vrijdag 30 april 2021

‘Det waas Uchebo van VVV’

 - door Sef Derkx -

Het gaat niet goed met VVV. Wat zeg ik? Het gaat ronduit slecht. Elf nederlagen op een rij, een tussenstand die op het einde van de competitie rechtstreekse degradatie betekent. De situatie is zorgwekkend. Even zorgelijk als het mythische moment, dat in De Koel het bier dreigt op te raken. Er zijn supporters, die in deze dagen naar het kapelletje van Genooi gaan om een kaarsje aan te steken voor de geelzwarten.

 

Interieur Kapel van Genooi (foto Roland Weyers) 

Het herinnert mij aan het verhaal van een goede kennis, Willem Stroeken (1943-2013). Hij ging op zondagmorgen vaak naar Genooi. Niet vanwege het geloof, maar voor de sfeer. Op zekere zondag kwam over het middenpad een boom van een kerel naar voren lopen. Een donkere man met een wilde haardos die een trainingstas meezeulde. Vooraan bleef hij staan, vouwde zijn handen en begon hardop te bidden.

Iedereen in de kapel keek elkaar vragend aan. De reus bukte zich en haalde uit de tas een paar sportschoen die hij naar voren stak richting beeld. Zijn gebeden werden luider. Opeens was het afgelopen. De schoenen gingen terug en de man liep naar buiten. Het leek wel of hij in trance was.

Det waas Uchebo van VVV’, zoemde het rond. Die middag, we schreven 13 mei 2012, speelde VVV in de nacompetitie tegen Cambuur. Vlak voor het einde van de wedstrijd, de scheidsrechter had bij wijze van spreken de fluit al aan de mond voor het eindsignaal,scoorde Uchebo op miraculeuze wijze de 4-3.

 De Koel ontplofte en VVV bleef in de eredivisie.

O ja, ik steek binnenkort ook een kaarsje aan bij Onze Lieve Vrouw van Genooi. Met een speciale intentie: laat VVV ook in het volgend seizoen in De Koel eredivisie voetballen.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

donderdag 29 april 2021

VVV op vinyl en op... schellak

 - door Sef Derkx -

We hadden het afgelopen week over rommelmarkten in tijden van corona. Of liever gezegd, het ontbreken ervan. We missen ze jammerlijk, net als het bezoek aan cafés in de Venlose binnenstad.

Hoes V.V.V. - lied uit 1963 (collectie Sef Derkx) 

Welbeschouwd is ‘rommelmarkten’ een denigrerende benaming. Ontoereikend bovendien, ik stel voor ze schatzoekersmarkten te noemen. Over schatten zoeken en vinden, gesproken. Voor de pandemie bezochten we de fameuze markt bij A&P in Tegelen. Geweldig dat de voormalige fabriek van Vossen-Breuers verbouwd gaat worden tot appartementencomplex, maar dit terzijde. De kooplui waren aan het inpakken, het spreekwoordelijke scheiden van de markt was aangebroken. In een kraam lag een stapel 45-toerenplaatjes. Als verwoed verzamelaar van vinyl stond ik onmiddellijk op scherp. Ik mocht nog even kijken en jawel hoor, het geluk was mij welgezind.

Wat medecollectioneurs nog nooit overkomen is, maakte ik mee. In het stapeltje zaten drie singles met clubliederen van VVV. Met die ik al had, is mijn verzameling VVV op vinyl vrijwel compleet. Ze liggen binnen handbereik bij de draaitafel. Nu de handhaving in de eredivisie nog. Dat wordt een moeilijker karwei.

Hoes V.V.V. Olé! uit 1976

Het oudste plaatje komt uit in 1963 en is het V.V.V.–lied gespeeld en gezongen door de Limburgse Jagers met als solist Sjraar Peetjens. Zanger, liedjesschrijver en producent Nol Peters nam bij gelegenheid van het kampioenschap in 1976 V.V.V. Olé! op. De b-kant is ook interessant. Er staan de yells op die destijds van de tribunes rolden. Wie herinnert zich nog Scheive drek! als de keeper van de tegenstander uitschoot en het hatelijke Simpel, simpel, simpel? Het groot gemengd supporterskoor van V.V.V. heft ook nog de legendarische hymne Ave V.V.V. aan. De opnames zijn niet al te best en het plaatje kraakt, maar dat is juist de charme van historisch vinyl.

Over het Ave VVV is nog het volgende verhaal te melden. Jaren geleden trad een landelijk bekende cabaretier op in Venlo. Hij maakte denigrerende opmerkingen over VVV. De zaal schoot niet in de lach. Iemand begon te zingen: ‘Ave, ave, ave VVV. Ave, ave, ave VVV.’ In no-time zong de zaal de mantra. Minutenlang. De komiek was van zijn stuk gebracht. Het ging van kwaad tot erger. Bij elke volgende mop die hij vertelde, werd er niet gelachen maar gezongen: ‘Ave, ave, ave VVV. Ave, ave, ave VVV.’.

 

Hoesje single Gé van Beek, Claar Boots en The Meteors (collectie Sef Derkx)

Terug naar het vinyl. De derde single van van Orkest The Meteors en de solisten Gé van Beek en Claar Boots-Hinssen zou ik alleen al gekocht hebben voor de hoes. Claar torst een opgestoken afrobeat coiffure. Op de a-kant staat FC V.V.V. & Koelie, op de b-kant Waat unne loeier. Uit welk jaar het is, wordt niet vermeld.


 

Hoesje EP van Neutjesrang, 1985 ( collectie Sef Derkx)

Wie nog eens de onvergetelijke stadionspeaker Harrie Van Dreumel wil horen, die een goal van Johnny Taihuttu aankondigt, moet op zoek naar de EP die Neutjesrang in 1985 uitbracht. Het is een leuk skifflenummer waarin gespeeld wordt met het woord bimbam, wat een synoniem is voor een strak en doeltreffend schot.

 

Hoesje single Lottie Boermans en Ben Verdellen (helaas niet meer collectie Sef Derkx)

Het tijdperk van VVV op vinyl wordt in 1987 afgesloten met een single van Lottie Boermans en Ben Verdellen. Helaas heb ik mijn exemplaar uitgeleend en jullie raden het al: nooit meer teruggekregen. Eviva VVV is lange tijd gedraaid bij Omroep Limburg (nu L1) als er een goal gemaakt was door de geelzwarten. Het is een mooi, melodieus lied op Spaanse leest geschoeid. Op de b-kant staat Vader mot nao VVV. De tweewekelijkse gang naar De Koel staat onder de zegen van zijn vrouw. De tekst van de beide laatste liedjes is inventief en humoristisch. Maar ja, niemand minder dan Frans Boermans schreef ze.  

Terug naar het clublied op vinyl uit 1963, het V.V.V.-lied. De tekst is van Koos Timp en de muziek van Giel Aerts. Op het hoesje staat een foto van Harrie ‘Mandje’ Heijnen in een zweefduik à la Bep Backhuys. Elke regel van het refrein begint met ‘Hup, hup, hup V.V.V.’ Dat is makkelijk voor het onthouden. Achtereenvolgens krijgt de Venlose voetbaltrots de opdrachten: ‘Hou steeds je naam in ere. Durf elke club trotseren. Trap flink de bal naar voren. Dan wordt een goal geboren.’

Het mooiste couplet is het tweede:

Detail van de hoes van het V.V.V.-lied uit 1963 

De conversatie op en rond het voetbalveld was van een beschaafd niveau in 1963. Maar toch was er een valse toon in het strijdlied. De plaat veroorzaakte een rel. De clubleiding van VVV had bij een Venlose handelsonderneming alvast drieduizend exemplaren besteld, waarvoor de penningmeester een voorschot van tweeduizend gulden overgemaakt had. Bij een lokale drukker had men voor duizend gulden hoezen laten drukken. Het was de bedoeling de singles bij thuiswedstrijden voor 3,60 gulden aan de man te brengen. Maar het ging mis. De Venlose producent ging in zee met een Duitse grammofoonplatenmaatschappij. De persing was klaar, er zou geleverd worden maar de Venlose firma bleef in gebreke wat betreft betaling bij de Duitsers. Uiteindelijk belandden de plaatjes bij de Disco-bar in Vroom & Dreesmann. Of VVV schadeloos is gesteld, weten we niet. 

V.V.V. Marsch, tweede persing, 1914 (foto Bart Maas/met dank aan Gerrit van der Vorst)

Tot slot. We zijn nog zoekende en niet alleen naar Eviva VVV van Ben Verdellen en Lotti Boermans. Er is namelijk een heilige graal: een 78-toerenplaat op schellak uit 1912, met als titel V.V.V. Marsch. In 1914 verscheen een tweede persing. Die plaat werd uitgebracht door Homokord, een Duits platenlabel dat in 1905 was opgericht. De muziek was van ene J.W. Mulder en de instrumentale vertolking was van de harmonicaspeler C.F. Losscher. Laatstgenoemde wordt op de plaat aangeprezen als ‘Harmonica-Virtuoos’ en ‘Kampioen van Nederland’.

Hoog tijd dat de schatzoekersmarkten weer opengaan, kortom.

Reageren? mail Sef Derkx: floddergats@xs4all.nl   

De Halte XXL van woensdag 28 april 2021 - Een zandwal met geschiedenis

 - door Sef  Derkx - 

Arriva heeft ons naar Nazareth gebracht. Niet het dorpje waar in het begin van onze jaartelling een later bekend geworden timmermanszoon zijn jeugd beleefde. We zijn bij Huize Nazareth in ’t Ven, van origine een tehuis voor verwaarloosde kinderen. Tegenover het gebouw was de speelweide. 

Detail frontgevel Nazareth (foto Theo van Rensen)

Tweeluik Nazareth, jaren zeventig (collectie Jan Kessels)

Daarop lag vroeger een zandwal. Gemeentearchivaris Wim Hendriks heeft me vaker gezegd, dat dit historisch gezien de meest interessante berg aarde in de gemeente Venlo was. De wal verdiende de status van monument en de daarmee verbonden bescherming. Waarom? Het op die plek opgeworpen zand was vrijgekomen bij het graven van de nabijgelegen Noordervaart. 

Kaart van traject van de Noordervaart tussen Venlo en Neuss en detail van Venlo tot voorbij Louisenburg (met dank aan Jan Kessels)

Napoleon Bonaparte was klein van stuk, maar dacht groots. Wat de Spanjaarden in de zeventiende eeuw niet was gelukt, wilde hij wel realiseren. De aanleg van een kanaal van Antwerpen aan de Schelde naar Venlo aan de Maas en vervolgens naar Neuss aan de Rijn. Het beoogde traject van Venlo naar Neuss was 53 km lang. De afstand zou kunnen worden afgelegd in minder dan een etmaal. De veldmetingen begonnen in 1804, twee jaar later ging de schop in de grond. De waterweg is slechts ten dele voltooid. Venlo werd niet de belangrijke Europese binnenhaven, waarvan het destijds droomde.

Bij halte Nazareth zijn we verwelkomd door Jan Kessels, hoeder van historie van ’t Ven. We vragen hem naar de zandwal, waar de archivaris zich zorgen om maakte. Deze is zo’n vijfentwintig jaar geleden afgegraven. Zonder slag of stoot verdween een historisch belangrijk landschapselement in 1995 op de laadbak van een vrachtauto. 

De speelweide met op de achtergrond de zandwal (collectie Jan Kessels)

Het was het gevolg van een conflict tussen de toenmalige terreineigenaar en de gemeente Venlo. De afgraving geschiedde overigens met toestemming van de gemeente, die de historische waarde niet heeft onderkend. Adieu herinnering aan de Franse tijd.   

De lente heeft vertraging opgelopen, maar is nu definitief aangebroken. Op deze zonnige zaterdag bloeien overal paardenbloemen. ’t Ven lijkt een paardenbloemenparadijs. Over een tijdje zullen kinderen de zaadpluisjes wegblazen. 

Botanist Karst Meijer is autoriteit wat betreft de paardenbloem. Hij pleit ervoor de plant te laten staan en te stoppen met maaien. Dat is goed voor een gevarieerde biodiversiteit, lazen we vandaag in dagblad Trouw. De paardenbloem is belangrijk voor bijen, vlinders, zweefvliegen en andere insecten. Dé paardenbloem bestaat trouwens niet. In Nederland alleen al zijn op zijn minst 250 soorten paardenbloemen.   

Jan Kessels heeft een sfeervolle foto meegenomen van een boerderij die in het kanaal stond. De laatste bewoners waren An en Sjeek Theelen. Helaas afgebroken, wederom adieu. 

Woning van de familie Theelen (foto Liesbeth Haenen-Cox)

Toch zijn er zichtbare herinneringen aan het Napoleontische kanaalproject dat op deze plek een luchtkasteel bleek. 

De Noordervaartlaan is precies aangelegd in de bedding van het kanaal en in het verlengde van het restant van het kanaal (foto Jan Kessels)

Reconstructie van de Noordervaart als uitgegraven waterbekken (foto Jan Kessels)

De Noordervaartlaan bijvoorbeeld, in de ‘übernette’ nieuwbouwwijk in ’t Ven. We lopen erheen en komen eerst bij een waterbekken. Het ligt op de plek van de kanaalbedding, die ervoor uitgediept werd. Op een steenworp afstand is de Noordervaartlaan. Met weidse gebaren maakt onze bevlogen gids duidelijk, dat die exact is aangelegd in het geplande tracé. Mooi… maar toch verrekte jammer van die authentieke zandwal.    

Naschrift: 

Wie een essentieel relict wil zien van het Noordervaart, moet de moeite nemen en naar het onvoltooide sluizencomplex van Louisenburg gaan bij Herongen. We waren er in het kader van Langs sporen - biografie van een landschap, een project van de organisatie Natuurpark Maas-Swalm-Nette. 


Sluizencomplex Louisenburg (foto Marcel Hectors/Grenspark Maas-Swalm-Nette)

Het gehucht Louisenburg is ontstaan bij deze sluis in het Duitse deel van de Noordervaart. In 1808 waren de voorbereidende meetwerkzaamheden hier klaar, waarna de aanleg begon. Het was een groot waterbouwkundig project, dat het landschap ter plekke ingrijpend zou veranderen. De arbeiders werden gehuisvest in een buurtschap in de directe nabijheid. De naar Napoleons tweede echtgenote Marie-Louise vernoemde sluis was nodig om het verschil te overbruggen met het waterpeil in de Maas.

Wordt vervolgd in de nabije toekomst met een bezoek aan de bedding van de Noordervaart in De Boekend.

Naschrift, woensdag 19 mei 2021

Onze gastheer in 't Ven wist dat hij nog krantenartikelen bewaard had over het afgraven van de wal tegenover Nazareth. 

Maar ja, ga er maar eens aanstaan om ze terug te vinden.

Op zoek nar iets anders, kwam Jan ze gisteren ineens tegen:

Met dank aan Jan Kessels plaatsen we ze in deze Floddergatsblog. 

Op de beeldbank van Historisch Centrum Limburg, dat gevestigd is in Maastricht, troffen we onderstaande, prachtige kaart aan van de geplande loop van de Noordervaart:



Manuscriptkaart (totaal en detail) van de Noordervaart, getiteld 'Carte du Grand Canal du Nord'. Het volledige tracé is weergegeven, van Antwerpen naar Maastricht en naar Venlo en vanuit Venlo naar Rheinberg.  potlood en pen in kleuren, 37,5 x 58,5 cm, schaal circa 1 : 300.000 (collectie Historisch Centrum Limburg)

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.


   

 

 

maandag 26 april 2021

Willy Caron, ‘de Limburgse Caruso’

 - door Sef Derkx -

Sjraar Boom van de Koninklijke Harmonie stuurde ons de scan van een foto. De gebruikssporen zijn duidelijk te zien. De tand des tijds heeft onverbiddelijk toegeslagen. Wat wil je? De opname dateert uit de jaren vijftig. Na ruim zestig jaar zijn kreukels, barstjes en vlekjes zichtbaar geworden. Het is een foto vanuit het publiek gemaakt  tijdens een uitbundig feest, dat gevierd werd in Blerick. Sjraar Boom: ‘De man in het midden op de achtergrond is Willy Caron. Hij heeft de klarinet in de hand. Albert Coppens staat rechts voor hem met de piston.’.

Een gezellige avond in Blerick, Willy Caron met klarinet in de rechterhand enthousiasmeert het publiek (foto met dank aan Sjraar Boom/collectie Ger Stamfort)

Na plaatsing van de blog attendeerde Will Janssen ons erop dat de opname op de website van de Heemkundekring Blariacum staat. We zijn zo vrij de erbij vermelde gegevens over te nemen. 

De foto is op 31 januari 1953 gemaakt in café-zaal Ald-Blierik. Die avond werd het Prinsenbal gehouden van het Tuindörp. Het muziekgezelschap is De Träöters. Prins was Hent Savelkouls. Hij werkte als kelner bij café-zaal Juliana. Er werd flink gefeest. Niemand die weet had van het trieste feit, dat er zich die nacht een catastrofe voltrok in Zeeland en Zuid-Holland: de Watersnoodramp van 1953. Na het bekend worden hiervan werd de vastelaovend afgelast.


Digitale bewerking Will Janssen (bron website Heemkundekring Blariacum)

Op de foto zien we van links naar rechts: Pau Lankers (1), Albert Schoëder (2), Frits Stamfort (3), Onbekend (4), Willy Caron (5), Albert Coppens (6), Giel Wetjens (7) en Sjeng d’n hood van Hoeimakers.

Publiciteitsfoto van Willy Caron  (bron website Discogs)

Opvallend genoeg is er geen verzamel-cd in de handel van Willy Caron, een van de grote Venlose tenoren uit de naoorlogse periode. Maar gelukkig heb ik een koffertje met daarin bijna alles wat de Venlonaar heeft opgenomen op 45 en 33 toeren. Het zijn vooral LP’s uit de jaren zeventig met de Mestreechter Staar. De opnames zijn in de loop van de jaren steeds opnieuw uitgebracht. Caron stond klaarblijkelijk garant voor succes.

LP Russische Lieder van Meestreechter Staar, een van de solisten is Willy Caron (collectie Sef Derkx)

Voor een kerst-LP van de Mestreechter Staar met Willy Caron schreef Toon Hermans een mooie tekst. Filosoferend over de zangkunst in Limburg, schrijft de grote komiek: 

‘De bakker bakt er zijn brood en zingt. ’t Maedje lapt er de ramen met Yesterday en doet het trapportaal met Ave Maria. De postbode fietst regelmatig voorbij, terwijl er iets Italiaans uit zijn mond wappert. De barbier is eveneens een bekend neuriër van operettemelodieën… En in de kleine kefeekes heeft men slecht vier of vijf man nodig om tot de oprichting van een koor over te gaan…’. 

Als je het leest, hoor je het in gedachten Toon Hermans zeggen. Overigens is er ook een Venlose kerst-LP waaraan Caron solistische medewerking verleent, het is een album van de Koninklijke Zangvereniging Venlona.

De doorbraak naar het grote publiek kwam voor de zanger met het album: Willy Caron zingt de grote successen van Richard Tauber met het Groot-Operette Orkest olv Dolf van der Linden. De plaat is in 1974 uitgekomen, werd een succes en juist die omstandigheid  is de reden dat je de LP vaak en op onverwachte plaatsen tegenkomt. Ons exemplaar kochten we op de zondagse rommelmarkt in… Callantsoog.



Single in de bekende serie Favorieten Festival (collectie Sef Derkx)


EP met operette aria's (collectie Sef Derkx)

Als aanstormend talent nam Caron voor Philips drie 45-toeren plaatjes op. Een met een koor en orkest onder leiding van Jack Bulterman, de kundige musicus en arrangeur die we ook kennen van de Jocusplaatjes uit de jaren zestig. Veel geld is gestoken in de opname met het prestigieuze Promenade Orkest onder leiding van Benedict Silberman. Je zou het laatste plaatje alleen al voor het karakteristieke fotohoesje kopen, als je het vindt want het is een zeer zeldzaam. Ons exemplaar troffen we aan bij de voormalige kringloopwinkel De Paorter aan de Helbeek, die al vaker een goudmijn gebleken is voor de verzamelaar van vinyl. 

Karakteristiek hoes, een combinatie van foto's en tekeningen, van de EP Vastelaovend in Venlo (collectie Sef Derkx)

Willy Caron heeft ook Venlose vastelaovesliedjes gezongen. Op een plaatje met Hannelore Winter, toen nog Hannelore Roggeveen, zingt hij onder het pseudoniem ‘Maske’. Caron stond onder contract bij Philips en die had hem verboden zijn goede naam als serieuze zanger te grabbel te gooien door mee te werken aan een vastelaovesplaatje. Het orkest dat de vocalisten begeleidt, is het uit de jaren zestig bekende combo Venlo Boys, waarin Willy Caron zelf bassaxofoon speelde.

De ontdekking van Willy Caron als man met een prachtige natuurstem dankt de muziekwereld aan de dirigent Jan Timp, eigenaar van platenzaak Tosti aan de Klaasstraat.  De zanger in spe die toentertijd als kok werkte op de kazerne in Blerick was eind 1960 op bezoek geweest en had iets voorgezongen. Timp geloofde zijn oren niet. Dat een amateur zo’n volume had en zo’n aanleg, was uitzonderlijk. Timp stimuleerde Caron om te gaan studeren.

A-kant single waarmee Willy Caron debuteerde (collectie Sef Derkx)

In mei 1961 nam Willy zijn eerste plaatje op. Op de ene kant staat Ich haoj van Limburg, op de b-kant Vergiss mein nicht. Op het labeltje wordt Willy Caron ‘de Limburgse Caruso’ genoemd, een erenaam die hij jarenlang zou dragen.

Over het debuut op vinyl is nog een aardige anekdote. In de muziekstudio zaten het orkest en het koor onder leiding van Jan Theelen klaar. Caron ging voor zijn microfoon staan en de technicus gaf het teken dat de band liep. Al na enkele tellen kwam hij de studio binnen snellen om te zeggen dat Caron alles overstemde. De zangpartij werd vervolgens apart opgenomen. Hem werd daarbij gezegd naar het merkje midden op de microfoon te kijken, dan zou het goed komen met de kwaliteit van de opname. Maar vanwege de resonantie had de technicus Caron er zover van af gezet dat hij het merkje helemaal niet zag. 

In De Maaspoort vinden we de de Glenn Corneille foyer. Een ontroerend eerbetoon aan een Venlose pianist, die veel te jong is overleden. Ongetwijfeld is er in het theater een mooie, maar tot op heden naamloze locatie te vinden, die als hommage vernoemd kan worden naar Willy Caron, 'de Limburgse Caruso'.   

 Reageren? Mail Sef Derkx: floddergats@xs4all.nl.



vrijdag 23 april 2021

Van nul tot nu van woensdag 21 april 2021 - Prins Hendrik opende haven

 - door Albert Lamberts -

Eind verleden jaar presenteerde het college van burgemeester en wethouders van Venlo aan de gemeenteraad een nota, waarin nieuwe plannen met betrekking tot de Venlose haven werden gepresenteerd. Wat moet er met de jachthaven? Waar zou die moeten komen? En hoe is de ontwikkeling van de industriële haven? Zo’n honderd jaar geleden speelden er andere vragen betreffende de haven in Venlo.

De nieuwe haven met links de spooraansluiting (foto uit herdenkingsboek bij opening van de haven in 1930 )

De ligging aan de Maas had Venlo natuurlijk in voorgaande eeuwen geen windeieren gelegd, denk aan stapel- en tolrecht, maar na de opening van de Zuid-Willemsvaart in 1828 werd de scheepvaart van en naar Maastricht over het nieuwe kanaal geleid en had Venlo het nakijken. Met de ingebruikname van stoomvaartlijnen op Rotterdam en Maastricht halverwege de negentiende eeuw kreeg de Maas voor Venlo weer enige betekenis, maar het bleef allemaal wat marginaal. Dat was natuurlijk ook een gevolg van de geringe diepgang van de Maas, die op sommige plaatsen gewoon te voet doorwaadbaar was. Een schip van enige omvang kon Venlo niet eens bereiken. Tijdens de werkzaamheden aan de kanalisatie van de Maas – een karwei dat pas in 1929 na zestien jaar van voorbereiding en werkzaamheden gereed was – kon Venlo gaan nadenken over wat toen nog bescheiden een aanlegplaats werd genoemd. De bestaande aanlegplaats was niet de moeite waard en bovendien was het peil van het water zeer wisselvallig. Er moest iets gebeuren, dat was wel duidelijk, wilde Venlo een enigszins toegankelijke en stabiele haven krijgen, waar schepen van 2000 ton en met een diepgang van 2,50 meter konden aanleggen.

Een plaatselijke commissie eerst onder voorzitterschap van burgemeester Berger en vanaf 1927 onder leiding van den voortvarenden en energieken wethouder Trienekens adviseerde een bureau in Den Haag bij het ontwerpen van een plan voor de nieuwe haven. Binnen een jaar waren de plannen klaar. Enkele bijstellingen volgden het jaar daarop en weer een jaar later begaf prins Hendrik zich naar Venlo om de nieuwe haven officieel te openen. De kadelengte was 280 meter en de breedte varieerde van 38 tot 54 meter.

Bij gelegenheid van deze feestelijke dag, 8 september 1930, werd een herinneringsbrochure uitgegeven en daarin werd groot vertrouwen uitgesproken in het belang van de haven voor Venlo en zijn achterland : Er is nauwelijks aan te twijfelen, of de haven van Venlo, aldus uitgerust (er kon bij alle waterstanden worden gelost en een directe spoorverbinding was gerealiseerd), biedt de beste kansen voor een  groote ontwikkeling. Een blik op de kaart leert hoe gunstig de waterverbindingen zijn. En verderop: De overlading heeft te Venlo in wagons of vrachtauto’s plaats. Belangrijke fabriekscentra kunnen aldus van Venlo uit bediend worden. Na de voltooiing van het Julianakanaal zal een voortreffelijke verbinding met Antwerpen verkregen zijn. Niet alleen de transitohandel, ook de eigen handel, die reeds thans, niettegenstaande zoveele belemmeringen, van zulk een groot belang is, zal groote kans op ontwikkeling hebben.


Totaaloverzicht van de nieuwe haven in Venlo (foto uit herdenkingsboek bij opening van de haven in 1930)

Ik kan me nog de zand- en grindsilo’s langs de Maas herinneren, een eind stroomafwaarts van de haven. Ik kan me nog de zakken graan onder de grote dekzeilen op de kade herinneren en het hout voor de lokale houthandels. Eigenlijk allemaal bescheiden in omvang. Maar de ontwikkeling is gegaan, zoals de schrijver van de brochure al had voorzien. Een brochure overigens, die te danken was aan de welwillende medewerking van de Nieuwe Venlosche Courant, zoals burgemeester Berger in zijn voorwoord memoreerde. Berger verder: ten slotte spreekt de schrijver het vertrouwen uit, dat de verjongingskuur der oude Maas, die machtige welvaartsbron voor ons heele gewest, nieuw leven, nieuwe bloei beteekenen moge voor de stad, die ons zoo na aan het hart ligt.

De schrijver van de brochure? Dat was ene W. Heynen en die heeft het goed gezien. Zie maar eens al die containers, die in Venlo worden afgeleverd wachtend op verder transport en zie de opslag- en distributieactiviteiten.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

donderdag 22 april 2021

Fotograaf Had Vosbeek uit Velden (2) - Wie, wat, waar, wanneer, waarom?

 - door Sef Derkx - 

De vorige week publiceerden we de eerste blog met een representatie selectie uit het oeuvre van fotograaf Had Vosbeek uit Velden (zie: Fotograaf Had Vosbeek - Blog 1). Van Barry Pijper kregen we aanwijzingen bij twee foto's. De gegevens zijn in de eerste blog verwerkt.

De vraag blijft staan of u ons kunt helpen bij het determineren en beschrijven van de foto’s van Had Vosbeek. We maken daarbij gebruik van een uit de journalistiek bekend ezelsbruggetje: de 5W1H-methode.

5W moet antwoord geven op de vragen: wie, wat, waar, wanneer en waarom. 

Rest de 1H, inderdaad de H... van Had. We hebben al enkele interessante verhalen over hem gehoord. Het moet een bijzonder dorpsfiguur zijn geweest. We willen natuurlijk graag meer weten over hem.

Stuur uw reacties naar Sef Derkx: floddergats@xs4all.nl. Dank.

Foto 2.1

Foto 2.2 Frans Alberts herkende de persoon met de duif: Huub Lommen of eigenlijk Houb Lommen. Zijn ouderlijk huis staat op de Wilhelminastraat 8. Nu woont daar een neef. Waar deze foto is genomen, dat weet ik niet, en ik herken ook niet het kind'. Dank je wel Frans.

Foto 2.3

Foto 2.4
Foto 2.5

Foto 2.6

Foto 2.7

Foto 2.8

Foto 2.9

Foto 2.10






De Halte XL van woensdag 21 april 2021 - 'De sjouw van Tieëwe'

 - door Sef Derkx -

We laten de bus naar Venlo aan ons voorbijgaan en blijven aan de oostzijde van Tegelen. Samen met dichter-schrijver Willem Kurstjens wandelen we verder langs plekken die herinneren aan de kleikoorts in de negentiende eeuw, waardoor het dorp in de vaart der volkeren opstuwde. De winning nam vanaf 1870 een hoge vlucht. 


Reclame N.V. Gebroeders Teeuwen, in het midden prominent de hoofdvestiging in Tegelen met het nog bestaande kantoorgebouw en de schoorsteen (met dank aan Niek Hoogland)






Het kantoor en de schoorsteen gefotografeerd vanaf de Kaldenkerkerweg (collectie Heemkundinge Kring Tegelen)

Er waren veel gegadigden voor de concessies. Dat leidde tot een verstrengeling van belangen met als gevolg conflicten in de gemeenteraad en het college van B&W. Vanaf de Kaldenkerkerweg maken we een foto van de iconische ‘sjouw’ van Paul Teeuwen N.V. De schoorsteen is ongeveer zeventig meter hoog. Naar boven loopt hij taps toe. Hij werd in 1942 gebouwd door de firma Canoy-Herfkens, gespecialiseerd in fabrieksschoorstenen en actief in binnen- en buitenland. 

Advertentie Canoy/Herfkens, waarschijnlijk eerste kwart twintigste eeuw (bron Wikipedia)

Plaatsnaambord Egypte (met dank aan Willem Kurstjens) 

Tegelen telde vroeger talloze van deze schoorstenen. Het waren als het ware geheven vingers, die verwezen naar de lokaal zo belangrijke keramische industrie. Voor en na werden ze gesloopt. Slechts enkele bleven bewaard. Ook deze ‘sjouw’ stond op de nominatie geveld te worden. Hij wordt echter gerestaureerd. Aan beeldend kunstenaars Yvonne Rooding en Suzanne Berkers is gevraagd om een interactief lichtkunstwerk te ontwerpen, dat een lichtbaken moet worden voor de regio.

We lopen een stukje door naar het karakteristieke kantoorpand van Teeuwen. De ondernemersfamilie was al in de achttiende eeuw actief in de keramische nijverheid. Eerst in het Maasveld, later hier aan de Kaldenkerkerweg naar Duitsland. Op een bescheiden straatnaambordje lezen we Egypte. ‘Hebben we ons dan zó verlopen?’, vraag ik schertsend. 

















Tegelen hief jaarlijks een bedrag per meter smalspoor over  openbaar terrein; de kaart uit 1937 met aantekeningen van recentere datum behoort tot een dossier met vergunningen over de periode 1923-1964 (collectie Gemeentearchief Venlo/bron website Industriespoor)

Nee, het is de buurtschap Egypte. In advertenties van notarissen in kranten uit de jaren zeventig van de negentiende eeuw wordt de naam al vermeld, weet Willem Kurstjens. Het was destijds de trend om buurtschappen en ontginningsgebieden, een eind buiten de bebouwde kom, namen te geven van verre, exotische landen. Zo vinden we in Noord-Limburg onder meer Siberië en Californië en hier in Tegelen dus ook Egypte. Vanuit de groeves werd klei vervoerd naar de fabrieken. Het vervoer geschiedde over smalspoor. In Egypte vinden we het terug.

Smalspoor viaduct in Egypte (foto Marcel Hectors)

Kruising normaalspoor en smalspoor bij Teeuwen (bron website Industriespoor)

De minilocomotieven en kiepwagens moesten onder wegen en de spoorlijn Venlo-Roermond door. Daarvoor werden viaducten gebouwd. Canoy-Herfkens kreeg als eerste in 1893 vergunning voor het aanleggen van een smalspoor naar steenfabriek De Drie Kronen bij de Maas. Enkele van de viaducten zijn gerestaureerd en hebben de status van rijksmonument. Egypte is niet alleen bekend om de piramides dus.

Tunnel smalspoor onder het spoortracé Venlo-Tegelen, 2004 (bron website Industriespoor)

Naschrift, woensdag 19 mei 2021

Van Huub Thissen kregen we een reactie met foto. Hartelijk dank daarvoor:

'De column over de steenfabrieken in Tegelen met het treintje voor het ophalen van de klei via de steilrand. Hierbij een foto van het treintje met kiepwagons, waarmee de klei werd vervoerd in die tijd.  Het treintje staat in Tienray honderd meter over het spoor links, bij een bedrijf van bouwmaterialen.

Mijn opa was van de Thissensjop in Tegelen, gelegen achter de kerk. Er staat nu het bejaardenhuis staat. Mijn vader heeft nog met zo’n treintje gereden..

Bedankt voor de columns ze zijn interessant.

Groet H. Thissen

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.