donderdag 24 november 2022

De Halte XXL van woensdag 23 november 2022 - Kazerneterrein of Luchtkastelenterrein?

 - door Sef Derkx -

Het geheugen opfrissen. We zijn in Blerick en hebben De Manufactuur aan de Kazernestraat bezocht. Het kantorengebouw is gevestigd in een fabriekshal van Leolux. Daarmee noemen we een topmerk in meubelland. 



Uit catalogus 1958 (archief Leolux, Blerick)

Na de Tweede Wereldoorlog beginnen de broers Ton en Jan Sanders de Zuid-Nederlandse Clubmeubelfabriek. In 1949 komt de eerste catalogus uit met klassieke, gecapitonneerde fauteuils en zitbanken. Eind jaren vijftig ondernemen de broers een autoreis naar Italië, waar ze in contact komen met een fabrikant van moderne meubels. Het markeert het begin van een omwenteling. Ontwerper Harry de Groot komt in dienst. Naast de klassieke modellen, profileert men zich met een op Italië geïnspireerde collectie. Het merk Leolux wordt ingevoerd, de oorspronkelijke bedrijfsnaam raakt op de achtergrond. De catalogus van 1959 is modern vormgegeven. Gewaagd voor die tijd. Van de ingeslagen koers wordt niet meer afgeweken. Leolux is op het gebied van modern design een regionale koploper.

Omslag catalogus 1959 met de merknaam 'leolux'  (archief Leolux)

We zijn in Blerick, dus waarom niet wandelen over het kazerneterrein? De gemeente kocht het in 2006 van Defensie en dacht goud in handen te hebben. Prachtige plannen voor een nieuwe invulling werden met tromgeroffel gelanceerd: een onderwijsinstelling, casino, hotel, voetbalstadion, bioscoop. Met als klap op de vuurpijl een kabelbaan vanuit de binnenstad naar het Kazerneterrein. 


Artist impression van de kabelbaan vanuit de binnenstad naar het Kazernekwartier (website gemeente Venlo) 

Het bleken luchtkastelen. Een jaar of acht geleden gingen we naar een presentatie van de stadionplannen. Bij de maquettes was er een van een stadion met evenementencentrum in een hoefijzervorm met vrij zicht op de Maas. Ons geel-zwart hart maakte een huppeltje. Ook dit plan sneuvelde echter. VVV voetbalt nog steeds in De Koel. Zoals het er nu voorstaat komt op het Kazerneterrein een nieuwe woonwijk, vooral gericht op 25- tot 40-jarigen. Met horecavoorzieningen, maar zonder al te uitbundig nachtleven in de verschillende etablissementen.


Het nieuwe, futuristische VVV-stadion werd een luchtkasteel (website L1)

Impressie van de nieuwe woonwijk Kazernekwartier (copyright bureau West 8)

Tot slot het stervormige Fort Sint-Michiel uit 1641. In 2010 worden delen ervan  blootgelegd. Archeologen zijn enthousiast, de restanten zijn bijzonder voor Nederland. Het is een van de weinige door de Spanjaarden gebouwde forten. Er worden plannen ontwikkeld voor een Archeopark, dat drommen toeristen zal trekken. Het blijkt eveneens een luchtkasteel. De fortresten hebben een minder prominente rol gekregen in de huidige plannen. De rijksmonumentale appèlplaats blijft onbebouwd en wordt het vertrekpunt voor een ‘wandelrondje fort’ langs enkele verdedigingsmuren, een gracht en aarden wal.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.


donderdag 17 november 2022

De Halte XXL van woensdag 16 november 2022 - De Manufactuur

 - door Sef Derkx - 

Het wordt een gecombineerde Blerick-expeditie. Heen met de trein, terug nemen we de bus. Waarom station Blerick? Uit een reizigersonderzoek bleek dat het het minst gewaardeerde station van Limburg is. De bevraagden hebben gelijk. Honderd procent. Het desolate station is mooi van lelijkheid. Daarom ons klemmend advies erheen te reizen. Bijna overal is de treurnis weggepoetst, zo niet op station Blerick. Hoe lang echter nog?




De plannen voor het aanpalende Kazerne Kwartier lijken te worden gerealiseerd. Op internet staan visualisaties. Die artist impressions worden alleen bevolkt door jonge, blije mensen die goed gekleed en gecoiffeerd zijn. We denken dan terstond aan cappuccino met havermelk. De altoos groeiende bevolkingsgroep van de filterkoffie, die bekend is met kunstgebitten, steunkousen en andere hulpmiddelen, ontbreekt op de tekeningen. Station Blerick zal voor de jonge, blije bewoners van het Kazerne Kwartier in de toekomst ongetwijfeld opgefrist en opgevrolijkt worden.


Maar goed, station Blerick is slechts een welkome bijvangst van de expeditie op deze  herfstdag. We wilden graag het nieuwe redactielokaal van De Limburger zien. Het is gevestigd in De Manufactuur, een voormalige hal van meubelfabrikant Leolux. De ooit anonieme doos aan de Kazerneweg is getransformeerd tot een oogstrelend gebouw. Het ligt recht tegenover De Dansende Olifant, ooit het militair hospitaal. Het rijksmonument verrees ruim honderd jaar geleden op het kazerneterrein. De Dansende Olifant en Manufactuur vormen een interessant architectonisch contrast.


De bakstenen gevel van de voormalige fabriekshal is vervangen door glas en kunststof. Om het zonlicht te weren, zijn ruim 250 verticale lamellen geplaatst. Ze zijn niet recht toe recht aan, maar stuk voor stuk een kwart slag over de lengte verbogen. Het zorgt voor een bijzonder effect. Als je van de andere kant van de straat aan komt lopen, zie je niet goed wat erachter schuil gaat. Loop je er langs, kun je naar binnen kijken. We hebben waardering voor de gestileerde letters, die een naam vormen op een gebouw. Onze favoriet in Venlo?


Huize St. Jan aan de Van Cleefstraat. Ook mooi was V.V.V. op het kassahuisje van De Kraal. Nu komt er De Manufactuur bij, boven de ingang van het bedrijvengebouw. De langgerekte letters sluiten mooi aan bij de verticale lamellen. O ja, we kwamen dus voor het redactielokaal. Het ziet er  functioneel uit. Een mooie werkplek. Compleet met het tafelvoetbalspel uit het redactielokaal aan de Prinsessesingel.   


 Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl. 
   

 

 

     


donderdag 10 november 2022

Duitse bioscoopbezoekers kwamen massaal naar Venlo

- door Sef Derkx -

Bijna een hele generatie Duitse jongens en jongemannen werd in 1914 als kanonnenvoer de Eerste Wereldoorlog ingestuurd. Aan het front waren ze als vogeltjes voor de kat. De schrijver Erich Maria Remarque was een van deze soldaten. Hij overleefde en schreef in de jaren twintig de magistrale anti-oorlogroman Im Westen nichts Neues. Zijn boek maakt duidelijk dat wie niet sneuvelde op het slagveld, geestelijk als dood moest zien verder te leven. Het werd wereldwijd een bestseller. Alleen al van de Duitse versie gingen in een jaar tijd een miljoen exemplaren over de toonbank. Lees het, laat het in godsnaam niet ongelezen. Juist nu. Remarque gaf het het volgende motto mee:

Dieses Buch soll weder eine Anklage

noch ein Bekenntnis sein.

Es soll nur den Versuch machen,

über ein Generation zu berichten,

die vom Kriege zerstört wurde -

auch wenn sie seinen Granaten entkam. 

De roman is inmiddels drie maal verfilmd. Recentelijk voor het eerst door een Duitse regisseur, Edward Berger. De film wordt meteen naar voren geschoven als een Oscarkandidaat in 2023. Te zien op Netflix. In een interview met Het Parool zegt Berger, dat het hoog tijd werd om het Duitse perspectief te tonen: ‘Remarque beschreef op basis van zijn eigen frontervaringen geen heldenverhaal. Het gaat om jongemannen, vaak nog tieners, die naar het front worden gestuurd om het vaderland te verdedigen. Zij denken aan heldendom, maar komen in een regelrechte hel terecht.’

Hoe verschrikkelijk is het dat de geschiedenis zich telkens herhaalt. Ook in Europa.

De eerste verfilming van het boek dateert van 1930. De Amerikaanse productie All quit on the Western front van regisseur Lewis Milestone werd destijds met twee Oscars bekroond. Vanwege de uitgesproken antimilitaristische toonzetting werd de film in Duitsland verboden. Niets stond Duitsers echter in de weg om All quit on the Western front te gaan zien in Nederlandse grensplaatsen. En dat gebeurde. Alleen al in de eerste maand kwamen twintigduizend Duitsers naar… de bioscopen in Venlo.

Bioscoopeigenaren moesten op sommige dagen om twaalf uur met matinee voorstellingen beginnen om de toestroom te kunnen verwerken. De Duitse spoorwegen zetten extra treinen naar Venlo in. De politie had het er maar druk mee. Zeker toen het gerucht de ronde deed dat in Kaldenkerken honderd nazi ’s klaarstonden die naar Venlo wilde komen om de bezoekers de bioscoop uit te slaan. Agent Stevens vatte post bij het Rembrandttheater aan de Parade maar kon in het nachtrapport meedelen dat niets bijzonders was voorgevallen. Een week later, op 28 februari 1931, ontstond er enige opschudding toen iemand in de zaal opsprong en riep: ‘Nie wieder Krieg!’. Bij dit ene incidentje zou het blijven.


De Duitse bioscoopbezoekers kregen in het voorprogramma ‘Een bezoek aan Limburgs eenige havenplaats Venlo’ te zien. De vijftien minuten durende documentaire was in opdracht van het gemeentebestuur van Venlo vervaardigd door Filmbedrijf Polygoon. De titel was schromelijk overdreven. Limburg telde meer havenplaatsen. Maar de haven van Venlo was in 1929 en 1930 gemoderniseerd en ontsloten met een spoorlijn. De operatie had bijna een half miljoen gulden gekost. Een lieve duit en dat wilde men weten. Vandaar dus dat pocherige ‘eenige havenplaats’. Wat betreft de keuze voor de titel van de documentaire zal de stadshistorie zeker een rol hebben gespeeld. Venlo dankte een groot deel van zijn welvaart aan de uitstekende ligging aan de Maas.

Op maandag 8 september 1930 werd de haven heropend door prins Hendrik. Staande op een schip knipte hij een lint door. Het lint werd vliegensvlug uit het water gehaald en vervolgens gewassen, gestreken en in stukken geknipt. Alle meisjes die een rol hadden gehad in het officiële programma van die dag kregen een stuk om als haarstrik te gebruiken. De oudste documentaire over Venlo laat de stad zien, die in de oorlogsjaren ophield te bestaan. Als je kijkt naar de beelden, stap je over de drempel van je eigen levensjaren en wandel je als het ware door het Venlo van je ouders en grootouders.

Niet alleen in de jaren dertig van de vorige eeuw was Venlo een belangrijke havenplaats. Ook in de periode van de wederopbouw was er veel bedrijvigheid en dat duurde voort tot eind jaren zestig. Iconisch op de lage loswal is decennia de laad- en loskraan geweest van houthandel Van Liebergen. Het was een landmark, die talloze malen op beeld is vastgelegd. De lage loswal is recentelijk opnieuw ingericht als verblijfsplein en amfitheater, waar mensen kunnen recreëren en ontspannen. Het is bovendien en overgang tussen de binnenstad en de uiterwaarden van de Maas. De herinrichting zorgt voor meer levendigheid. Als sluitstuk ervan is onlangs een kraan op de lage loswal geplaatst. Die deed vanaf 1926 dienst bij de stuw van Belfeld en is vele jaren later overgebracht naar Velden. Nu staat de kraan op de lage loswal, als herinnering aan zijn beroemde voorganger: de kraan van Van Liebergen.

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

De Halte XXL van woensdag 9 november 2022 - Kleine revolutie in Ald Weishoès.

 - door Sef Derkx -

Blerick is vandaag het doel van De Halte. Een korte reis, dus is er eerst tijd voor nog een bestemming. We gaan naar het Ald Weishoès. Het karakteristieke pand is  gerestaureerd en verduurzaamd. De officiële opening zou eind september zijn. Korte tijd tevoren was er een lekkage, vloeren en plafonds waren drijfnat. Het leed is inmiddels geleden. De opening is nu op de Elfde van de Elfde.

Ald Weishoès, 2022 (foto Sef Derkx)

De muurankers in de karakteristieke frontgevel geven het jaar 1611 aan. In voorbije eeuwen heeft het pand onder meer onderdak geboden aan scholen, een opvang voor armen en zieken en een huis voor wezen en senioren. De laatste decennia was het thuisbasis voor verschillende verenigingen. 

Prentbriefkaart uit de jaren '30 (met dank aan Piet Braem)

Vanaf dit najaar krijgt het een gecombineerde functie als hostel, studentenhuis, stadsherberg en huis van de wijk. Joost Reijnen is de architect van de verbouwing. Centraal in zijn plannen stond de situatie zoals die in 1926 was ontstaan. Ook toen had het Ald Weishoès een metamorfose ondergaan. Het was deels gesloopt, verbouwd en uitgebreid. Architect Jules Kayser koos voor een eigentijdse vormgeving in de stijl van de Amsterdamse School.


Voor en tijdens de grootscheepse verbouwing van 1926 en in de winter van 1942 (foto's met dank aan Piet Braem)

Enkele weken geleden waren we in het Ald Weishoès en deden in de middeleeuwse kelders een mooie ontdekking: wandschilderingen van een beatkelder uit de jaren zestig. Met een stadsgezicht geïnspireerd op Parijs en Venlo. Maar ook skeletten en doodshoofden. Relicten van de jeugdcultuur uit die interessante periode zijn in Venlo uiterst zeldzaam. Fred Plöenes reageerde op een Facebook-bericht. Hij is decennia lang in het Ald Weishoès gekomen. In het begin als bezoeker, later als tafeltennistrainer en bestuurslid. De bijzondere kelder heette De Soos en hij was er DJ: ‘De apparatuur was in elkaar gezet door de Technische Hobby Club, die op de zolder van het Ald Weishoès zat. Het was houtje-touwtje werk. Een niet geaarde microfoon die soms onder stroom stond en een draaitafel waarop je alleen singles en EP’s kon draaien. Ze waren aangesloten op een buizenversterker.’





De kelder onder het Ald Weishoès was in de jaren '60 De Soos. De wandschilderingen zijn goddank bewaard gebleven. Na bijna zestig jaar is Fred Plöenes er terug (foto's Sef Derkx)  

Op zondagmorgen na de mis in de Jongerenkerk stroomde De Soos vol. ’t Höfde zich, op zijn Venloos gezegd. In de vroege avonduren meldden zich tieners in de leeftijd van veertien tot zestien jaar. Jongens en meisjes samen. Dat op zich was al een kleine revolutie in die tijd. Leider Jan Mans hield een oogje in het zeil. Kom uit de bedstee mijn liefste, was destijds een hit. Als het plaatje werd gedraaid, moest het af. Mans vond het te expliciet. Tja, het waren andere tijden. Maar nu op naar Blerick.  

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

Tip: Op zaterdag 12 november is er tussen 11 en 16 uur open dag in het Ald Weishoès.

woensdag 9 november 2022

Zomer 1936 - Komt de zeppelin nog een keer naar Venlo?

 

 - door Jan Brauer -

Nogmaals de zeppelin boven Venlo. In 1930 was de stad al uitgelopen om dit luchtvaartwonder te zien; daar zijn mooie foto’s van.

1930: Zeppelin boven Nedinsco ( foto Toon van Bersch, Gemeentearchief Venlo)

In de zomer van 1936 schreven de kranten dat het luchtschip opnieuw boven Venlo zou verschijnen. En deze keer gebeurde dat nota bene op verzoek van Erich Schreiber, de directeur van Nedinsco, een van de grootste werkgevers in de stad. Intussen was het politieke toneel wel flink gewijzigd. Waren in 1930 de mensen nog vooral gelokt om deze spectaculaire innovatie van luchtvaarttechniek te zien, in 1936 werd de grote luchtsigaar toch vooral gepresenteerd als sterk nationaal symbool en industriële trots van het aanstormende Derde Rijk. Versierd met enorm hakenkruis maakten de zeppelins talloze propagandavluchten over de wereld. Ook het Venlose Nedinsco, dochter van het grote concern Carl Zeiss uit Jena, was in feite een industriële parel van het jonge, bruine Duitsland. De 600 Nedinsco-arbeiders produceerden zeer innovatieve nachtkijkers, periscopen, afstandmeters en waren zo in het neutrale Nederland volcontinu in touw voor de Duitse herbewapening, met rust gelaten door de regering in Den Haag.

Nedinsco was ook de drijvende kracht achter de politieke vorming van de 1600 Duitsers in de stad. De Nedinsco-managers – allen NSDAP-lid – hadden sleutelposities in de Deutsche Kolonie. Directeur Schreiber en zijn collega’s leidden de vele nationale vieringen in de stad, bijvoorbeeld op Hitlers verjaardag, Führergeburtstag. Naast politieke avonden waren er lezingen en films over de successen van het Derde Rijk. Alle Volksgenossen in Venlo werden aangespoord om deze propaganda-avonden te bezoeken, althans de arische Duitsers, Duitse joden hadden er niets te zoeken. Lees het verslag van de Venlose agenten Heurkens en Pollaerts van zo’n ‘bonte’ nationale avond in de volle zaal van Suisse in augustus 1935, geleid door Erich Schreiber: 


Rapport uit Gemeentearchief Venlo, 31 Archief Gemeentepolitie

De Kolonie telde circa 200 actieve leden, onder wie 40 echte partijleden, al moesten die van Den Haag opereren onder de naam RDG, Reichs Deutsche Gemeinschaft. De RDG-jeugd, zeg maar de Hitlerjugend, had in de Nedinsco-fabriek een eigen honk, waar ze na school spelenderwijs politiek werden gekneed en getraind. Op straat in Venlo waren geregeld Winterhilfe-collectes voor de armere Volksgenossen. Een nieuw bezoek van de imposante zeppelin zou ook de Duitse nationale trots voeden, zo moet Erich Schreiber hebben gedacht. 

Wunsch Deutsche Kolonie – mei 1936

Grensplaats Venlo had in september 1932 een Duits vice-consulaat gekregen en deze honoraire post werd logischerwijs bezet door de Nedinsco-directeur. Het archief van het Venlose consulaat ligt in Berlijn op het ministerie van Buitenlandse Zaken en bevat ook een kopie van Schreibers briefje aan de Zeppelin-werf in Friedrichshafen uit mei 1936: ‘Die Deutsche Kolonie in Venlo hat den Wunsch geäussert, die über Holland kommenden nach Süd- bzw. Nord-Amerika fahrenden Zeppeline möchten ab und zu in Holland auch Venlo mit passieren.’ Het positieve antwoord van de Zeppelin-Reederij ging direct naar de redactie van de Nieuwe Venlosche Courant, die het grote nieuws prompt integraal plaatste, inclusief ‘Heil Hitler’!

Brief Zeppelin-Reederij van 4 juni 1936, integraal in de Nieuwe Venlosche Courant van 9 juni 1936 (Politisches Archiv Auswärtiges Amt te Berlijn)

En nu maar wachten. De Venlonaren - zeker de Nedinsco-werknemers -, bleven hoopvol naar de wolken staren. Een paar keer schreven de Limburgse kranten er nog over. Maar de grote sigaar bleef weg en zou ook niet meer overdrijven. Bijna een jaar later, op 6 mei 1937, vloog de LZ129 Hindenburg in brand in Lakehurst bij New York. Tijdens de landing explodeerden de gastanks en de zeppelin stond meteen in lichterlaaie. Sommigen van de bijna honderd passagiers wisten nog uit het luchtschip te springen, maar 35 reizigers kwamen om in de vlammen. De dramatische filmbeelden van de vuurzee en het aangrijpende live-radioverslag gingen de wereld over en markeerden het abrupte einde van het tijdperk van deze luchtvaartdroom. En ook van de Venlose droom…

Een paar jaar later bracht het nazi-regime wel een overrompelend bezoek aan de stad, nu kwamen de Duitsers over de grond met tanks en kanonnen – ze zouden ruim vier jaar blijven.

Reageren? Stuur Jan Brauer een e-mail: j.brauer@planet.nl.

In de Lettergreep van Velden - Circus Brueren en de literaire nalatenschap van een priester-schrijver

- door Sef Derkx -

Waar te beginnen met het verhaal over de priester-schrijver Leo Brueren? 

Een nog jonge kapelaan Brueren (foto met dank aan Pieter Duijf)

Bij de Jongerenkerk, op het zitbankje dat naar hem vernoemd is? Nee, er is een betere plek. Zijn wijnkelder onder de kapelanie aan ’t Kerkepäörtje. In hartje Venlo. Uit deze catacomben diepte hij flessen wijn op én ongetwijfeld ook inspiratie. Bezieling voor een nooit aflatende stroom van preken, gedichten, columns, toespraken en in memoriams. Als geen ander kende hij de troostende kracht van het woord.








Met dank aan de familie Vinck die de wijnkelder van Leo Brueren in ere heeft hersteld (foto's Sef Derkx)

Leo Brueren werd in 1925 geboren in Velden. Leo werd in het dialect Lei genoemd. Het scheelt inderdaad slechts een letter. Toch is die ene letter als het ware een brug naar een wereld van geborgenheid en saamhorigheid. Naar een band voor het leven. Altijd bleef hij met elke vezel verbonden met zijn geboortedorp. Op internet kwamen we uit bij bibberige filmbeelden in zwart-wit uit 1951 van zijn eerste heilige mis. Het was een feestelijke dag voor Velden. In processie trok men door het dorp. Anno nu kijken we er met verwondering naar: Velden: Eerste plechtige H. Mis Leo Brueren - YouTube.

Café Bouten, jaren twintig (collectie Gemeentearchief Venlo)

Zijn verknochtheid aan Velden balt samen in de publicatie Pap zag - Levensloop en gezegdes van een Noordlimburgse boer uit 1987. Het zijn korte verhalen van vaak niet meer dan enkele, meestal rake regels. Ze roepen de sfeer op van het dorpse leven van weleer. De Pap van de titel is Baer Brueren, geboren in 1887 en overleden in 1977. Het boek omspant die jaren. Een periode waarin de wereld ingrijpend veranderde. Dus ook Velden. Het is interessant om dit te volgen door de ogen van de enigszins  tegendraadse agrariër Baer Brueren en zijn priesterzoon Lei.

Illustratief is het verhaal over de komst van elektriciteit. Tot 1929 kwam licht van petroleumlampen. Het was groot nieuws toen door heel het dorp palen werden geplaatst en mannen in de masten klommen om de elektriciteitskabels te bevestigen. Het elektrisch licht had Velden bereikt. De vierjarige Leike beleefde het als een wonder. Van Pap zag verschenen drie drukken. In ons gesigneerd exemplaar kondigt de auteur het vervolg aan: ‘Mam zag… komt nog’. Het heeft niet zo mogen zijn.

Markt in Velden voor de Tweede Wereldoorlog (met dank aan Pieter Duijf)

De Tweede Wereldoorlog is een waterscheiding in de tijd, vijf jaren van onvoorstelbaar leed, verwoesting en barbarij. Leo Brueren heeft de oorlog aan den lijve ondervonden. De diepdonkere tijd heeft hem gevormd. Van september 1944 tot augustus 1945 houdt hij een dagboek bij. Het is een halve eeuw na de bevrijding verschenen. Het zijn indrukwekkende impressies, heet van de naald. Als kroniekschrijver is Brueren op zijn allerbest. Op 1 maart 1945 wordt Venlo bevrijd, de plaats waar Leo Brueren als ‘camouflagepriester’ actief is. Een dag later bereiken de Amerikanen Velden. Een bijna verlaten Velden, want de bevolking is onder dwang door de bezetter begin 1945 naar het noorden van Nederland geëvacueerd. Brueren is in zijn geboortedorp en ziet iets surrealistisch. Tientallen Amerikaanse soldaten lopen rond als in een carnavalsoptocht: ‘Op halve fietsen en met een hoge hoed op rijden ze door het dorp. Er zijn er die met kinderwagens rondsjouwen. Anderen hebben hun helm verwisseld voor de gekste dameshoedjes. Uit een radio spettert Amerikaanse muziek door het dorp.’ Hoe graag waren we daar bij geweest.

Inval Duitsers, Velden 10 mei 1940 (met dank aan Pieter Duijf)

Tot slot. De Jongerenkerk werd in de jaren zestig Circus Brueren genoemd. De beatmissen voor jongeren werden door behoudende katholieken verafschuwd.  Vanwege zijn tomeloze inzet voor thuislozen en verslaafden werd Leo Brueren priester van de straat genoemd. Een geuzennaam, waar hij trots op was. Terecht trots.

Katholieke Illustratie, 18 maart 1967 (gevonden via www.delpher.nl)

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.

vrijdag 4 november 2022

Van nul tot nu van woensdag 2 november 2022- Driekwart eeuw op de bres voor dialect

- door Albert Lamberts -  

Ja, wat is wijsheid? Wie heeft het goed? Wie schrijft het goed? Is aardbei in plaats van aerbaes nou zo verfoeilijk? Of vaatdoek in plaats van schôttelslet? En is sop hetzelfde als soep? Het geur met de bien op de taffel gelaege, is dat nou hetzelfde als hebs dich met de bein op de taofel gelaege? Ja, wie het weet mag het zeggen. Maar eenduidigheid qua taal is in Limburg absoluut niet aan de orde. De verschillen zijn natuurlijk een gevolg van geografische en … geologische ontwikkelingen. Kom ik zo dadelijk op terug. Nu eerst over een vereniging, die zich al 75 jaar inzet om het dialect te behouden, om – zoals dat tegenwoordig zo mooi heet – om het dialect weer sexy te maken. Veldeke Venlo zet zich daar en ook voor behoud van Limburgse cultuur al driekwart eeuw in.

Het jubileum ging vrij geruisloos voorbij en daar is natuurlijk de ongewisheid over corona mede schuld aan. Even de historie in vogelvlucht: al twee jaar na de Tweede Wereldoorlog, in 1947, werd Veldeke Venlo opgericht. De kring is momenteel een van de tien Veldeke-kringen in Limburg. En ondanks het feit, dat de dialecten behoorlijk van elkaar verschillen omvat de Venlose kring Arcen, Belfeld, Blerick, Grubbenvorst, Helden, Lomm, Maasbree, Sevenum en natuurlijk Venlo zelf. De vereniging Veldeke Limburg bestaat bijna honderd jaar; zij werd opgericht in 1926.

Voordracht in het Goltziusmuseum tijdens een van de eerste declamatie-avonden van Veldeke Venlo: Wao bliéve ôs Venlose name? van Mien Meelkop (foto collectie Albert Lamberts)

En wie nu denkt dat een vereniging als Veldeke zichzelf heeft overleefd heeft het toch mis. Met name de laatste jaren klinkt de roep om het dialect op te nemen in het basisonderwijs, waarmee het als een echte taal erkend wordt. Zo’n status als het Fries heeft wordt ook in Limburg nagestreefd. Dat is natuurlijk een stuk moeilijker, omdat er nu eenmaal geen eenduidig Limburgs dialect gesproken en geschreven wordt.

Ja, zelfs het Venloos dialect kent variaties. Dat is niet erg, zo menen Henk Buskes en Wiel van Aerssen, respectievelijk voorzitter en bestuurslid van Veldeke Venlo. Er wordt nogal wat afgestraeveld over de schrijfwijze van dialect. Vastelaovesgezelschap Jocus hanteert een schrijfwijze, zoals voorheen Baer van der Meij ook deed. Consequent, maar vaak anders dan Veldeke, dat zich conformeert aan het Venloos woordenboek (uitgave Veldeke). Het is ook niet zo vreselijk belangrijk of het streepje wel of niet moet, een accent zus of zo. Belangrijk is dat het dialect wordt gesproken en geschreven. Wat dat betreft zijn beide heren optimistisch. Het is toch opmerkelijk hoeveel jongeren via hun moderne communicatiemiddel appen in het Venloos. Prachtig toch. En dan is een streepje meer of minder niet zo belangrijk.

Veldeke Venlo is 75 jaar, al ruimschoots voorbij de pensioengerechtigde leeftijd, maar nog allerminst in ruste. Integendeel. Veertig, vijftig jaar geleden beperkten de activiteiten zich veelal tot uitwisselingen en contactavonden met zusterverenigingen, ook in het Duitse grensgebied. Veldeke-coryfeeën als stadsarchivaris wijlen Wim Hendriks, Mien Meelkop, Harie Janssen, Toën Hendrikx en Lies Verkoijen en later Theo Lamberts verwelkomden in 1968 als jong bestuurslid ondergetekende, die de jaarlijkse declamatiewedstrijd initieerde. Een initiatief, dat provincie-breed navolging kreeg, nadat het in Venlo al binnen twee jaar een enorm succes bleek. À propos: Caroline Scheepers won de eerste declamatiewedstrijd, die toen plaatsvond in de studiezaal van het Goltziusmuseum. In de loop der jaren maakten tal van bekende Limburgers deel uit van de jury, zoals burgemeester Feij, Willy Caron, Hannelore Winter, Huub Mans en burgemeester mevrouw Van Soest-Jansbeken.

Andersom begon de Kring Veldeke Venlo 41 jaar geleden met een eigen uitgave, de Kroedwis (zonder trema) in navolging van de provinciale uitgave. Het 50-jarig jubileum werd groots gevierd en het aantal activiteiten nam toe: lezingen, fietstochten en eucharistievieringen in het dialect. Anno 2022 staat er veel op de Veldeke-agenda: cursus Venloos door docent Bas Vissers, stadswandelingen, uitreiking van oeuvrepries (zonder trema), fietstocht, de quiz de Slumste Venlonaer en nog steeds de declamatiewedstrijd. (Het ledental van Veldeke Venlo is 160 en daarnaast heeft de vereniging nog zo’n 100 donateurs.)

Bij gelegenheid van het 75-jarig bestaan werden op initiatief van Wiel van Aerssen tal van auteurs benaderd om te participeren in een dichtbundel: voormalige auteurs en jonge schrijvers uit Venlo en zijn kerkdorpen. Dat heeft geresulteerd in een fraai boekwerk met poëzie in de vele varianten van het Venloos dialect. Er volgt nog een officiële presentatie. Naast het Venloos Kaokbukske weer een alleraardigste uitgave. 

Het dialect leeft, dat is duidelijk. De jeugd communiceert in het dialect, plaatselijke toneelverenigingen spelen toneelstukken in het dialect, de vastelaovesvereiniginge gaven een eigen blad uit, vrijwel compleet in het dialect en – we mogen het zeker niet vergeten – de belangstelling voor de plaatselijke cultuur en geschiedenis neemt toe, duidelijk geïllustreerd in een heropleving van revues, die behalve in het dialect worden gespeeld ook veelal een historisch thema hebben.

O ja, waarom al die verschillen in dialecten? Simpelweg een gevolg van staatkundige en geografische gemeenschappen, die zich vrij geïsoleerd ontwikkelden. Zo vormde bijvoorbeeld de grens tussen het Gulikse Tegelen en het Gelderse Venlo de befaamde ich-linie. Waterlopen zoals de Maas waren barrières tussen leefgemeenschappen met taalkundige ontwikkelingen van dien.  

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.

woensdag 2 november 2022

De Halte XXL van woensdag 2 november 2022 - Mystieke stilte bij de Aanbiddingzusters 'op Steyl'

- door Sef Derkx/foto's roze zusters Heinz Helf SVD -  

Woorden als stilte, afzondering, meditatie en ascese zijn kernbegrippen in de tentoonstelling Mystiek in het Limburgs Museum. Ze worden uitgediept in de begeleidende publicatie. 

Impressie expositie Mystiek (website Limburgs Museum)

Die uitgave nemen we mee als we de bus nemen naar Steyl. Op de titelpagina hebben we een citaat gekopieerd, dat we aantroffen in het gastenboek van de expositie: Laat je vooral meevoeren en drijf een beetje af. Met een busrit geven we gehoor aan die oproep, toch? De kernbegrippen uit Mystiek zijn de dagelijks praktijk van de slotzusters van Steyl, alom bekend als de roze zusters. Het geldt evenzeer voor de benedictinessen in de Oude Munt in Tegelen. Ook zij hebben gekozen voor teruggetrokkenheid, stilzwijgen, overdenking en onthouding. Hun kloosterleven wordt gekenmerkt door een ritme van gebed, werken in klooster en tuin en ontspanning of rust.



De roze zusters worden in de volksmond zo genoemd, omdat ze een roze habijt dragen. De officiële naam is Aanbiddingzusters Dienaressen van de Heilige Geest van de Altijddurende Aanbidding. Neem dat laatste letterlijk. 


Voor het altaar in de kloosterkapel bidden de religieuzen bij toerbeurt. Het estafettegebed gaat terug tot 1896, het stichtingsjaar van de congregatie. Bij de overstroming van Mooder Maas in 1993 moesten de zusters worden geëvacueerd door de brandweer. Tijdens deze spannende momenten schijnt het gebed even onderbroken te zijn. Heden ten dage wonen er minder religieuzen in het slotklooster. Ze zijn bovendien een dagje ouder. 




Dus is er een pauze in de altijddurende aanbidding tussen elf uur 's avonds en twee uur 's nachts. Bij de benedictinessen van de Oude Munt gaat het gebed naar ouder gewoonte klokkenrond.

De roze zusters betrokken in de zomer van 1914 hun klooster bij de Maas. Tevoren stond er een ringoven. In december 1912 werd de eerste steen gelegd en die was afkomstig uit de catacomben van Rome. Onder de schaduw van uw vleugels wonen wij, staat in vertaling in het reliëf met duif boven de ingang. De duif staat symbool voor de heilige Geest. Aan de rechterzijde van het klooster ligt de bezoekerskapel uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. We namen plaats in een bezoekersbank. Achter een hekwerk zat op enige afstand een zuster te bidden. Haar hoofd gebogen, haar handen gevouwen. We dachten even aan een wassen beeld. Het was onwezenlijk, mede door het licht dat door de gebrandschilderde ramen in kleurrijke vlakken naar binnenviel. En er was stilte, overweldigende stilte. Mystieke stilte.  




Met dank aan Heinz Helf SVD voor de prachtige foto's van de Aanbiddingszusters 'op Steyl'. 

Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.