vrijdag 25 september 2020

Wiel van der Randen fotografeert Venlo en Blerick in 1945

 - door Sef Derkx - 

De Venlonaar Wiel van der Randen (1897-1949) neemt in de geschiedenis van de Nederlandse fotojournalistiek een prominente plaats in. Vanaf 1934 tot aan zijn dood was hij in dienst van uitgeverij Spaarnestad in Haarlem. Zijn gesoigneerd uiterlijk maakten hem tot een opvallende verschijning. Door zijn gedrevenheid, visueel talent en vlotte pen groeide hij uit tot het boegbeeld van Spaarnestad. Van der Randen fotografeerde met een moderne blik. Al in 1930 had hij een Leica. De kleine camera stelde hem in staat snel en onopvallend te werken, zelfs op plekken met ongunstige lichtomstandigheden. In 1926 trad Wiel in dienst als fotograaf bij de Nieuwe Venlosche Courant. Maar zijn geboortestad was te klein, hij verhuisde naar Amsterdam. 


In de Tweede Wereldoorlog ontfermt het gezin Rutten in Grubbenvorst zich over een van zijn zoontjes. Het bleekneusje moet aansterken. De familie Rutten woont op de boerderij bij ’t Gebroken Slot. Als Wiel van der Randen voor zijn werk in de buurt is, gaat hij altijd langs. Bij een van die bezoeken fotografeert hij het gezin aan de keukentafel. Biddend, dat was voor en na het eten gebruikelijk. De ruiten zijn afgeplakt met verduisteringspapier. Kijk eens hoe mooi het licht over de gezichten strijkt.

In juli 1945 is Van der Randen terug om een reportage te maken over zijn verwoeste geboortestad. Hij is verbijsterd, vertrouwde plekjes jeugd zijn er niet meer. Ontzet verzucht hij in zijn artikel: ‘Mijn God. Dit is geen weerzien, dit is een lijkschouwing!’ In feite is dit de kern van zijn verhaal. Van der Randen ontmoet een meisje van vijftien in een invalidenwagens, ze mist beide benen. Toch glimlacht ze naar hem. Zijn tocht door de binnenstad is een opsomming van plekken waar bommen vielen en van de aantallen slachtoffers van de bombardementen.    















Van de foto’s die hij in 1945 maakte maar die niet werden gepubliceerd, springt één eruit. Voor een muur staat een paard. De huid is gehavend en het opvulstro steekt er aan alle kanten uit. Bij de eerste blik ben je even in verwarring. Een fractie van een seconde denk je: is dit een echt paard? Ik kreeg de foto zo’n vijfentwintig jaar geleden voor het eerst onder ogen en vroeg me af waar Van der Randen dit zag. Joost Geeraedts wist te vertellen dat het opgezette paard een pronkstuk was in de winkel van de zadelmakerij en leerfabriek van zijn grootvader Louis. Rond 1920 toog Louis naar Berlijn. Daar kocht hij een opgezet paard. Het transport naar Venlo geschiedde per trein. Opgetuigd en gezadeld werd het paard ten pronk gezet in de etalage. Het werd een handelsmerk voor de firma Geeraedts.  Bij de bombardementen in het najaar van 1944 werd de zaak getroffen en bleef een ruïne achter. Tussen het puin stond het paard dat Wiel van der Randen inspireerde tot deze bijzondere foto.








Door de coronapandemie zouden we het bijna vergeten zijn, maar 2020 is ook het jaar waarin we de bevrijding herdenken in 1945. De Bibliotheek Venlo en CityCinema hebben de handen ineen geslagen en organiseren op 9 en 10 november aanstaande een thema-avond met als titel en onderwerp ‘Venlo en Blerick na de bevrijding, dagelijks leven = overleven, 1945-1946’. De lezing en filmvoorstelling wordt verzorgd door Sef Derkx en is gebaseerd op dagboeken en op de verhalen, in voorbije jaren opgetekend voor de historische kroniek Floddergats. De reportage van Wiel van der Randen is een van de onderwerpen. Naast persoonlijke getuigenissen worden interessante filmfragmenten vertoond uit het bevrijdingsjaar vertoond. Enkele zijn ontdekt bij het  archiefonderzoek ter voorbereiding van de manifestatie ‘Heel Limburg vrij’, die op 3 maart voor het stadhuis werd gehouden. Je zou dus kunnen zeggen, dat deze filmbeelden na 75 jaar in première gaan. Toegangskaarten voor ‘Venlo en Blerick na de bevrijding’ kunnen worden besteld via de website van CityCinema Venlo (https://citycinema.nl/movies/576/202/venlo_en_blerick_na_de_bevrijding). Door de coronamaatregelen van de overheid is het aantal plaatsen beperkt.

Reageren? Mail Sef Derkx: floddergats@xs4all.nl

 

donderdag 24 september 2020

Schuilkelder - De Halte XXL van woensdag 23 september 2020

 - door Sef Derkx - 

De kleine deur van het gebouwtje aan de Rummerkampstraat geeft toegang tot de schuilkelder uit de Tweede Wereldoorlog (foto MeerWolff)

Lijn 83b van Arriva heeft ons naar Genooi gebracht. We gaan terug naar de plek die we vijftien jaar geleden bezochten. Toen en ook nu is het in het kader van een tocht langs plaatsen, die herinneren aan oorlog en bevrijding. Eind jaren dertig werden door de gemeente Venlo openbare schuilkelders gebouwd. Die in Genooi stond in de volksmond bekend als De Bunker. De wijkbewoners, die zelf niet over een schuilgelegenheid beschikten, hebben hier bange uren beleefd tijdens bombardementen en granaatbeschietingen. De kelder was berekend op zevenhonderd mensen. In de jaren vijftig kocht Van der Grinten het perceel en zette bovenop de schuilkelder een bedrijfshal. Onze gids in 2005 was Funs Peeters. 

Funs Peeters geeft uitleg in de schuilkelder (particuliere collectie)

Via een onopvallend deurtje, een hellingbaan en een gepantserde deur gingen we naar binnen. Er bleek niets veranderd. De schuilkelder zag er nog altijd hetzelfde uit als in de Tweede Wereldoorlog. Met aan de muren lange banken, waar de mensen op zaten of onder lagen. De omstandigheden in de kelder waren erbarmelijk. De mensen waren ziek en hadden last van ongedierte. Velen leden aan hongeroedeem. Men deed zijn behoefte op een emmer achter een deur. Er was nauwelijks licht. Eén peertje. Toen er geen elektriciteit meer was, werden er kaarsen gebrand. Nelis Bosman werd in 1940 aangesteld als beheerder. Hij was zijn taak zeer toegewijd. Hij probeerde zo goed en zo kwaad als het ging om de schuilkelder netjes te houden. Op 28 oktober 1944 was hij op weg naar het lager van de gemeente aan de Lohofstraat. Hij wilde nieuwe lampen gaan halen voor de kelder. Toen hij op de Houtstraat was, verschenen er bommenwerpers boven de stad die hun dodelijke last lieten vallen. Nelis Bosman was een van de slachtoffers.


 Nelis Bosman (bron: Historie Venlo Dodenboek)

Op zondag 14 januari 1945 werd Genooi door de bezetter geëvacueerd. Stadsarchivaris C.Th. Kokke schrijft in zijn kroniek over deze dag: ‘De Zondag van vandaag was de “Zwarte Zondag” en zal nooit uit het geheugen gaan van allen die haar mee gemaakt hebben. Vanaf de hoek bij ’t Pumpke langs de Veldenseweg en vandaar naar het Westen, werd de wijk afgezet. De compagniesoldaten hielden halt bij de schuilkelder en gingen vervolgens de schuilkelder binnen en zegden de mensen, om eruit te gaan. De schrik en ontzetting, hierdoor veroorzaakt, was niet te beschrijven. Hartverscheurende taferelen speelden zich hier af. Hauptmann Schneider liep de ganse wijk door onder het uiten van allerlei bedreigingen, “Wenn um halb 10 nicht 500 gesunde Männer und Frauen bei den Bunker sind, dann lasz Ich sofort knallen. Alle 200 Gewehre scharf stellen!”. Onder de grootste consternatie liepen de mensen als gekken door elkaar. Radeloos. Van links naar rechts. Van den een naar den ander.’

Op die naargeestige, koude zondag in januari 1945 begon de exodus van Genooi. De mensen ploeterden eerst te voet door de sneeuw naar Kaldenkerken, waar werd overnacht. De volgende ochtend vertrokken de evacués per trein naar het noorden van ons land. Zij zouden Genooi pas in de zomer van 1945 terugzien.

