- met dank aan Peter Schreurs voor het beschikbaar stellen en de transcriptie van het originele dagboek -
Woning
familie Hanraths aan de Molenstraat 43 in het jaar 1942
Vrijdag 2 Maart
Tegen
3 uur haalde ik de koffergrammofoon tevoorschijn. We hadden ’n fles oude
Italiaanse wijn tegelijk met wat andere dingen in de grond gestopt en zouden
deze, wanneer wij het gerei nog
terugvonden, ledigen. Wij dronken op de bevrijding en draaide enkele plaatjes.
Nu was het vrede, de lang verwachte vrede maar niet voor geheel Holland, doch
wij hopen allen dat ons Holland spoedig geheel bevrijd is.
Blije inwoners van Venlo begroeten juichend de vrachtauto's
Om
6 uur stopten er acht Engelse vrachtwagens. De eerste wagen reed vlakbij het
magazijn van de molen en we zagen tot onze grote verbazing, dat er
levensmiddelen uitkwamen. De soldaten vroegen ons in ’t Hollands of we mee
helpen wilden. Ze zeiden dat ze Hollanders waren in Engelse dienst. We waren
blij onze volksgenoten te helpen en na 2 uren te hebben gesjouwd, was het
magazijn vol met levensmiddelen. Suiker boter koffie beschuit chocolade en nog
veel meer.
Aan
de voorzijde van het magazijn van Peeters - van den Hombergh krijgen jongens en
meisjes affiches aangereikt
Aan
de overkant van de straat wordt later (het is al avond) een poster met de
vlaggen van de geallieerden bevestigd op de luiken (rechts naast de voordeur)
van het huis op nr 43 (Familie Hanraths).
Bij
Peeters-van den Hombergh worden dozen of blikken voor verdere distributie
weer op een kar geladen.
Toen
ik weer naar binnen ging, zaten er een tiental Hollandse en Engelse soldaten van de wagens en ook twee
meisjes welke in Engelse Rode Kruis dienst waren. Deze waren ook met een wagen
gekomen, levensmiddelen brengen voor het rode kruis. Alles stond op tafel thee melk sigaretten boter brood, kortom
alles wat wij zeer lange tijd niet meer gezien hadden. We vermaakten ons een
uurtje met de jongens. De soldaten en de Tommy’s bleven bij ons slapen. Het
gezegde van gisteren kwam uit, vandaag Duitsers morgen Tommy’s. Toen we
’ns lekker gegeten hadden gingen de twee
dames maar, want ze waren al van half vier op. Er werd wijn voor de dag
gehaald en met de Tommy’s amuseerden wij
ons tot vannacht half drie. 5 Lekkere sigaretten gerookt. Het was als voor de oorlog!
Zaterdag
3 Maart
Vanmorgen
kreeg ik ’t eerste te horen van Pater Herraeths, dat Jac door de Duitsers naar
Drenthe in ’n kamp was getransporteerd
met het hele klooster. Dit was weer ’n gemene streek van de mof om de jongens
van hun roeping weg te rukken. We zullen maar hopen en bidden dat hij ook
spoedig bevrijd wordt. Na afscheid te hebben genomen van de Tommy’s ging ik
naar het huis op de Oostsingel. Toen ik de deur open had zag ik tot mijn
verbazing enkele Amerikanen. Ze waren bezig ’n matras weg te sjouwen naar ’n
ander huis. Ze zeiden ze over enkele dagen terug te brengen wanneer ze verder
gingen. Kreeg ’n paar sigaretten, en ging verder in het huis kijken. Er waren
weer burgers in geweest. De lege
inmaakpotten waren zelfs uit de kelder gehaald en boven klaar gezet.
Daarna
ging ik naar de Hoogeweg, hier waren
Tommy’s binnen. De voorkamer was leeg
gemaakt er stonden enkele tafels en stoelen, er was ’n kantoor gemaakt. Ze
zeiden dat ik kon doen wat ik wilde in ’t huis, ze hadden alleen de voorkamer
en ’n slaapkamer nodig. Ik ging even bij Bartels aan, daar vertelde ze dat
Heinz en Muti? Coppus bij ons waren geweest. Ze hadden ze alles verteld. Op de
terugweg kwam ik Hanssen uit Sevenum tegen. Hij vertelde mij het goede nieuws
dat Sef (Ome Joep) en Schraar nog leefden, en ook de familie Sijbers. Bestelde hem vele groeten en liet
hem berichten overbrengen.
Tegen
4 uur heb ik een grote wagen beddengoed enz. op de Oostsingel gehaald en bij Jo
thuis neergelegd. Dan kan ik wanneer het spergebied vrij
is, naar huis brengen. Ik schreef een brief naar Sef en Schraar, en geef
die aan ’n politie agent van Kessels mee. Ik hoop dat ik er spoedig ’n terug
krijg.
Burgemeester
van Rijnsingel 1A (gele woning links, naast Wilhelmina).
Amerikanen
bij Oostsingel 1 en 1A op bevrijdingsdag 3 Maart bij het uithangen van de
Nederlandse vlag.
**
Oostsingel 1A = huidige Burgemeester van Rijnsingel 1A. Op 28 december 1944 werd
de binnenstad, inclusief de Hoogeweg tot spergebied verklaard. Dat wil zeggen,
dat alle bewoners hun woningen moesten verlaten en tijdelijk werden
ondergebracht in door de Burgemeester Zanders daarvoor gevorderde panden. Zoals
de woning Oostsingel 1A van Nicolaas Van der Veen.
Met
het gevolg dat de familie Schreurs tijdelijk vanaf ca 28 december 1944 tot hun
evacuatie op 16 januari 1945 in dit huis aan de Oostsingel (nu Burg. Van
Rijnsingel 1A) gewoond heeft. De twee zonen Sef (Joep 15 jaar) en Schraar (Sjra
17 jaar) waren vanaf dat moment al in Sevenum bij familie Sijbers
ondergebracht. Na de evacuatie van de familie Schreurs op 16 januari, bleef
Haij als oudste (23 jaar) met zus Truus
(20 jaar, op 24 januari alsnog
geëvacueerd), alleen achter op de Oostsingel 1A tot aan de bevrijding.
Hij kon zo ook hun daar opgeslagen spullen enigszins bewaken.
**
v. d. Veen = Nicolaas J. van der Veen, was
sinds 1-11-1921 Ontvanger der Rijksbelastingen (Register/Domeinen) in
Venlo en woonde met zijn gezin aan de Oostsingel 1A (nu Burgemeester van
Rijnsingel 1A naast Hotel Wilhelmina), totdat Burgemeester Zanders deze woning
gevorderd heeft i.v.m. andere bewoning voor de bewoners uit het spergebied,
waar ook de Hoogeweg onderdeel van was. De spullen van Van der Veen lagen
klaarblijkelijk na de bevrijding nog steeds in dit huis.
Met
zo’n wagen hebben Haij en Jo na de bevrijding de huisraad van de Oostsingel
naar de Hoogeweg gesjouwd!
**
Pater Haraths = Pater J.K.T.A. (Sjeng)
Herraets uit Horst, was een Pater Augustijn uit Horst, gestorven 23-10-1981 in
hetzelfde Klooster Marienhage, alswaar ook Ome Jac begraven ligt. Hij was
tijdelijk kapelaan, leraar van Ome Jac
aan het Thomascollege in Venlo en heeft ook de evacuees in januari 1945
geestelijk bijgestaan. Had mogelijk ook zijn contacten binnen het Noord
Limburgse verzet.
**
Bartels = W.H.G Bartels, sinds 26-5-1928
buurman op Hoogeweg 11 (aan de kant van de stad), was waarschijnlijk een
normaal betrouwbaar persoon. Hij is daar op de Hoogeweg komen wonen ca 14 dagen
nadat de familie Schreurs van het Maasschriksel naar de Hoogeweg was verhuist.
Hij was opzichter, waarschijnlijk bij de gemeente (en ook tijdens de oorlog).
Hij was getrouwd met C.M.M. Hermans en had in 1944 een dochter van toen 15
jaar.
**
Heinz en Muti Coppus = Heinz Coppus uit
Steijl/Tegelen, getrouwd met Mia (Muti?)Wilms en is op 27-8-2013 op 96 jarige
leeftijd overleden in Steyl. Hij was een achterneef van Haij aan moederskant en
was in 1945 28 jaar oud.
**
Hansen = G.H. Hanssen was duikhoofd van het lokale verzet in Sevenum en was ook
een belangrijk man bij de ondergrondse in Noord Limburg
**
Sijbers = familie van de Schreursen in Sevenum,
Sef en Schraar verbleven toen bij Tante Anna Sijbers
** Sef en Schraar = zijn de broers Joep en Sjra
Schreurs
**
Agent van Kessel = Politieagent van Kessels met mogelijke connecties in Sevenum
Zondag
4 Maart
Vanmorgen waren de missen weer in de zaal van
het jeugdhuis. De pastoor hield ’n mooie preek over de bevrijding en de
doorgemaakte tijden. We waren nu weer ‘ns vrij en liepen ’n straatje om en
praten met de Tommy’s. Er waren
berichten binnen gekomen van de geëvacueerden, hierbij was het treurige bericht
dat Thij Hunnekens door ’n bombardement gedood was en nog vele honderden. Wat
zal er met mijn ouders gebeurd zijn? Die waren immers bij Thij. Op het ogenblik
staat er ondergrondse bij het spergebied. We mochten toch even naar huis gaan.
De Tommy’s van gisteren waren weg. Ik
was juist bezig planken voor de kapotte ruiten te maken, toen er Engelsen
binnen kwamen. Ik wilde dat ik er weer ging wonen. Ze keken het huis na en
zeiden dat ik 1 kamer mocht nemen.
**
Thij en Marie = Thij Hunnekens (Theodorus Karel Marie Hubertus Hunnekens (Venlo
10-09-1885 / Sittard 15-11-1958) was de zoon van de bovenbuurman Henri
Hunnekens op het Maasschriksel nr. 34. Hij had ene Marie uit Brunssum als
partner en was in 1944 dus al 59 jaar oud. Is ook lid geweest van de Venlosche
Gemeente raad en allerlei commissies. Hoogstwaarschijnlijk
zijn de vader van Haij, Piet Schreurs (2 jaar jonger dan Thij) en Thij op het
Maasschriksel 34, als buurmannen in hetzelfde huis, voor het leven met elkaar
bevriend geraakt. Thij heeft met partner Marie aan
de Hoogeschoorweg 31 gewoond, waar hun huis onherstelbaar is beschadigd bij de
bombardementen op 15 Oktober 1944. Die dag was er een bombardement gepland,
maar dat is uiteindelijk niet doorgegaan. Wel
zijn enkele bommen gekist en neergekomen op de Maaskade, Sint
Urbanusweg, Hogeschoorweg en Hoogeweg. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat
Thij en Marie tijdelijk onderdak hebben gevonden bij hun vrienden op de
Hoogeweg. Ook blijkt dat Thij en Marie samen met de familie Schreurs op 16
januari op evacuatie is gegaan. Thij is niet omgekomen in de oorlog, zoals
eerst gedacht werd, maar heeft nog tot 15-11-1958 in Sittard bij zijn broer
geleefd, alwaar hij ook is begraven.
Maandag
5 Maart
De
Amerikanen op de Oostsingel waren weg en
hadden de matrassen niet teruggebracht. Daarna ben ik naar huis gegaan op de
Hoogeweg en heb de meubels aan de kant gezet, de spullen die uit de kasten
waren getrokken, uitgezocht en de andere rommel bij elkaar geveegd. Na de
middag ben ik teruggegaan met Jo en heb kachel haard en naaimachine meegenomen,
bureau erin gezet, piano in elkaar gezet. Bij Bartels vertelden ze dat van
Beurden was komen zeggen dat Sef en Schraar het goed maakten.
**
Beurden = Peter Laurens van Beurden, wonende op de Veldenscheweg was
waarschijnlijk een vriend van de familie Schreurs.
Dinsdag
6 Maart
Ik
was er op tijd uit, want ik had me afgelopen nacht voorgenomen het linnengoed
uit de grond te halen en te bergen. Na flink ploeteren had ik het eruit. De
wanden waren nat, het was het grondwater dat zich door de muren perste. Ik was
juist op tijd, want als het er nog een week gezeten had, was het bedorven
geweest. Daarna hebben we Jo z’n porseleinen uitzet uit den grond gehaald. Er
stond meer als ’n halve meter grondwater in, en toen wij de kisten eruit
hadden, stroomde het water eruit. Alles werd goed afgewassen en in ’n nieuwe
kist gedaan. En hiermede is onze porselein uit de handen van de moffen
gebleven. Toen ik na de middag naar de Oostsingel ging naar het huis met
Amerikanen. Ze zeiden dat ik een bewijs van de burgemeester moest hebben, dat
in dit huis van ons goederen staan. Vader had het evacuatie bewijs meegenomen
en de familie van der Veen was weg, dus had ik geen bewijzen van dit huis en
zodoende kreeg ik geen bewijs op het evacuatie bureau. Ik ben om 4 uur naar de
Hoogeweg gegaan. en heb buiten op de plaats lag ’n flinke hoop vuil van uit de
kamers oude stof papier kapotte ruiten zand van moffen schoenen enz. ’t leek wel
’n puinhoop. We ruimden hier en daar nog een beetje op. Er waren nog geen
nieuwe Engelsen. Het karpet van Marie lag nog op den grond, clubs en tafels, ’t
leek wel ’n kantoor. Voordat naar huis ging vroeg, ik Bartels ’n bewijs van het
huis op de Oostsingel. Hij zou mij morgen ’n verklaring laten bezorgen.
Woensdag
7 Maart
Na
eerst de gaten van het verstopte gerei te hebben dicht gemaakt, maakte ik ’n wagen vol met gereedschap, boeken motoren
muziekinstrumenten enz. en daarmee naar de Hoogeweg. Er waren nog geen Tommy’s
in. Na de middag kwam Jo met nog een wagen vol. We begonnen met de voorkamer
helemaal klaar te maken. Na veel stof te hebben geveegd, werd de door de moffen
bekraste vloer gedweild en flink geboend. We plaatste er een kacheltje in en
maakte voor ’t eerst na enkele maanden vuur in ons ouderlijk huis. Tegen 3 uur kwamen 4 Engelsen. Ze moesten boven 1 kamer
hebben voor te slapen. We praten een beetje met hun en rookten ’n sigaret.
Bureau, piano, dressoir enz. werden in
de was gezet. We hingen slingers met vlaggetjes op. Zodat wanneer mijn
dierbaren terugkomen, het huis in zijn vroegere orde terugvinden al is door de
moffen ook ’t een en ander meegenomen. We legden weer ’t karpet neer hetwelk de
Tommy’s gebruikt hadden en zette alles op z’n plaats. Daar er Tommy’s in ’t
huis waren en ik weer verschillende dingen naar huis had gebracht, kon ik het
huis niet meer alleen laten. Er zat niets anders op, dan er maar weer voor goed
in te gaan, helemaal alleen. Het begon er weer op z'n ouds uit te zien, de
piano was weer bespeelbaar, hoewel 'n beetje vettig van het wegduwen. De boeken
stonden weer in de kast boven het bureau, weer met benodigdheden gevuld. Daar
ik de stoelen nog op de Oostsingel had, en deze van de Amerikanen niet mee
mocht nemen, zette ik maar weer de clubs van Marie er in. Het begon er weer
goed uit te zien. Ik ging thuis mijn evacuatie koffers halen en bracht ook
beddengoed mee. De matrassen kon ik ook niet gaan halen, daar de Amerikanen
deze in gebruik hebben. Jo maakte 'n bed op 'n kindermatrasje naast de piano.
