- door Gerrit van der Vorst -
Burgemeester
Bernard Berger had na de bevrijding wel wat uit te leggen wat betreft de
coöperatieve opstelling van het Venlose gemeentebestuur bij de aanleg van
Fliegerhorst. Een ander gevoelig onderwerp was het beleid van de burgemeester
Berger wat betreft de jodenvervolging.
Burgemeester Berger.
Bij
gelegenheid van het 70-jarig jubileum van de Venlose synagoge had de burgemeester
de joodse Venlonaren op 29 december 1935 nog warm toegesproken: ‘Zeer ontroerd ben ik ook geweest door uwe prachtige en
plechtige godsdienstoefening. Ik hoop, dat gij steeds dezelfde goede burgers
van onze stad moogt blijven, dat wij steeds in grootse verdraagzaamheid met
elkaar verder mogen leven en dat Gods zegen op uw werk moge rusten.’
Een geweldig
applaus was hierop gevolgd, en ter ere van de burgemeester hadden alle
aanwezigen staande het eerste en zesde couplet van het ‘Wilhelmus’ gezongen.’
De Venlose synagoge.
Fragment uit
het verslag in de Nieuwe Venlosche Courant van 29 december 1935
(www.delpher.nl).
Warme woorden van de burgemeester, maar nog geen drie jaar later bleek
Bergers empathie met zijn joodse burgers minimaal. Dat was nadat
in de nacht van 9 op 10 november 1938 een verwoestende pogrom over
nazi-Duitsland was geraasd, de Reichskristallnacht. In Venlo was volstrekt
duidelijk wat er gebeurd was in nabijgelegen Duitse grensplaatsen, zoals Kaldenkerken
en Straelen. De Nieuwe Venlosche Courant (NVC) berichtte relatief uitgebreid
over de schokkende gebeurtenissen, zij het op pagina 2, in plaats van op de voorpagina,
zoals de meeste andere dagbladen.
De synagoge
van Kaldenkerken werd tijdens de Reichskristallnacht vernield (foto met dank
aan Frank Kauwertz).
De berichtgeving in de Nieuwe Venlosche Courant van 11 november 1938 (www.delpher.nl).
De
berichtgeving in bijvoorbeeld de Nieuwe Tilburgsche Courant van 11 november
1938 (www.delpher.nl).
Zegge en schrijve drie dagen na dat wereldschokkende pogrom,
op 13 november 1938, reisde zangvereniging Venlona met een gezelschap van circa
200 personen naar Mönchengladbach. Op de vriendschappelijke ontmoeting met de
lokale mannenzangvereniging Der Liedertafel kwamen zo’n 1.500 mensen op af. Aan
Duitse zijde was men in hun sas met de komst van het prominente Venlose
gezelschap. De grenspassage was versoepeld voor Venlona en bij aankomst werd de
Venlonaren een rondrit aangeboden. Aangenomen mag worden dat men daarbij de
verwoeste joodse synagoge en woningen vermeed.
De grote
synagoge van Mönchengladbach was in de nacht van 9 op 10 november 1938 ook grondig
verwoest.
Burgemeester Berger had thuis moeten blijven, maar
hij voerde als beschermheer het Venlona-gezelschap aan. Hij richtte zich in
zijn welkomsttoespraak vooral op de vriendschappelijke relatie met het
‘zangerige’ Rijnland. Maar de wederpartij gaf – uiteraard? – politieke
betekenis aan de bijeenkomst. Het werd een gezellige boel. Venlona zong de
eerste strofe van ‘Deutschland, Deutschland über Alles’. Daarna dirigeerde de
Duitse dirigent de zaal bij het zingen van het Horst Wessel-lied.
Het Horst
Wessellied werd na de Tweede Wereldoorlog verboden (Wikipedia).
In de Nieuwe Venlosche Courant werd de muzikale ontmoeting
een groot succes genoemd. Het moet schokkend geweest zijn voor joodse
Venlonaren om dat te lezen. Volgens de krant was het Horst Wessellied minder
bekend, maar dat gold niet voor Venlo’s elite die ruim vertegenwoordigd was in
het Venlona-gezelschap. Al in 1933 had het spelen van het lied in de sociëteit
Mariaweide nog een fikse rel veroorzaakt.
De recensie
in de Nieuwe Venlosche Courant van 14 november 1938.
Vier dagen na zijn thuiskomst van de trip naar Mönchengladbach, op donderdag 17 november ontstak burgemeester Berger in woede, toen hij ‘s avonds snoei-afval van zijn buren in zijn tuin zag liggen. In plaats van de buren even aan te spreken, greep de burgemeester de telefoon, om er meteen maar de vreemdelingenpolitie bij te roepen, want zijn buren waren joodse vluchtelingen. Bij onderzoek door agent Fleurkens – die onverwijld opdraafde – bleek dat de tuinman van het gezin Bonn-Leyens toestemming had gevraagd en gekregen van de dienstbode van de burgemeester, om de gesnoeide takken de volgende morgen bij daglicht op te ruimen. Inmiddels waren de geschrokken Emmy Bonn-Leyens en haar zoons Walter en Hans Günther in allerijl bezig om de takken weg te halen.
Het gezin
Bonn-Leyens in betere tijden.
De beroemde
Italiaanse Holocaust-schrijver Prime Levi legde een ontroerende getuigenis af
over het beschaafde gedrag van Walter Bonn in Auschwitz in het zicht van de
dood.
De buren van de burgemeester, op Nieuwstraat 27, waren
slachtoffers van het nationaalsocialisme. Hun vroeger zo bloeiende modehuis in
Kaldenkerken was te gronde gegaan door het nationaalsocialisme, vader Alex Bonn
had zelfmoord gepleegd en moeder en zoons waren gevlucht, al maanden voor de
Reichskristallnacht. Enig mededogen had Bernard Berger in die dagen wel gepast.
De burgemeester toonde opmerkelijk weinig gevoel voor
de joodse ellende.
Zoals Koningin Wilhelmina liever geen joods
vluchtelingenkamp in haar ‘achtertuin’ had, zo liet Bernard Berger op 1
december 1938 aan de landelijke overheid weten dat er in Venlo geen plek te
vinden was voor een opvang van joodse vluchtelingen.
De vluchtelingen
werden daarop geïnterneerd in een klooster in Reuver, wat natuurlijk lastig was
voor het joodse vluchtelingencomité in Venlo.
De houding van de Venlose burgemeester paste naadloos
in het vluchtelingenbeleid van de landelijke overheid die in die tijd een
gitzwart blazoen opliep. De opstelling van Bernard Berger tijdens en na de
bezetting zou ook geen schoonheidsprijs verdienen, om het maar voorzichtig te
zeggen.
Reageren? Stuur een e-mail naar Gerrit van der Vorst: gp.vandervorst@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten