vrijdag 25 februari 2022

Van nul tot nu van 23 februari 2022 - Geen paniek: vastelaovend blijft

- door Albert Lamberts -  

Twee jaar geen of amper vastelaovend, ai. De grootschalige evenementen kunnen wegens de corona-pandemie ook in 2022 nog steeds geen doorgang vinden. Inscheete, vastelaoveszittinge, Boëtegewoëne Boëtezitting, matinees, hofbal, optochten, boërebroëlofte, ook in 2022 niks van dit alles. Te riskant; te groot risico op besmettingen bij massale bijeenkomsten.  De geluiden klinken al: ojee, als dat maar niet het begin van het einde is. Nou, geen zorgen. Vastelaovend wordt al eeuwen gevierd, de laatste pakweg 175 jaar in Venlo met vooral door Jocus georganiseerde evenementen. Maar ook in die 175 jaar zitten grote hiaten. 

1930 - geen optocht, wel een Venlosche Vastealoves-Krant (foto Albert Lamberts)

Op deze plek citeerde ik al eerder oud-Jocusvorst Joeccius XI Sef Hendrickx: We hebbe groëte en bleujende tiëdvakke belaef, we hebbe periodes gehad, wao-in Jocus sleep en d’n haan naor ut scheen op retraite waas. Maar ik geluif neet, det d’r wörkelik enne tiëd gewaes is, wao-op de idee van Vastelaovend ech doëd en begrave waar. 

We gaan een eindje terug, om precies te zijn 635 jaar. Dan komen we in 1387. Zoals wel vaker zijn de stadsrekeningen een fantastische bron, want in de rekening van dat jaar staat: des Sonnendags na groot Vastenavonde. Zeven jaar later is er sprake van Rasende Maandag en in 1432 logeerde hertog van Gelder op de grote Vastenavond in Venlo.

Vastenavond in die tijd – inderdaad aan de vooravond van de vasten – was waarschijnlijk geen georganiseerd feest; de viering bestond uit goed eten en drinken en spellen, al werden er in de vijftiende eeuw al wel voorstellingen gegeven door soelluden en de gesellen, die opten tafelen spoelden. 

Direct na het beëindigen van de Tachtigjarige Oorlog (Vrede van Münster in 1648) werd het carnaval verboden. Eeuwenlang  smeulde het carnavalsvuurtje, maar doven deed het niet. In het naburige Rijnland wakkerde het carnavalsvlammetje begin negentiende eeuw aan en weldra volgden Maastricht (Momus) en Venlo (Sociëteit Jocus).

In een bovenzaaltje van Wullem Bours aan de Vleesstraat, waar later bioscoop City onderdak had, werd in 1842 Jocus opgericht. Binnen enkele maanden was de organisatie van een optocht rond en die trok dan ook in januari (!) door de met duizenden belangstellenden omzoomde straten. Ook de optocht van de Wannevlegers in datzelfde jaar mocht zich in grote belangstelling verheugen.  Carnaval sloeg aan, dat was duidelijk, temeer omdat de Wannevlegers, die andere carnavalsvereniging in Venlo, en Jocus zich uitstekend verstonden.

Even een uitstapje naar die Wannevlegers, officieel Société de Wanne geheten.  Mogelijk bestond deze club, vooral onder de gewone burgerij geliefd, al sinds ‘ergens’ in de achttiende eeuw, want toen stond in een Keulse krant een verhaal van een Venlose inzender, die het had over de hiesiger Academiae des Wannes. 

Maar goed, noch de Wannevlegers, noch Jocus konden hun activiteiten volhouden. De vieringen verdwenen even plots als zij waren opgekomen. De Jocus-secretaris  notuleerde op 11 februari 1844 tijdens een algemene ledenvergadering dat door gebrek aan deelneming van de zijde der leden geen optocht zal kunnen worden gehouden. Vervolgens 32 jaar windstilte. Vanaf 1877 was er weer een optocht en ook de Wannevlegers werden weer actief, maar voor hun was het nieuwe leven van korte duur, want in 1888 sloegen de Wannevlegers definitief hun boeken dicht. Jocus ging door en presenteerden zelfs een eigen vastelaoveskrant, Kikeriki, maar die verdween na drie jaar geruisloos van de carnavalsbühne. Ook Jocus hield er weer mee op. Vanaf 1908 was er 28 jaar lang geen optocht, noch waren er zittingen. Ja gekostumeerde bals, die waren er, vooral georganiseerd door café-houders, die extra inkomsten goed konden gebruiken.    

De laatste langere onderbreking van de grote carnavalsvieringen, optochten en zittingen was tussen 1940 en 1946. In dat jaar – we hebben het onlangs kunnen lezen – trok er weer een optocht door de gehavende Venlose binnenstad.

De Jocusoptocht met prins Piet I (Meuws) in 1948 draait van de Klaasstraat de Parade op. (Foto uit: Venlo binnen en buiten zijn muren, 1984 Dagblad voor Noord-Limburg)

Geen paniek, carnaval  is in het Stedje van Plezeer absoluut niet kapot te krijgen.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

 

 

 

 

donderdag 24 februari 2022

De Halte XXL van woensdag 23 februari 2022 - Rabarbervlaai na de processie

- door Sef Derkx - 

We hebben De Koel en De Kraal bezocht, de stadions van VVV. Een held van de jeugd in de jaren vijftig en zestig was middenvelder Gijs Nass. Het was een voetballer met een gouden pass. Voordat we de bus terugnemen bij de halte Spechtweg, hebben we afgesproken met een zoon van de vedette. Met Gijs Nass jr. (1952) gaan we door het verwilderde Ursulinenpark lopen. Het ligt achter het voormalige klooster van de religieuzen, dat de hoofdingang had aan de Kaldenkerkerweg.

In lang vervlogen tijden was een vleugel van het klooster ingericht als school en pensionaat voor meisjes uit welgestelde families. Wanneer in 1935 wordt herdacht dat de Ursulinen zich vijftig jaar tevoren in Venlo hebben gevestigd, meldt de Nieuwe Venlosche Courant dat het pensionaat een vliegende start had gekend. Pensionaires uit Nederland, België, Duitsland, Engeland, Ierland, Spanje, Italië en Noorwegen waren in 1885 en de jaren erna door hun ouders aangemeld. Mogen we geloven wat wordt geschreven, waren er zelfs leerlingen uit Midden- en Zuid-Amerika, de Verenigde Staten en India. Venlo Wereldstad in de negentiende eeuw dus.


Onze gids vandaag was in iets minder lang vervlogen tijden misdienaar bij de zusters ursulinen. Enkele malen per jaar trokken de religieuzen in processie door het kloosterpark. Het waren hoogtijdagen, waaraan de kleine Gijs geacht werd deel te nemen. De transformatie van jongen in korte broek tot devote misdienaar voltrok zich in het kantoortje van kosteres Mère Ursula. Gijs Nass: ‘De kleding was zo ontworpen, dat ze ten allen tijde door iedereen gedragen konden worden. Met een ingenieus knopensysteem kon de toog langer of korter gemaakt worden. De superplie die eroverheen kwam, was stijf gesteven en werd met lintjes samengebonden. Ik voelde me als een wandelende worst.’



De grandeur van weleer is verdwenen in het Ursulinenpark. De tuin ligt er verweesd bij. Het theehuis is gesloopt, de grotkapellen zijn dichtgemetseld. Gijs Nass: ‘De paden waarover de processie trok, waren in kunstige motieven bestrooid met gekleurd zaagsel. Bij een stenen altaar met beelden maakten we een stop om te bidden. We liepen vervolgens naar de kloosterbegraafplaats aan de Casinoweg.’

De processie eindigde aan de voorzijde van het klooster. Daar wachtte voor de misdienaars een traktatie: ‘In de ruimte van de zusterportier stonden boterhammen met chocoladevlokken klaar. Het was brood uit de eigen kloosterbakkerij. We dronken er thee bij. De dag werd steevast afgesloten met een grote punt rabarbervlaai.’



Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

woensdag 23 februari 2022

Verslag Haij Schreurs (23 jaar) van de eerste dagen na de Bevrijding, van vrijdag 2 maart tot vrijdag 16 maart 1945

- met dank aan Peter Schreurs voor het beschikbaar stellen en de transcriptie van het originele dagboek - 

Woning familie Hanraths aan de Molenstraat 43 in het jaar 1942

Vrijdag 2 Maart

Tegen 3 uur haalde ik de koffergrammofoon tevoorschijn. We hadden ’n fles oude Italiaanse wijn tegelijk met wat andere dingen in de grond gestopt en zouden deze, wanneer  wij het gerei nog terugvonden, ledigen. Wij dronken op de bevrijding en draaide enkele plaatjes. Nu was het vrede, de lang verwachte vrede maar niet voor geheel Holland, doch wij hopen allen dat ons Holland spoedig geheel bevrijd is. 

Blije inwoners van Venlo begroeten juichend de vrachtauto's 

Om 6 uur stopten er acht Engelse vrachtwagens. De eerste wagen reed vlakbij het magazijn van de molen en we zagen tot onze grote verbazing, dat er levensmiddelen uitkwamen. De soldaten vroegen ons in ’t Hollands of we mee helpen wilden. Ze zeiden dat ze Hollanders waren in Engelse dienst. We waren blij onze volksgenoten te helpen en na 2 uren te hebben gesjouwd, was het magazijn vol met levensmiddelen. Suiker boter koffie beschuit chocolade en nog veel meer.


Aan de voorzijde van het magazijn van Peeters - van den Hombergh krijgen jongens en meisjes affiches aangereikt 

Aan de overkant van de straat wordt later (het is al avond) een poster met de vlaggen van de geallieerden bevestigd op de luiken (rechts naast de voordeur) van het huis op nr 43 (Familie Hanraths). 

Bij Peeters-van den Hombergh worden dozen of blikken voor verdere distributie weer op een kar geladen.

Toen ik weer naar binnen ging, zaten er een tiental Hollandse en Engelse soldaten van de wagens en ook twee meisjes welke in Engelse Rode Kruis dienst waren. Deze waren ook met een wagen gekomen, levensmiddelen brengen voor het rode kruis. Alles stond op tafel  thee melk sigaretten boter brood, kortom alles wat wij zeer lange tijd niet meer gezien hadden. We vermaakten ons een uurtje met de jongens. De soldaten en de Tommy’s bleven bij ons slapen. Het gezegde van gisteren kwam uit, vandaag Duitsers morgen Tommy’s. Toen we ’ns  lekker gegeten hadden gingen de twee dames maar, want ze waren al van half vier op. Er werd wijn voor de dag gehaald en met de Tommy’s  amuseerden wij ons tot vannacht half drie. 5 Lekkere sigaretten gerookt.  Het was als voor de oorlog!

Zaterdag 3 Maart

Vanmorgen kreeg ik ’t eerste te horen van Pater Herraeths, dat Jac door de Duitsers naar Drenthe  in ’n kamp was getransporteerd met het hele klooster. Dit was weer ’n gemene streek van de mof om de jongens van hun roeping weg te rukken. We zullen maar hopen en bidden dat hij ook spoedig bevrijd wordt. Na afscheid te hebben genomen van de Tommy’s ging ik naar het huis op de Oostsingel. Toen ik de deur open had zag ik tot mijn verbazing enkele Amerikanen. Ze waren bezig ’n matras weg te sjouwen naar ’n ander huis. Ze zeiden ze over enkele dagen terug te brengen wanneer ze verder gingen. Kreeg ’n paar sigaretten, en ging verder in het huis kijken. Er waren weer  burgers in geweest. De lege inmaakpotten waren zelfs uit de kelder gehaald en boven klaar gezet.

Daarna ging ik naar de Hoogeweg,  hier waren Tommy’s  binnen. De voorkamer was leeg gemaakt er stonden enkele tafels en stoelen, er was ’n kantoor gemaakt. Ze zeiden dat ik kon doen wat ik wilde in ’t huis, ze hadden alleen de voorkamer en ’n slaapkamer nodig. Ik ging even bij Bartels aan, daar vertelde ze dat Heinz en Muti? Coppus bij ons waren geweest. Ze hadden ze alles verteld. Op de terugweg kwam ik Hanssen uit Sevenum tegen. Hij vertelde mij het goede nieuws dat Sef (Ome Joep) en Schraar nog leefden, en ook de familie  Sijbers. Bestelde hem vele groeten en liet hem berichten overbrengen.

Tegen 4 uur heb ik een grote wagen beddengoed enz. op de Oostsingel gehaald en bij Jo thuis neergelegd. Dan kan ik wanneer het spergebied  vrij  is, naar huis brengen. Ik schreef een brief naar Sef en Schraar, en geef die aan ’n politie agent van Kessels mee. Ik hoop dat ik er spoedig ’n terug krijg. 

Burgemeester van Rijnsingel 1A (gele woning  links, naast Wilhelmina). 

Amerikanen bij Oostsingel 1 en 1A op bevrijdingsdag 3 Maart bij het uithangen van de Nederlandse vlag. 

** Oostsingel 1A = huidige Burgemeester van Rijnsingel 1A. Op 28 december 1944 werd de binnenstad, inclusief de Hoogeweg tot spergebied verklaard. Dat wil zeggen, dat alle bewoners hun woningen moesten verlaten en tijdelijk werden ondergebracht in door de Burgemeester Zanders daarvoor gevorderde panden. Zoals de woning Oostsingel 1A van Nicolaas Van der Veen.

Met het gevolg dat de familie Schreurs tijdelijk vanaf ca 28 december 1944 tot hun evacuatie op 16 januari 1945 in dit huis aan de Oostsingel (nu Burg. Van Rijnsingel 1A) gewoond heeft. De twee zonen Sef (Joep 15 jaar) en Schraar (Sjra 17 jaar) waren vanaf dat moment al in Sevenum bij familie Sijbers ondergebracht. Na de evacuatie van de familie Schreurs op 16 januari, bleef Haij als oudste (23 jaar) met zus  Truus (20 jaar, op 24 januari alsnog  geëvacueerd), alleen achter op de Oostsingel 1A tot aan de bevrijding. Hij kon zo ook hun daar opgeslagen spullen enigszins bewaken.

** v. d. Veen = Nicolaas J. van der Veen, was  sinds 1-11-1921 Ontvanger der Rijksbelastingen (Register/Domeinen) in Venlo en woonde met zijn gezin aan de Oostsingel 1A (nu Burgemeester van Rijnsingel 1A naast Hotel Wilhelmina), totdat Burgemeester Zanders deze woning gevorderd heeft i.v.m. andere bewoning voor de bewoners uit het spergebied, waar ook de Hoogeweg onderdeel van was. De spullen van Van der Veen lagen klaarblijkelijk na de bevrijding nog steeds in dit huis. 

Met zo’n wagen hebben Haij en Jo na de bevrijding de huisraad van de Oostsingel naar de Hoogeweg gesjouwd!

 ** Pater Haraths  = Pater J.K.T.A. (Sjeng) Herraets uit Horst, was een Pater Augustijn uit Horst, gestorven 23-10-1981 in hetzelfde Klooster Marienhage, alswaar ook Ome Jac begraven ligt. Hij was tijdelijk kapelaan,  leraar van Ome Jac aan het Thomascollege in Venlo en heeft ook de evacuees in januari 1945 geestelijk bijgestaan. Had mogelijk ook zijn contacten binnen het Noord Limburgse verzet.

** Bartels =  W.H.G Bartels, sinds 26-5-1928 buurman op Hoogeweg 11 (aan de kant van de stad), was waarschijnlijk een normaal betrouwbaar persoon. Hij is daar op de Hoogeweg komen wonen ca 14 dagen nadat de familie Schreurs van het Maasschriksel naar de Hoogeweg was verhuist. Hij was opzichter, waarschijnlijk bij de gemeente (en ook tijdens de oorlog). Hij was getrouwd met C.M.M. Hermans en had in 1944 een dochter van toen 15 jaar.

** Heinz en Muti Coppus =  Heinz Coppus uit Steijl/Tegelen, getrouwd met Mia (Muti?)Wilms en is op 27-8-2013 op 96 jarige leeftijd overleden in Steyl. Hij was een achterneef van Haij aan moederskant en was in 1945 28 jaar oud.

** Hansen = G.H. Hanssen was duikhoofd van het lokale verzet in Sevenum en was ook een belangrijk man bij de ondergrondse in Noord Limburg

** Sijbers = familie van de Schreursen in Sevenum,  Sef en Schraar verbleven toen bij Tante Anna Sijbers

**  Sef en Schraar = zijn de broers Joep en Sjra Schreurs

** Agent van Kessel = Politieagent van Kessels met mogelijke  connecties in Sevenum

Zondag 4 Maart

 Vanmorgen waren de missen weer in de zaal van het jeugdhuis. De pastoor hield ’n mooie preek over de bevrijding en de doorgemaakte tijden. We waren nu weer ‘ns vrij en liepen ’n straatje om en praten met de Tommy’s.  Er waren berichten binnen gekomen van de geëvacueerden, hierbij was het treurige bericht dat Thij Hunnekens door ’n bombardement gedood was en nog vele honderden. Wat zal er met mijn ouders gebeurd zijn? Die waren immers bij Thij. Op het ogenblik staat er ondergrondse bij het spergebied. We mochten toch even naar huis gaan. De Tommy’s  van gisteren waren weg. Ik was juist bezig planken voor de kapotte ruiten te maken, toen er Engelsen binnen kwamen. Ik wilde dat ik er weer ging wonen. Ze keken het huis na en zeiden dat ik 1 kamer mocht nemen.

** Thij en Marie = Thij Hunnekens (Theodorus Karel Marie Hubertus Hunnekens (Venlo 10-09-1885 / Sittard 15-11-1958) was de zoon van de bovenbuurman Henri Hunnekens op het Maasschriksel nr. 34. Hij had ene Marie uit Brunssum als partner en was in 1944 dus al 59 jaar oud. Is ook lid geweest van de Venlosche Gemeente raad en allerlei commissies. Hoogstwaarschijnlijk zijn de vader van Haij, Piet Schreurs (2 jaar jonger dan Thij) en Thij op het Maasschriksel 34, als buurmannen in hetzelfde huis, voor het leven met elkaar bevriend geraakt. Thij heeft met partner Marie aan de Hoogeschoorweg 31 gewoond, waar hun huis onherstelbaar is beschadigd bij de bombardementen op 15 Oktober 1944. Die dag was er een bombardement gepland, maar dat is uiteindelijk niet doorgegaan. Wel  zijn enkele bommen gekist en neergekomen op de Maaskade, Sint Urbanusweg, Hogeschoorweg en Hoogeweg. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat Thij en Marie tijdelijk onderdak hebben gevonden bij hun vrienden op de Hoogeweg. Ook blijkt dat Thij en Marie samen met de familie Schreurs op 16 januari op evacuatie is gegaan. Thij is niet omgekomen in de oorlog, zoals eerst gedacht werd, maar heeft nog tot 15-11-1958 in Sittard bij zijn broer geleefd, alwaar hij ook is begraven.

