- door
Pieter Duijf -
Engelse wals
Vroeger orakelde men dat het volgen van danslessen bij je opvoeding hoorde, al was het alleen maar om niet voor schut te gaan bij de openingsdans van je eigen bruiloft. Op de een of andere manier wilde het er maar niet van komen tijdens mijn tienerjaren, dus ik heb dat hiaat samen met mijn toenmalige lief Monique later tijdens onze huwelijkse jaren proberen op te vullen. Vrolijk togen we voor het doen van onze eerste gestructureerde danspasjes ooit op een zondagavond naar Blerick. Het zal halverwege de jaren ’80 zijn geweest. In de schaduw van de Lambertuskerk lag daar aan de Mezenkampstraat Dansschool Verhoof. Bij binnenkomst in het veel te krappe zaaltje zonder ramen kreeg ik terstond een mentale inzinking van jewelste.
Meneer Verhoof, een kleine
dwergachtige verschijning en een dwingende potentaat, in hoogsteigen persoon
heette de ongeveer 40 aanwezige stelletjes welkom. “Dansen hoort bij je leven!”
hoor ik hem nog zeggen. Met zijn assistente deed hij eerst alles voor, daarna
mochten wij een poging wagen het heupwiegen onder de knie te krijgen. Aan de
zijkant zat een handvol dames en heren om aanvankelijk onduidelijke reden naar
de verrichtingen op de vloer te staren. Al gauw werd duidelijk dat zij als
gevorderde dansers op commando van ‘Oberfeldwebel’ Verhoof moesten ingrijpen
als er een beginnend danspaartje niet gauw genoeg de bewegingen onder de knie
kreeg.
Na een paar tellen werd ik onder meewarige blikken al losgekoppeld van
Monique en toevertrouwd aan een struise tante met een enorme ‘kômmesveur’, waar
ik amper mijn armen omheen kon krijgen. Ze zwierde en zwaaide met mij en liet
me alle hoeken van de ruimte zien. Dat we daarbij voortdurend tegen andere
stellen botsten deerde haar niet. Om de haverklap stonden we bij iemand anders
op de hielen. Schoenen vlogen ononderbroken in het rond. Het leek wel een
overbevolkte legbatterij vol hyperventilerende kippen en kuikens. Nee, het was
zeker geen vrije uitloopdansen. N
Naarmate de cursus vorderde, vielen er ook
wekelijks stellen af. Ook Monique en ik snakten naar het einde van deze ware
martelgang. De wals wilde nog wel lukken, maar de foxtrot, de chachacha en
vooral de Engelse wals waren niet aan ons besteed. De Engelse wals heeft
vanwege een rare bocht een hoge moeilijkheidsgraad, tenminste voor mij. We
kregen die bocht eenvoudigweg niet, waardoor we steeds tegen de muur knalden.
En telkens kwam weer die kleine gezette tante met die overweldigende
‘kômmesveur’ met een minachtend glimlachje op me af om het stokje van Monique
over te nemen.
Na een week of zes heb ik meneer Verhoof gebeld dat we niet meer
zouden komen. Mijn voornaamste klacht was dat hij veel te veel mensen op een
veel te klein vloeroppervlak liet opdraven. Meneer Verhoof wimpelde deze weg
als ‘klinkklare onzin’. Hij weet het aan mijn gebrek aan talent. Natuurlijk had
hij hiermee een punt. Ik heb nu eenmaal al jarenlang een onbeholpen ogend
knakworstlijf, waarmee ik voortdurend anderen in de weg lijk te lopen. Het
cursusgeld waren we natuurlijk kwijt en dat was dus ‘kassa’ voor de firma
Verhoof. Ik heb daarna om posttraumatische oorzaak nooit meer op een dansvloer
gestaan, maar ik kan er wel graag naar kijken. Een jaar of wat geleden stak ik
per fiets de grens bij Herungen over en natuurlijk werd ik onderweg weer
briesend en snuivend voorbijgeraasd door een clubje hangbuikzwijntjes op een wielrenfiets.
In de verte hoorde ik de klanken van een dansorkestje opdoemen. Het geluid was
afkomstig van ‘Tanz Café Panorama’, dat prachtig gelegen is in een flauwe bocht
aan een bosrand in het buitengebied van Herungen.
Op de website van het favoriete café annex danspaleis van Pieter Duijf troffen we bovenstaande foto aan van waarschijnlijk dans-instructrices
Daar zat onder het verkoelende lommer een man achter een orgel. Op een waarachtige houten dansvloer ‘pierden’ een tiental stelletjes onder de bomen in de openlucht. Ik bestelde een pot bier en nam alle tijd voor het schouwspel, maar ineens ontdekte ik tussen het walsende gezelschap een bekende verschijning. Het was de dame met de bekende ‘kômmesveur’. Een ‘kômmesveur’, die nog indrukwekkender van omvang was geworden. Een bustehoudermaat met ontelbare F’s, in hoofdletters uiteraard. Om niet te worden ‘herontdekt’ door deze vrouwspersoon heb ik het bier snel in mijn keel gegoten en ben ik op de vlucht geslagen. De verbaasde hangbuikzwijntjes op hun supersonische wielrenfiets passeerde ik moeiteloos.
Toch ga ik deze zomer weer naar ‘Tanz Café Panorama’, maar dan wel in het weekend in de hoop dat er een ‘Schützenfest’ aan de gang is. Wie gaat er met me mee, op een doodgewone fiets welteverstaan!!??
De huisvocalist van Tanz Café Panorama (foto website Tanz Café Panorama)
Daar zat onder het verkoelende lommer een man achter een orgel. Op een waarachtige houten dansvloer ‘pierden’ een tiental stelletjes onder de bomen in de openlucht. Ik bestelde een pot bier en nam alle tijd voor het schouwspel, maar ineens ontdekte ik tussen het walsende gezelschap een bekende verschijning. Het was de dame met de bekende ‘kômmesveur’. Een ‘kômmesveur’, die nog indrukwekkender van omvang was geworden. Een bustehoudermaat met ontelbare F’s, in hoofdletters uiteraard. Om niet te worden ‘herontdekt’ door deze vrouwspersoon heb ik het bier snel in mijn keel gegoten en ben ik op de vlucht geslagen. De verbaasde hangbuikzwijntjes op hun supersonische wielrenfiets passeerde ik moeiteloos.
Toch ga ik deze zomer weer naar ‘Tanz Café Panorama’, maar dan wel in het weekend in de hoop dat er een ‘Schützenfest’ aan de gang is. Wie gaat er met me mee, op een doodgewone fiets welteverstaan!!??
De huisvocalist van Tanz Café Panorama (foto website Tanz Café Panorama)
Eerder
verschenen in de bundel ‘Dorpse Blikken’, Schandelo, 2014 (Bundel is
uitverkocht)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten