donderdag 30 september 2021

De Halte van woensdag 29 september 2021 - Een middeleeuwse automatiek en Sandwich Sciencefiction

- door Sef Derkx -

We zijn onderweg van de Sint-Martinusbasiliek naar de bushalte aan de Koninginnesingel. Het is een drukke route in de binnenstad voor wandelaars en soms te druistige fietsers. We hebben Dreuf Marie bezocht, een mooie pièta uit de eerste helft van de zestiende eeuw. Eeuwenlang stond het beeld van Maria met haar gestorven zoon in de Sint-Nicolaaskerk. Bij een bombardement in de Tweede Wereldoorlog raakte dit bedehuis zwaar beschadigd. Er is helaas niet gekozen voor wederopbouw, de restanten zijn gesloopt. 

Als je er niets te zoeken hebt, kom je niet in dit onooglijk bedrijfsstraatje. Jammer, want aan de andere zijde van de bibliotheek heb je zicht op een deel van het veertiende-eeuwse achterhuis van het Huis Ottenheijm. Het is weliswaar niet zo fraai als de frontgevel aan de Vleesstraat, maar wel interessanter. In het midden van het bovenste deel van de achtergevel loopt een breed, uitspringend rookkanaal.  

Kruisherenstraat (foto's Sef Derkx) 

Aan weerszijden ervan werden tijdens de bouw zogenaamde vogelgaten aangebracht. Er zijn vierkante openingen in het metselwerk, maar ook zes ronde waarvoor jeneverkruiken zijn ingemetseld. Van iedere kruik zijn de bodem en hals zorgvuldig weggetikt met een hamertje. Zo ontstond de opening van broedholtes voor spreeuwen. In tijden van schaarste waren de vogels het alternatief voor vlees. Van binnenuit werd het vogelgat voorzichtig opengemaakt, de spreeuwen gepakt en de nek omgedraaid. Met enige verbeeldingskracht zou je de broedholtes kunnen beschouwen als een middeleeuwse automatiek. De volgende stap, naar het fameuze Venlose frietei, is dan maar een kleine. Bij de restauratie in de jaren zestig van de vorige eeuw zijn ijzeren staafjes onder de openingen aangebracht. De vogels kunnen erop neerstrijken. Voor een vroegtijdige dood in een kookpot hoeven ze uiteraard niet te vrezen.

Achtergevel Huis Ottenheijm met vogelgaten (collectie Gemeentearchief Venlo)

Het is niet verwonderlijk dat we trek hebben gekregen, dus gaan we op deze mooie nazomerdag op het terras zitten van café Stek. Het is het enige etablissement dat we in Venlo kennen, waar je tonic met  espresso kunt bestellen. Een onstuimig bruisend drankje, dat behoedzaam aan onze tafel wordt ingeschonken. Als toekomstbestendig alternatief voor een broodje spreeuw uit tijden van weleer bestellen we een Sandwich Sciencefiction. De bus kan nog even wachten.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

dinsdag 28 september 2021

Heldenmoed werd Jan Theelen fataal (3)

 - door Gerrit van der Vorst -


Meteen nadat Jan Theelen in februari 1944 onderdook, werd De Hermeshof in Schandelo ’s  nachts doorzocht onder leiding van een commando van de staatspolitie uit Eindhoven. De weduwe Theelen-Vosbeek en familie zouden later in 1944 nog vier keer overvallen worden door gewapende landwachters en anderen, die op zoek waren naar Jan Theelen. Bij die overvallen werd er geroofd en mishandeld. Een prominente rol daarbij speelde de in Velden woonachtige NSB’er Lammen.

Luchtfoto uit 1952 van Theelens ouderlijke woning, boerderij De Hermeshof in Schandelo (foto uit privécollectie).

Er werd fel gejaagd op de ‘terrorist’ Jan Theelen. De latere ‘Schrik van Venlo’, Johan Berendsen, en een andere SS-politieman doken zelfs twee weken onder in Berendsens eigen woning op 1e Lambertusstraat 13 in Venlo-Blerick, om ’s nachts naar Theelen te speuren. Voor de buitenwacht waren ze zogenaamd naar een SS-cursus elders in het land.

Korpschef Otto Couperus schakelde op zijn beurt de verrader Fatty Pannemans in. Die moest in zijn woonplaats Velden uit zien te vissen waar Jan Theelen zat.

Alle moeite bleek tevergeefs.

Fatty Pannemans was het zwarte schaap uit een keurige Venlose familie (foto uit privécollectie). Hij ontpopte zich tot een zware oorlogsmisdadiger. Zo perste hij joodse mensen af, om ze vervolgens te verraden.

Theelens jonge collega Leo Oostdam werd bereid gevonden om de levensgevaarlijke rol van contactpersoon bij de gemeentepolitie voor de lokale illegaliteit op zich te nemen. Oostdam was uit hetzelfde principiële hout gesneden. Zo had hij de politieopleiding in Schalkhaar verlaten, omdat die nationaalsocialistisch van aard bleek te zijn.

Leo Oostdam (foto uit privécollectie).

Jan Theelen had alle reden om zijn illegaal werk te staken, maar dat lag nu eenmaal niet in zijn aard. Vermomd (bril, snor en geverfd haar) en onder een andere naam zette hij dat werk intensief voort. Zo was hij in mei 1944 aanwezig op het kostadres van Leo Oostdam, waar verzetsmensen een overval op het Venlose politiebureau voorbereidden, om een belangrijke pilotenhelper te bevrijden.

De overval mislukte overigens na drie weken minutieuze voorbereiding, omdat ‘Grote Piet’ van de Knokploeg uit Nijmegen om onbekende redenen een schot loste, dat het leven kostte aan de dienstdoende marechaussee Cornelis Dijkman (foto Gemeentearchief Venlo).

Jan Theelen verzamelde persoonsbewijzen die hij vervalste. Hij was verder onder meer betrokken bij een ‘kraak’ in Vierlingsbeek, waarbij circa 700 persoonsbewijzen werden gestolen, en bij de uitschakeling van een gevaarlijke verrader in Sevenum, waar hij ondergedoken zat.

Op 16 juli 1944 was het bijna gebeurd met Jan Theelen. Later werd wel beweerd dat hij Grubbenvorst in groot represaille-gevaar zou hebben gebracht. Hij zou namelijk ter hoogte van ‘het gebroken slot’ in een hinderlaag zijn gaan liggen voor de ‘Schrik van Venlo’. In werkelijkheid reed de vermomde Theelen die dag per fiets richting Venlo en Berendsen met een kompaan per motor naar de kermis in Grubbenvorst. Theelen probeerde de confrontatie te ontlopen, maar werd al snel achterhaald door zijn gemotoriseerde achtervolgers die de onbekende fietser wilden controleren. Ongelofelijk toeval dus. Bij een schotenwisseling raakte Theelen Berendsen in diens voet. Vervolgens ontkwam hij langs de Maas. Er volgde een klopjacht, maar Theelen had veel familie in de omgeving, bleef opnieuw onvindbaar en zette zijn verzetsactiviteiten voort.

Johan Berendsen oefende in Venlo en omgeving een geweldige terreur uit met zijn commando van de Arbeits Kontroll Dienst (foto uit privécollectie). Door het schot van Theelen raakte hij (opnieuw) totaal overspannen. Voortaan droeg hij vijf pistolen bij zich. Hij werd op 2 april 1947 wegens zijn oorlogsmisdaden geëxecuteerd.

In september 1944 waren de krijgskansen duidelijk gekeerd. Na maandenlang als een opgejaagd dier geleefd te hebben, deed Jan Theelen een poging om te ontkomen naar de geallieerden die al in Noord-Brabant waren. Op 23 september fietste hij naar brouwerij De Vriendenkring in Arcen. Bij de daar gelegerde Duitse eenheid beweerde hij politieman te zijn, die een diefstal in Horst moest onderzoeken. Hij mocht de volgende dag een pas voor de oversteek van de Maas afhalen.

Het gebouw van brouwerij De Vriendenkring in Arcen omstreeks 1945 (foto Pinterest).

Zelfs in een hechte dorpsgemeenschap als Velden speelde verraad een kwalijke rol. In juli 1944 waren bijvoorbeeld de ondergedoken joodse meisjes Mary Winnik en Annie Koekoek verraden.

 

Mary Winnik werd op 4 juli 1944 weggehaald en op 6 september vermoord in Auschwitz (foto privécollectie). Volgens de zuster van Jan Theelen had hij Mary ondergebracht bij familie en had haar arrestatie hem diep geschokt.

Annie Koekoek met haar broertje – eveneens vermoord – en oudere zusjes (foto privécollectie). Annie werd eveneens op 4 juli 1944 weggehaald en op 6 september vermoord in Auschwitz).

Jan Theelen en zijn familie kregen meermalen zelf ook met verraad te maken. Die keer, bij het terugfietsen naar Schandelo meende een Veldense vrouw Theelen te herkennen. Haar vriend, een in Lomm gelegerde Duitse Feldwebel, probeerde hem aan te houden. Er ontstond een schotenwisseling, waarbij Theelen de Feldwebel neerschoot. Heel Velden vreesde represaillemaatregelen, maar die kwamen er niet. Notie van oorlogstrauma’s en stress had men in die tijd niet, en daarom werd Jan Theelen in Velden lang verketterd. Overigens, wie de Feldwebel was, en hoe het nou precies zat, werd nooit duidelijk. Maar het dorp bleef gespaard voor represailles.

Mede-Veldenaar kapelaan Leo Brueren (1925-2012) schreef in zijn oorlogsdagboeken over een bezoek op 15 januari 1945 aan een adres in de Rooddorpstraat in Venlo: ‘Ik tref daar ook een zekere J.T. uit Velden, die overal door de Gestapo wordt gezocht, omdat hij een tijdje geleden op de ‘schrik van Venlo’ had geschoten. Hij blijft maar één nacht; twee nachten op dezelfde plaats blijven is voor hem te gevaarlijk. …

Jan Theelen was gedoemd om rond te zwerven in een geteisterd Venlo. Eind januari 1945 wist ‘G.J. Geurts’ via Duitsland te ontkomen naar Groningen, waar hij als evacuee de bevrijding haalde.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.





zaterdag 25 september 2021

Heldenmoed werd Jan Theelen fataal (2)

 - door Gerrit van der Vorst - 

Politieagent Jan Theelen moest zich in 1942 verantwoorden bij de Sicherheitsdienst omdat hij – geüniformeerd nog wel – ontsnapte Franse krijgsgevangenen had geholpen. Hij kwam weg met de smoes dat het volgens hem Frans sprekende Belgen waren geweest. Hij hielp vervolgens ook bemanningsleden van gecrashte geallieerde vliegtuigen. En veel ander illegaal werk verrichtte de jonge agent vanaf 1942 als initiatiefnemer en secretaris van een illegaal comité dat maandelijks 400-600 voedselpakketten bij Nederlandse krijgsgevangenen in Duitsland bezorgde.







Begin 1943 kreeg Jan Theelen van NSB-korpschef Carel de Bruijn een beoordeling, waaruit bleek dat Theelen zijn instelling bepaald niet verborg tegenover de ‘foute’ korpschef (Gemeentearchief Venlo, personeelsdossier Jan Theelen).

Dat Jan Theelen niet afkerig zou zijn van illegaal werk, begonnen zijn meerderen gaandeweg wel te vermoeden. Dat bleek in juli 1943, toen een nieuwe korpschef aantrad, de SS’er Otto Couperus. Die werd via zijn moeder bedreigd – lang zou hij geen plezier hebben van zijn nieuwe baan in Venlo – en probeerde meteen uit te zoeken wie daar achter zat. Nummer 1 op zijn lijstje van vijf verdachten stond de inmiddels 23-jarige Jan Theelen.

Korpschef Otto Couperus mocht de SS-runes dragen, maar vanwege zijn Indo-Europese echtgenote werd hem geen volwaardig SS-lidmaatschap toegestaan (foto NIOD).

Couperus vroeg zijn ondergeschikte op de koffie, in het Villapark, en probeerde hem uit te horen, maar Jan Theelen gaf geen krimp. Vervolgens schakelde de korpschef de joodse V-mann (verrader) Menasse Ekstein alias banketbakker Hendrik de Vos in. Ekstein benaderde Theelen op zijn kostadres in de Van Cleefstraat, met de mededeling dat hij Couperus wilde vermoorden. Theelen was echter getipt en arresteerde de verrader. Omdat de man bij fouillering op het politiebureau Couperus’ briefje met vijf namen bij zich bleek te dragen, werd het geval een geweldige afgang voor de korpschef.

De foto van Menasse Ekstein in Het Contra-Signaal, waarin de illegale beweging waarschuwde voor gevaarlijke verraders. Ekstein werd na de oorlog tot de doodstraf veroordeeld, maar uiteindelijk stond hij in 1958 weer op vrije voeten. Hij overleed in 2007 in Lelystad.

Jan Theelen zette zijn illegaal werk onverdroten voort, alsof er niets gebeurd was. Als ‘politiemol’ gaf hij waarschuwingen en andere informatie door aan de illegale beweging, terwijl hij gelegenheid bood om afluisterapparatuur te plaatsen in de kamer van de korpschef. Hij verspreidde verzetsbladen en ging bovenal een centrale rol vervullen in de regionale afdeling van de Landelijke onderduikorganisatie (LO). Als duikinspecteur ‘Nicolaas’ werd hij verantwoordelijk voor het zoeken naar onderduikadressen en de verzorging van onderduikers in Venlo en omstreken.



De geschiedenis van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers (LO) – ontstaan in februari 1943 – begon met acties van de illegaal werkers Helena Kuipers-Rietberg en dominee Frits Slomp (foto’s Wikipedia).

In Venlo bevond zich ook een afdeling van de militaire verzetsorganisatie Ordedienst (OD). Op 19 februari 1944 verscheen in de LO-centrale op Goltziusstraat 39 de ex-politieman Frans van Bilsen uit Tilburg. Die stond in Het Contra-Signaal van de illegale beweging (abusievelijk) gesignaleerd als verrader. Op verzoek van de LO formeerde de gewapende OD in grote haast een liquidatiecommando, bestaande uit twee OD-leden en Jan Theelen (LO). Van Bilsen, die later nota bene ook een verzetsman bleek te zijn (!), werd in de Tweede Graaf van Loonstraat neergeschoten, maar was niet meteen dood.

In 2015 bracht Doerak Film de documentaire ‘De liquidatie van mijn vader’ uit.

Frans van Bilsen zou ongewenste mededelingen kunnen doen, bijvoorbeeld aan de opgeroepen politie, arts en geestelijke. Jan Theelen keerde terug naar de plaats delict – hij zou toevallig op bezoek zijn geweest bij een nabij wonende neef – en verhoorde koelbloedig de zwaargewonde. Die verklaarde dat hij op Goltziusstraat 39 was geweest, waarna drie zoons van het daar woonachtige gezin Ex met spoed moesten onderduiken. Toen Theelens snelle aanwezigheid werd onderzocht, tipte een collega hem dat hij ook meteen moest onderduiken.

De signalering van vier voortvluchtigen in het Algemeen Nederlands Politieblad. Ze werden verdacht werden van betrokkenheid bij de moord op Frans van Bilsen. Van links naar rechts de gebroeders Ru, Karel en Paul Ex en Jan Theelen.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.

Van nul tot nu van woensdag 22 september 2021 - Sluitingsuur horeca vaker discussiepunt

 - door Albert Lamberts -

Het sluitingsuur van de horeca, nu in verband met corona nog aan banden, was onder andere in Venlo vaker onderwerp van gesprek. Pakweg 125 jaar geleden mocht de kastelein in Venlo de knip op de deur doen wanneer de laatste gast al dan niet met zachte dwang de deur uit was gewerkt. Er was geen vastgesteld sluitingsuur.

Ook het in 1885 geopende Café-restaurant Nationaal kreeg te maken met het nieuwe sluitingsuur, evenals aan de overzijde het befaamde Café Germania. Op hun plaats staan nu respectievelijk de ABN AMRO en de ING (foto’s collectie Albert Lamberts). 

We praten dus over het einde van de negentiende eeuw. De toenmalige burgemeester Houben wilde echter duidelijkheid over een sluitingsuur van herbergen, tapperijen en andere voor het publiek openstaande plaatsen en sociëteiten waar drank wordt verkocht. Houben diende daartoe op 18 januari 1897 een ontwerpverordening in. Weliswaar kende Venlo al een verordening, maar die gaf de burgemeester de bevoegdheid om naar eigen inzicht het sluitingsuur te vervroegen of te verlengen en dat was niet rechtsgeldig. Er was echter, zo meende Houben, behoefte om het sluitingsuur in een nieuwe verordening vast te leggen, een behoefte die zich ten zeerste deed gevoelen. In het nieuwe ontwerp bepaalde artikel 1 dat herbergen, tapperijen, enz. van middernacht tot ’s morgens vijf uur gesloten moesten zijn.

Het voorstel van Houben maakte nogal wat los en niet alleen onder de vroede vaderen. Raadsleden Thywissen drong aan op minder willekeur bij handhaving van een sluitingsuur en zijn collega Van Rijn – apotheker en de latere burgemeester – was voorstander van sluiten op het middernachtelijk uur, omdat de dag dan ten einde is en het dan voor iedereen tijd is zich te ruste te begeven, zowel voor de kasteleins als voor de bezoekers. En weer een ander raadslid, Russel, vond dat het sluitingsuur niet van toepassing mocht zijn op sociëteiten als Casino, Prins van Oranje, Fanfare, Harmonie, Jocus, enz. als die eens een concert gaven. Hij vond wel dat de politie strenger de controle op het sociëteitswezen moest uitvoeren, zoodat de zogenaamde groschen- en kwartjessociëteiten niet konden bestaan. Bovendien vreesde Russel  voor de willekeur van een ambtenaar bij invoering van een verplicht sluitingsuur, hetgeen de vrijheid van de burgerij verkort.

In de discussie over het sluitingsuur mengden zich via de Venloosche Courant ook vele burgers, die de bevoogding door de overheid laakten. Zij vreesden als het zo doorgaat eerstdaags ook de particuliere woningen door soortgelijke maatregelen bedreigd zullen worden en zij wensen dat de heren rechtsgeleerden de zaak terdege zullen onderzoeken, voordat de raad een besluit neemt.

Maandenlang werden voors en tegens publiekelijk besproken en hele krantenkolommen gevuld met argumenten voor en tegen. De Venlose raad boog zich in augustus weer over het ontwerp. Van Rijn bleef uit oogpunt van gezondheid vasthouden aan 12 uur als sluitingstijd met een bepaling, dat de burgemeester kon verlengen tot bijvoorbeeld 3 uur.  Ook aan de vreugde dient een einde te komen, aldus Van Rijn.  Rubriekschrijver van de Venloosche Courant Jan van Venlo  schreef: Van Rijn die ziet zo graag dat we allen bijtijds naar ons bedje gaan. De overheid mag de mensen niet teveel aan banden leggen. Men probeert toch ook niet het roken en koffiedrinken te reglementeren, ofschoon dat evenmin goed schijnt te zijn voor de mensen. En, aldus Van Venlo, moest de jeugd zich toch enkele dagen in het jaar kunnen uitkuren.

Raadsleden als Muysers, Mattousch en Gambon waren tegen vaststelling van een sluitingsuur, omdat het vertier in dat geval elders zou worden gezocht.

Uiteindelijk besliste de raad met negen stemmen voor en vijf tegen dat de herbergen, tapperijen, enz. om 12 uur dicht moesten. De politie zou streng toezien op naleving en na een eerste waarschuwing verbaliserend optreden.  Het openingsuur werd bepaald op 6 uur, waarmee de matineuze Venlonaar hopelijk van een te vroege alcoholische versnapering werd afgehouden. ..

De Venlose burger reageerde nauwelijks. Alleen Jan van Venlo greep naar de pen: Intusschen komt het mij onverstandig voor zich in deze warme dagen nog warmer en druk te maken over zaken van geheel zakelijken aard

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

donderdag 23 september 2021

Heldenmoed werd Jan Theelen fataal (1)

 - door Gerrit van der Vorst -

Echte helden zijn schaars. De Tweede Wereldoorlog toonde dat ten overvloede aan. De naoorlogse verzetsmythe wilde dat een groot deel van Nederland – voornamelijk mannen – verzet had gepleegd, maar dat moet in gedachten zijn geweest. Echte dapperheid kreeg juist niet altijd aandacht. Onbelicht bleef bijvoorbeeld het joodse verzetswerk. En wie realiseerde zich dat het huisvrouwen waren, die 24 uur per dag met onderduikers hadden gezeten?

Rudi Bloemgarten (Maastricht, 7 mei 1920) en Henri Halberstadt (Amsterdam, 10 februari 1911) waren voorbeelden van joodse verzetshelden (foto pinterest.com). Ze werden op 1 juli 1943 in de duinen bij Overveen gefusilleerd.

De Veldense boerenzoon Jan Theelen was een onbetwiste verzetsheld, daar waren vriend en vijand het over eens. Wat moed betrof, stak Theelen er in Venlo en wijde omgeving ver bovenuit. Hij zette zijn leven jarenlang op het spel voor de goede zaak. Merkwaardigerwijs is daar tot op heden weinig waardering voor in zijn geboortedorp Velden en woonplaats Venlo. Theelens moedige verzet bracht hem slechts ellende en een diep-tragisch leven dat al op 36-jarige leeftijd eindigde.

Het gezin Theelen-Vosbeek bij het 25-jarig huwelijk, op 16 september 1938 (privécollectie). Jan Theelen staat tweede van rechts. Naast hem zijn broer Sjaak die gemeentesecretaris werd van Arcen en Velden.

Toen Theelen met een zwaar oorlogstrauma in de psychiatrische inrichting Savelberg in Koningslust verbleef, schreef hij op 4 januari 1947 aan de procureur-fiscaal bij het Bijzonder Gerechtshof in Den Bosch: ‘Ik heb trouwens sedert lang spijt van al het illegale werk wat ik verricht heb, we zijn er thuis ons hele hebben en houden door kwijt geraakt, moeder en de anderen hebben doodsangsten voor mij uitgestaan en dat alles waarvoor?

De inrichting Savelberg in Koningslust. Jan Theelen verbleef er ongeveer een jaar.

Wat was er fout gegaan?

Jan Theelen werd geboren op zondag 21 december 1919, maar zijn korte leven zou niet dat van een zondagskind blijken te zijn. Door een ongeval moest hij het Thomas College in de derde klas verlaten. Na zijn herstel hielp hij mee op de ouderlijke boerderij De Hermeshof in Schandelo, maar hij droomde van een carrière als politieman. Voordat hij kon solliciteren, moest hij eerst in dienst en aansluitend werd hij gemobiliseerd, met Blerick als standplaats.

Jan Theelen omstreeks 1940 (privécollectie).

Tijdens de Duitse inval op 10 mei 1940 toonde de 20-jarige korporaal Theelen buitengewone moed. Volgens een rapport van zijn meerdere was hij als motorordonnans zijn gevaarlijke plicht blijven doen, ook nadat zijn duopassagier in Blerick doorzeefd was door Duitse kogels. Daarvoor zou Theelen na de bevrijding een militaire onderscheiding krijgen.

Het oorlogsherinneringskruis werd uitgereikt aan mannen die in mei 1940 tegen de Duitsers hadden gevochten (foto Wikipedia). Jan Theelen kreeg bovendien de gesp voor bijzondere oorlogsverrichtingen.

Jan Theelen zat enkele weken als krijgsgevangene in Duitsland. Eenmaal teruggekeerd, begon hij aan een politiecursus in Venlo. Van daaruit werd hij in 1941 binnen gesluisd bij de Venlose gemeentepolitie, zonder dat hij eerst nog naar de nationaalsocialistische politie-opleiding in Schalkhaar hoefde.

De höhere SS- und Polizeiführer und Generalkommissar für das Sicherheitswesen, Hanns Albin Rauter, op inspectie in Schalkhaar (foto NIOD).

Al gauw werd Jan Theelen met de neus op de harde feiten gedrukt. De gemeentepolitie moest naar de pijpen van de bezetter dansen en op straat was er zware concurrentie van onder meer de Grüne Polizei en de Weerbaarheidsafdeling (WA), de knokploeg van de NSB. Na een conflict met een WA-man op de Venlose kermis werd Theelen in juni 1942 beschuldigd van ‘belediging van de beweging’, de NSB. De kwestie werd gesust door NSB-korpschef Carel de Bruijn.

De diepgelovige Jan Theelen maakte nog in datzelfde jaar een principiële keuze waarmee hij zijn politiebaan en zichzelf in groot gevaar bracht. Hij ging in verzet en combineerde zijn politiewerk voortaan met illegaal werk. Achteraf een fatale keuze voor hemzelf.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een a-mail gp.vandervorst@xs4all.nl.

De Halte XXL van woensdag 21 september 2021 - Dreuf Marie verhuisde enkele malen

- door Sef Derkx -  

We zijn uitgestapt bij de halte bij het Nolenspark, al maanden waren we van plan Dreuf Marie in de Martinusbasiliek te bezoeken. Daarvan is het steeds niet gekomen. Dreuf Marie is een houten beeld van een diepbedroefde Maria, die huilt om haar gestorven zoon. Dit type Mariabeeld, wordt pièta genoemd. 

Dreuf Marie in de Sint-Martinusbasiliek (foto's Peter Vostermans en Sef Derkx)

De laatste keer dat ik dit topstuk zag was in 1974, bij een tentoonstelling in het voormalige Goltziusmuseum over de kruisheren in Venlo. De sculptuur maakte diepe indruk. Onpeilbaar verdriet gegutst uit een stug blok hout, de hand van een meester-kunstenaar is aan het werk geweest. Het beeld van de moeder met haar ter dood gebrachte zoon op de schoot kreeg nog meer betekenis, nadat ik me verdiepte in de geschiedenis.


Close ups Dreuf Marie (foto Sef Derkx)

Het is niet druk in de Sint-Martinusbasiliek op deze doordeweekse middag. Een moeder en dochter drentelen rond. Langeafstandswandelaars, zo te zien aan hun kleding en schoeisel. Ik vang flarden op van verwondering en bewondering. Een heer is doende met een fototoestel. Hij spreekt me aan. Peter Vostermans is een hartstochtelijke Venlonaar. Hij verzamelt oude foto’s en prentbriefkaarten. Vaak is hij onderweg om plekken in zijn stad te fotograferen. De resultaten worden op Facebook geplaatst. Het Mariabeeld waarvoor ik hier ben, heeft hij al voor de lens gehad. Ja hoor, die foto mag ik gebruiken voor de Floddergatsblog. Van de mooie, alleszeggende dialectnaam Dreuf Marie heeft hij nooit gehoord.

Sint-Nicolaaskerk vanuit een raam op bovenverdieping van de Klaasstraat (foto met dank aan Piet Braem) 

De sculptuur stond tot 1940 in de Sint-Nicolaaskerk in de binnenstad. Het moederverdriet dat eruit sprak, raakte gelovigen. Generaties Venlonaren gingen erheen om een kaarsje op te steken. Kort voor of na de Duitse inval werd het beeld uit de kerk gehaald en veilig opgeborgen. Daardoor overleefde het de oorlog ongeschonden. 

Dreuf Marie in de Sint-Nicolaaskerk, voor de Tweede Wereldoorlog (collectie Gemeentearchief Venlo)

Dreuf Marie voor de Tweede Wereldoorlog, het beeld heeft nog zijn polychromie (bron website Rijksdienst Cultureel Erfgoed)

De kerk zelf niet, die werd tijdens een bombardement in 1944 verwoest. Er is niet gekozen voor wederopbouw, maar voor sloop van de resten. Vier jaar na de oorlog besloot het bisdom een nieuwe Sint-Nicolaasparochie in Genooi te stichten. Dreuf Marie ging mee naar de Witte Kerk. In 1961 kreeg de parochie een nieuwe, moderne zaalkerk naar een ontwerp van architect Joost van der Grinten. Deze is inmiddels aan de eredienst onttrokken. 

Sint-Nicolaaskerk vanuit de Klaasstraat, juni 1945; de sloop van de muurresten zal weldra in gang worden gezet (kleurendia Alphons Hustinx)

Interieur zaalkerk Genooi (bron website Kerken In Limburg)

Het beeld verhuisde naar de sacristie van de Martinusbasiliek. Vorig jaar augustus is ze geplaatst in een nis in de kerk zelf. Omroep Venlo schonk er aandacht aan, zie: reportage Omroep Venlo.

Dreuf Marie wordt toegeschreven aan de Meester van Elsloo. Dit is echter geen persoon, een kunstenaar van vlees en bloed zogezegd, maar is de noodnaam voor een groep anonieme laat-middeleeuwse beeldensnijders, die rond 1500 actief waren in het gebied Opper-Gelre, het huidige Midden en Noord-Limburg, en die hun werk niet signeerden. Zie ook: https://www.zuiderlucht.eu/de-meester-van-elsloo-ontmaskerd/.

Dreuf Marie heeft een eerbiedwaardige leeftijd. Wat heet, ze dateert uit de eerste helft van de zestiende eeuw. Het was een periode, waarin de kunsten en wetenschappen in het Maasdal tot bloei kwamen. Wie het beeld heeft vervaardigd is niet bekend. Het moet een regionale meester geweest zijn, gelet op details als de plooival van de kleding, de haardracht en de expressieve gezichten. Dreuf Marie, sinds eeuwen verbonden met Venlo en Venlonaren, is thuisgekomen in hartje stad. Hoe mooi is dat.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

zaterdag 18 september 2021

Van Lourdes tot Copacabana via de Leutherweg

Paper Hills uit Sint-Geertruid is een aanbieder op Marktplaats van historische foto’s en prentbriefkaarten. De sympathieke man erachter is Sander Custers. Hij tipt mij als hij iets van Venlo plaatst. Afgelopen zomer was dat meermalen per week. Magnifiek was het woord dat mij te binnenschoot bij het zien van de tot dan onbekende foto van de Leutherweg.

- door Sef Derkx -  

De weg is niet geasfalteerd, de huisjes links hebben er nog lang gestaan. Ik herinner ze me nog uit de jaren vijftig. Rechts zien we een opvallend kerkje. De gelovigen in het buitengebied aan de oostkant van Venlo behoorden tot de Sint-Martinusparochie. Als het zonnetje scheen, wilde men op zon- en feestdagen best naar de kerk in de binnenstad lopen en weer terug, maar het misbezoek daalde drastisch bij slecht weer. Geen wonder, het is van hieruit een eind naar de binnenstad.

Hulpkerk Onze Lieve Vrouw van Lourdes (met dank aan Sander Custers)

Reden voor deken Math. Bauduin om in actie te komen. Wanneer de mensen niet naar de kerk komen moet je de kerk naar de mensen brengen, was daarbij zijn uitgangspunt. De geestelijkheid ging op huisbezoek bij gefortuneerde gelovigen en zamelde geld in voor de bouw van een hulpkerk met plaats voor zo’n 250 mensen. Wellicht zal de gulle gevers een prettig plekje in het hiernamaals in het vooruitzicht gesteld zijn. De kapel was toegewijd aan Onze Lieve Vrouw van Lourdes. Binnen konden gelovigen een kaarsje aansteken bij een nabootsing van de grot, waar Maria aan Bernadette zou zijn verschenen. 

Interieur van de hulpkerk met een nabootsing van de Lourdes (collectie Giel Platzbeecker)

Op woensdag 15 februari 1911 werd het bedehuis ingezegend. De eerste mis werd opgedragen door pater Paulinus Hase, een franciscaan. De aanwezige journalist van de Nieuwe Venlosche Courant plaatste wat licht kritische opmerkingen. Hij vond het gebouwtje weliswaar charmant, Zwitsers en knus, maar ‘van buiten te veel montagnard’. Montagnard is Frans voor bergbewoner. De preek van de deken kon hij slechts gedeeltelijk volgen vanwege plaatsgebrek. Waarschijnlijk heeft hij buiten aan de deur gestaan. Het was hartje winter en de temperatuur was net boven het vriespunt.

Gelovigen uit de buurt en de binnenstad droegen het nieuwe kerkje een warm hart toe. Er is een lange lijst van schenkingen overgeleverd, variërend van een Mariabeeld uit de beeldenfabriek van Linssen en liturgisch vaatwerk, tot een kerkorgeltje en een torenklokje dat gegoten was door de firma Petit en Fritzen in Aarle Rixel. De knecht van retraitehuis Manresa werd koster en overbuurvrouw De Bruijn zorgde in de winter dat de kachel brandde. Maar er waren ook wanklanken. Kinderen uit de buurt hadden de kapel tot speeldomein gekozen, ze speelden er verstoppertje. Noodgedwongen ging het bedehuis op werkdagen op slot. Op zondagen hield een politieagent toezicht dat er geen kattenkwaad werd uitgehaald.

Copacabana (met dank aan Piet Braem)

De franciscanen verzorgden de missen. In 1921 namen de religieuzen een klooster in gebruik aan de Maagdenberg. Ernaast verrees in hetzelfde jaar de Sint-Josephkerk. Het kerkje boven op de berg kreeg in de jaren die volgden steeds nieuwe bestemmingen, zoals bibliotheek en schoollokaal. In de oorlog functioneerde het als magazijn en paardenstal. Na de bevrijding, in de kinderrijke periode van de babyboomers, werd de Sint-Josephkerk te klein voor de groeiende schare gelovigen. Vandaar dat men in 1948 het hulpkerkje weer in gebruik nam. Er tegenaan werd een parochiehuis gebouwd. Een deel van het kerkje is daarbij behouden gebleven. Vanaf de Johannes Boscostraat is het te zien.

Het parochiehuis is bij velen nog bekend als Zaal Copacabana. Voorwaar een exotische naam voor de Leutherweg. De instuif had er in de jaren vijftig en zestig zijn thuishonk. De vereniging van en voor jongvolwassenen organiseerde uiteenlopende activiteiten. De matinees en dansavonden werden het drukst bezocht. Begrijpelijk, het waren dé gelegenheden voor tieners om amoureuze contacten te leggen. In de tweede helft van de jaren zestig organiseerde de instuif beat-avonden, waar muziekgroepen uit Venlo en omgeving optraden. Waarom men ooit bij de zoektocht naar een naam uitgekomen is bij het beroemdste strand van Rio de Janeiro, blijft een raadsel.

donderdag 16 september 2021

De Halte XXL van woensdag 15 september 2021 - Bij de Stuw in Belfeld

 - door Sef Derkx - 

Stuw bij Belfeld (foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

Mooder Maas kabbelt bedaard richting zee op deze stralende nazomerdag. Maar we weten dat haar stemming kan omslaan. In juli kwam de grillige, oude dame uit haar bedding. Ze hield de bewoners op haar oevers in een angstgreep. Arriva heeft ons naar bushalte Markt in Belfeld gebracht. Vandaar uit is het niet ver naar het wandelpad langs de Maas richting de stuw.


Beginpunt van het pad langs de Maas richting de stuw (foto van Streetview)

De geschiedenis in een notendop. Om meer regie te krijgen over de waterstand, werd in 1918 besloten tot gedeeltelijke kanalisatie van de Maas. Continu vervoer van steenkool richting de Randstad was alleen verzekerd over een bevaarbare regenrivier. Een eeuw geleden begon men in dat kader met de bouw van de stuw en sluizen bij Belfeld. De bouwvakkers die er aan de slag gingen, kwamen van buiten Limburg en werden in het dialect Poldermen genoemd. Het was een megaproject, de betonmolens draaiden vrijwel constant. Op 21 oktober 1929 werd het complex in werking gesteld. Het gemeentebestuur van Venlo had geanticipeerd op de verwachte toename van het vrachtverkeer over de rivier. Men was volop bezig met het verbeteren van de havenfaciliteiten. Prins Hendrik in hoogsteigen persoon kwam de haven op 8 september 1930 openen.

Bouw van het stuw- en sluizencomplex (foto van de website van Lou Giesen, zie Website Loe Giesen.

Terug naar het hier en nu. Op ons eindpunt ontmoeten we kunstenaar Jos Deenen. Zijn vader was sluismeester, het gezin huurde van Rijkswaterstaat een huis op de Baarlose oever. Dit moest worden gesloopt, omdat het complex met twee sluizen werd uitgebreid. Jos Deenen: ‘We zijn de Maas overgestoken naar de Belfeldse kant. Ons gezin was groot, twaalf kinderen. Daarom kregen we het grootste huis toegewezen. Het was een bestaande vrijstaande woning met tuin. Collega’s van mijn vader huurden nieuwbouwwoningen, twee onder een kap.’

Het gezin Deenen woonde eerst bij de sluizen, op de Baarlose Maasoever. Jos is het jongetje rechts dat wuift naar de fotograaf (collectie Jos Deenen)

Bij de Stuw, zoals het buurtje officieel heet, woonden alleen ambtenaren van Rijkswaterstaat. Het behoorde tot de gemeente Belfeld, maar in feite was het een vrijstaatje. Jos Deenen heeft er een heerlijke jeugd beleefd. Enthousiast vertelt hij over een onderaardse hut, die afgedekt was met balken van Rijkswaterstaat. De toegang was verborgen in struiken. Als tiener gingen ze uit in Baarlo, in de fameuze kelder onder het Patronaat. De kortste weg was die over de stuw en sluizen. Dus namen ze die, hoewel het eigenlijk verboden was. Jos Deenen: ‘Ik verzamelde materialen die aangespoeld waren, zoals netten en hout. Tegen een muur van mijn slaapkamer bracht ik ze samen in een assemblage. Op zekere dag werd de kamer behangen. Mijn eerste kunstwerk eindigde aan de straat, bij het grof vuil.’  

Stuw in de jaren zeventig (collectie Jos Deenen)

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.      



donderdag 9 september 2021

De Halte XXL van woensdag 8 september 2021 - Van Don Boscokerk naar Boulderkerk

- door Sef Derkx -

Don Boscokerk, zomer 2021 (foto met dank aan Eva Drabbe)

Vraag. Ooit door het Groenveld gelopen met in het hoofd het recept van zacht gegaarde zalm met een vinaigrette van oost indische kers en aan de hand een tas met een stek van de maggiplant? Wij wel. Na een excursie door de kruidentuin van herboriste Gemma van Beek. Het was bovenal een welriekende openbaring gebleken. Door aangereikte blaadjes en bloemen tussen de handen te wrijven kwamen intense aroma’s vrij. 

Impressie kruidentuin Gemma van Beek (foto Sef Derkx)

Het Groenveld was vroeger het domein van tuinders. In de jaren tachtig werd een woonwijk gebouwd met veel groen en water. We wandelen er doorheen richting Leutherweg. 

Maagdenberg, circa 1905. Links het gebouw met schoorsteen van de gemeentelijke waterleiding. Ervoor is nu een deel van het Groenveld (met dank aan Piet Braem).

Waterleidingsingel, circa 1900. Links het huidige Groenveld (met dank aan Sanders Custers van Paper Hills)

Het Groenveld in winterse sfeer, november 1974. Foto genomen vanaf de hoek van de Zandstraat en de Oranjestraat Het huis links ligt aan de Louisenkampweg (collectie Jack Claber). 

Voordat we opstappen bij halte Koolmeesweg, willen we de Don Boscokerk bezoeken. Het voormalige bedehuis wordt verbouwd tot Boulderkerk. Voor wie het niet weet, boulderen is een discipline binnen de klimsport. Zonder het gebruik van een touw of andere vorm van zekering, anders dan een valmat. Het zijn dus niet zo zeer sportieve aspiraties, maar uit cultuurhistorische interesse dat we aanbellen.

Rendering Boulderkerk (met dank aan Eva Drabbe)

We horen een donker geblaf. Het blijkt Noor te zijn, de vriendelijke bouvier van Eva Drabbe. Samen met Vincent de Boer heeft ze het initiatief genomen om in de kerk de sportaccommodatie te realiseren. Enkele jaren geleden zijn al de altaarsteen en het beeld van Don Bosco overgebracht naar de Familiekerk. Ook de banken en het orgel werden eruit gehaald. De wijwaterbakjes zijn er nog, ze blijven ook.

Don Boscokerk, zomer 2021 (foto met dank aan Eva Drabbe)

Nu de kerk helemaal leeg is, spreekt het ontwerp van architect Alphons Rats nog nadrukkelijker. Het interieur is een grote ruimte, die door acht ranke betonnen pijlers wordt verdeeld. Het licht valt naar binnen door ramen met een strakke, geometrisch verdeling. 

Bouw Don Boscokerk (met dank aan Peter Vorstermans)

Don Boscokerk, 1957 (met dank aan Will Sorée)

Waar ooit gebeden omhoog stegen, zullen weldra atleten de hoogte ingaan. Het exterieur heeft een oriëntaals karakter door de twee zeshoekige torens met koperen, ui-vormige helmen en het koepelvormige dak. Het skelet is van beton, dat met bakstenen bekleed is. Met de bouw werd in 1955 begonnen. Na veel tegenslag volgde twee jaar later de inwijding.

Don Boscokerk (bron website Kerkgebouwen in Limburg)

Enkele oud-kerkgangers zijn al komen kijken, vertelt Eva Drabbe. Een heer was binnengekomen door de hoofdingang en liep linea recta naar het priesterkoor. Hij ging staan onder een koepelgewelf en begon te zingen. Zachtjes, niet uit volle borst. Door de akoestiek vulde hij met zijn stem toch de hele kerk. Iedereen had het werk neergelegd en vol verbazing geluisterd. Na enkele minuten had de gast vriendelijk geknikt en was hij zwijgend naar buiten gegaan. Een scene uit een film, leek het wel.   










Fotoserie Don Boscokerk (bron website Hoogveste)

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.