Maandag 5 Maart

De Amerikanen op de Oostsingel waren weg  en hadden de matrassen niet teruggebracht. Daarna ben ik naar huis gegaan op de Hoogeweg en heb de meubels aan de kant gezet, de spullen die uit de kasten waren getrokken, uitgezocht en de andere rommel bij elkaar geveegd. Na de middag ben ik teruggegaan met Jo en heb kachel haard en naaimachine meegenomen, bureau erin gezet, piano in elkaar gezet. Bij Bartels vertelden ze dat van Beurden was komen zeggen dat Sef en Schraar het goed maakten.

** Beurden = Peter Laurens van Beurden, wonende op de Veldenscheweg was waarschijnlijk een vriend van de familie Schreurs.

Dinsdag 6 Maart

Ik was er op tijd uit, want ik had me afgelopen nacht voorgenomen het linnengoed uit de grond te halen en te bergen. Na flink ploeteren had ik het eruit. De wanden waren nat, het was het grondwater dat zich door de muren perste. Ik was juist op tijd, want als het er nog een week gezeten had, was het bedorven geweest. Daarna hebben we Jo z’n porseleinen uitzet uit den grond gehaald. Er stond meer als ’n halve meter grondwater in, en toen wij de kisten eruit hadden, stroomde het water eruit. Alles werd goed afgewassen en in ’n nieuwe kist gedaan. En hiermede is onze porselein uit de handen van de moffen gebleven. Toen ik na de middag naar de Oostsingel ging naar het huis met Amerikanen. Ze zeiden dat ik een bewijs van de burgemeester moest hebben, dat in dit huis van ons goederen staan. Vader had het evacuatie bewijs meegenomen en de familie van der Veen was weg, dus had ik geen bewijzen van dit huis en zodoende kreeg ik geen bewijs op het evacuatie bureau. Ik ben om 4 uur naar de Hoogeweg gegaan. en heb buiten op de plaats lag ’n flinke hoop vuil van uit de kamers oude stof papier kapotte ruiten zand van moffen schoenen enz. ’t leek wel ’n puinhoop. We ruimden hier en daar nog een beetje op. Er waren nog geen nieuwe Engelsen. Het karpet van Marie lag nog op den grond, clubs en tafels, ’t leek wel ’n kantoor. Voordat naar huis ging vroeg, ik Bartels ’n bewijs van het huis op de Oostsingel. Hij zou mij morgen ’n verklaring laten bezorgen.

Woensdag 7 Maart

Na eerst de gaten van het verstopte gerei te hebben dicht gemaakt, maakte ik  ’n wagen vol met gereedschap, boeken motoren muziekinstrumenten enz. en daarmee naar de Hoogeweg. Er waren nog geen Tommy’s in. Na de middag kwam Jo met nog een wagen vol. We begonnen met de voorkamer helemaal klaar te maken. Na veel stof te hebben geveegd, werd de door de moffen bekraste vloer gedweild en flink geboend. We plaatste er een kacheltje in en maakte voor ’t eerst na enkele maanden vuur in ons ouderlijk huis. Tegen 3 uur  kwamen 4 Engelsen. Ze moesten boven 1 kamer hebben voor te slapen. We praten een beetje met hun en rookten ’n sigaret. Bureau, piano, dressoir enz.  werden in de was gezet. We hingen slingers met vlaggetjes op. Zodat wanneer mijn dierbaren terugkomen, het huis in zijn vroegere orde terugvinden al is door de moffen ook ’t een en ander meegenomen. We legden weer ’t karpet neer hetwelk de Tommy’s gebruikt hadden en zette alles op z’n plaats. Daar er Tommy’s in ’t huis waren en ik weer verschillende dingen naar huis had gebracht, kon ik het huis niet meer alleen laten. Er zat niets anders op, dan er maar weer voor goed in te gaan, helemaal alleen. Het begon er weer op z'n ouds uit te zien, de piano was weer bespeelbaar, hoewel 'n beetje vettig van het wegduwen. De boeken stonden weer in de kast boven het bureau, weer met benodigdheden gevuld. Daar ik de stoelen nog op de Oostsingel had, en deze van de Amerikanen niet mee mocht nemen, zette ik maar weer de clubs van Marie er in. Het begon er weer goed uit te zien. Ik ging thuis mijn evacuatie koffers halen en bracht ook beddengoed mee. De matrassen kon ik ook niet gaan halen, daar de Amerikanen deze in gebruik hebben. Jo maakte 'n bed op 'n kindermatrasje naast de piano. Tegen zeven uur kwamen de Tommy’s brachten brood, vlees en thee mee, en bleven enkele uurtjes praten en sigaretten roken. Op het ogenblik is het half elf, alles is stil om me, denk aan allen, die van mij weg zijn. Er gaan de laatste dagen geruchten rond, dat er vele mensen die evacueerden door bombardementen gedood zijn. Waren ze toch maar niet zo vlug gegaan, dan konden ze met mijn vreugde van de bevrijding delen En toch mag ik niet stil blijven zitten, want mijn zaak moet weer klaar gemaakt worden en op dezelfde voet vooruit. En wanneer ik de komende weken weer aan ’t werken ben, is er niemand die mij helpen kan als Jo en die moet thuis ook veel doen. Er moet huiswerk gedaan worden, gekookt, wassen, klanten moeten geholpen, kortom een heleboel werk, en dit allemaal alleen. Er moet iets anders gebeuren, zo kan ik niet beginnen, want arbeidskrachten heb ik ook nog geen. In gedachten wens ik mijn dierbaren wel te rusten en hoop dat er spoedig verandering komt.

Donderdag 8 Maart

‘t Was vanmorgen een vreemd ontwaken in ons oud huis, op de grond bij de piano. Met de drang weer te kunnen gaan bouwen, werd ik uit bed gedreven en ging in de kelder ‘ns alles nakijken. Beide kelders waren door moffen en burgers overhoop gehaald, maar er lag nog van alles. Schilderijen enz. heb ik alles geboend en opgehangen. De voorkamer was gereed en nu de achterkamer. Hier lag nog ’n grote hoop van ’t zoeken van de moffen. De linoleum is overal verscheurd om te kijken of er niets onder zat. Beide kasten heb ik leeggemaakt om morgen het linnengoed te bergen, waar mijn moeder altijd zo zuinig op was. Na de middag kwamen weer nieuwe Tommy’s  Ze zeiden dat ze alle lege kamers moesten hebben, daar ze in de keuken ’n militaire keuken wilde maken. De kleine kamer die als werkplaats heeft gediend, mocht ik houden voor de opslag van de meubels. Voorts stopte ik boven weer alles in de kasten wat de moffen eruit gesmeten hadden. In de lade van de kast van Marie vond ik nog een foto van Thij. Opeens dacht ik weer aan allen die weg waren, en dat Thij ervan was weggerukt. Zouden er nog meer iets hebben meegekregen van de bombardementen. Ik nam de foto mee en hing ze in de voorkamer.

Vrijdag 9 Maart

Na eerst de kamers opgeruimd te hebben, kwam Jo me het bewijs brengen van de Oostsingel, dat ze bij de Burgemeester had gehaald. Ik zette onder een kruk van de deur een stuk hout, opdat deze niet openging, daar er geen sleutel van was, en sloot de andere deur af. Na ’n wagen gehaald te hebben, ging ik naar de Oostsingel. De Amerikaanse officieren waren er nog. Ze lazen het bewijs, lieten ons op alle kamers kijken, en vertelde daarna, dat het bewijs niet goed was. Het moest er ’n zijn van de Engelse Commandant. Daar stonden we nu en konden onverricht weer teruggaan. Ik ging met de wagen naar Jo z’n huis en maakte de wagen vol met linnengoed, kleren, pick-up en derg. Intussen was ons huis in ’n grote keuken veranderd, zelfs de plaats was door ’n groot zeil overspannen. De keukenkast was leeggehaald en volgepropt met conserven, alles zat vol met levensmiddelen en stookgelegenheden. Ook boven was alles bezet, op het kleine kamertje na. Ik stapelde het linnengoed in de kasten in de huiskamer en er werd flink gewerkt, om ook deze kamer klaar te maken. De Tommy’s hadden eten in overvloed, en gaven me blikjes vis vlees etc. Na ongeveer ’n half jaar niets meer te hebben gehoord van Sef en Schraar, ontving in vandaag ’n brief via Rode Kruis. ’t Was de tweede brief die ze schreven. Beide maakten ‘t goed en hoopten spoedig naar huis te kunnen komen. Ze hadden de berichten welke ik Hanssen had medegegeven, ontvangen en waren dus ook op de hoogte van onze ouders en anderen.

Zaterdag 10 Maart

Vanmorgen kreeg ik van de keuken eten in overvloed, wit brood, boter gebraden spek zoals voor de oorlog. Toen ik mij gewassen had gooide ik het water in de WC. Hierin had per toeval twee mooie gouden ringen inlaten liggen. Ik heb alles in het werk gesteld om ze op te vangen, maar tot op heden is er nog niets op komen dagen. Ik ben er nog slecht van aan, daar er na de oorlog niet zo makkelijk goud te krijgen is. Na de middag zette ik de haard die de Tommy’s  boven gebruikt hadden en bij hun niet goed brandde in de huiskamer, daar het daar ontzettend tocht. Er zijn geen ruiten in. Vanavond kreeg ik van de kok weer heerlijk eten. Ik voel mij nu weer heel anders, en als het zo doorgaat zal ik best enkele ponden zwaarder worden.

Zondag 11 Maart

Tegen de middag kwam Dokter Jansen met het bericht dat Schraar in Blerick aan de Maasbrug stond, maar er niet over kon komen. Hij had tegen de Dokter gezegd, dat hij er zo gauw als het kon over zou komen. Na de middag liepen we een straatje om. ’n Ontzettende troepenverplaatsing, grote kolonnes kwamen terug uit Duitsland en hadden als souvenir ’n hakenkruisvlag bij zich.

Maandag 12 Maart

Vanmorgen heb een begin gemaakt met de kelder. U kunt zich gewoonweg niet voorstellen hoe het er hier uitzag, alles overhoop gehaald. Ik wist niet waar het eerste aan te beginnen. Tot 5 uur heb ik geploeterd, en de grote kelder begint al een beetje opgeruimd te lijken. Tegen zeven uur kwam ’n Engelse soldaat, die goed gitaar kon spelen, en bleef een paar uur bij ons.

Dinsdag 13 Maart

Daar het erg donker in de kelder was en de spullen, die er in stonden ’n weinig vochtig waren, begon ik vanmorgen met het uitbreken van de schotten enz. welke mijn vader voor het inslaan van granaten tegen de achtergevel van het huis had geplaatst. Dit was flink werken. Daarna kwam er ’n flinke laag zand tevoorschijn, die daar eens voor versterking was aangebracht. Deze heb ik in wagentjes geladen en weggereden. De vensters kwamen tevoorschijn, maar hier zaten van de 6 ruiten er nog maar 1 kleine in. Na de sponningen goed schoon te hebben gemaakt ging ik bij Selen 6 grote broeikasramen halen en haalde het glas eruit. Tegen de avond kwam Basten mij de ruiten voor de huiskamer snijden. Daar ik daar moet slapen. In 't geheel zijn er 24 grote en kleine ruiten stuk. Ik heb ze allen opgemeten, en zal ze deze dagen erin zetten.

** Selen = Overbuurman aan de Hoogeweg, tuinder

** Basten = Schilder ?

Woensdag 14 Maart

Vanmorgen heb ik Jo naar de Oostsingel gestuurd om te zien of de Amerikanen weg waren, opdat ik de restanten van meubels enz. naar huis kon halen. Toen Jo daar kwam, waren ze zich juist klaar aan het maken om te vertrekken. Na de middag ging ik met Jo naar de Oostsingel. De Amerikanen hadden alles aan de kant gegooid, en het gat in de vloer lag open, doordat ze het karpet, dat in de kamer lag buiten op de mesthoop hadden gesmeten. De matten van Marie lagen ook buiten door en door nat. De ketels en enz. welke ik in de voorkamer bij elkaar had gezet, lag op 'n hoop in de keuken waar het fornuis was weggehaald. Daar de andere Amerikanen de matras niet hadden teruggebracht, gingen we 'n paar huizen verder kijken, en vonden de matras. De soldaten waren weg. Ook stond er een haard bij van van der Veen. We namen de matras mee en gingen de spullen opnieuw bij elkaar zetten waar ze door ’n auto van de O.D. (Orde Dienst) vanavond zouden worden opgehaald. Op elke kamer stonden enkele stoelen en hier en daar ’n matras. Ook boven vonden we nog het een en ander terug. Daarna gingen we de vloer openen en haalden er nog ’t een en ander uit dat wij de vorige keer hadden laten liggen. De spullen van van der Veen waren al grijs. We maakten de gaten dicht en wilden naar huis gaan, toen er ’n Engelse  Sergeant kwam en zei dat hij de matras moest hebben, welke vooraan in de gang stond. Dit was die van Jac. Ik zei dat ik deze moest hebben om op te slapen. Maar alles wat ik ook deed was te vergeefs. Twee soldaten kwamen en namen ze mee, en gooiden ze op de wagen. Voorts namen ze nog een kachel mee, die in de huiskamer stond. Ze zeiden dat ze naar Walbeck gingen, dus van de matras zagen we niets meer. Tegen zeven uur gingen we alles opladen met de wagen en brachten het naar huis. 

** O.D. = Orde Dienst (Gemeentelijke Dienst / Gemeentewerken??)  een algemeen orgaan welk door de Duitsers was ingesteld, maar stiekem ook door het verzet werd gebruikt

** Walbeck = Hoofdkwartier van de Engelse geallieerden (Tommy’s) tijdens de bevrijding. Van hieruit stuurde Generaal en Veldmaarschalk Bernard Montgomery (Monty) zijn leger, de 21e Army Group aan tijdens de bevrijding van Nederland. Op 4 mei 1945, aan het einde van de Europese oorlog, accepteerde Montgomery de capitulatie van alle Duitse strijdkrachten in het westen. Drie dagen later capituleerde het volledige Duitse leger. Dit maakte een einde aan de Tweede Wereldoorlog in Europa.

Donderdag 15 Maart

Vanmorgen ging ik de twee kelders klaar maken, want de gang was volgestapeld met stoelen ketels enz. en de soldaten konden nauwelijks door en het was ook niet vertrouwd. Na de middag kwam Juff die goed bekend was met Marie. Ze zei dat er in de courant van gisteren ’n advertentie stond voor inlichtingen, omtrent Thij en Marie. Ze zei te hebben vernomen dat ze beiden dood waren. Ik vertelde hun dat ze met mijn ouders vertrokken waren en dat ik niet wist waar ze waren, daar hun trein gebombardeerd was. Ze zou het zoo aan de familie van Marie uit Brunssum mededelen. Tegen de avond ging ik naar het huis van Thij kijken.. Ontzettend ziet het eruit.  De achtergevel is geheel weg, doordat er verschillende voltreffers ingekomen zijn. Er kan niets meer mee gedaan worden, dan afbreken. Je kunt van buiten de bedden zien staan. In de voorkamer die niet zo heel veel heeft meegekregen staat nog een goeie kast en twee matrassen en ’n ijzeren bed. Ook boven lagen nog enkele kleinigheden. Ik werd er niet goed van zoiets te zien, alles vernield in enkele ogenblikken, waar zolang voor gespaard is. Dus ik dacht, zal ik alles met ’n wagen ophalen en naar huis brengen?  Dan hebben ze toch nog iets als ze misschien naar huis komen.

** Juff = onbekend persoon 

Vrijdag 16 Maart

Vanmorgen was de werkplaats aan de beurt. Er lag ’n rommel dat ik de deur nauwelijks open kon, alles was overhoop gehaald, oliebussen waren opengemaakt en omgegooid...

** Zou toevallig ook nog waar kunnen zijn! 

Pap (Haij Schreurs) op bevrijdingsdag 3 Maart 1945 de vlag aan het uithangen bij de buren op Oostsingel 1?

Volgens zijn dagboek was hij die dag op de Oostsingel 1A, toen de Amerikanen daar met de huisraad aan het slepen waren. Ook staat op de bewuste foto de voordeur bij 1A  open. Dus dit zou zeer goed kunnen dat hij daar toen een handje geholpen heeft bij de buren bij het uithangen van de vlag.

Deze persoon op de foto heeft dezelfde inhammen op het hoofd en draagt tevens een bril, zoals Haij op een foto enkele jaren eerder en op zijn trouwfoto in 1947, 2,5 jaar later. 

Haij en Jo tijdens hun trouwfeest op 8 Oktober 1947

 

Haij circa 22 / 23 jaar oud in 1943 /1944

Reageren? Stuur Peter Schreurs een e-mail:ptj.schreurs@planet.nl 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

maandag 21 februari 2022

Chauvinistisch

- door Hay Swinkels -  

Hoe chauvinistisch kan een stad zijn? Amsterdam staat erom bekend. Maastricht ook. Maar Venlo?

“In bin zoë gaer, baove alles Venlonaer / ’t duit mich good, miejn Venloos blood / wilt nörges anders haer”.

Zeggen die woorden niet genoeg? Is trots zijn op een stad hetzelfde als chauvinistisch? Het is misschien kort door de bocht, maar voor veel Maastrichtenaren wonen er buiten de stadsmuren alleen maar boeren. Venlo was juist een stad van boeren, gerdeneers op precies te zijn. Het Akkermansgilde als oudste gilde en nog steeds zijn de tomaten, de sla en komkommers ons handelsmerk. Toch is er meer. 

