- door Albert Lamberts -
Pal aan de oostzijde van het centrum van Venlo treffen we straten met veelzeggende namen. De Prinsenhofstraat, de Lohofstraat, de Minderbroederstraat. Net als de Kruisherenstraat, Klaasstraat en bijvoorbeeld Jodenstraat, zijn die straatnamen op die plaats niet voor niets gekozen. Het zijn eigenlijk verwijzingen naar een stukje geschiedenis van Venlo. In deze aflevering van Van nul tot nu wordt het vizier gericht op de reden van de namen Minderbroederstraat en Prinsenhofstraat.
Interieur van de Minderbroederskerk vóór de restauratie van de jaren dertig (foto’scollectie Albert Lamberts)
Ruim vierhonderd jaar geleden, op 6 mei 1614, ging de eerste spade in de grond voor de bouw van een nieuw klooster, nog juist binnen de stadsmuur. Venlo, in die tijd van de Tachtigjarige Oorlog (1568 – 1648) dan weer onder Spaans (katholiek), dan weer onder Staats (protestants) gezag, was nou niet bepaald een welvarende stad, maar toch wisten burgers en magistraat de middelen te vergaren om het klooster te kunnen bouwen. Een stevige bijdrage van het aartshertogelijk paar Albert en Isabella, de naaste buren van de nieuwe kloostergemeenschap, was van doorslaggevend belang. De bewoners van de Prinsenhof (ziedaar de naam Prinsenhofstraat) stonden zelfs een deel van hun tuin rond hun aartshertogelijk paleis af ten bate van de bouw van het van klooster en nadien van de kerk. Restanten van de Prinsenhof, ook wel Hertogenhof genoemd, werden bij werkzaamheden in 1991 bloot gelegd. Bij bodemonderzoek stuitten de archeologen op funderingen van een woontoren en van robuuste muren. Restanten van een zaal, die wellicht voor grote ontvangsten en andere feestelijke gelegenheden dienst deed.
Vandaag aandacht voor het Minderbroedersklooster en de Minderbroederskerk. De Minderbroeders, behorend tot de franciscanen, gingen in Venlo voortvarend te werk. Vrijwel direct nadat zij van hun tijdelijk onderkomen in het Sint-Jacobsgasthuis waren verhuisd naar hun nieuwe klooster, startten zij de bouw van een kerk. Voor de eerste-steenlegging van de nieuwe kloosterkerk, toegewijd aan de H. Maagd Maria, op 20 april 1617 kwam Hendrik Uwens, kanselier van Gelderland, op last van aartshertog Albert naar Venlo om in diens naam deze plechtigheid te verrichten.
Een krantenartikel uit de
jaren zestig van de vorige eeuw, gewijd aan de Minderbroeders in Venlo, verhaalt:
Onder alle zaken, die de
Minderbroederskerk versierden, stak voornamelijk uit een prachtige, ter
nagedachtenis van een Spaanse hoofdofficier, uit wit en zwart marmer
vervaardigde graftombe, waarop een engel geknield zat te bidden. Dit gedenkteken
onderging het lot, dat zo vele kunststukken in de laatste jaren van de
achttiende eeuw hebben ondergaan: het werd verkocht en naar alle kanten
verstrooid.
Gedoeld wordt op de Franse
tijd. De Minderbroeders moesten net als alle andere kloostergemeenschappen,
onder het bewind van de Franse Republiek hun kloosters verlaten en hun
bezittingen werden in beslag genomen.
Het hevig vervallen voormalige Minderbroedersklooster (foto collectie Albert Lamberts)
In zijn dagboek noteerde pastoor Van Postel op 23 februari 1797: ’s Morgens is de commissaris (citoyen Cousturier), die order had om de religieuzen uit het klooster te zetten, bij de Minderbroeders gekomen en alles volgens genomen inventaris gevonden hebbende, is hun gezegd om na de middag het convent te verlaten; wilden zij niet stil, dan zou hij geweld gebruiken. Het antwoord, van wie weet ik niet, was: Niet anders dan met geweld. Er moest inderdaad geweld worden gebruikt door de chasseurs, die de gardiaan Matthaeus Lemmers en de religieuzen uitzetten. Klooster en kerk dienden voortaan militaire doeleinden.
Deze toestand bleef na het vertrek van de Fransen in 1814 ongewijzigd. De gebouwen bleven hun militaire bestemming behouden, zoals de Venlose geschiedschrijver Uyttenbroeck nog in 1912 opmerkte. Hij voorzag toen echter al de sloop van het danig onderkomen klooster.
De kerk daarentegen werd gerestaureerd in de jaren dertig door de Venlose architect Kaiser, die later ook tekende voor het herstel van de oorlogsschade. Sedert 1965 is de voormalige Minderbroederskerk in gebruik als Jongerenkerk.
Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten