- door Albert Lamberts -
Nu tachtig jaar geleden werd
de vrees van velen in Noord-Limburg dat aan evacuatie niet viel te ontkomen
bewaarheid, want in januari 1945 – grote delen van zuidelijk Nederland waren al
bevrijd – werd de evacuatie van deze contreien een feit. Geestelijken
vergezelden gevraagd en ongevraagd de evacuées naar met name Drenthe, Groningen
en Friesland. Achteraf wenste het bisdom het naadje van de kous te weten of en
hoe het katholieke leven doorgang had kunnen vinden. Een uitgebreid
vragenformulier werd de teruggekeerde geestelijken voorgelegd. De Dominicaner
pater Raphaël was een van de geadresseerden
Vraag 6 van bisdom: Hoe was zijn (hun) houding tegenover de geëvacueerden, meer bijzonder tegenover de katholieken en hun godsdienstige behoeften en eredienst? Antwoord: Ds J.v. Nieuwkoop zat in de evacuatie-commissie & sprak de evacuées bij hun aankomst toe. Hij sprak de hoop uit dat de Limburgers hun katholieke geloof ook in het noorden trouw zouden blijven. Ook Ds L. Langkhuizen was lid der evacuatie-commissie. Allen toonden veel begrip voor onze godsdienstige behoeftigen en legden mij nooit enige moeilijkheid in de weg.
Het overhoren ging
onverdroten voort met vragen over welke godsdienstoefeningen er werden gehouden
en waar, zondags en -of – door de week; of het kerkelijk leven nog op andere
wijze tot uitdrukking kwam (Lof, Rozenkrans, lijdensmeditatie, enz.): of er bijzondere
oefeningen en plechtigheden waren (feesten – eerste H. Communie, enz.) hoe het
catechismusonderwijs was geregeld (Door wien?, wanneer?, waar?, verdeeling der
kinderen in groepen, enz.)? Pater Raphaël schreef, dat er voor de
katholieke erediensten veel belangstelling van andersdenkenden was. De
catechismuslessen werden in schoolverband gegeven door juffrouw J. van Hoof uit
Afferden en tweemaal per week door hemzelf.
Hoe was , vraag 8, sub 2,
de regeling van het schoolonderwijs (in een school? In welke? Hoe was de
verhouding? Eigen bij-onderwijs? Door wien gegeven? Houding van geestelijke en
civiele autoriteiten ten aanzien van het katholiek onderwijs? (S.v.p.
lesroosters bijvoegen en lijst van leerkrachten).
Vraag 9 handelde over het zedelijk leven. Vraag 9, sub 1: Bleef het zedelijk leven der geëvacueerden op peil? Antwoord Raphaël: Zover ik kon beoordelen, ja. Vraag 9, sub 2: Waren er speciale gevaren? Antwoord: Voor gemengde verkering behoefde ik niet bang te zijn; er was teveel verschil. Vraag 9, sub 3: Hoe was de moraliteit ter plaatse? Antwoord: In orde. Vraag 9, sub 4: Kwamen er ongewenschte verkeeringen voor? Antwoord: zie 2.
Opvallend overigens, pater
Raphaël schrijft in modernere spelling.
Vraag 10 stelde de omgang
tusschen geëvacueerden en bewoners aan de orde. Een van de antwoorden van
pater Raphaël: Behalve kerkbezoek van de kant der inheemse bevolking, geen
geestelijk contact. Opmerkelijk is wel, dat de pater benoemt dat sommige
rijke boeren in tegenstelling tot de overgrote meerderheid, moeilijk deden over
het huisvesten van de vluchtelingen uit Limburg.
Wordt vervolgd.
Reageren? Stuur Albert Lamberts een email: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten