vrijdag 29 januari 2021

De Halte XL van woensdag 27 januari 2021 - Een bezoek aan De Fluiter (2)

 - door Sef Derkx - 

Afgelopen woensdag stond in onze rubriek De Halte het legendarische café De Papegaai centraal. Het etablissement aan de Kaldenkerkweg van Frans Steegh, bijgenaamd De Fluiter. We ontvingen reacties, waarvoor onze hartelijke dank.

Café De Papegaai (collectie Will Sorée)

Gijs Nass schreef:

‘Wat leuk het artikel over De Fluiter. Wij waren de overburen. Een van de enorme bomen staat nog voor het lelijke appartementencomplex, dat in de plaats van het café van De Fluiter is gekomen. Ik kan mij nog herinneren, dat in een van de bomen  die er nog staat, een gat zat dat met cement was dichtgemaakt. Tegen een van de caféramen hing een papegaai van glas-in-lood.

Het appartementencomplex, dat verrees op de plek waar De Papegaai heeft gestaan gestaan, verdient geen schoonheidsprijs (website www.oozo.nl)

Aan de achterzijde grensde café De Papegaai aan het ouderlijk huis van de voetballer Harry Steegh, die in de gloriejaren van VVV in het team zat waarvan  mijn vader aanvoerder was. Harry was een boom van een kerel en reed dikwijls op een motor. Hij heeft jaren gewerkt bij autorijschool Jan Christis. 


Harry Steegh, september 1957 (foto's Boy Coehorst/collectie Sef Derkx)

De stijl van het huis van het gezin Steegh was nagenoeg dezelfde als van het café van De Fluiter. De serre ontbrak echter. Het had aan de voorkant een grote bloementuin met een pad in het midden. Het zou zelfs kunnen zijn, dat het pand aan de achterkant aansloot op de De Fluiter.' Tot zover Gijs Nass.

We kregen ook een leuke aanvulling in het dialect van Henk van Hoften:

‘Neet allein VVV- supporters kwame beej de Fluiter, ouk de jònge van VOS.

VOS is ein verrein

beej de Fluiter kòmme zeej beejein

Taegestanders waere van ut veld gevaeg

Door de jònge van de Maerelwaeg.

 


Café De Papegaai voor de sloop (collectie Will Sorée)

Frans Verbeten vroeg zich af of de cafénaam De Papegaai afgeleid was van de straatnaam Papegaaistraat. We hebben via Delpher een advertentie in het Venloosch Weekblad van 31 januari 1874 gevonden. Hierin meldt H. Hendriks dat hij Wiener Bier schenkt. Onderaan de advertentie staat Papegaai. De 'Brouwerij van den Heer SCHELLENS' is later bekend als Klosterbrau. 


De straatnaamgeving in deze buurt is van latere datum, dus het zal het omgekeerde zijn: de straat heeft de naam van het café gekregen. Helaas is het Gemeentearchief gesloten, daar is een prachtig dossier over uithangborden en gevelborden.

Via Delpher hebben we een aantal advertenties gevonden, waarvan we hieronder een selectie presenteren:

Venloosch Nieuwsblad, 16 januari 1904

Venloosch Nieuwsblad, 12 januari 1907

Venloosch Nieuwsblad, 31 augustus 1907

Nieuwe Venlosche Courant, 30 oktober 1909

Nieuwe Venlosche Courant, 10 december 1914

Nieuwe Venlosche Courant, 30 december 1942

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.






donderdag 28 januari 2021

De Halte XL van woensdag 27 januari 2021 - Een bezoek aan De Fluiter

- door Sef Derkx -  


Café De Papegaai van Frans Steegh, bijgenaamd De Fluiter (collectie Will Sorée)

Arriva bracht ons naar de halte Kaldenkerkerweg. Op de hoek Kapelaan Nausstraat lag het eerste café, dat ik ooit bezocht. Als kind van een jaar vijf, aan de hand van mijn vader. De eigenaar van café De Papegaai was Frans Steegh, bijgenaamd De Fluiter. Steegh had ook een handel in brandstoffen. De Fluiter was een rijzige en dominante man. Als ik me hem nu voor de geest haal, lijkt het me niet een kastelein met wie je woorden moest krijgen. Mijn oudere broers Harry (1939) en Theo (1943) hebben mijn herinneringsflarden aan de man aangevuld met die van hen. Wij woonden tot begin jaren vijftig in de Willem van Bommelstraat. Frans Steegh droeg altijd werkkleding en een speciaal hoedje. Het gruis van de steenkolen had zich blijvend vastgezet in de poriën van zijn gezicht. Het gaf hem een donkere teint. Mijn vader deed de boekhouding voor De Fluiter. De dienstverlening werd beloond met gratis verteer in De Papegaai.

Café De Papegaai, achter de bar zou de moeder van Frans Steegh staan (particuliere collectie)

Bij het etablissement stonden bomen, je kwam eerst in een kleine veranda en vervolgens in het gezellige, knusse café. De Papegaai had geen inpandig urinoir, voor  de clientèle was een waterplaats buiten. Het café puilde altijd uit na een thuiswedstrijd van VVV. Vooral na een overwinning kon het laat worden. In verschillende Facebookgroepen, die de lokale geschiedenis tot onderwerp hebben, ben ik twee foto’s van het exterieur van de herberg tegengekomen. Het was een pareltje, dat jammer genoeg een kleine vijftig jaar geleden is gesloopt. Hoe het aan de naam is gekomen, heb ik niet kunnen achterhalen. Een advertentie van De Papegaai komen we voor het eerst tegen in het Venloosch Weekblad van 31 januari 1874. Herbergier H. Hendriks laat weten dat hij ook ondergistend Wiener Bier zal serveren. 
Venloosch Weekblad van 31 januari 1874 (gevonden via www.delpher)

Frans Steegh had dus ook een handel in brandstoffen. In de buurt bracht hij de zakken kolen rond met een kruiwagen. Woonden de klanten verder weg, nam hij paard en kar. In de weken voor Sintermerte kochten de buurtkinderen bij hem een blok turf voor de wièrikspot

Zijn opvallende bijnaam De Fluiter dankte hij aan de kleinkunst waarin hij excelleerde, het zogenaamde kunstfluiten. In de jaren vijftig mocht hij in de studio in Hilversum een proeve van zijn fluitkunst laten horen. Dagblad voor Noord-Limburg deed verslag van het nationale radiodebuut van de fluitende Venlose kastelein. Het Goltziusmuseum heeft ooit een poging ondernomen om de opname terug te vinden in het kader van een tentoonstelling over cafés van vroeger. Helaas is het niet gelukt.

Café De Papegaai niet lang voor de sloop (collectie Will Sorée)

Reageren? Stuur een e-mail naar Sef Derkx: floddergats@xs4all.nl.



woensdag 27 januari 2021

Herinneringen aan Fons Stevens - Bert Verhees

We hebben een interessante reactie ontvangen op de Floddergatsblogs over kunstenaar en bohemien Fons Stevens uit Belfeld. Met dank aan Bert Verhees publiceren we zijn herinneringen aan een markante vriend.

Fons Stevens in de jaren zeventig (particuliere collectie)

Beste Sef,

Vijftien jaar ben ik bevriend geweest met Fons Stevens, van 1975 tot 1990. Hij woonde in de tijd aan de Bisschop Boermanstraat 6 in Roermond. Ik heb Fons leren kennen toen ik achttien was, hij was een aantal jaren ouder. Ik schat een jaar of vierentwintig.

We kwamen elkaar tegen in café Hemingway aan de Markt in Roermond. Hij was stamgast, ik werkte achter de bar. We hadden gelijk een goed gevoel naar elkaar. Ik was een van de weinigen in dat kringetje, die geïnteresseerd was in het wat in de wereld gebeurde en die boeken las. Mogelijk heb ik ook wel eens Just like a woman van Bob Dylan gezongen.

Later verhuisde de kastelein naar café Locus aan de Roerkade in Roermond en Fons, zijn vriendin Marije en ik verhuisden mee. We troffen elkaar bijna dagelijks en we zongen lui mee met Bob Dylan en John Lennon. Fons deed dat met veel theatraal gebaar, wijde armbewegingen et cetera. Kun je je het voorstellen? ‘How does it feel to be on your own, like a complete unknow like a rollin’stone?’, luid en dronken gezongen en met altijd iemand in het vizier.

Regelmatig zaten we ook in zijn woning en daar kochten we kratjes halve liters bij café Braam om de hoek. Fons was verliefd op mijn vriendin en dat was wederzijds, maar het was platonisch. Bij Fons was eigenlijk alles platonisch. Hij had een vriendin, Marije te Wierik, ik heb haar nooit meer teruggezien. Hij noemde mij altijd zijn beste vriend. Een van de weinigen die hem begreep, zo zei hij.Ik heb zijn intelligentie en gevatheid altijd erg bewonderd.

Zo rond 1987 veranderde zijn smaak van John Lennon richting Paul McCartney Hij kwam dichterbij zijn gevoel. Met tranen in zijn ogen kon hij zachtjes meezingend luisteren naar Eternal Flame van The Banglers. Hij werd eenzaam, het voor hem kenmerkende joie de vivre was hem aan het verlaten. Maar van Bob Dylan is hij wel altijd trouw fan gebleven.

Fons stond heel ver van zijn gevoel, heb ik later bedacht. Toen zijn einde naderde en Marije hem had verlaten en alle kaarten waren geschud,  heeft hij dit gevoeld. Daarmee kwam de ook eenzaamheid.

Bij Fons telde de maatschappelijke betekenis van alles. De mens was daaraan onderhorig, de mens moest worden beschouwd als een product van de maatschappelijke situatie waarin die verkeerde. Daarom hield hij van Lennon en niet McCartney, en zeker niet de Rolling Stones of Pink Floyd, of wie dan ook. Het draaide echter om in zijn laatste jaren, alsof hij inzag dat hij tien jaar of meer de verkeerde god had aangehangen.

Marije heeft Fons altijd bewonderd, net zoals iedereen Jje moest hem bewonderen of haten, maar moeilijk was het om op gelijke voet te komen met hem. Marije had kunstenaarsbloed en op aandringen van Fons was ze op de academie in Maastricht.

Ze had werkelijk talent en tekende in realistische stijl veel gewone gebruiksvoorwerpen zoals een zak met waspoeder. Fons heeft in vijftien jaar eenmaal een kunstvoorwerp geproduceerd, een verzameling plastic poppenhoofden half verbrand en op een plaat getimmerd. Maar meestal deed hij niets, hij was geestelijk verlamd. Hij ging ten onder aan zijn eigen kritiek.

Fons kon een kwaaie dronk hebben en soms kwam het tot een handgemeen met Marije. Toch hield haar bewondering voor hem daardoor niet op. Hij was haar leermeester, hij keurde haar werk en haar woorden. Eigenlijk deed hij dit bij iedereen.

Marije is rond 1988 met een vriendin gaan samenwonen. Daarna is Fons steeds cynischer geworden en raakte hij geestelijk verlamd. Hij is in 2005 aan longkanker overleden. Hopelijk heeft hij rust gevonden.

Vroeger wilde ik op Fons lijken en nam ik zijn argumenten met overtuiging over.

Tegenwoordig ben ik milder en ik denk dat als Fons nog geleefd had, dat hij ook veel milder was geworden.

Met hartelijke groet,

Bert Verhees

De eerdere blogs over Fons Stevens zijn terug te vinden via de volgende links: 

‘De Halte’ van woensdag 5 februari 2020 – floddergatsblog (wordpress.com)

Uit de archieven van het magisch dodo centrum – floddergatsblog (wordpress.com)

Reactie op ‘De Halte ‘ van woensdag 5 februari 2020 – Venloër Grensbode (wordpress.com)

Ingezonden mededeling uit Kvaendrup – donderdag 13 februari 2020 – Venloër Grensbode (wordpress.com)


Koud tot op het bot – de foto’s van Jo Hazenbosch

- door Sef Derkx -  

Het blijft kwakkelen deze winter. In vorige Floddergatsblogs hebben we het gehad over jaren, waarin Koning Winter wel met strenge hand regeerde en de Maas dichtvroor. Op zoek naar iets anders kwam ik in het mapje terecht met scans van de opnames die de meer dan verdienstelijke amateurfotograaf Jo Hazenbosch voor en na de Tweede Wereldoorlog heeft gemaakt. Uit dit indrukwekkend oeuvre laten we enkele winterse sfeerbeelden zien (met dank aan mevrouw Op de Laak-Hazenbosch).

Bevroren haven met baggermolen en jongens die de armen om elkaars schouders hebben geslagen. Rechts aan de Havenkade ligt enveloppenfabriek Bontamps. Het is dus een opname van voor de Tweede Wereldoorlog. 

Op wellicht dezelfde dag heeft Jo Hazenbosch een tweede foto gemaakt van de bevroren haven, nu in zuidelijke richting. Geruimde sneeuw uit de binnenstad is door de gemeente gestort op het ijs. De afdruk was gekreukt en vlekkerig.

Huis familie Hazenbosch aan vermoedelijk de Broekestraat

Winterse opname vanaf de Bovenste Molenweg, rechts huizen aan de Vierpaardjes en links de rij woningen aan de Broekestraat.

Kruis aan de Onderste Molenweg

Villapark in winterse sfeer

Tot slot. Geen foto van Jo Hazenbosch, maar wel uit het familiealbum. Het Villapark in de winter van 1910.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.


 
 



zaterdag 23 januari 2021

Waar in Venlo lag het Kremlin?

 - door Sef Derkx - 

In de stadscolumn 'Aevel', die verschijnt op de website van Omroep Venlo, gaat het dit weekend onder meer over het Kremlin in de binnenstad. Het roept vragen op. Het Kremlin ligt aan het Rode Plein in Moskou, toch? Maar in Venlo? 

Ja dus! Het is blijkbaar voor velen nieuw. We gaan op zoek naar het Kremlin en nemen u daarvoor mee naar hartje stad.

Klaasstraat gefotografeerd vanaf de hoek met de Parade in de richting van de Vleesstraat, eind jaren '40. Links op de rand van de foto is nog een stukje te zien van IJssalon Venezia. Het pand naast dat waar de fietsen voor staan, is het Kremlin. Aan de Klaasstraat was het voorhuis, het Kremlin liep aan de Bartelsplaats door (collectie Piet Braem)

Klaasstraat, op de achtergrond de Parade: oranje pijl is het Kremlin, de blauwe pijl de onderdoorgang naar Bartelsplaats, voor de Tweede Wereldoorlog (collectie Piet Braem) 

Bartelsplaats grenst heden ten dage aan het Dominicanenplein. Voor de Tweede Wereldoorlog was de situatie anders. Het gedeelte van de Keizerstraat tussen Mariaweyde en de Nieuwstraat was een smalle steeg, die tussen twee hoge muren liep. De toegang tot Bartelsplaats vond je aan de Klaasstraat, op de plek waar nu Ex Mode is. In de archieven komen we verschillende benamingen tegen voor de binnenplaats: Ronkensteinsplaats en Janssenplaats. 

Bartelsplaats gefotografeerd vanaf de Klaasstraat. Links het Kremlin, helemaal achterin is het deurtje zichtbaar dat toegang gaf tot de Keizerstraat (collectie Will Sorée)

Wanneer een nieuwe eigenaar de panden aan de gats had gekocht, veranderde de plaats na een tijdje van naam. Bartelsplaats is zo’n anderhalve eeuw geleden in zwang gekomen. De  naamgever, de familie Bartels, zette op deze plek in hartje stad hun bestaande handel in koloniale waren en vis voort. 


Keizerstraat, de muur links is de afscheiding met de Bartelsplaats (collectie Piet Braem) 

Kunstenares Anna Berendsen (1936) kwam in haar jeugd op de Bartelsplaats. Het was een vertrouwd plekje: “Mijn grootouders van moederskant waren de Bartels van de Bartelsplaats. De koffie en koloniale waren kwamen er in grote kisten en balen aan. Ze werden omgepakt en in kleinere hoeveelheden en geleverd aan winkeliers in Venlo en omgeving. In de opslagruimten was het altijd schemerdonker. 

Het kantoor van de boekhouder was boven. Op de binnenplaats was het een komen en gaan van leveranciers en afnemers met handkarren en transportfietsen. De geur van koffiebonen en specerijen die in het pand hing, staat me nog altijd bij. Er is nog een herinnering. De opslagloods werd vroeger in de volksmond ‘Het Kremlin’ genoemd.” 