Tegen zeven uur kwamen de Tommy’s brachten brood, vlees en thee mee, en bleven
enkele uurtjes praten en sigaretten roken. Op het ogenblik is het half elf,
alles is stil om me, denk aan allen, die van mij weg zijn. Er gaan de laatste
dagen geruchten rond, dat er vele mensen die evacueerden door bombardementen
gedood zijn. Waren ze toch maar niet zo vlug gegaan, dan konden ze met mijn
vreugde van de bevrijding delen En toch mag ik niet stil blijven zitten, want
mijn zaak moet weer klaar gemaakt worden en op dezelfde voet vooruit. En
wanneer ik de komende weken weer aan ’t werken ben, is er niemand die mij
helpen kan als Jo en die moet thuis ook veel doen. Er moet huiswerk gedaan
worden, gekookt, wassen, klanten moeten geholpen, kortom een heleboel werk, en
dit allemaal alleen. Er moet iets anders gebeuren, zo kan ik niet beginnen,
want arbeidskrachten heb ik ook nog geen. In gedachten wens ik mijn dierbaren
wel te rusten en hoop dat er spoedig verandering komt.
Donderdag 8 Maart
‘t Was vanmorgen een vreemd ontwaken in ons
oud huis, op de grond bij de piano. Met de drang weer te kunnen gaan bouwen,
werd ik uit bed gedreven en ging in de kelder ‘ns alles nakijken. Beide kelders
waren door moffen en burgers overhoop gehaald, maar er lag nog van alles.
Schilderijen enz. heb ik alles geboend en opgehangen. De voorkamer was gereed
en nu de achterkamer. Hier lag nog ’n grote hoop van ’t zoeken van de moffen.
De linoleum is overal verscheurd om te kijken of er niets onder zat. Beide
kasten heb ik leeggemaakt om morgen het linnengoed te bergen, waar mijn moeder
altijd zo zuinig op was. Na de middag kwamen weer nieuwe Tommy’s Ze zeiden dat ze alle lege kamers moesten
hebben, daar ze in de keuken ’n militaire keuken wilde maken. De kleine kamer
die als werkplaats heeft gediend, mocht ik houden voor de opslag van de
meubels. Voorts stopte ik boven weer alles in de kasten wat de moffen eruit
gesmeten hadden. In de lade van de kast van Marie vond ik nog een foto van
Thij. Opeens dacht ik weer aan allen die weg waren, en dat Thij ervan was
weggerukt. Zouden er nog meer iets hebben meegekregen van de bombardementen. Ik
nam de foto mee en hing ze in de voorkamer.
Vrijdag
9 Maart
Na
eerst de kamers opgeruimd te hebben, kwam Jo me het bewijs brengen van de
Oostsingel, dat ze bij de Burgemeester had gehaald. Ik zette onder een kruk van
de deur een stuk hout, opdat deze niet openging, daar er geen sleutel van was, en
sloot de andere deur af. Na ’n wagen gehaald te hebben, ging ik naar de
Oostsingel. De Amerikaanse officieren waren er nog. Ze lazen het bewijs, lieten
ons op alle kamers kijken, en vertelde daarna, dat het bewijs niet goed was.
Het moest er ’n zijn van de Engelse Commandant. Daar stonden we nu en konden
onverricht weer teruggaan. Ik ging met de wagen naar Jo z’n huis en maakte de
wagen vol met linnengoed, kleren, pick-up en derg. Intussen was ons huis in ’n
grote keuken veranderd, zelfs de plaats was door ’n groot zeil overspannen. De
keukenkast was leeggehaald en volgepropt met conserven, alles zat vol met
levensmiddelen en stookgelegenheden. Ook boven was alles bezet, op het kleine
kamertje na. Ik stapelde het linnengoed in de kasten in de huiskamer en er werd
flink gewerkt, om ook deze kamer klaar te maken. De Tommy’s hadden eten in
overvloed, en gaven me blikjes vis vlees etc. Na ongeveer ’n half jaar niets
meer te hebben gehoord van Sef en Schraar, ontving in vandaag ’n brief via Rode
Kruis. ’t Was de tweede brief die ze schreven. Beide maakten ‘t goed en hoopten
spoedig naar huis te kunnen komen. Ze hadden de berichten welke ik Hanssen had
medegegeven, ontvangen en waren dus ook op de hoogte van onze ouders en
anderen.
Zaterdag
10 Maart
Vanmorgen
kreeg ik van de keuken eten in overvloed, wit brood, boter gebraden spek zoals
voor de oorlog. Toen ik mij gewassen had gooide ik het water in de WC. Hierin
had per toeval twee mooie gouden ringen inlaten liggen. Ik heb alles in het
werk gesteld om ze op te vangen, maar tot op heden is er nog niets op komen
dagen. Ik ben er nog slecht van aan, daar er na de oorlog niet zo makkelijk
goud te krijgen is. Na de middag zette ik de haard die de Tommy’s boven gebruikt hadden en bij hun niet goed
brandde in de huiskamer, daar het daar ontzettend tocht. Er zijn geen ruiten
in. Vanavond kreeg ik van de kok weer heerlijk eten. Ik voel mij nu weer heel
anders, en als het zo doorgaat zal ik best enkele ponden zwaarder worden.
Zondag 11 Maart
Tegen
de middag kwam Dokter Jansen met het bericht dat Schraar in Blerick aan de
Maasbrug stond, maar er niet over kon komen. Hij had tegen de Dokter gezegd,
dat hij er zo gauw als het kon over zou komen. Na de middag liepen we een
straatje om. ’n Ontzettende troepenverplaatsing, grote kolonnes kwamen terug
uit Duitsland en hadden als souvenir ’n hakenkruisvlag bij zich.
Maandag 12 Maart
Vanmorgen
heb een begin gemaakt met de kelder. U kunt zich gewoonweg niet voorstellen hoe
het er hier uitzag, alles overhoop gehaald. Ik wist niet waar het eerste aan te
beginnen. Tot 5 uur heb ik geploeterd, en de grote kelder begint al een beetje
opgeruimd te lijken. Tegen zeven uur kwam ’n Engelse soldaat, die goed gitaar
kon spelen, en bleef een paar uur bij ons.
Dinsdag
13 Maart
Daar
het erg donker in de kelder was en de spullen, die er in stonden ’n weinig
vochtig waren, begon ik vanmorgen met het uitbreken van de schotten enz. welke
mijn vader voor het inslaan van granaten tegen de achtergevel van het huis had
geplaatst. Dit was flink werken. Daarna kwam er ’n flinke laag zand
tevoorschijn, die daar eens voor versterking was aangebracht. Deze heb ik in
wagentjes geladen en weggereden. De vensters kwamen tevoorschijn, maar hier
zaten van de 6 ruiten er nog maar 1 kleine in. Na de sponningen goed schoon te
hebben gemaakt ging ik bij Selen 6 grote broeikasramen halen en haalde het glas
eruit. Tegen de avond kwam Basten mij de ruiten voor de huiskamer snijden. Daar
ik daar moet slapen. In 't geheel zijn er 24 grote en kleine ruiten stuk. Ik
heb ze allen opgemeten, en zal ze deze dagen erin zetten.
**
Selen = Overbuurman aan de Hoogeweg, tuinder
**
Basten = Schilder ?
Woensdag
14 Maart
Vanmorgen
heb ik Jo naar de Oostsingel gestuurd om te zien of de Amerikanen weg waren,
opdat ik de restanten van meubels enz. naar huis kon halen. Toen Jo daar kwam,
waren ze zich juist klaar aan het maken om te vertrekken. Na de middag ging ik
met Jo naar de Oostsingel. De Amerikanen hadden alles aan de kant gegooid, en
het gat in de vloer lag open, doordat ze het karpet, dat in de kamer lag buiten
op de mesthoop hadden gesmeten. De matten van Marie lagen ook buiten door en
door nat. De ketels en enz. welke ik in de voorkamer bij elkaar had gezet, lag
op 'n hoop in de keuken waar het fornuis was weggehaald. Daar de andere
Amerikanen de matras niet hadden teruggebracht, gingen we 'n paar huizen verder
kijken, en vonden de matras. De soldaten waren weg. Ook stond er een haard bij
van van der Veen. We namen de matras mee en gingen de spullen opnieuw bij elkaar
zetten waar ze door ’n auto van de O.D. (Orde Dienst) vanavond zouden worden
opgehaald. Op elke kamer stonden enkele stoelen en hier en daar ’n matras. Ook
boven vonden we nog het een en ander terug. Daarna gingen we de vloer openen en
haalden er nog ’t een en ander uit dat wij de vorige keer hadden laten liggen.
De spullen van van der Veen waren al grijs. We maakten de gaten dicht en wilden
naar huis gaan, toen er ’n Engelse
Sergeant kwam en zei dat hij de matras moest hebben, welke vooraan in de
gang stond. Dit was die van Jac. Ik zei dat ik deze moest hebben om op te
slapen. Maar alles wat ik ook deed was te vergeefs. Twee soldaten kwamen en
namen ze mee, en gooiden ze op de wagen. Voorts namen ze nog een kachel mee,
die in de huiskamer stond. Ze zeiden dat ze naar Walbeck gingen, dus van de
matras zagen we niets meer. Tegen zeven uur gingen we alles opladen met de
wagen en brachten het naar huis.
** O.D. = Orde Dienst (Gemeentelijke
Dienst / Gemeentewerken??) een algemeen
orgaan welk door de Duitsers was ingesteld, maar stiekem ook door het verzet
werd gebruikt
**
Walbeck = Hoofdkwartier
van de Engelse geallieerden (Tommy’s) tijdens de bevrijding. Van hieruit
stuurde Generaal en Veldmaarschalk Bernard Montgomery
(Monty) zijn leger, de 21e Army Group aan tijdens de bevrijding van
Nederland. Op 4 mei 1945, aan het einde van de Europese oorlog, accepteerde
Montgomery de capitulatie van alle Duitse strijdkrachten in het westen. Drie
dagen later capituleerde het volledige Duitse leger. Dit maakte een einde aan
de Tweede Wereldoorlog in Europa.
Donderdag
15 Maart
Vanmorgen
ging ik de twee kelders klaar maken, want de gang was volgestapeld met stoelen
ketels enz. en de soldaten konden nauwelijks door en het was ook niet
vertrouwd. Na de middag kwam Juff die goed bekend was met Marie. Ze zei dat er
in de courant van gisteren ’n advertentie stond voor inlichtingen, omtrent Thij
en Marie. Ze zei te hebben vernomen dat ze beiden dood waren. Ik vertelde hun
dat ze met mijn ouders vertrokken waren en dat ik niet wist waar ze waren, daar
hun trein gebombardeerd was. Ze zou het zoo aan de familie van Marie uit
Brunssum mededelen. Tegen de avond ging ik naar het huis van Thij kijken..
Ontzettend ziet het eruit. De achtergevel
is geheel weg, doordat er verschillende voltreffers ingekomen zijn. Er kan
niets meer mee gedaan worden, dan afbreken. Je kunt van buiten de bedden zien
staan. In de voorkamer die niet zo heel veel heeft meegekregen staat nog een
goeie kast en twee matrassen en ’n ijzeren bed. Ook boven lagen nog enkele
kleinigheden. Ik werd er niet goed van zoiets te zien, alles vernield in enkele
ogenblikken, waar zolang voor gespaard is. Dus ik dacht, zal ik alles met ’n
wagen ophalen en naar huis brengen? Dan
hebben ze toch nog iets als ze misschien naar huis komen.
**
Juff = onbekend persoon
Vrijdag
16 Maart
Vanmorgen
was de werkplaats aan de beurt. Er lag ’n rommel dat ik de deur nauwelijks open
kon, alles was overhoop gehaald, oliebussen waren opengemaakt en omgegooid...
**
Zou toevallig ook nog waar kunnen zijn!
Pap
(Haij Schreurs) op bevrijdingsdag 3 Maart 1945 de vlag aan het uithangen bij de
buren op Oostsingel 1?
Volgens
zijn dagboek was hij die dag op de Oostsingel 1A, toen de Amerikanen daar met
de huisraad aan het slepen waren. Ook staat op de bewuste foto de voordeur bij
1A open. Dus dit zou zeer goed kunnen
dat hij daar toen een handje geholpen heeft bij de buren bij het uithangen van
de vlag.
Deze
persoon op de foto heeft dezelfde inhammen op het hoofd en draagt tevens een
bril, zoals Haij op een foto enkele jaren eerder en op zijn trouwfoto in 1947,
2,5 jaar later.
Haij
en Jo tijdens hun trouwfeest op 8
Oktober 1947
Haij
circa 22 / 23 jaar oud in 1943 /1944
Reageren? Stuur Peter Schreurs een e-mail:ptj.schreurs@planet.nl