maandag 2 juni 2025

Van nul tot nu van woensdag 28 mei 2025 - ‘Ellendigen, hygyiënische toestand in de stad’ (1)

 - door Albert Lamberts -

Niettegenstaande de Inspecteur en de Adjunct inspecteur al het mogelijke doen om den ellendigen, hygiënischen toestand, waarin Uwe gemeente verkeert, te doen veranderen, stuit het Geneeskundig Staatstoezicht nog steeds op den onwil van Uwe zijde in het volledig opvolgen  der aan de hand gedane middelen; verbeterde afvoer van water, zuiver houden van de bodem, riolen en goten, opruimen van de onreinheid op straten, het vervoer van meststoffen, afsluiting van slecht watergevende pompen, naleving van de epidemiewet, aldus een brief van de Geneeskundige Raad voor Noord-Brabant en Limburg van 4 juli 1884.


De Geneeskundige Raad stelde nadrukkelijk, dat het aantal artsen in Venlo voldoende was, maar het is echter de vraag of deze artsen veel hebben kunnen uitrichten tegen de vloedgolf van epidemische ziekten, die de bevolking over zich heen liet gaan.

Venlo was, dat mag duidelijk zijn, een vieze en ongezonde stad om in te wonen. Best verklaarbaar, immers de stad was binnen haar muren overbevolkt.

Ga maar na: toen Venlo de stadsmuren bouwde in de veertiende eeuw telde de stad tegen de drieduizend inwoners, eind negentiende eeuw waren dat er ongeveer drie keer zoveel. De mensen wóónden niet alleen binnen de muren, maar hadden er ook hun winkel, hun bedrijfje als zoutziederij, bierbrouwerij, leerlooierij pijpenfabriek, peperkoekenfabriek, enz. Bovendien was veel grond binnen de muren eigendom van de rooms katholieke kerk en dus onttrokken aan beschikbaarheid voor woningbouw. De mensen woonden (te) dicht op elkaar en ja, letterlijk zelfs onder elkaar. De smalle straatjes, zoals nu nog bijvoorbeeld het Ursulastraatje, waren het gevolg van ruimtegebrek. Licht en lucht ontbraken.

Een andere factor van doorslaggevende aard betreffende de hygiëne: men hechtte er niet zoveel waarde aan. Mestvaalten, mestkuilen, straatvuil en waterpoelen in de openbare ruimte waren meer regel dan uitzondering. De gevolgen laten zich niet moeilijk raden. Het was, kort gezegd, een grote smeerboel en dat was de Geneeskundige Raad voor Noord-Brabant en Limburg bepaald niet ontgaan. In 1884 werd daarom een gemeentelijke Gezondheidscommissie in het leven geroepen, waarin drie door de raad gekozen raadsleden zitting in hadden. Belangrijk resultaat van het werk van deze commissie was het aanleggen van een drinkwaterleiding. Het zal niemand  verbazen, de stuwende kracht in deze commissie was ene H.B.J. van Rijn, apotheker van huis uit, die zich in Venlo had gevestigd. Zoals ook tijdens zijn langjarig burgemeesterschap wilde Van Rijn met eigen ogen de situaties zien en wat hij zag stemde hem absoluut niet vrolijk. Hele wijken waren verloederd en verstoken van de meest primaire voorzieningen. Helschriksel, Maasschriksel, Roermondsepoort en Jodenstraat waren concentraties van alles wat op het gebied van hygiëne ontbrak. Slapen en wonen in dezelfde ruimte was gewoon, toiletten waren er niet of nauwelijks, mest werd opgeslagen, soms zelfs in huis, voor gebruik in de landbouw.

Wordt vervolgd.

Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: floddergats@home.nl.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten