- door Albert Lamberts -
Burgerlijke Godshuizen. Een naam, die op de dag van vandaag roomse associaties oproept; wie weet er nog van? En dat, terwijl Burgerlijke Godshuizen op de keeper beschouwd een van de oudste instellingen van Venlo is. Mogelijk weten oudere mensen ervan, maar verder? En dan te bedenken dat het lokale weeshuis en het Sint-Joris- en Sint-Jacobsgasthuis het fundament van de Burgerlijke Godshuzien vormden en die geschiedenis gaat maar liefst terug tot 1299. De naam Burgerlijke Godshuizen werd voor het eerst gebezigd in 1814.
Weeskinderen in Venlo met hun verzorgers, jaren dertig (met dank aan Ragdy van der Hoek)
Waarom juist nu een artikel over de Burgerlijke Godshuizen en over zorg in Venlo? Wel, binnenkort verschijnt het boek Een helpende hand. Daarin beschrijft de Venlose historicus Ragdy van der Hoek de geschiedenis van de Burgerlijke Godshuizen en verhaalt hij over de ouderenzorg en de zorg voor weeskinderen in Venlo.
Hulpverlening aan zieken, armen, weeskinderen en ouden van dagen doet in Venlo al eeuwenlang opgeld. Liefdadige instellingen die de helpende hand bieden aan mensen die het op dat moment nodig hebben; hulp verlenen waar de overheid te kort schiet. Van sociale wetgeving had niemand nog gehoord toen bijvoorbeeld de gasthuizen, weeshuizen en de zogeheten Tafels van de Heilige Geest (Armbestuur) hun helpende en verplegende hand uitstrekten naar hulpbehoevenden. Een van die hulpverlenende instellingen is de Burgerlijke Godshuizen Venlo, ondanks zijn leeftijd en staat van dienst een relatief onbekende, omdat de stichting vooral in de luwte werkte. De regenten van de gasthuizen bekommerden zich om minderbedeelde Venlonaren en boden eeuwenlang onderdak aan armlastige reizigers.
Nieuwe Venlosche Courant, 11 juni 1940 (gevonden via www.delpher.nl)
Het bestuur van het weeshuis aan de Grote Kerkstraat ontfermde zich sinds 1577 over ouderloze kinderen. Gaandeweg concentreerde de hulpverlening van de gasthuizen zich echter op het steunen van arme, Venlose ouderen. Aan de centrale opvang van weeskinderen kwam direct na de Tweede Wereldoorlog een einde, terwijl de financiële steun aan reizigers al eerder was beëindigd.
Beeld van bovenaf van het het Ald Weishoès aan de Grote Kerkstraat in Venlo (met dank aan Ragdy van der Hoek)
De Burgerlijke Godshuizen richtten zich vanaf de jaren vijftig van de vorige eeuw primair op de huisvesting van ouderen, tot 1961 aan de Grote Kerkstraat, daarna in Huize Beerendonck, waar iedereen die de 65 was gepasseerd terecht kon. Daar bleef het niet bij, want de stichting kocht en bouwde hierna meer onderkomens voor ouderen, zoals de Julianaflat, de Nolensflat en de Maria-Reginaflat in Blerick.
Prentbriefkaart van Julianapark en Huize Beerendonck, jaren zestig (collectie Gemeentearchief Venlo)
We kunnen het ons wellicht nauwelijks voorstellen, maar tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw was er enkel sprake van een centrale opvang voor armlastige ouderen, die niet konden rekenen op hulp van familie. Veel ouderen woonden bij hun kinderen in of andersom. De oude mannen en vrouwen in de tehuizen hadden eten en een dak boven hun hoofd, maar veel meer dan dat was er niet. Ze moesten zich aan strenge regels houden en zich vooral dankbaar tonen tegenover hun weldoeners. Hulp was geen recht, maar een vorm van liefdadigheid. Voor weeskinderen gold hetzelfde, maar die hadden nog een leven voor zich.
Plattegrond tweepersoonskamer in Huize Beerendonck, 1961 (met dank aan Ragdy van der Hoek)De bewoners van het oude-mannen- en vrouwenhuis aan de Grote
Kerkstraat verrichtten allerlei huishoudelijke klussen en werkten in de eigen
bakkerij of op de boerderij. Enkel na het middagmaal en ’s avonds was in de
recreatiezaal gelegenheid een kaartje te leggen. ’s Nacht sliepen ze in een
ijzeren ledikant in slaapzalen. Daar zorgde alleen een gordijn om het bed voor
wat privacy. De ouderen die begin jaren zestig van de Grote Kerkstraat naar
Huize Beerendonck verhuisden, beleefden een cultuurschok. Het was een eerste
stap naar een modern ouderenbeleid.
De Burgerlijke Godshuizen hadden een aanzet gegeven en verkochten hun onroerend goed in 1995 aan Woningstichting Venlo-Blerick. Met het rendement op de opbrengst van de verkoop ondersteunt de stichting thans de sociaal maatschappelijke structuur van de gemeente Venlo met bijzondere aandacht voor groepen die zich inzetten voor de behoeftige medemens.
Het boek Een helpende hand is te koop bij boekhandel Koops in Venlo.
Omslag besproken boek (met dank aan Ragdy van der Hoek)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten