolp welft de hemel zich over deze oase, de groenend opduikt in de uitgestrektheid van hei en wei”.

Advertentie voor het Franciscusspel. Bron: Delpher

Maar dezelfde Maasbode heeft ook kritiek, zo hebben de banken geen rugleuningen wat bij de lange zit toch wel gewenst was en het “geleur” met bier en chocolade tijdens de voorstelling wordt door de toeschouwers als ergerlijk ervaren. “Gebruik daarvoor de pauze” is het advies van de Maasbode. 

Deze komende drie jaren zullen er nog andere opvoeringen komen. Ondertussen bezoekt het bestuur Oberammergau en verwondert zich daar aan de opvoering van het Passiespel. In 1931 neemt men het besluit om ook in Tegelen de lijdensweg van Jezus uit te beelden. 

Ook in 2026 zal er weer een spel worden opgevoerd, mogelijk aangepast aan de huidige tijd.


Reageren? Stuur Jos Wolbertus een e-mail: stjoseph@home.nl.

donderdag 12 juni 2025

De Halte XXL van woensdag 11 juni 2025 - Grand Canal du Nord

- door Sef Derkx/foto's auteur -

Boekend is er bekaaid afgekomen in De Halte. Sterker, we hebben er  nog nooit over geschreven. De reden? Arriva laat het dorp links liggen. Ook rechts trouwens, afhankelijk vanuit welke richting de bus komt. Om soelaas te bieden in het isolement is tien jaar geleden een bijzonder initiatief genomen. Vrijwilligers gingen zorgen voor openbaar vervoer op afroep van en naar Boekend. Een decennium later is het werkgebied uitgebreid en zijn onder de vlag van Wensauto De Bekkerie bijna vijftig vrijwilligers actief. Vanwege dit kroonjaar zijn we uitgenodigd een rit mee te maken.

We zijn door chauffeur Joep en gastvrouw Marianne opgehaald en brengen eerst andere gasten naar hun bestemming. Vervolgens rijden we binnendoor van Maasbree naar Boekend. In dit buitengebied waren we nog nooit. We genieten van het uitbundige voorjaarsgroen. Enkele dagen groeizame regen heeft gezorgd voor een soort van explosie. Onze bestemming is een bruggetje aan de Kockerseweg over de bedding van het Grand Canal du Nord, beter bekend als de Noordervaart. Het grootse kanaalproject van Napoleon Bonaparte had vooral een handelspolitiek motief. De Hollandse zeehavens moesten erdoor worden getroffen. Een kanaal  tussen Antwerpen, Venlo en Neuss zou Schelde, Maas en Rijn verbinden. Door de rechtstreekse verbinding over water kon Antwerpen hét handelscentrum van West-Europa worden. In 1807 werd met de werkzaamheden begonnen.

In Maasbree en Blerick waren in 1809 en 1810 zo’n drieduizend werkers actief, geworven uit de regio Luik en Herstal. Velen werkten in het grondverzet. Zwaar werk, dat werd verricht met schop en kruiwagen. Voor de bouw van bruggen, kades en sluizen waren ervaren bouwvakkers nodig. De klei voor de stenen was afkomstig uit kleiputten in de buurt; de stenen werden gebakken in veldovens. De kanaalwerkers waren arbeidsmigranten avant la lettre. Ze waren ingekwartierd bij de lokale bevolking of woonden in keten bij het werk. Vaak met hun familie. Hoe zal de autochtone bevolking hebben aangekeken tegen de invasie van zoveel werkers uit den vreemde? We weten het niet.

In 1810 werd het koninkrijk Holland in zijn geheel gevoegd bij het keizerrijk Frankrijk. De Hollandse zeehavens verloren hun autonome concurrentiepositie ten opzichte van Antwerpen. De aanleg van het kostbare Grand Canal du Nord was daardoor overbodig. Het kanaalproject werd op een laag pitje gezet in 1813. Van uitstel kwam afstel. In Boekend is de droge bedding van het kanaal nog zichtbaar als stille getuige van een megalomaan plan.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

zondag 8 juni 2025

Van nul tot nu van woensdag 4 juni 2025 - Onhygiënisch (2)

- door Albert Lamberts -

Ik had het verleden week over de onhygiënische toestanden in Venlo. Weliswaar had de sloop van de vestingwerken na 1867 plaats, maar het gebied binnen de vroegere muren behield vooralsnog zijn verstikkend en ongezond klimaat. Nauwe steegjes, oude en vaak bouwvallige bouwwerken en industriële bezigheden met zijn vervuilende consequenties tussen de bewoning.

Beeld van de sanering van de Jodenstraat. Helemaal rechts het Romerhuis (collectie Albert Lamberts)

In de tweede helft van de negentiende eeuw bezocht auteur J. Craandijk, die Limburg doorkruiste, Venlo en zijn kritiek op de stad was niet mals. In 1883 schreef hij: Venlo is een doodsche, sombere stad, waar niet veel is, dat het oog aangenaam doet. Zelfs de Martinuskerk – thans basiliek – ontkwam niet aan zijn kritiek. De kerk was recent nog gerenoveerd door de befaamde architect Cuijpers uit Roermond, maar toch schreef Craandijk over de wat vervallen en verwaarloosden ingang.

Deze kritiek was van toepassing op wat Craandijk zag, maar hij kon niet achter de voordeuren kijken. En juist daar was het nog veel erger. Daar was juist de ontmanteling van de vesting mede schuld aan. Waterlopen werden gedempt waardoor afvalwater vaak geen uitweg naar de Maas kon vinden en kelders en straten deed onderlopen. Het was een smeerboel. Vuil, waterpoelen, mestvaalten en ook de veel te smalle steegjes werkten ziektes in de hand. Venlo stond te boek als een van de smerigste steden van Nederland en als een stad met een hoge kindersterfte. Tussen 1896 en 1900 stierven 18,3 kinderen per duizend in het eerste levensjaar, een aantal dat in 1915 was gereduceerd tot het toch nog schrikbarende aantal van 11,5.  Overigens kampten veel grote steden in Nederland met hoge kindersterftecijfers. Vanzelfsprekend was het bovengemiddelde alcoholgebruik in Venlo – het hoogste van Limburg - mede van invloed op de gezondheid, zeker in de wijken waar alles gebeurde wat God onder de zon verboden had. Een gemeenteverslag uit 1894 vermeldt het buitensporig gebruik van jenever. Onmiskenbaar dat ook de armoede in de arbeidersgezinnen een rol speelde in de tekort schietende woonomstandigheden.

Er gloorde echter hoop op betere tijden. Als een vanuit de hemel gezondene vestigde zich in Venlo een apotheker, Hermanus van Rijn, die plaats nam in een pas opgerichte districtscommissie, die de plaatselijke gemeentelijke gezondheidscommissie verving en die zich, samen zijn collega’s Van der Grinten (van het latere Océ) en Schrijnen  intensief met de verbetering van de hygiënische omstandigheden in Venlo ging bezighouden, eerst als wethouder en vervolgens als burgemeester. In samenwerking met de nog jonge wooncorporatie werden sloppenwijken rigoureus aangepakt, werd een vergunningstelsel voor cafés ingevoerd en werd prostitutie uit de stad verbannen. De oprichting van een lokale Groene Kruisvereniging met als grote stimulator Dr. Oscar Wolters sorteerde ook wezenlijke verbetering van de algehele gezondheidssituatie en… de encycliek Rerum Novarum van paus Leo XIII pleitte voor verbetering van de werk- en leefomstandigheden van de arbeider. 

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

zaterdag 7 juni 2025

De Halte XXL van woensdag 4 juni 2025 - Jan Berden

- door Sef Derkx/fotos Facebookgroep Blierick, Hou-Blierick en d'n Bookend  -

Halte Pepijnstraat in Blerick is bijna voor de deur van de kringloopwinkel van Chris van Hoogstraten. We komen er graag, de eigenaar heeft altijd een vriendelijk woord. Zijn hond Fientje is een schatje. B&C is bovendien een interessante kringloopwinkel van de oude stempel. Je loopt voorzichtig over een smal paadje tussen stapelingen van de meest uiteenlopende objecten. Winkelen is er schatgraven. In het pand op de hoek met de Van Haeffstraat zat vroeger de bakkerij en kruidenierswinkel van het gezin Berden. Wanneer het koud en vochtig is en de ruiten beslagen zijn, kun je onder een bepaalde hoek de oude belettering nog lezen die op de etalageruit stond.

Hoek Pepijstraat en Van Haeffstraat, eind jaren '40

Bakkerszoon Jan Berden stuurde onlangs zijn oorlogsmemoires op. Hij had de theatervoorstelling … Eindelijk vrij! op de Groote Heide bezocht en was er zo van onder de indruk, dat hij zijn herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog graag  wilde delen. Centraal in zijn kroniek staat het verschrikkelijke geallieerde bombardement op de Maasbruggen van zaterdagmiddag 28 oktober 1944. De bommen misten hun doel en kwamen onder meer terecht op de Van Haeffstraat en Pepijnstraat. Het gezin Berden zat in de extra gestutte kelder en hoorde plots een oorverdovende knal. Het huis schudde op zijn grondvesten: ‘Flessen melk vielen om. Overal dwarrelde stof. Na enige tijd stilte, verbazing en ontreddering kwam de overbuurman Hovens aan het kelderraam roepen of er nog leven was.’ Het huis was gedeeltelijk getroffen door een bom. Elders in Blerick waren negentien doden te betreuren op deze zaterdagmiddag. Om de hoek in de Van Haeffstraat kwamen acht mensen om het leven.

Op 5 november 1944 stond de binnenstad van Venlo na weer een bombardement op de Maasbruggen in brand: ‘Het was een enorm vuurwerk, waarbij je als het ware de krant kon lezen.’ Kleine Jan Berden was een jongetje van bijna zeven jaar. De herinneringen aan de bombardementen hebben hem nooit verlaten.

Het gezin bleef nog enkele weken wonen in het zwaar beschadigde huis. Ze vertrokken daarna naar Hout-Blerick, waar ze onderdak kregen bij bakker Cupers. Eind november 1944 werd Hout-Blerick bevrijd. De inwoners werden geëvacueerd door de geallieerden: ‘Het was behoorlijk koud en het sneeuwde. Van de voettocht door de bossen naar Maasbree herinner ik me nog de gebrekkige, met witte linten afgezette zijkanten van de weg. Vanwege de mijnen. De resten van een opgeblazen boerenkar en paard lagen er nog. In Maasbree aangekomen, werden we over onze hele lijf ontluisd met DDT-pasta.’

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

maandag 2 juni 2025

Van nul tot nu van woensdag 28 mei 2025 - ‘Ellendigen, hygyiënische toestand in de stad’ (1)

 - door Albert Lamberts -

Niettegenstaande de Inspecteur en de Adjunct inspecteur al het mogelijke doen om den ellendigen, hygiënischen toestand, waarin Uwe gemeente verkeert, te doen veranderen, stuit het Geneeskundig Staatstoezicht nog steeds op den onwil van Uwe zijde in het volledig opvolgen  der aan de hand gedane middelen; verbeterde afvoer van water, zuiver houden van de bodem, riolen en goten, opruimen van de onreinheid op straten, het vervoer van meststoffen, afsluiting van slecht watergevende pompen, naleving van de epidemiewet, aldus een brief van de Geneeskundige Raad voor Noord-Brabant en Limburg van 4 juli 1884.


De Geneeskundige Raad stelde nadrukkelijk, dat het aantal artsen in Venlo voldoende was, maar het is echter de vraag of deze artsen veel hebben kunnen uitrichten tegen de vloedgolf van epidemische ziekten, die de bevolking over zich heen liet gaan.

Venlo was, dat mag duidelijk zijn, een vieze en ongezonde stad om in te wonen. Best verklaarbaar, immers de stad was binnen haar muren overbevolkt.

Ga maar na: toen Venlo de stadsmuren bouwde in de veertiende eeuw telde de stad tegen de drieduizend inwoners, eind negentiende eeuw waren dat er ongeveer drie keer zoveel. De mensen wóónden niet alleen binnen de muren, maar hadden er ook hun winkel, hun bedrijfje als zoutziederij, bierbrouwerij, leerlooierij pijpenfabriek, peperkoekenfabriek, enz. Bovendien was veel grond binnen de muren eigendom van de rooms katholieke kerk en dus onttrokken aan beschikbaarheid voor woningbouw. De mensen woonden (te) dicht op elkaar en ja, letterlijk zelfs onder elkaar. De smalle straatjes, zoals nu nog bijvoorbeeld het Ursulastraatje, waren het gevolg van ruimtegebrek. Licht en lucht ontbraken.

Een andere factor van doorslaggevende aard betreffende de hygiëne: men hechtte er niet zoveel waarde aan. Mestvaalten, mestkuilen, straatvuil en waterpoelen in de openbare ruimte waren meer regel dan uitzondering. De gevolgen laten zich niet moeilijk raden. Het was, kort gezegd, een grote smeerboel en dat was de Geneeskundige Raad voor Noord-Brabant en Limburg bepaald niet ontgaan. In 1884 werd daarom een gemeentelijke Gezondheidscommissie in het leven geroepen, waarin drie door de raad gekozen raadsleden zitting in hadden. Belangrijk resultaat van het werk van deze commissie was het aanleggen van een drinkwaterleiding. Het zal niemand  verbazen, de stuwende kracht in deze commissie was ene H.B.J. van Rijn, apotheker van huis uit, die zich in Venlo had gevestigd. Zoals ook tijdens zijn langjarig burgemeesterschap wilde Van Rijn met eigen ogen de situaties zien en wat hij zag stemde hem absoluut niet vrolijk. Hele wijken waren verloederd en verstoken van de meest primaire voorzieningen. Helschriksel, Maasschriksel, Roermondsepoort en Jodenstraat waren concentraties van alles wat op het gebied van hygiëne ontbrak. Slapen en wonen in dezelfde ruimte was gewoon, toiletten waren er niet of nauwelijks, mest werd opgeslagen, soms zelfs in huis, voor gebruik in de landbouw.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: floddergats@home.nl.

donderdag 29 mei 2025

De Halte XXL van woensdag 28 mei 2025 - Sint-Gregor

- door Sef Derkx -
Zonder geluk vaart niemand wel. We zijn van plan om de bus naar huis te nemen, wanneer we in hartje Steyl Gerard Fokkens ontmoeten. Hij is bestuurslid van veel verenigingen, onder meer van de stichting die de activiteiten organiseert in het kader van 150 jaar Kloosterdorp Steyl. Een ervan is een expositie deze zomer in Sint-Gregor. We zijn van harte uitgenodigd voor een bezoek aan het klooster met een groepje kunstenaars. 


Een buitenkans, want het klooster staat al jaren leeg. Het indrukwekkende pand uit 1895 is het thuis geweest van de drie kloosterordes, die zijn gesticht door Arnold Janssen. De zusters, paters en broeders hebben het in verschillende periodes bewoond. De laatste functie was die van verzorgingstehuis voor senior-religieuzen. Het bejaardenhuis werd in 2008 abrupt gesloten, omdat het niet voldeed aan de eisen voor brandpreventie. Een brand in het naastgelegen Limburgs Schutterijmuseum had dit duidelijk gemaakt. De bewoners verhuisden naar kloosters in Duitsland. Waar veiligheid in het geding is, komen bezoekers vanzelfsprekend niet zo makkelijk binnen. Maar vandaag is bij hoge uitzondering een begeleid bezoek aan de benedenverdieping toegestaan. 



Bij binnenkomst worden we begroet door een manshoog beeld van een heilige paus met tiara, we gokken op Gregorius. We lopen door kloostergangen met prachtige tegelvloeren in geometrische motieven en glas-in-loodramen. Hebben zicht op een binnentuin waar de natuur vrij spel heeft. Een deur wordt geopend naar de piekfijn onderhouden kamer waar Arnold Janssen op 15 januari 1909 stierf. Van eerdere bezoeken weten we dat het schaarse meubilair, zoals de bidstoel en het sterfbed,
 authentieke stukken zijn. Bijzonder is de bedkist, die met een houten deksel kon worden gesloten en overdag als werktafel diende. In de benedenkapel die door een scheidingsmuur in tweeën is gedeeld, volgt een  toespraak. Door de luide galm onder het kruisribgewelf is het bijna onmogelijk om de toelichting te volgen. Ook de drie neogotische altaren trekken in al hun details en kleuren de aandacht. De benedenkapel mag  gebruikt worden door de exposanten. Dat is dan weer wel duidelijk.

Op eigen gelegenheid kan verder worden gekeken. 



Ietwat beschroomd  lopen we slaapkamers van weleer binnen. Overal ligt een dikke stoflaag, de muurverf bladdert. Door de leegstand is verval ingetreden. Het heeft zijn eigen, bijna betoverende esthetiek. Het is een schoonheid - in de woorden van de schrijfster Marguerite Yourcenar - die door tijd en tegenslag geschapen wordt. 

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.

 

donderdag 22 mei 2025

De Halte XXL van woensdag 21 mei 2025 - Kamp Steyl

 - door Sef Derkx -

Steyl is met afstand onze favoriete bestemming voor De Halte. De busreis met lijn 66 is comfortabel; we hebben nog nooit meegemaakt dat er geen zitplaatsen waren. Deze maanden zijn we vaak op Steyl, omdat het kloosterdorp feestviert. In 1875 arriveerde de Duitse priester Arnold Janssen er, het begin van stormachtige ontwikkelingen. Het ‘Klein Vaticaan van Limburg’ is heden ten dage van grote cultuurhistorische waarde. Het is dé monumentale parel in de gemeente Venlo.  

Zijgevel voormalige kloosterdrukkerij (foto auteur)

Op weg naar de kloosterbegraafplaats passeren we de voormalige drukkerij. Deze werd gebouwd tussen 1893 en 1898 en was van meet af aan een van de meest geavanceerde drukkerijen van Europa. Voor de religieuzen van Steyl was het gedrukte woord een belangrijk instrument om geloof en missie-ideaal te verspreiden. Al in de beginjaren stond in het Missiehuis een drukpers. Voor de inzegening  was een fotograaf uitgenodigd. Helaas, zijn foto’s mislukten. Een jaar later kwam een volgende fotograaf. Deze slaagde wel in zijn missie. Hij trad zelfs in in het klooster. In een deel van de voormalige drukkerij is heden ten dage het Wereldpaviljoen gehuisvest, waar jongeren op speelse wijze in contact komen met andere culturen. Het grootste deel van het gebouw staat echter leeg en wacht op een nieuwe bestemming.

Bewakers en ander personeel van het bewarings- en verblijfskamp in Steyl (bron: Heemkundige Kring Tegelen). Van links naar rechts Smeets (?), Ambaum, Feyen (bewaker), Cruysberg, Engelen (bewaker), Stoffels, Wilbers, Janssen (bewaker), Van Abcoude (hoofd administratie), Bloemers, Elias, Kreykamp (bij-kok), Beurskens, Thijssen en Peters.

We maken een sprong van tachtig jaar in de tijd. Nederland was bevrijd van het nazi-juk. Velen werden gearresteerd op verdenking van collaboratie. De politiebureaus puilden uit. In Venlo werden deze zogenoemde politieke delinquenten ondergebracht in de Deutsche Schule aan de Julianastraat. Daar was al snel ruimtegebrek. De kloosterdrukkerij in Steyl stond leeg en werd ingericht als Kamp Steyl. Vanaf 1 juni 1945 arriveerden er de eerste gevangenen. Het gebouw was zwaar beschadigd en was krap bemeten voor de soms meer dan 750 gedetineerden. Niet alleen de sanitaire voorzieningen waren volstrekt onvoldoende, er was een gebrek aan alles: tafels, stoelen en banken, slaapgelegenheden en keukenbenodigdheden. Kamp Steyl moest zichzelf bedruipen. De bewoners verrichtten dwangarbeid buiten het kamp. Mits ze over kleding en schoenen beschikten, hetgeen vaak niet het geval was. Het regime was bijzonder streng.  Eind 1945 werden er verbeteringen aangebracht in de mensonwaardige omstandigheden. Er kwamen meer closetpotten, urinoirs, kranen en wasbakken. Tussenmuren zorgden voor privacy. In januari 1946 werden de vrouwelijke gedetineerden vrijgelaten of overgeplaatst. Mannelijke bleven er tot en met oktober van dat jaar.

Onze collega Gerrit van der Vorst, naar wie onze dank uitgaat, schreef eerder een serie interessante blogs over Kamp Steyl. Te vinden: Floddergatsblog: Zoekresultaten voor Kamp Steyl en Floddergatsblog: Zoekresultaten voor Kamp Steyl.

zondag 18 mei 2025

Van nul tot nu van woensdag 14 mei 2025 - Toneel: burgemeester uit vergadering gehaald

- door Albert Lamberts -

Om en nabij vijf jaar geleden schreef ik een verhaaltje met als kop Een bisschoppelijke oorwassing. Het ging toen om een brief van bisschop Van Bommel van Luik – herstel van de bisschoppelijke hiërarchie was in 1853 – aan burgemeester Bontamps, waarin eerstgenoemde de burgemeester de oren waste, omdat die zich had beklaagd over deken Schrijnen. De deken was tekeer gegaan tegen toneeluitvoeringen, die zouden aanzetten tot zonde en verderf. Nota bene was de opbrengst van deze toneeluitvoeringen door het Venlose garnizoen bestemd voor het RK Armenfonds. Dat was in 1837.

Deken Schrijnen (collectie Gemeentearchief Venlo)

Het toneelspel was zo’n vijftig jaar eerder in Venlo ook al reden tot heftige discussies. Er zou een verderfelijke invloed van uitgaan en namens de katholieke kerk fulmineerde de plaatselijke clerus ertegen. Een van de hoofdrolspelers in april 1788 over Komedie was pastoor Van Postel. Aanleiding tot de polemiek was een gepland optreden in het pand van de Bank van Leening aan de Vleeschstraat door enkele jongens. Het aardige is, dat de pastoor zelf over de geschiedenis van Venlo schreef, over de straten van Venlo, over de Bantuin en het gebeuren in Venlo bijna van dag tot dag vastlegde.

Zodoende pastoor zelf aan het woord:

Op 6 April 1788 werd ik door een geestelijke heer gewaarschuwd, dat er enige jongens wederom Komedie zouden gaan spelen bij Stoffel Kragchen, waarom ik de volgende dag in dat huis heb gaan inspectie nemen en alles waar bevonden. Dan zijn bij mij twee van die Kwanten gekomen met het vriendelijk verzoek dat ik het hun toch niet zou beletten. Iets verder: zij wisten ook wel dat dat spelen niet goed was. Ik antwoordde: “Nee, niet één keer.”

Daarop spoedde pastoor zich naar het stadhuis, waar hij stadsbode Lenders burgemeester Mooren uit een vergadering liet halen. Hij herinnerde Mooren er aan, dat hij al eerder hevig tekeer was gegaan tegen spel door het Schippersgilde, waarop de katholieke Venlonaren gedwee thuis waren gebleven. Een nieuwe uitvoering kon niet dan dienen als tot bederf der zeden, en zeide daarbij dat de Venlose jeugd genoeg bedorven was…. Ik verzocht alsdan dat de heren dat spelen aanstonds wilden verbieden, dat ik dan een grote voldoening zou hebben. Pastoor kreeg zijn zin, want kort na het middaguur kwam de bode hem zeggen dat de heren het spel strikt verboden hadden, op boete van  tien goudgulden voor alle betrokkenen.

Pastoor vroeg zich nadien wel af wie de schade zou gaan betalen, want er bleken al veel kaartjes voor de voorstelling te zijn verkocht.

Burgemeester Mooren en de heren hadden zeer tot pastoors tevredenheid gehandeld. Vijftig jaar later was dat door burgemeester Bontamps in deken Schrijnens optiek niet het geval. Omdat de burgemeester – van liberale snit – van geen ingrijpen wenste te weten, op instemming hoopte van de bisschop, maar van hem juist het deksel op de neus kreeg.

