zondag 16 februari 2025

Van nul tot nu van woensdag 5 februari 2025 - Bank failliet; smet op burgemeester

- door Albert Lamberts -

Nog niet zo gek lang geleden heb enkele lezingen verzorgd over het faillissement van de Venlose Woltersbank in 1882. De teloorgang van die bank leidde onder andere tot een hoop ellende in Venlo en ver daarbuiten. Een minder triest gevolg van het faillissement was een toneelstukje in Steyl, waarbij de bankiers in de ketel werden gestopt. Daar schreef Via Venlo onlangs nog over bij gelegenheid van het 13 x 11-jarig bestaan van dat toneelstuk, dat bekend kwam te staan als het Kaetelgerich van de Steyler Duvels. Dat was in 1883.

Jean en Jacques Wolters, die hun vader Lodewijk – Louis – Wolters waren opgevolgd als bankiers van de Woltersbank aan de Lomstraat, hadden er een potje van gemaakt door met bij hun ingelegd geld onverantwoord te gaan werken. Geld van bijvoorbeeld het RK Armbestuur en van de Weldadige Stichting Heutz. Het ging om tiendduizenden guldens, die ‘geleend’ waren, maar in rook opgingen toen de papierfabriek Burghoff in Roermond failliet ging en bij Wolters een schuld achterliet van circa 850.000 gulden, waarna de bank enkele dagen later ook failleerde.

ECI (Eerste Chemische Industrie) in Roermond, waar vanaf 1832 tot 1882 papierfabriek Burghoff, Magnee & Co in was gevestigd. (foto Albert Lamberts).

Het roekeloze gedrag van de broers Wolters dompelde honderden, nee, duizenden in financiële ellende. Ook de Woltersfamilies zelf werden zwaar gedupeerd, onder andere de toenmalige burgemeester van Venlo en mevrouw Wolters – de Gruyter, moeder van de bankiers. De burgemeester, Michael Mulder, was getrouwd met een zus van de bankiers, Marie Henriette Jeanne Wolters. De burgervader had weliswaar geen zakelijke relaties met zijn zwagers, maar kwam toch in besmet daglicht te staan. In Provinciale Staten en zelfs in Den Haag werden vragen gesteld: kon de heer Mulder nog wel als burgemeester functioneren? Was zijn integriteit niet te zeer aangetast? En hoe zat het met zijn echtgenote, die nog wél (zijdelings) bij enkele Woltersbussiness betrokken was? Mulder werd van elke blaam gezuiverd, maar toch. Hij zat in een moeilijke positie en was verplicht onderzoek naar zijn zwagers in te stellen, ook al omdat beiden als voorzitter van respectievelijk de Weldadige Stichting Heutz en het Armbestuur gefraudeerd hadden. Dat waren twee instellingen, waarbij ook de gemeente nauw betrokken was. Zo vroeg Mulder schriftelijk om opheldering hoevele gelden er bij de Firma (Wolters) gedeponeerd waren en wat er van de overeenkomst tusschen Regenten en de meerderjarige kinderen van Jacques Wolters tot stand was gekomen, voor de teruggave der 46 metalliqeren (van Armbestuur), die verdwenen zijn. Bedoeld zijn de 46 obligatiën elk van 1000 gulden; bijna een jaarsalaris van de burgemeester zelf.

Burgemeester Michael Mulder en zijn vrouw Marie Wolters hebben het faillissement van de bank van Jean en Jacques niet lang overleefd. Michael Mulder blies op 31 januari 1883 zijn laatste adem uit. Zijn echtgenote Marie Mulder-Wolters volgde haar man amper twee en een halve week later, op 17 februari 1883. Zij hoefden aldus de vele tientallen rechtszaken niet mee te maken.

Volgende keer: Een verziekte verhouding met bankiers

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl. 


Van nul tot nu van woensdag 29 januari 2025 - Het bisdom wilde alles weten (4 en slot)

 - door Albert Lamberts -

Tachtig jaar geleden werd de vrees van velen in Noord-Limburg dat aan evacuatie niet viel te ontkomen bewaarheid: in januari werd de evacuatie van deze contreien een feit. 

De familie Hendrix genoot onderdak bij de familie Akkerman in Ulrum. Vooraan links Sjaak en Grietje. Daarachter v.l.n.r. Anneleen Hendrix, mevrouw Akkerman, moeder Hendrix en Truus Hendrix. Achterste rij v.l.n.r. De heer Akkerman, Jannie Akkerman de hulp Stien en vader Hendrix uit Velden. De contacten tussen de families duren nog voort. (foto: mevrouw Hinssen-Hendrix).

Geestelijken vergezelden gevraagd en ongevraagd de evacuées naar met name Drenthe, Groningen en Friesland. Achteraf wenste het bisdom het naadje van de kous te weten of en hoe het katholieke leven doorgang had kunnen vinden. Een uitgebreid vragenformulier werd na de bevrijding geestelijken voorgelegd. De Dominicaner pater Raphaël was een van de geadresseerden

Vraag 10, sub 1 had de omgang (verhouding) tot onderwerp. Hoe was de verhouding en omgang tusschen geëvacueerden en bewoners? Antwoord: De rijke boeren toonden zich niet altijd even sympathiek. Tussen burgers & geëvacueerden was de verhouding veel beter.

Vraag 10, sub 6 was de kat het spek aanbinden: Welke objecties werden het meest gemaakt tegen het Katholicisme? Hoe werden ze beantwoord en bracht een en ander meer heldere begrippen over het Katholicisme? Bezwaren, zo schreef pater Raphaël, bestonden er tegen celibaat & de Maria-verering. Over dit laatste onderwerp hield ik in de Meimaand een preek mij daarbij over de hoofden der evacuées tot de andersdenkenden wendend.

Vraag 11 handelde over charitas en sociaal leven. Of er iets voor de geëvacueerden kon worden gedaan en welke de grootste nooden waren en of er hulp was en door wie. Pater Raphaël antwoordde dat de evacuatie-commissie de benodigde hulp bood.

Het antwoord op vraag 12 over geboorten, doopsels en overlijden werd met een streep beantwoord. Dat bespaarde de pater behoorlijk wat werk, want  de subvragen luidden: namen, waar, oud adres der ouders, peters, meters, baptizans, datum en bij huwelijken graag vermelden namen sacerdos assistents en getuigen. En vraag 12, sub 5: Waren er gevallen van overgang tot Katholiek geloof?

Als de pater dan alles had gehad kwam de klap op de vuurpijl: vraag 13. korte beschrijving van de heelen gang van zaken. Klein historisch relaas: hoe alles verliep, waarbij verwezen kan worden naar de antwoorden op bovenstaande vragen (o.a. vanwaar en op welke datum Uzelf bent vertrokken; reisroute, kamp, stopplaatsen van langeren duur, ongelukken. Waar, wanneer aangekomen? Was U bij Uwe parochie?

Is die geheel of gedeeltelijk geëvacueerd? Hoeveel procent? Waar werden Uw parochianen ingekwartierd? Welke kloosters en gestichten werden uit Uw parochie geheel of gedeeltelijk geëvacueerd?

Vraag 14 behelsde wat open deuren: Bleven de menschen naar huis verlangen? Antwoord: deden niet anders. Sub 4: Misschien nog andere vermeldenswaardige dingen? Antwoord: Oost west, thuis best.

Velen in Noord-Limburg keerden in het late voorjaar en in de zomer van 1945 terug naar hun vaak verwoeste en geplunderde dorpen en steden. Dankbaar dat zij in het noorden door de protestanten waren opgevangen. Diverse vriendschappen waren de beloning voor maandenlang verleend onderdak, waarom eigenlijk niemand had gevraagd, maar waarvoor voor twee kanten geen andere keuze was.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een email: albertlamberts@home.nl.

vrijdag 14 februari 2025

De Halte XXL van woensdag 12 februari 2025 - Café De Gaaspiep

 - door Sef Derkx -

We waren te vroeg bij De Gaaspiep aan de Kleine Kerkstraat. Het café was nog gesloten. Om de tijd te overbruggen besloten we naar de Maas te wandelen. Door de vele regenval stond ze hoog en stroomde ze onstuimig. Altijd imposant. Het nabijgelegen Wilhelminapark was verlaten. Als het warm is, zitten hier vaak mensen te blowen. Hoewel de zon scheen, was het daar te koud voor. Het park heeft in de winter een eigen, overweldigende schoonheid. De zwarte takken van kale bomen tegen de zilvergrijze lucht zijn net een ets van de zeventiende-eeuwse kunstenaar Hercules Segers. Maar ja, hoe zei Johan Cruyff het ook alweer? Je gaat het pas zien als je het doorhebt. We liepen verder door de Parkstraat, tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw een chique toegang tot de Venlose binnenstad. Lichtpunt heden ten dage is de galerie annex grafische werkplaats De Franse Republiek van collagekunstenaar Jos Deenen. We besloten daarvoor nog eens terug te komen. We hadden namelijk die andere, gewichtige missie: De Gaaspiep. 

Enkele maanden geleden waren we er voor het laatst geweest. Tijdens een Waerse Wandeling, een alternatieve stadswandeling. Zeg maar, Venlo voor Gevorderden. De tachtigjarige Herman de Koning stond nog achter de tap. Helaas is hij om gezondheidsredenen moeten stoppen. Maar hij heeft het stokje binnen de familie kunnen doorgeven, zoals hij ook het stokje binnen de familie aangereikt heeft gekregen. 


De Gaaspiep is geen café met een spectaculaire architectuur of inrichting. Goddank is het ook geen concept-café. Het heeft genoeg aan zichzelf. Een pijpenla met een laag plafond en achterin enkele treetjes naar boven richting toilet. Tafeltjes met kleedjes en een lange bank aan de muur. Heel gewoon allemaal. Toch hadden we een goede reden om juist hier een glas te gaan drinken. In De Gaaspiep valt door de ramen in de langste gevel een mooi, egaal strijklicht naar binnen. Als je op het goede plekje gaat zitten, is het café net een schilderij of het decor van een film of theaterstuk. Een beetje onwerkelijk. Enkele eeuwen bestaat het pand zeker al. Onder het voorste gedeelte zit een mooi voorraadkeldertje. Met een gewelf uit mogelijk de zeventiende eeuw. Op deze plek wordt al lang op professionele wijze de dorst gelest. Uit gegevens in het gemeentearchief weten we dat hier in 1886 café Coenen gevestigd was. Hoeveel vaten bier zullen er in de loop van de tijd vol naar beneden en vervolgens weer leeg naar boven zijn gegaan? Aantallen om als cafébezoeker stil van te worden. 

Het vorig jaar schreef ik als Stadsdichter van Venlo het volgende over De Gaaspiep en Herman de Koning:

De Gaaspiep
Café van de teruggespoelde tijd
dat je omarmt en opslokt
waar de koster kastelein is
tappen een sacrament
genieten het elfde gebod
 
Café van de vedergewicht
vriendschap zonder veinzen 
of verplichting vriendschap
in het volmaakt zorgeloze
hier en nu zonder last van
verleden of toekomst
 
Café van gewortelde gezelligheid
van honderden hoofddeksels
 
Herman’s veilige vluchtheuvel
in een jachtige stad
kroonjuweel van De Koning

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
 


donderdag 6 februari 2025

De Halte XXL van woensdag 5 februari 2025 - Frontstad

 - door Sef Derkx -

Café De Gaaspiep aan de Kleine Kerkstraat is nog gesloten. Het zal even duren voordat we kunnen vaststellen of er ’t ketske nog bekend is. Een jonge jenever met enkele druppeltjes Underbergh. Een borreltje dat vroeger in Venlose cafés werd genuttigd. 

Geen man overboord. Niet alleen wat in het vat zit verzuurt niet, ook alcoholrijkere dranken in flessen zullen niet gauw naar azijn smaken. We besluiten om naar de Maas te wandelen. Ze staat hoog en kolkt vervaarlijk. Altijd een indrukwekkend gezicht. 

De Andere van Pierre Franssen (collectie Sef Derkx)

Tijdens onze expeditie met de bus naar Velden, hebben we het gedicht Frontstad gelezen van Pierre Franssen. Over Venlo in het bevrijdingsjaar. Het staat in de bundel De Andere die in 1959 is verschenen. Het gedicht is voor koor en orkest op muziek gezet door Theo Jordans. De Venlose Oratorium Vereniging, Venlona en het Maastrichts Symfonie Orkest zouden de compositie begin jaren vijftig hebben uitgevoerd. Of er een opname bewaard is gebleven?

Wilhelminapark 7, woonhuis van het gezin Franssen (bron Google Streetview)

Pierre Franssen (1884-1964) woonde in het Wilhelminapark. Op huisnummer 7, een villa gebouwd in 1928 naar een ontwerp van architect Philip Donders uit Geleen. We besluiten erlangs te lopen, het is immers de plek waar Pierre Franssen zijn gedichten schreef. Het is een ruim pand, een beetje in de stijl van de Amsterdamse School. In zijn gedichten heeft Franssen het vaak over dit huis, de tuin en het Wilhelminapark. Hij was er ten zeerste mee verknocht. In Venlo waren na de Tweede Wereldoorlog getalenteerde dialectdichters actief, met voorop Mien Meelkop, Frans Boermans en Sef Cornet. Franssen gold in die periode als enige Nederlandstalige dichter van betekenis. Zijn geld verdiende hij er niet mee; waarschijnlijk hield hij er geen stuiver aan over. In het dagelijks leven was hij directeur van Cyrus, de succesvolle Venlose onderneming die fietsen en later ook bromfietsen op de markt bracht. 

Studiefoto Pierre Franssen (particuliere collectie)

Ongetwijfeld had hij een volle werkdag, maar daarnaast vond hij de tijd voor poëzie en muziek. Mooie, toegankelijke gedichten die soms ontroeren. Daarnaast is hij echter ook een ironische dichter. Bij zijn uitvaart op vrijdag 28 augustus 1964 is het middenschip van de Sint-Martinuskerk tot op de laatste plek bezet. Met familieleden en zoals de lokale krant meldt: ‘vrienden in en door de dichtkunst, de muziek, de zakelijkheid.’ Die vrienden stonden ook aan het graf op de Venlose begraafplaats. Zelf had Franssen over zo’n begrafenis ooit gedicht: 

De zon glimt op hun toet 

en op het hout der schrijn. 

Wat is de dood toch goed 

dat wij nog levend zijn.


Reageren? Stuur Sef Derkx een email: floddergats@xs4all.nl.

woensdag 5 februari 2025

Van nul tot nu van woensdag 22 januari 2024 - Het bisdom wilde alles weten (3)

 - door Albert Lamberts -

Nu tachtig jaar geleden werd de vrees van velen in Noord-Limburg dat aan evacuatie niet viel te ontkomen bewaarheid, want in januari 1945 – grote delen van zuidelijk Nederland waren al bevrijd – werd de evacuatie van deze contreien een feit. Geestelijken vergezelden gevraagd en ongevraagd de evacuées naar met name Drenthe, Groningen en Friesland. Achteraf wenste het bisdom het naadje van de kous te weten of en hoe het katholieke leven doorgang had kunnen vinden. Een uitgebreid vragenformulier werd de teruggekeerde geestelijken voorgelegd. De Dominicaner pater Raphaël was een van de geadresseerden

Vraag 6 van bisdom: Hoe was zijn (hun) houding tegenover de geëvacueerden, meer bijzonder tegenover de katholieken en hun godsdienstige behoeften en eredienst? Antwoord: Ds J.v. Nieuwkoop zat in de evacuatie-commissie & sprak de evacuées bij hun aankomst toe. Hij sprak de hoop uit dat de Limburgers hun katholieke geloof ook in het noorden trouw zouden blijven. Ook Ds L. Langkhuizen was lid der evacuatie-commissie. Allen toonden veel begrip voor onze godsdienstige behoeftigen en legden mij nooit enige moeilijkheid in de weg.

Het overhoren ging onverdroten voort met vragen over welke godsdienstoefeningen er werden gehouden en waar, zondags en -of – door de week; of het kerkelijk leven nog op andere wijze tot uitdrukking kwam (Lof, Rozenkrans, lijdensmeditatie, enz.): of er bijzondere oefeningen en plechtigheden waren (feesten – eerste H. Communie, enz.) hoe het catechismusonderwijs was geregeld (Door wien?, wanneer?, waar?, verdeeling der kinderen in groepen, enz.)? Pater Raphaël schreef, dat er voor de katholieke erediensten veel belangstelling van andersdenkenden was. De catechismuslessen werden in schoolverband gegeven door juffrouw J. van Hoof uit Afferden en tweemaal per week door hemzelf.

Hoe was , vraag 8, sub 2, de regeling van het schoolonderwijs (in een school? In welke? Hoe was de verhouding? Eigen bij-onderwijs? Door wien gegeven? Houding van geestelijke en civiele autoriteiten ten aanzien van het katholiek onderwijs? (S.v.p. lesroosters bijvoegen en lijst van leerkrachten).

Vraag 9 handelde over het zedelijk leven. Vraag 9, sub 1: Bleef het zedelijk leven der geëvacueerden op peil? Antwoord Raphaël: Zover ik kon beoordelen, ja. Vraag 9, sub 2: Waren er speciale gevaren? Antwoord: Voor gemengde verkering behoefde ik niet bang te zijn; er was teveel verschil. Vraag 9, sub 3: Hoe was de moraliteit ter plaatse? Antwoord: In orde. Vraag 9, sub 4: Kwamen er ongewenschte verkeeringen voor? Antwoord: zie 2.

Opvallend overigens, pater Raphaël schrijft in modernere spelling.

Vraag 10 stelde de omgang tusschen geëvacueerden en bewoners aan de orde. Een van de antwoorden van pater Raphaël: Behalve kerkbezoek van de kant der inheemse bevolking, geen geestelijk contact. Opmerkelijk is wel, dat de pater benoemt dat sommige rijke boeren in tegenstelling tot de overgrote meerderheid, moeilijk deden over het huisvesten van de vluchtelingen uit Limburg.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een email: albertlamberts@home.nl.