- door Albert Lamberts -
Ik
vertel hier absoluut niets nieuws als ik schrijf dat katholieken en
protestanten jarenlang niet door één deur konden. Spoedig nadat Maarten Luther eind oktober
1517 in Wittenberg zijn 95 stellingen had gepubliceerd ontstond een scheuring
binnen het West-Europese christendom met als resultaat de komst van het
protestantisme. Dat maakte ook in Venlo al weldra zijn opwachting; de eerste
zogeheten plakkaten verschenen al in 1528 in Venlo. De nieuwe religie werd
echter geenszins met open armen de stadsmuren binnengehaald. De Venlose ingezetenen, althans de meesten,
moesten er niets van hebben en de vermetele predikanten, die toch de stad
binnen kwamen en daar hun nieuwe visie op bijbel en geloof verkondigden moesten
hun optredens met forse straffen bekopen. En bij het Verdrag van Venlo in 1543 bepaalde
Karel V, dat zijn verslagen naamgenoot Hertog Karel er op moest toezien, dat de
katholieke godsdienst gehandhaafd bleef.
De Joriskerk in Venlo vóór de uitbreiding in 1719 (Archief Albert Lamberts)
Het
waren roerige jaren met als hoogtepunt van intolerantie de Beeldenstorm in
1566, toen fanatieke protestanten met
cloppen en bonsen op beelden en altaeren ook in Venlo vreselijke
vernielingen aanrichtten in vooral de Sint-Martinuskerk. In 1702, toen Venlo staats
werd – protestants gezag – kregen de Venlose protestanten definitief de
beschikking over de Joriskerk, die zeventig jaar eerder ook al eens aan hun was
toegewezen door Prins Frederik Hendrik. Toen, in 1632 dus, werd bij de overgave
in artikel 4 bepaald dat die van de
Gereformeerde Religie sal ingeruijmt worden de kercke van St. Joris, om aldaer
hunne Godsdienst publiquelick t’excerceren. En in artikel 5 stond: Dat mede die burgers ende Ingesetenen
deselven stede sullen mogelijk blijven ende gemainteneerd worden bij de
publieke excercitie van den Roomsch Catholique Religie. Van overheidswege
werd dus vrijheid van uitoefening van religie verordonneerd.
Artikel 4, waarin werd bepaald, dat de protestanten de Joriskerk kregen.
De
zuidelijke (Spaanse) Nederlanden, inclusief Venlo werden na de Successieoorlog
weliswaar Staats, maar werden zogezegd bewaard voor de Oostenrijkse Habsburgers.
Pas in 1715 kwam aan de tweeslachtige toestand een einde toen op 15 november Syne Keyserlycke en Catholycke Majesteyt
Karel VI in Antwerpen een overeenkomst trof met Syne Majesteit van Groot-Brittanien en de Staaten Generaal, waarbij
de uitzonderlijke positie van onder andere Venlo werd beëindigd. De
overeenkomst kwam bekend te staan onder de naam Tractaat van Barriere.
Artikel
XVIII (van de in totaal 29 en enkele toevoegingen) luidt: Syne Keyserlycke ende Catholycke Majesteyt (Karel VI van
Oostenrijk dus) cedeert voor eeuwig in
volle ende volkomen Souverainiteyt ende eygendom aan haar Hoog Mog de Staaten
Generaal in het Overquartier van Gelderlandt, de stadt Venlo met syn district
ende het Fort St. Michiel, daarenboven het Fort van Stevenswaart, enz.
Karel VI trachtte ‘over zijn graf’ heen te regeren door in datzelfde artikel enkele voorwaarden te laten opnemen. Het kwam er op neer, dat kercken, Conventen, Kloosters, Schoolen, Queeckschoolen, Hospitalen en andere publicque Plaatsen met alle haare ap- en dependentiën van katholieke signatuur dienden te blijven. Letterlijk: Van de Catholycke Religie sal geconserveert zyn en blyven. En enkele regels verder: Ende sullen geen charges van Magistratuure of van den Politie mogen gegeven worden dan aan Persoonen die van de Catholycke Religie syn.
In
de volgende jaren hadden katholieken en protestanten zich in Venlo nog
regelmatig in de haren en moesten de protestanten zich toch behoorlijk wat
getreiter laten welgevallen. Eind achttiende eeuw telde Venlo ruim honderd
protestantse ingezetenen op een bevolking van circa 4500 zielen. Maar toen het
Schippers- en Huurvaardersgilde werd opgeheven liep het aantal protestantse
gemeenteleden hard terug.
ANWB-bord Sint-Joriskerk (foto Albert Lamberts)
Ondanks
het feit, dat in de loop der eeuwen de scherpe kantjes er toch wat vanaf gingen,
was van een gezellig, laat staan vriendschappelijk met elkaar samengaan tot ver
in de twintigste eeuw toch geen sprake.
Volgende
keer: Van kanonnen naar oecumene.
Reageren? Stuur Alberts Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten