- door Albert Lamberts -
Twee weken geleden had ik het op deze plaats over de wijk ’t Hetje, Maasschriksel, Helschriksel, enz. De naam viel toen al: Mariahof. In dat wijkgebouw werden naarstig pogingen ondernomen om vooral de jeugd uit de buurt door middel van bijeenkomsten en (vormende) activiteiten op het rechte pad te krijgen en te houden. Mariahof bestaat niet meer.
Een tekening van Mariahof
aan de Maaskade nummer 40 (collectie Albert Lamberts)
Wijlen Mariet Verberkt,
stadshistorica, schreef in het kader van Open Monumentendag in 2008: Vijftig jaar geleden werkte ik in het
wijkhuis Mariahof. Het wijkhuis, centrum van Bijzondere Sociale Zorg Limburg
was gevestigd aan het Maasschriksel tussen de Sint-Jacobskapel (op de hoek
Helschriksel) en de toen al verdwenen synagoge. Naast het wijkhuis lag het
logement van Vrouw Wolter, dag- en nachtverblijfplaats van vaste gasten en
vreemdelingen, kleurrijke figuren als Krukke Jeu. De fles ging er van hand tot
hand en een homp brood lag naast de slaapplaats. Aan de andere kant van de
straat woonde op een bovenverdieping, van wat eens een grote koopmanswoning
was, Pinda Wullem. De kamer van de vriendelijke Chinees stond vol baalzakken
rijst waar de muizen dwars doorheen liepen.
Verberkt ging in haar open brief, getiteld Venlo zit op ‘verkeerd spoor’ verder in op de buurt met dat aparte karakter, waar de huisjesmelkers de mooie panden verder (lieten) verpauperen en verslonzen. In die buurt dus, daar werd Mariahof gesticht. Er was heel wat voorbereidend werk aan vooraf gegaan. Incidenteel huisbezoek bleek mogelijk, maar structuur ontbrak. Toch werden waardevolle ervaringen opgedaan, die de oprichting van het Maria-Legioen bespoedigden. Een lang verhaal kort maken: het Maria-Legioen en enkele charitatieve instellingen besloten een wijkhuis op te richten. Het bestuur stond onder leiding van directeur kapelaan Huijbers. De voor het catechisatiewerk aangestelde Juffrouw Gre Droste begon haar werk op 26 januari 1949 met een grote poetsbeurt van een noodlokaal der joodse gemeente. Dat lokaal lag pal voor de synagoge, was vrij en diende als tijdelijk onderkomen.
Het jaarverslag vermeldt: 28 Januari werd het zaaltje schoongemaakt door Juffrouw Droste bijgestaan door de kinderen en al spoedig geassisteerd door enkele moeders. Papieren gordijntjes werden opgehangen. En verderop: De belangstelling was gewekt en het viel niet moeilijk eerst de kinderen en al gauw enige moeders op de club te krijgen. Ook de club van fabrieksmeisjes werd aan de geestelijke zorgen van juffrouw Droste toevertrouwd. Zoals in de vorige aflevering geschreven: de mensen op ’t Hetje hadden niets, of in elk geval niet veel met de kerk en kerkbezoek en dat werd als een ernstige tekortkoming gezien. Juffrouw Droste zag het als een eerste opdracht om ‘bekerend werk’ te verrichten. Haar keuze om uitgerekend op Witte Donderdag de eerste kindermiddag te houden in de ruïnes van de synagoge en rond het zaaltje – waar paaseieren waren verstopt – was natuurlijk niet toevallig. Enkele moeders meldden zich voor een bijeenkomst. Zij kregen allerlei ingrediënten voor een paasmaal mee naar huis en hun werd gewezen op het naderende paasfeest. Het jaarverslag vermeldt: Een mooi resultaat kon spoedig worden geboekt: Een gezin, dat reeds jaren geen Pasen hield bekeerde zich.
De bewoners van ’t Hetje
leefden na de oorlog in uiterst schamele onderkomens (collectie Albert Lamberts)
Juffrouw Droste ging
voortvarend te werk en zo ook de gemeenteraad van Venlo, die er al weldra van
overtuigd raakte, dat er goed werk werd verricht door juffrouw Droste en de
mensen van het Maria-Legioen. Een nieuw
onderkomen werd toegezegd. Op de
eerste zaterdag van mei 1949 kwam het bericht,
dat de gemeenteraad met algemene stemmen, behoudens
die der C.P.N. een huis definitief ter beschikking stelde voor het
wijkwerk. In een vlammende circulaire,
aldus het jaarverslag, protesteerden de
communisten tegen de schandelijke handelwijze van de Gemeenteraad. In plaats
van bijval ontlokte dit pamflet aan de wijkbewoners sterk protest. Spoedig
werd een begin gemaakt met het herstel van het aanvankelijk tot afbraak
gedoemde pand: Maasschriksel No. 40, naast de Sint-Jacobskapel.
Volgende week deel 3
Geen opmerkingen:
Een reactie posten