Lei Frits (met dank aan familie Frits)

De schuilkelder wordt bezongen in een oorlogsliedje van de violist en vocalist Lei Frits, bijgenaamd De Golde. Het dialectliedje is geschreven op de melodie van ‘Sterrenhemel van Hawaii’. Het couplet over de schuilkelder in Genooi gaat als volgt:

Noeit zal ik vergaete de kelder in Genuuë

Och waat zote dao toch dièke vluuë

Ik zal ’t noeit vergaete ’t waas dao ouk neet pluùs

De minse zote al onder de luùs

Dao heerste toen ouk d’n bitterste noeëd

Ze hadde nog neet mièr ein klein stökske broeëd

Kinder op de erm begasjes in de hand

Trokke weej nao ’t noorde van òs land.

Het evacuatieliedje van de Golde was vlak na de oorlog een hit. Als Lei Frits met zijn trio speelde in een café werd het steevast aangevraagd en meegezongen door het publiek.

 

Evakewasie-Leedje, tekst Lei Frits (met dank aan familie Frits)


Toegangsdeur met waarschuwingsbordje (foto MeerWolff)

We zijn terug bij de schuilkelder aan de Rummerkampstraat. Een bezoek is onmogelijk vanwege het veiligheidsrisico. Een bordje naast de deur waarschuwt ervoor. Het zou goed zijn wanneer er nóg een bordje komt, waarop de geschiedenis wordt beschreven van deze plek. Of het er komt, daarin hebben we echter een hard hoofd. De oorlogsherinnering-cultuur is in de gemeente nooit tot ontwikkeling gekomen.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

NB:

Door de coronapandemie zouden we het bijna vergeten zijn, maar 2020 is ook het jaar waarin we de bevrijding herdenken in 1945. Op op 9 en 10 november aanstaande verzorgen we in CityCinema een thema-avond met als titel en onderwerp ‘Venlo en Blerick na de bevrijding, dagelijks leven = overleven, 1945-1946’. 


De lezing en filmvoorstelling is gebaseerd op dagboeken en op de verhalen, in voorbije jaren opgetekend voor de historische kroniek Floddergats. Een van de onderwerpen is de terugkeer van evacués naar Venlo en Blerick.

Naast persoonlijke getuigenissen worden interessante filmfragmenten vertoond uit het bevrijdingsjaar vertoond. Enkele zijn ontdekt bij het  archiefonderzoek ter voorbereiding van de manifestatie ‘Heel Limburg vrij’, die op 3 maart voor het stadhuis werd gehouden. Je zou dus kunnen zeggen, dat deze filmbeelden na 75 jaar in première gaan.


Toegangskaarten voor ‘Venlo en Blerick na de bevrijding’ kunnen worden besteld via de website van CityCinema Venlo (https://citycinema.nl/movies/576/202/venlo_en_blerick_na_de_bevrijding). Door de coronamaatregelen van de overheid is het aantal plaatsen beperkt.

 





vrijdag 18 september 2020

Lezing en filmvoorstelling 'Venlo en Blerick bevrijd, dagelijks leven is overleven 1945-1946'

 

Artikel Wiel van der Randen in Katholieke Illustratie (gevonden via www.delpher.nl) 

Op 10 juli 1945 reist fotograaf Wiel van der Randen voor het eerst sinds maanden van Amsterdam naar zijn geboortestad Venlo. Verbijsterd neemt hij de puinhopen in ogenschouw. Vertrouwde plekken uit zijn jeugd zijn er niet meer. Natuurlijk heeft hij weet van de luchtaanvallen, van de drie maanden dat Venlo frontstad was en van de vreselijke gevolgen ervan. Vanzelfsprekend heeft hij bange vermoedens en zich een voorstelling gemaakt van de omstandigheden waaronder hij zijn stad terug zal zien. Maar de werkelijkheid overstijgt alles en is diep schokkend. Hij schrijft voor de Katholieke Illustratie een artikel met de alleszeggende verzuchting: Mijn God. Dit is geen weerzien, dit is een lijkschouwing!’

 

Puinruimen op de hoek van Picardie en Nassaustraat (foto Wiel van der Randen)

Door de coronapandemie zouden we het bijna vergeten, maar 2020 is ook het jaar waarin we de bevrijding herdenken75 jaar geleden. De Bibliotheek Venlo en City Cinema hebben de handen ineen geslagen en organiseren op 9 en 10 november aanstaande een thema-avond met als titel en onderwerp: ‘Venlo en Blerick bevrijd, dagelijks leven is overleven 1945-1946’. De presentatie vindt plaats in het kader van de nationale bibliotheekcampagne Nederland Leest, die dit jaar lokale geschiedenis tot onderwerp heeft.


De avond wordt verzorgd door Sef Derkx en is gebaseerd op archiefonderzoek, op dagboekfragmenten en op de persoonlijke verhalen, die hij in voorbije jaren heeft opgetekend voor zijn historische kroniek Floddergats. Bijzonder zijn nog nooit vertoonde  filmfragmenten van het ruimen en sorteren van puin op de plek van het huidige Julianapark. Ze zijn aan het licht gekomen bij de voorbereiding van de spraakmakende manifestatie ‘Heel Limburg vrij’, die op 3 maart j.l. voor het stadhuis werd gehouden.

Soep eten voor het stadhuis, maart 1945 (still uit filmreportage John Fernhout)

Indrukwekkend zijn de reportages van filmer John Fernhout, gemaakt in Venlo en omgeving in de dagen onmiddellijk na de bevrijding. Ze stellen ons in staat ons in te leven in de sfeer van toen. Fernhout was met zijn filmcamera ook present bij het bezoek van koningin Wilhelmina op 23 maart 1945. Interessant is de film, die in 1945 in het kader van en provinciale hulpactie voor Venlo vertoond is in Drenthe. Op 31 augustus 1945 vierde Venlo Koninginnedag. De dag erna werd herdacht dat precies zes maanden tevoren de Amerikanen over de Kaldenkerkerweg Venlo binnen kwamen rollen. Op beide dagen is gefilmd door Dré Brenneker en Baer Thiery.

Puinruimen op dak van Bontamps Enveloppenfabriek aan de Oude Markt Still uit 'Noord helpt Zuid')


'Venlo en Blerick bevrijd, 1945-1946’ is op 9 en 10 november te zien in CityCinema Venlo en start om 20 uur. Door de coronamaatregelen van de overheid is het aantal plaatsen beperkt en is er geen pauze. Reserveren is mogelijk op de website van CityCinema:  https://citycinema.nl/movies/576/202/venlo_en_blerick_na_de_bevrijding

donderdag 17 september 2020

Metamorfose van voormalig postkantoor - De Halte XL van woensdag 16 september 2020

- door Sef Derkx - 

Het was tegelijkertijd een vluchtig en een historisch moment op 22 juni 2009. Een dame en heer kwamen even voor sluiting gehaast het postkantoor aan de Keulse Poort binnenstormen. Ze droegen een forse doos met pakketjes, die nog mee moesten met de volgende bestelling. Niets om bij stil te staan? Toch wel, want  Thessy Segers en Geert Driessen van Sounds waren de allerlaatste klanten in de historie van het postkantoor. Ze sloten een denkbeeldige rij die begon in 1880.   

Geert Driessen en Thessy Segers, de allerlaatste klanten van het postkantoor aan de Keulse Poort, 22 juni 2009 (foto Sef Derkx)

Voor het rijksmonument breekt het volgend jaar een nieuwe fase aan. Museum Van Bommel Dam vindt er onderdak en er komt een grand café. Net als vóór 2009 blijft het gebouw gedeeltelijk gratis toegankelijk. Sterker nog. Via een lift of trappenhuis kan de bezoeker naar de zolder. Na enkele stappen onder de indrukwekkende kap, sta je in een naar voren springende uitkijkpost met zicht over de binnenstad. Dat wordt dé hot spot van Venlo als het gebouw is opengesteld. 


Impressies van het nieuwe Museum Van Bommel Van Dam met als belangrijkste ingrepen de nieuwe ingang aan de Deken van Oppensingel en het zogenaamde Kunstraam, de uitkijkpost aan de Keulse Poort (illustraties Bureau BiermantHenket) 

Het is een van de twee in het oog springende ingrepen van architect Yvonne Segers. Ze heeft een band met de stad. Ze werd geboren in Tegelen, woonde korte tijd in Venlo en verhuisde vervolgens naar Velden. Als tiener was ze leerling aan het Thomascollege en beleefde ze de avonturen die horen bij la jeunesse dorée. Het opmerkelijke is dat ook de architect van het Limburgs Museum, Jeanne Dekkers, een Venlose van geboorte is.

We hebben vorige week een rondleiding gekregen door het museum in wording. Het was een openbaring. We overdrijven niet met te zeggen dat aan de Keulse Poort iets bijzonders staat te gebeuren. Het elan spreekt ons met name aan.


Metamorfose van postkantoor naar museum c.q. grand café: kelder en begane grond (foto's Museum Van Bommel Van Dam)

Het pand is gestript en deels doorgebroken. De ruimtes zijn daardoor hoger en groter geworden. Bovendien is de betonnen draagconstructie voor het eerst zichtbaar. Vooral op straatniveau heeft dat letterlijk en figuurlijk verrassend uitgepakt. Ingreep nummer twee van Yvonne Segers, de museumentree, komt aan de Deken van Oppensingel. De klassieke enveloppe is het toepasselijk siermotief. Postkantoor en enveloppe horen bij elkaar en Venlo was de enveloppestad in West-Europa. Op ingenieuze manier komt de enveloppe terug in de frontgevel. 

In de kelder, waar de toiletvoorzieningen zijn, heb je zicht op de museumdepots. De vaste museumcollecties worden gepresenteerd op de begane grond, de eerste verdieping is bestemd voor de wisselexposities. In het grand café komt een opvallend ontwerp van Yvonne Segers te staan, naar een idee van Ton Tesink. Het wordt een combinatie van tentoonstellingsmeubel en kweekkas voor groenten en kruiden. Een mooie symboliek voor de twee nieuwe functies van het voormalige postkantoor. 




Metamorfose van postkantoor naar museum c.q. grand café: eerste verdieping en zolder (foto's Museum Van Bommel Van Dam en Adriaan de Roode)

Reageren? Stuur een e-mail naar Sef Derkx: floddergats@xs4all.nl.




 

      

 

 



donderdag 10 september 2020

Twee jaar hoeëgheid in het Jocusrieëk

- door Sef Derkx - 

We beginnen met een vraag. Zelfs de echte deskundigen zullen er even over moeten nadenken. Let op! In het naoorlogse Jocusrieëk is een prins twee jaar hoeëgheid geweest. Een unicum. Tot dan, want misschien gebeurt het opnieuw door de coronapandemie.  Maar nu de vraag: wie is deze prins? En er meteen achteraan de volgende hersenkraker. Wat was de reden van zijn tweejarige regeerperiode? We moeten 67 jaar terug in de tijd, we gaan naar 1953. Het jaartal zal een belletje laten rinkelen. Wacht even…1953? Natuurlijk, dat is het jaar van de catastrofale watersnoodramp.

Sef I Arends (bron www.prinsekruuts.nl)

Het was de bedoeling, dat Sef Arends in 1953 als prins Sef I Venlo zou voorgaan in de vastelaovend. Maar in de nacht van 31 januari op 1 februari voltrok zich een nationale ramp. Springtij en een noordwesterstorm stuwden het water in de trechtervormige Noordzee op tot recordhoogte. Een groot deel van Zeeland, Brabant en de Zuid-Hollandse eilanden overstroomde. Meer dan 1.800 mensen verdronken, 100.000 inwoners van de getroffen kustgebieden verloren hun huis en bezittingen. Nederland verkeerde in een shock. In het zuiden werden alle carnavalsactiviteiten vanzelfsprekend afgelast. Sef Arends kon niet worden uitgeroepen en moest zijn mantel, muts en scepter ruim een jaar langer verborgen houden voor al te nieuwsgierige blikken.

1953: leerlingen van de Ambachtsschool vullen bij de kazerne zandzakken bestemd voor de door de watersnood getroffen gebieden (foto Dagblad voor Noord-Limburg)

Het Dagblad voor Noord-Limburg van maandag 16 februari1953 doet onder het kopje ‘Carnavalloze Vastenavond’ verslag:
‘De dag van gisteren, was een vreemde Zondag in Limburg. De gloed en de kleur van de carnavalsfeesten die andere jaren hun stempel drukten op deze dag, ontbraken geheel. Het was op de straten wel iets drukker, maar van enige Vastenavond-stemming was geen sprake. De cafés sloten overal op het normale sluitingsuur, al was het er voller dan op gewone Zondagen. Nu het Carnaval dit jaar werd afgelast heeft Limburg blijk gegeven van een verblijdende solidariteit.’

De journalist was poolshoogte gaan nemen bij de grenspost aan de Kaldenkerkerweg. Het was er wel drukker, maar de auto’s droegen vooral kentekenplaten uit Zuid- en Noord-Holland. Kentekenplaten werden indertijd per provincie uitgegeven, waardoor elk bord begon met een of twee letters om de provincie mee aan te duiden. In de Limburgse auto’s, die de grens passeerden, zaten geen verklede carnavalsvierders die op weg waren naar Keulen of Düsseldorf.

Alles wees erop dat: ‘Van ’n grootscheepse uittocht over de grenzen naar Duitsland geen sprake is geweest. Ook aan de Wezelse barrière, aan de Herungergrens en in Tegelen was ’t gewoon als op elke Zondag.’ De enige uitzondering in Limburg vormden de inwoners van Vaals die massaal naar de carnavalsviering in Aken togen. Wrang was dit wel, want uitgesproken op deze zondag was de nationale herdenking van de slachtoffers van de watersnood.

Jeen van den Berg wint de Elfstedentocht 1954 (bron Fotoarchief Friesland)

Januari 1954 bracht strenge vorst. Op 3 februari werd de Elfstedentocht gereden die in een eindsprint gewonnen wordt door schaatslegende Jeen van den Berg. Het vroor dagenlang zo hard, dat in de eerste week van februari de Maas bij de bruggen ‘dichtzat’. Een enkeling waagde de levensgevaarlijke overtocht over de bevroren Maas van Venlo naar Blerick en omgekeerd. Op zaterdag 20 februari brak dan eindelijk de grote dag aan voor Sef Arends en zijn adjudanten Willy Lamers en Karel Jonkers. Verkleed als alde wièver en getooid met een passend masker en hoofddoekje kwamen ze de bomvolle Prins van Oranje binnen tijdens het Prinsebal. Op het podium aangekomen vroeg Vors Joeccius XI, Toeën Schrijnen, hen hun ware gezichten te tonen. D’n Hoonderstal reageerde uitgelaten bij het bekendmaken van ’t Dreejspan 1954 en dus een beetje ook dat van 1953.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
  

woensdag 9 september 2020

Keulse Poort - De Halte XL van woensdag 9 september 2020

- tekst/foto's Sef Derkx - 

De Glorieuze Gäöt spuit en dartelt dat het een lieve lust is 

Een trouwe lezer van mijn stukjes adviseerde met klem bij de Keulse Poort te gaan kijken. ‘Je zult versteld staan!’ Vooral het uitroepteken was een signaal, dat er iets bijzonders aan de hand zou zijn. Wat bleek? De Glorieuze Gäöt heeft het nog nooit zo goed gedaan. De waterloop die meestal verstopt zat of droog stond, spuit en dartelt momenteel dat het een lieve lust is. Jaren heb ik er als stadscolumnist met de nodige ironie over geschreven. Het vorig jaar heb ik voor de Glorieuze Gäöt publiekelijk zelfs een requiem uitgesproken. En zie, wat nu gebeurt. Haast u te gaan kijken, want ik heb vernomen dat de Keulse Poort vanaf begin volgend jaar op de schop gaat. Dit betekent ook het einde van de Glorieuze Gäöt. Medio 2021 is de Keulse Poort getransformeerd van een naargeestige steenwoestijn tot een minipark met veel groen en zitgelegenheden. 


Schoen achtergebleven in de Glorieuze Gäöt


De Glorieuze Gäöt wordt momenteel iedere week schoon gemaakt

De Keulse Poort is al eeuwenlang de belangrijkste toegang tot de binnenstad. Venlo lag aan de middeleeuwse handelsweg van Den Bosch naar Keulen. Het was een van de belangrijkste oost-westverbindingen in dit deel van Europa. Voor handelaren, reizigers en pelgrims zal de Keulse Poort een markant baken geweest zijn. Komend vanaf het hoogterras en na uren gelopen te hebben, kwam Venlo eindelijk in zicht. Voor velen was de stad ongetwijfeld een rustpunt onderweg. In 1867 verloor Venlo zijn status als vestingstad. De Keulse Poort werd gesloopt. Helaas gesloopt, haasten we ons erbij te zeggen. In enkele Nederlandse steden zijn stadspoorten bewaard gebleven. Onder meer in Zutphen, Leiden, Harderwijk, Amersfoort en Arnhem. De Helpoort in Maastricht, is de oudste van Nederland. De Keulse Poort had in dit rijtje niet misstaan. Integendeel, het zou een monument zonder weerga zijn geweest in het huidige Venlo.

Ophaalbrug van Keulse Poort, tekening L. Jungen, 1866 (collectie Gemeentearchief Venlo)

Inkijkje in toekomstig Museum Van Bommel Van Dam door traliewerk

Waar hard wordt gewerkt aan de Keulse Poort, is Museum Van Bommel-Van Dam. Het komt in het voormalige postkantoor, een rijksmonument dat in 1941 in gebruik is genomen. De frontgevel is op straatniveau grotendeels opengebroken. Aan de Deken van Oppensingel is een hele hap uit het gebouw genomen. Je kijkt nu dwars door het postkantoor heen. Alsof het een doorzonwoning is. Het maakt benieuwd naar het eindresultaat van deze megaverbouwing en naar de toekomstplannen van het museum.  


Museum Van Bommel Van Dam (met dank aan Cas van Gelderen)


Keulse Poort ter hoogte van het Limburgs Museum in 2021 (met dank aan Cas van Gelderen)

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.       

donderdag 3 september 2020

Melodian Singers in 1939


Bart Conen stuurde naar aanleiding van de blog over de Melodian Singers bovenstaande foto uit 1939 van het gezelschap:

Beste Sef,

Bijgaand een foto van de Melodian Singers van oktober 1939. Dit is de oorspronkelijke bezetting met mijn vader Wiel Conen, tweede van links op de foto. Van de andere leden heb ik geen namen. Mijn vader zong vroeger verschillende nummers (covers van de Comedian Harmonists) voor ons, (Annet, Bart, Margriet, Wiel en Carolien)

Groet, Bart

Van nul tot nu XXVIII - Van kanonnen naar oecumene


- door Albert Lamberts - 

Deze blog is een vervolg op de vorige over de eeuwenlange, moeizame relatie tussen katholieken en protestanten in Venlo en die eigenlijk pas in de laatste decennia zo goed als genormaliseerd is.

Terug naar 1715 toen Venlo definitief tot de Republiek der Nederlanden ging behoren. Toen bedong Karel VI van Oostenrijk bij het afstaan van onder andere Venlo nog  dat – laat me het kort en bondig formuleren – alles en iedereen Catholyck moest blijven. Zijn wil bleek niet lang wet. De protestanten konden in Venlo hun gang gaan, al bleef er de nodige animositeit en zelfs af en toe vijandigheid tussen de aanhangers van de beide religies. Het werd op een gegeven moment zelfs pijnlijk toen de protestanten hun oude Joriskerkje wilden opknappen en uitbreiden. Dat laatste was noodzakelijk geworden wegens de komst van Zwitserse en Hollandse troepen, die het garnizoen vormden en overwegend van protestantse huize waren. Tot renovatie en uitbreiding  was op een vergadering van de protestantse gemeente  door de slechts twintig stemgerechtigde aanwezigen besloten. Meer waren er op dat moment in Venlo niet meer. Een vermetel besluit om de kerk te renoveren, want de financiën van de gemeente waren bedroevend. 

In zijn boekje De kerk die van hand tot hand ging schreef wijlen Paul Hollaar, voormalig voorzitter van de Kerkeraad van de Protestantse gemeente in Venlo: De relatie met de overwegend katholieke bevolking was allerminst hartelijk. Een understatement wellicht. We citeren weer Paul Hollaar: Stadscommandant Van der Beeke legde op 16 juli 1718 zelf ceremonieel de eerste steen voor de aanbouw van de Joriskapel. Deze uitbreiding viel bij een groot deel van de katholieke burgers niet in goede aarde. Er ontstonden rellen rondom de bouwplaats van de vergrote Joriskerk. De kerkdiensten werden tijdens de verbouwing gehouden in de Vleeshal aan de Markt, overigens onder bescherming van de wacht. Toen een aantal relschoppers na een serie scheldpartijen en beledigingen achter de wacht was opgesloten, besloten de Staten het garnizoen Zwitsers te versterken en twee geladen kanonnen op te stellen in de buurt van de bouwplaats.

Enfin, in 1719 kon dan de vernieuwde en uitgebreide Joriskerk in gebruik worden genomen. Het gekrakeel was echter nog bij lange niet verstomd. Er waren tal van kleine incidenten over bijvoorbeeld de ongelijk verdeelde zorg voor armen, over het toekennen van ambtelijke functies aan protestanten en er waren opstootjes tijdens processies.


Interieur van de Joriskerk in Venlo (collectie Albert Lamberts)

We maken een forse sprong in de tijd. Paul Hollaar vermeldt in zijn boekje dat de protestantse gemeente in Venlo in 1833 nog maar 134 zielen telde en dat aantal groeide gestaag na het vertrek van de Belgische bezetter in 1839. Er kwam een einde aan de benarde financiële situatie, maar de verhouding met de katholieken werd er maar niet beter op.

Dat bleek ook bij de aanleg van een nieuwe gemeentelijke begraafplaats aan de Wylrehofweg, die in 1903 in gebruik werd genomen. Zelfs in de dood werden katholieken en protestanten gescheiden. De protestanten moesten hun dierbaren begraven op een klein strookje pal langs de muur, vakkundig van de katholieken gescheiden door een muur. In en na de Tweede Wereldoorlog verbeterde de verstandhouding. Tijdens de oorlog had aartsbisschop De Jong in zijn onverbloemd verzet tegen de Duitsers ook protestants respect verworven, zodat de ‘paapsen’ toch door een ietwat andere bril werden bekeken. De omgang bleef echter stroef.  

Het werd toch niet op prijs gesteld als wij met protestantse kinderen zouden omgaan, o nee. De grote doorbraak kwam natuurlijk door het Tweede Vaticaans Concilie, dat paus Johannes XXIII had uitgeschreven. De katholieken moesten uit hun ivoren toren: aggiornamento en oecumene: bij de tijd komen en samenwerken. In het kielzog van deze nieuwe opvattingen kwam het in Venlo in 1969 tot de oprichting van de lokale Raad van Kerken.
Protestanten en katholieken gaan tegenwoordig in Venlo samen op. En o ja, ook de muur op het kerkhof werd geslecht. 


De huidige Joriskerk in Venlo (foto Albert Lamberts)

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@ home.nl

Venlo Incident - Halte XL van woensdag 2 september 2020


- door Sef Derkx - 

Prentbriefkaart grensovergang Venlo-Herongen, circa 1905 (particuliere collectie)


Café-restaurant Backus, jaren dertig (collectie Jos Symons)

Grensovergang Venlo-Herongen, recent (bron Google Streetview)

We waren de vorige week bij de grensovergang Venlo-Herongen, een plek met een geschiedenis. De laatste meters Nederland zijn schreeuwerig. Duits heeft de overhand, de klant is König. Het is donderdag 9 november 1939 als hier een Ford Lincoln vaart mindert.

Payne Best (bron Wikipedia)

In de auto zitten vier personen. Payne Best is een societyfiguur uit Den Haag, die voor de Britse geheime dienst werkt. Naast hem zit collega geheimagent Richard Stevens. De twee andere inzittenden zijn chauffeur Jan Lemmens en de militair Dirk Klop. De auto stopt voor het Nederlands grenskantoor om Klop uit te laten. Enkele tellen later parkeert de Ford naast grenscafé Backus. 

Dirk Klop (met dank aan Gerrit van der Vorst)

Richard Stevens (met dank aan Gerrit van der Vorst)

Op de veranda staat de Duitse geheimagent Schlemmel, een schuilnaam voor Walter Schellenberg van de Sicherheitsdienst. De Duitser steekt zijn hand op. Plotsklaps komt vanaf Duits grondgebied een overvalwagen aanrazen met SS’ers. Dirk Klop schiet op de auto. Er klinkt een salvo, Klop wordt dodelijk getroffen. De twee Britse agenten en chauffeur Lemmens worden in de overvalwagen gesleept, die met gierende banden terugrijdt naar Duits territorium. Het voorval heeft maar enkele minuten geduurd. Wat erop volgt is een onwerkelijke stilte.

Walter Schellenberg (bron Wikipedia)

Wat was er voorafgegaan aan het incident bij café Backus? In het najaar van 1939 had de Britse geheime dienst contact gekregen met Duitse officieren, die voorwendden een aanslag te willen plegen op de Führer. De eerste gesprekken in Londen vonden plaats met goedkeuring van de Britse regering. Het leek een uitgelezen kans om Hitler uit te laten schakelen. Vanwege het geheime karakter en de gevaren, die de Duitse samenzweerders zogenaamd zouden kunnen lopen, werden de vervolggesprekken op Nederlands grondgebied gehouden. Precies zoals de Duitsers beoogd hadden. De val voor de Britten klapte definitief dicht tijdens de meeting aan de Venlose grensovergang. 






Reconstructie Venlo Incident, 1948 (particuliere collectie)

Het Venlo-Incident had tot gevolg dat het Britse spionagenetwerk goeddeels uitgeschakeld werd. De chef van de Nederlandse geheime dienst trad terug. De nazi’s presenteerden Best en Stevens aan de internationale pers als de opdrachtgevers van Georg Elser, die op 8 november 1939 de mislukte aanslag op Hitler in de Bürgerbraukeller in München had gepleegd. Hitler had in mei 1940 een excuus om Nederland binnen te vallen. De neutraliteit van ons land was immers geschonden door de instemming van de regering met de onderhandelingen op Nederlands grondgebied. Zo werd aan de grens in Venlo wereldgeschiedenis geschreven.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.