Ik moest denken aan huidige, succesvolle toneelverenigingen in Venlo en Tegelen: Silhouet en Tosjopa, aan het Frans Boermans Theater, aan de Venlose revue of het Draaksteken en zo meer…

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

vrijdag 16 mei 2025

De Halte XXL van woensdag 14 mei 2025 - Wie sjôn was Elise de naamgeefster van Villa Elise op Steyl?


 

 - door Sef Derkx/foto's auteur tenzij anders vermeld -

We zijn ook deze week op Steyl, volgens de lokale hymne: 't sjônste plaetske wat me zich dinke kan, want wae d'r oëts gewaes is, dae sprik en sjtüt d'r van. Wie zijn wij om deze loftuiting in twijfel te trekken? Het kloosterdorp is inderdaad een prachtige plek. Een beschermd dorpsgezicht gelukkig. Maar met kleine dissonanten, helaas. Neem bijvoorbeeld de foeilelijke zaal die in 1980 aangebouwd is aan Villa Elise.


























Onbegrijpelijk dat de voormalige gemeente Tegelen hiervoor een vergunning heeft afgegeven. Het bouwsel doet pijn aan de ogen. Pierre Rassaerts (1861-1944), de architect van villa Elise, heeft zich ongetwijfeld driemaal in zijn graf omgedraaid.




Deze foto laat scherp het contrast zien tussen de villa en nieuwbouw  (bron Wikinedia Commons)

In 1905 kreeg Rassaerts van Joseph en Frans Kreykamp de opdracht om aan de Sint-Michaëlstraat op Steyl een villa te ontwerpen voor hun ouders. De broers voerden op dat moment de directie van tabaksfabriek Kreykamp. Een solide familiebedrijf dat in 1881 voor een heuse primeur had gezorgd: de eerste stoommachine van Tegelen. De tabak kwam op de markt onder de merknaam Zonnestralen. 

Advertentie in Dagblad van Noord-Brabant, 16 januari 1923 


De onderneming floreerde, er werd flink winst geboekt en de familie schroomde niet om dit te laten zien. De welstand van de Kreykamps weerspiegelde zich in de villa, die vernoemd is naar Elise Kreykamp. Zij is de enige van de drie zusjes Kreykamp die haar kinderjaren overleefde. In het jaar van oplevering werd ze meerderjarig. Een plaquette in de achtergevel vermeldt de naam Elise, een plaquette in de rechtergevel het jaartal 1906.

















Pierre Rassaerts uit Venlo was een geliefd architect. Hij liet zich vooral inspireren door Jugendstil en art nouveau. Karakteristiek voor hem is het zwierige gebruik van verschillende kleuren baksteen in combinatie met natuursteen. Rassaerts ontwierp in het begin van de vorige eeuw verschillende beeldbepalende villa’s in het Wilhelminapark. De familie Kreykamp wilde blijkbaar niet onderdoen voor welgesteld Venlo. Elise is een statige villa met mooie details. Op niets lijkt bespaard. Ongetwijfeld heeft de familie er met veel plezier gewoond en zijn gasten stijlvol gefêteerd. 

Tegenover Villa Elise werd in 1905 een dubbelvilla gebouwd voor Josef en Frans Kreykamp. Het ontwerp was eveneens afkomstig van architect P. Rassaerts. De contemporaine delen van het monumentale hekwerk zijn afkomstig van een Tegelse metaalwarensmederij. In opdracht van Frans Kreykamp zijn de initialen F.K. aangebracht.

Dubbelvilla broers Kreykamp (bron: Facebookpagina Heemkundige Kring Tegelen)



In de Tweede Wereldoorlog liet de bezetter zijn oog op Villa Elise vallen. Het monumentale pand werd een officiersmess van de Duitsers. Het moet de eigenaren, maar ook de inwoners van Steyl aan het hart gegaan zijn. Na de oorlog keerde de familie Kreykamp niet meer terug. Elise werd een hotel en is momenteel een kantoorgebouw. In de tuin staan beuken en zilveresdoorns van meer dan anderhalve eeuw oud. Zij dragen bij aan het groene karakter van 't sjônste plaetske.

Rest nog één vraag: wie sjôn was Elise Kreykamp? Als naamgeefster van zo'n mooie, sierlijke villa?

Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.