Al in de Middeleeuwen was Venlo een economisch belangrijke en rijke stad, die niet voor niets telkens belegerd werd. In 1511 door de Bourgondische troepenmacht van Margaretha van Oostenrijk. Opmerkelijk in die belegering was de rol van een vrouw, Gertruid Bolwater. Deze helleveeg zou een Bourgondische vaandrig hebben verwond en hem daarmee zijn vaandel hebben afgepakt. Over emancipatie gesproken! 

Heel bekend in de geschiedenis is het turfschip van Breda. Maar deze krijgslist werd in 1597 ook door Prins Maurtits toegepast bij de belegering van Venlo. Helaas, of beter gezegd gelukkig lukte het hem niet om Venlo in te nemen. Venlo had al in 1300 een Joods badhuis, een mikwe. Als het echt een mikwe is die ze hebben opgegraven, dan moet het toen een heel tolerante stad zijn geweest om zo’n vreemde bevolkingsgroep in te stad te accepteren en zelfs een ritueel badhuis te laten bouwen. Venlo had  de eerste  bioscoop van Nederland, het eerste tankstation. Venlo had ook de meeste bombardementsslachtoffers in de 2e Wereldoorlog. Zelfs meer dan in Rotterdam. Maar dat laatste is allerminst om trots op te zijn.

Trots zijn, is iets heel anders dan zich superieur voelen. En dat gevoel kent Venlo helemaal niet. Natuurlijk bestaat er wel zoiets als:

“Veur altiéd  en / altiéd blief ik / veur ieuwig en altiéd blief ik / einen echte Venlonaer”.

Maar dat mag toch? Of ben je dan chauvinistisch?

Reageren? Stuur Hay Swinkels een e-mail: hay.swinkels@ziggo.nl.

 

 

vrijdag 18 februari 2022

Jacky Cordang, meer dan een eeuwige reserve (slot)

- door Gerrit van der Vorst - 

Na de oefencampagne in de zomer van 1960 koos VVV-trainer Josef Horesj opeens voor Frans Swinkels. En die deed het zo goed dat hij op zijn beurt geselecteerd werd voor Nederland-B, nota bene vijf maanden nadat Jacky Cordang die eer te beurt was gevallen. 

Frans Swinkels in actie (foto privécollectie).

Over Cordang had niemand het meer, tot hij de Swink in november 1960 nog vier wedstrijden moest vervangen. In de uitwedstrijd DOS - VVV (4-1), op 21 november, maakte hij twee foutjes. Hij moest weer plaats maken.

Een van de vier DOS-doelpunten (foto collectie Gijs Nass).

In de tweede helft van het seizoen keepte Jacky Cordang nog twee geweldige wedstrijden voor VVV. Toch haalde de club er een derde keeper bij, Piet Schroemges van Sportclub Irene. Die had enkele weken eerder indruk gemaakt tijdens de vriendschappelijke wedstrijd VVV - Sportclub Irene (2-5!). Hij en Swinkels keepten voortaan. Jacky Cordang zou geen minuut meer maken in VVV 1!

Uit het programmablad (‘tien cent’) voor GVAV - VVV (1-1), op zondag 25 maart 1962: ‘Drie klasse-keepers. In het doel staat Piet Schroemgens die is overgekomen van Sportclub Irene (Tegelen) en die prompt goede keepers als Frans Swinkels en Cordang naar het reservebankje verwees. Overigens zijn deze drie uitstekende doelverdedigers vrijwel gelijkwaardig en een keepersprobleem bestaat bij VVV dan ook niet.’

Piet Schroemges op 26 november 1961 in actie tijdens Ajax - VVV (3-1) tegen Henk Groot en Piet Keijzer (foto Nationaal Archief).

Cordang maakte geen problemen. Wiel Teeuwen kende hem al lang, omdat Cordangs meisje Thea indertijd aan de Vierpaardjes woonde: ‘We hadden na de wedstrijden altijd veel plezier. Het was een verschrikkelijk fijne vent om mee om te gaan, een geweldige kammeraod. (...) Jacky was ook een echte SVB-man. Een echte Blerickse.’

Het vriendenteam van VVV op reis (foto collectie Herman Teeuwen).

Na de degradatie van VVV in 1962 vertrok Jacky Cordang, natuurlijk terug naar SVB. Nog één keer zou hij in de Kraal keepen. VVV was in 1965 in financiële nood geraakt en op initiatief van Jan Klaassens werd VVV-Oude Glorie (2-1) gespeeld. Bij VVV keepten Piet Schroemges en Frans Swinkels elk een helft en bij de Oude Glorie keepte Jacky Cordang.

De Oude Glorie (foto collectie Herman Teeuwen).

De topfitte Cordang keepte tot en met het seizoen 1968/1969 in SVB 1. Medespeler Jacques Hermans zou na dat seizoen naar VVV gaan. Over de gedreven Cordang: ‘Hij was altijd aan het coachen, je moet dit, je moet dat.’ Helaas eindigde hun laatste wedstrijd voor SVB met degradatie, omdat Hermans een bal van de zestienmeterlijn blind terugspeelde op Cordang. Die was echter zijn doel uitgelopen en miste de terugspeelbal.

Het beslissende eigen doelpunt, waardoor SVB de beslissende degradatiewedstrijd met 1-0 van IVO verloor (foto Jack Cordang junior).

De blooper tastte de relatie tussen beiden niet aan. Ze gingen later tennissen, tot Cordangs ogen hem in de steek lieten. Behalve als tennisser sportte hij als wielrenner en volleyballer. 

Jacky Cordang op latere leeftijd (foto Jack Cordang junior).

Met plezier en trots keek Jacky Cordang terug op wat hij de mooiste tijd van zijn leven noemde. Zoon Jack tegen De Volkskrant: ‘Op elk verjaardagsfeest kwamen de verhalen over kameraadschap, kattenkwaad en mooie overwinningen ter sprake.’ Bij VVV kwam Jacky Cordang niet zo vaak meer. Hij had minder op met het moderne voetbal. In 2017 zag Wiel Teeuwen hem nog een keer bij een wedstrijd van VVV: ‘Toen zag je al dat hij snel achteruit ging. Hij wist veel dingen niet meer en praatte ernaast.’

Jacy Cordang was trouw in alles. In 2018 kreeg hij van SVB nog de gouden speld met diamant en inscriptie, voor maar liefst 75 jaar ononderbroken lidmaatschap.

Jacky en Thea Cordang hadden ook een lang huwelijk (foto Jack Cordang junior).

En vanaf zijn 16e had hij in de familiezaak gewerkt, later met zijn echtgenote en zijn broer Toon die de installaties deed. Er werden ook kachels, fornuizen, witgoed en andere huishoudelijke apparaten verkocht.

Jacky Cordang voor de zaak (foto collectie Boy Coehorst/Sef Derkx).

Jacky Cordang die boven de zaak woonde had daar ook tot het einde willen blijven. Helaas moest hij in zijn laatste levensfase zijn geliefde Blerick verruilen voor een Venloos verzorgingshuis. Hij stierf op 22 september 2019, 87 jaar oud.

Niet lang daarna plakte men op de website van VVV het retro-shirt 1978/1979 precies over hem heen. Wie dat verzon!

SVB, VVV, Omroep Venlo, De Limburger en De Volkskrant besteedden aandacht aan het overlijden van Jacky Cordang. Terecht, het was gewoon een klassekeeper.

Jacky Cordang op een sigarenbandje (foto Jack Cordang junior).

Slot

Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl. 

donderdag 17 februari 2022

De Halte XXL van woensdag 16 februari 2022 - De Kraal

- door Sef Derkx -  

De bus van Arriva had ons naar halte Spechtweg gebracht. Doel van onze tocht  waren de twee strijdperken van VVV. In de vorige aflevering van De Halte waren we bij De Koel.



Aan De Kraal, een stukje verderop aan de Kaldenkerkerweg, liggen echter onze oudste voetbalherinneringen. Voetballers werden eind jaren ’50  nog tot de gewone mensen gerekend. VVV’ers waren voor ons aanraakbare helden. Jan Klaassen stond door de week in zijn tabakswinkeltje aan de Parade. Keeper Frans Swinkels kwam vaker bij ons in de straat. Hij was werkzaam bij het Ziekenfonds Noord-Limburg. De vader van Harrie Heijnen bezorgde bij ons thuis koffie en thee. Op een bovenwoning in de Heutzstraat woonde de boomlange Herman Teeuwen. Hij had ontzagwekkende voeten, als van een reus.




Aan De Kraal heeft VVV zijn grootste triomfen gevierd. In het seizoen 1960-1961 werd de ploeg derde in de eindrangschikking van de eredivisie. Achter Feyenoord en Ajax. Als we er vandaag arriveren, wordt er getraind. De aanblik van het ooit zo fiere kassahuis stemt weemoedig. Het monument van Venlo’s voetbalhistorie ligt er verwaarloosd bij. De geschiedenis van De Kraal gaat terug naar het einde van de negentiende eeuw als Carl van der Weyden aan de Kaldenkerkerweg een café-restaurant laat bouwen. De uitspanning wordt in 1899 geopend en krijgt de naam De Kraal. In het café komen jongeren die dagdromen van een terrein om een opkomende sport te beoefenen: het voetbal. Van der Weyden verpacht land pal bij zijn etablissement. De Kraal als voetbalveld is geboren. 


De eerste club die er speelde, heette waarschijnlijk Vitos en bestond uit vrienden die elkaar kenden van de Rijks HBS aan het Klein Park. VVV werd kort na de oprichting in 1903 bespeler van De Kraal. In de Tweede Wereldoorlog verrees op het terrein een hoofdtribune, een geschenk van houthandelaar Lei Kemps. Onder de tribune waren de kleedkamers voor spelers en het arbitrale trio. Het fameuze kassahuis met op het dak in beton de letters V.V.V.
  werd niet lang na de Tweede Wereldoorlog gebouwd. In 1954, het jaar van de invoering van het betaald voetbal, was De Kraal inzet van de broederstrijd tussen de amateurs van VVV en de profs van Speelclub Venlo ’54. Korte tijd was de ingang gebarricadeerd met prikkeldraad. Uiteindelijk kwam er een fusie en besloot de KNVB dat De Kraal het vaste thuis van VVV moest worden. Venlo’s voetbaltrots speelde er zijn laatste wedstrijd op 6 februari 1972 tegen FC Eindhoven dat met 1-0 aan de zegekar werd gebonden.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

 

 

 

 

 

 

zondag 13 februari 2022

Vandaag 75 jaar geleden - Een verslag van het Prinsenbal

 - door Sef Derkx -

Vandaag 75 jaar geleden verscheen in De Waarheid, het dagblad van de Communistische Partij Nederland, een interessant artikel over de Venlose vastelaovend. 

Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid is het geschreven door Jan Snellen, de plaatselijke correspondent van de krant. Het gezin Snellen woonde aan de Van Bommelstraat. Ze waren de buren van mijn ouders. Mijn vader en Jan konden goed met elkaar overweg, heb ik altijd begrepen uit de verhalen. Een aantal jaren geleden werd het bevestigd door een zus van Jan. 

Vier karakteristieke fragmenten uit het artikel in De Waarheid





Het is opmerkelijk dat een zo serieuze krant als De Waarheid überhaupt aandacht schenkt aan vastelaovend. Humor was de redactie vreemd. Maar goed, Jan Snellen was Venlonaar dus mocht hij erover publiceren. Met zelfs een foto van het Prinsebal van 1947, dat Hans I Franssen als eerste naoorlogse Jocus-Hoeëgheid bracht.


Het bijzondere vastelaovesjaor 1947 is een van de onderwerpen in de voorstelling Heimwee nao Venlo in vastelaovestièd in City Cinema op 24, 25 en 26 februari (klik hier: Heimwee nao Venlo in vastelaovestièd). 

Door de coronamaatregelen mag slechts een beperkt aantal mensen in de zaal worden toegelaten. De voorstellingen zijn allang uitverkocht, er is een groeiende wachtlijst.

Aevel...

Met wederom aan zekerheid grenzende waarschijnlijk wordt dinsdag bekend gemaakt, dat bioscopen weer op volle capaciteit mogen draaien. Het betekent dat er dus plaatsen vrijkomen. Goed nieuws, dat op het goede moment komt voor de ze voorstellingen.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.