De Bartelsplaats is getransformeerd van een onbeduidende parkeerplaats tot een sfeervol pleintje. Anna Berendsen heeft de historie van de plek voelbaar en zichtbaar gemaakt. Zie het bericht erover op de website van Omroep Venlo: https://omroepvenlo.nl/nieuws/artikel/37753668/koffiebonenkunst-op-bartelsplaats.

Het bekende café Bonaparte draagt nu de naam De Keizerin. Vorig jaar december zijn in de zijgevel aan de Bartelsplaats nieuwe deuren geplaatst. Wanneer de pandemie is geluwd en het weer het toelaat komt er op de Bartelsplaats een terras. 


Bartelsplaats gefotografeerd in de richting van de Klaasstraat, rechts het Kremlin (collectie Peter Vostermans)

Bartelsplaats, schilderij van H. Coenen (particuliere collectie)

Koffiebonen van Anna Berendsen op de Bartelsplaats (foto van de website van de Jacques en Ellen Scheuten Foundation)

Detail stadsplattegrond bewerkt door Will Sorée (met dank aan Will Sorée)

Bartelsplaats, zijgevel café De Keizerin met nieuwe deuren, december 2020 (foto van Facebook De Keizerin)

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

 

vrijdag 22 januari 2021

Van nul tot nu van woensdag 20 januari 2021 - Burgers schonken Venlo een carillon

- door Albert Lamberts -  

Burgers van Venlo schonken hun stad een carillon. Zo kopte op 28 maart 1959 het Dagblad voor Noord-Limburg. De regionale krant was er over het algemeen als de kippen bij als er boven in de toren van de buurvrouw, de Martinuskerk – thans basiliek – wat te doen was. De krant schreef in ronkende bewoordingen over de nieuwe aanwinst op grote hoogte. De loftuitingen begonnen al met de onderkop: “Het grootste en beste van heel Limburg”.

Op een speciale weegschaal werden prominente Venlonaren gewogen (collectie Albert Lamberts)

1954, de toren van de Martinuskerk was zojuist voltooid. Dat karwei was nog niet eens geklaard toen al de eerste geluiden voor een carillon waren te horen. Deken Mathieu Strijkers en  burgemeester Van Rooy waren ware pleitbezorgers en zij vonden Toon Schrijnen, plaatselijk apotheker en onder andere Vors Joeccius XI van Venloosch Vastelaovesgezelschap Jocus, bereid als voorzitter van een carillon-comité te fungeren. Op 12 april 1954 startte dit comité een actie om te komen tot het verrijken dezer stad met een stadscarillon: een carillonweek. Loterijen, winkelacties, muziekoptredens, versieringen, feestverlichting, treintje door oud en nieuw Venlo en … het wegen van bekende personen op een ouderwetse jukweegschaal voor het stadhuis. De deken en burgemeester werden als eerste gewogen, vervolgens Schrijnen en de Raad van Elf. Burgers konden kaarten kopen en daarop het geschatte  gewicht invullen, waarmee leuke prijzen waren te winnen. Bedrijven en instellingen financierden klokjes en klokken en ook de ambtenaren van de belastingdienst schonken een klok.   

Bijna exact vijf jaar na het startsein, op 29 maart 1959, paaszondag, klonken de eerste carillonklanken boven Venlo. Een dag eerder schreef de krant:

De nijvere Maasstad Venlo krijgt met Pasen 48 (!) meer klokken terug  dan er deze week naar Rome zijn ‘weggevlogen’.  (Een legende verhaalt, dat de klokken na het Gloria in de avondmis van Witte Donderdag naar Rome vertrekken om op paaszaterdag 12.00 uur weer terug te keren). De krant gaat verder: Dat zijn de klokken van het nieuwe stadscarillon, dat op Pasen met drie concerten door Loen ’t Hout zal worden ingespeeld. Dit prachtige geschenk van de burgerij, waaraan ook de gemeente en de kerk hun steentje hebben bijgedragen is de afgelopen dagen in de hoge toren van de Martinuskerk gehangen, die het silhouet van de oostelijke Maasoever beheerst. Het carillon zal ongetwijfeld nog meer sfeer brengen in het toch al sfeerrijke Venlo. Volgens de klokkengieters van Petit en Fritsen, waar de klokken zijn gemaakt, is het carillon, dat in vaktermen een volledige grote 4 octaafs beiaard wordt genoemd, het grootste en beste van Limburg.

Behalve beiaardier ’t Hout mochten bij de ingebruikneming geïnteresseerden de klim – rond de tweehonderd treden -  maken om met een hamer tegen een klok te slaan. De krant wist te melden, dat een kapelaan met hetzelfde gemak als waarmee hij de wijwaterkwast hanteerde met de hamer jongleerde. Koster Veugelers echter toonde, dat hij niet alleen de klok had horen luiden, maar ook wist waar de klepel hing. Met een kennersblik trad hij naar voren en terwijl al zijn voorgangers de klokken aan de buitenkant met de hamer hadden beroerd, zakte de koster op zijn hurken neer en sloeg op de binnenkant van de klokken. Want daar zit de klank en zo doet een klepel dat tenslotte ook. Goed voorbeeld deed goed volgen.

Deel van het carillon. (foto Albert Lamberts, 1999)

Jacq Boermans was de eerste beiaardier, Carlo van Ulft de tweede. Al bijna 25 jaar beklimt stadsbeiaardier Marcel Siebers wekelijks de treden naar zijn speelcabine. Dat deden in 1993 in het kader van de festiviteiten Venlo 650 stad ook wereldvermaarde beiaardiers uit alle windstreken van de aarde om er te strijden om de wereldtitel beiaardier. En ook in 2005 kwamen beiaardiers van all over the World om het Venlose carillon van inmiddels 53 klokken en 4,5 octaaf omvattend - een van de grootste van West-Europa - te bespelen.

Het carillon was en is gemeente-eigendom, maar het beheer berust bij de Stichting Venloos Carillon, die jaarlijks fraaie concerten laat plaatsvinden.

Reageren? Stuur een e-mail naar Albert Lamberts: albertlamberts@home.nl.

 

 

 

 

donderdag 21 januari 2021

De Halte XL van woensdag 20 januari 2021 - Ver van huis

- door Sef Derkx -

We dwalen op deze grijze januaridag over de Algemene Begraafplaats en zijn op zoek naar een bijzonder oorlogsmonument. Collega Albert Lamberts attendeerde ons erop. Het gedenkteken houdt de herinnering levend aan vier Belgische vluchtelingen, die in de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) kort na elkaar in Venlo zijn overleden. We vinden het in vak Q2. 

Grafmonument Belgische militairen overleden in Venlo tijdens de Eerste Wereldoorlog (foto Lucien Pijper/ www.venlokerkhof.nll

Het monument is een creatie van kunstenaar Piet Peters en werd in 1938 onthuld. Het bestaat uit een bakstenen muur, waarvan het middendeel het hoogst is. Tegen de muur zijn portretreliëfs aangebracht van koning Albert van België en van kardinaal Mercier. Verder zien we plastieken met de namen van de vier overledenen. Centraal in het midden is een Christustorso bevestigd, eronder een plaquette met de tekst: ‘Oeuvre Nationale Le Souvenir Belge. Aan de te Venlo overleden Belgische krijgers. 1914-1918.’ De plaquettes en het torso zijn van keramiek en werden bij steenfabriek Tiglia gebakken. In de mortel tussen de bakstenen houden plukjes muurvaren stand.   



Plaquettes grafmonument Belgische militairen overleden in Venlo tijdens de Eerste Wereldoorlog (foto Lucien Pijper/ www.venlokerkhof.nl)

De vier militairen die ver van huis in Venlo stierven, zijn Jean Baptist van Canter (37), Albert Joseph Houbaer (37), Emil Parez (37) en Desiré Delespierre (29). Ze overleden tussen 20 juni en 19 november 1918. Jean Baptist van Cauter is overleden ten gevolge van een ongeval. Bij de drie anderen is er vermoedelijk een samenhang met de desastreuze Spaanse griep, die in Nederland destijds naar schatting 18.000 slachtoffers eiste eiste. Eind mei 1918 verschenen de eerste berichten in kranten over een geheimzinnige ziekte in Spanje, die al gauw tot de Spaanse griep werd bestempeld. Niet terecht overigens. Het virus had Europa vermoedelijk bereikt met de troepentransporten uit de Verenigde Staten.

Plaquettes grafmonument Belgische militairen overleden in Venlo tijdens de Eerste Wereldoorlog (foto Lucien Pijper/ www.venlokerkhof.nl)

In het najaar van 1914 zochten ruim 900.000 Belgen toevlucht in neutraal Nederland. In de chaos verloren gezinnen elkaar uit het oog. Op treinstations hingen duizenden briefjes met ‘vermist’ of ‘gezocht’. Verhalen over Belgische vluchtelingen in Venlo heb ik in mijn jeugd gehoord van een tante. Als tienermeisje zag ze ontredderde vluchtelingen, die op weg waren naar opvangplekken in de binnenstad. Het had haar enorm aangegrepen.

Belgische vluchtelingen, 1914 (tekening Piet van der Hem)

Belgische soldaten werden vanaf 1916 ondergebracht in het voormalige gebouw van de R.K. Militaire Vereniging aan de Bolwaterstraat. De Venlose arts die zich om hun gezondheid bekommerde was Oscar Wolters, die in Gent geneeskunde had gestudeerd. Hij tekende de overlijdensaktes van de vier soldaten, aan wie het monument op de begraafplaats blijvend herinnert.

Algemeen Dagblad, 1 augustus 1938 (gevonden via www.delpher.nl)

Het grafmonument in Venlo gaat de wereld rond, getuige deze foto in de Deli Courant van 22 augustus 1938 (gevonden via www.delpher.nl)

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: 
floddergats@xs4all.nl.


maandag 18 januari 2021

Koud tot op het bot - de foto's van Piet Braem

- foto's collectie Piet Braem/tekst Sef Derkx - 

Er was winters weer voorspeld afgelopen weekend. Het is er niet echt van gekomen. Sleeën, skiën, een sneeuwpop maken of een sneeuwballengevecht? Helaas, helaas voor kinderen, maar het ging niet door. 

Nog niet alle hoop is vervlogen, want februari moet nog komen. We herinneren ons enkele vastelaovende dat het bier buiten bijkans in je handen bevroor. De editie van 1985 spant de kroon in onze heugenis. Het vroor dat het kraakte en daags na Aswoensdag werd de Elfstedentocht gereden. Evert van Benthem ging als eerste over de streep op de Bonkevaart. Lenie van der Hoorn kwam als eerste vrouw aan in Leeuwarden.

De beeldresearcher van de Floddergatsblog - Piet Braem door ons ook Het Fotografisch Geheugen van Venlo genoemd - heeft zijn collectie doorgespit en foto's aangeleverd van ijsgang op de Maas of een bevroren Maas en haven. 

Als troost voor iedereen, die teleurgesteld is in het weer afgelopen weekend, zetten we ze op een rij.

Winterse opname vanaf de Venlose Maasoever, op de achtergrond De Staay die bij de inval in 1940 werd beschadigd.



Boten liggen vast in de bevroren haven. Het grote pand op de achtergrond is Enveloppenfabriek Bontamps. De opnames zijn  van voor de bombardementen op de Maasbruggen in 1944. 

  


De haven is bijna dichtgevroren op deze prachtige foto's van waarschijnlijk voor de Tweede Wereldoorlog.


'De Maas zit', waarschijnlijk voor de Tweede Wereldoorlog.

Gefotografeerd vanaf de Venlose oever, jaartal niet zeker.

Bevroren haven, waarschijnlijk in 1954 (zie ook: https://sefderkx.blogspot.com/2021/01/koud-tot-op-het-bot-in-1954.html)

Tot slot onderstaande foto uit de collectie van Piet Braem.


In onderstaande tabel worden de tien koudste jaren weergegeven van de twintigste eeuw en de gemiddelde temperatuur in graden Celsius in dat jaar (bron wetenschap.infonu.nl) 

jaar

Gemiddelde temperatuur in graden Celsius

1

1963

-3,4

2

1947

-2,4

3

1940

-1,9

4

1942

-1,5

5

1929

-1,5

6

1979

-0,8

7

1996

-0,1

8

1941

-0,1

9

1970

0,1

10

1917

0,1


Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.