- door Albert Lamberts -
De vorige blogs hadden de oeververbindingen tussen Blerick en Venlo als onderwerp en deze Van nul tot nu sluit daar eigenlijk wel een klein beetje bij aan. Waarom? Omdat de militairen, die gelegerd waren in de Frederik Hendrikkazerne in Blerick tot de meest frequente gebruikers van de brug behoorden. Sowieso waren zij de eersten, die de oversteek maakten via de brug, die in april 1957 werd geopend; zware voertuigen en troepen werden in het voorjaar van 1957 ingezet om de degelijkheid van de nieuwe verkeersbrug te testen. In de volgende jaren konden de inwoners van Venlo diverse dagen in de week de troepen de brug over zien steken en via het Nolensplein hun weg vervolgen van de Blerickse kazerne naar het militair oefenterrein op de Groote Heide.
De oude infanteriekazerne nabij de vroegere Roermondsepoort (foto collectie Albert Lamberts)
Venlo heeft eigenlijk
vanaf de verheffing tot stad in 1343 soldaten binnen zijn muren gehad.
Aanvankelijk moest de Venlose bevolking voor inkwartiering zorgen, maar later
werden er kazernes gebouwd. In 1733
kregen de soldaten in Venlo de beschikking over een eigen infanteriekazerne
nabij de toen nog bestaande Roermondse poort. Vlakbij was er nog van 1771 tot
1851 een artilleriekazerne en in het voormalige klooster van de Minderbroeders
– fransiscanen – (bij de huidige Jongerenkerk) werd in de Franse tijd, vanaf 1797
een kazerne gehuisvest, die na het vertrek van de Fransen in 1814 als
onderkomen voor de Nederlandse huzaren ging dienen. De Rosariumvijver bij de latere
Martinusschool was voorheen drink- en wasplaats voor de paarden van de huzaren.
Een carnavalsliedje van de buitencategorie van Frans Boermans herinnert nog aan
de dagen, dat de huzaren daar gelegerd waren: Marieke en zienen huzaar. Uit het refrein van dit liedje de
volgende regels: As de klok sleit zeve
slaeg, Staon ik op ’t tumpke van de Pônniewaeg. Ik bring dich ein buuske blome
mei, Geplök op de Piottewei. Even naar 21ste eeuwse namen:
Pônniewaeg is de Deken van Oppensingel en de Piottenwei grenst daaraan. Deze
kazerne deed lang dienst als onderkomen voor de huzaren, precies een eeuw.
Bij de ingebruikname van
de nieuwe kazerne aan de westkant van de Maas in 1913 werd die kazerne
overbodig. De sloop van de oude gebouwen vond plaats in 1914 en 1915.
Bij het 75-jarig bestaan van de zogeheten Frederik Hendrikkazerne verscheen van de hand van Wim Westerhuis een fraai gedenkboekje. Westerhuis schreef: Op 3 november 1913 arriveerde om kwart voor twaalf een extra trein uit ’s Hertogenbosch die het 3e en 4e bataljon van het 2e Regiment Infanterie naar Blerick vervoerde. Na aankomst in de kazerne werd de ransel afgelegd en volgde een mars door de stad.
Het feestgedruis zou
weldra verstommen en het veld moeten ruimen voor de oorlogsdreiging na de moord
op het Oostenrijks aartshertogelijk paar in 1914. Limburg kreeg aanvankelijk de
staat van oorlog, maar later de nog meer beknellende staat van beleg opgelegd,
waardoor het militair gezag grotere bevoegdheden kreeg. De staat van beleg werd
maar liefst tot 1 mei 1920 gehandhaafd.
Nederland wist met hangen en wurgen in de Eerste Wereldoorlog neutraal
te blijven, maar dat was geenszins het geval in 1940. De oorlogshandelingen van
de Tweede Wereldoorlog hadden voor de kazerne geen desastreuze gevolgen. Er
vielen weliswaar enkele bommen op het kazernecomplex, maar de meeste vielen op
open terrein. De oude kazernegebouwen bij de vroegere Roermondsepoort
daarentegen overleefden het oorlogsgeweld niet.
Overigens: in 1940 ging de kazerne op de Blerickse Maasoever al zes jaar getooid met de naam Frederik Hendrikkazerne. Om die naamgeving was er nog enig gekrakeel. Een enkeling stelde dat de historische naam Fort Sint Michiel werd prijsgegeven ten faveure van de nieuwe naam, maar dat fort, zo luidde het tegenargument, had al in 1867 opgehouden te bestaan, nadat koning Willem III de vestingstatus van generlei nut meer had verklaard.
Toen het 2e
Regiment Infanterie in januari 1939 zijn 125-jarig bestaan vierde schonk de Venlose burgerij de kazerne een borstbeeld
van naamgever Frederik Hendrik, jongste zoon van Willem van Oranje en in de
vaderlandse geschiedenis ook bekend als de stedendwinger. Dat borstbeeld heeft
thans een plaats in het museum de Luif.
In 1983 bestond de Frederik Hendrikkazerne 70 jaar. De laatste drie decennia, vanaf 1 juli 1953, was er de militaire rijschool gevestigd. In 1983 echter geen feest in Blerick. Kazerne-commandant Van Hoensel was eerlijk: Het artikeltje in de Legerkoerier heeft ons eigenlijk ook helemaal verrast. Wij hadden niet in de gaten dat de Frederik-Hendrikkazerne in Venlo-Blerick 70 jaar bestaat. De commandant verontschuldigde zich voor zijn vergeetachtigheid, maar gaf gelijk aan dat de kazerne echt geen tijd meer heeft gehad iets voor de burgerij te doen. Bovendien, wil je iets organiseren dan kost dat geld en dat is tegenwoordig een schaars artikel. Ook bij Defensie.
Niets veranderd dus.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten