- door Pieter Duijf -
En
ineens zat Lomm met twee kleuterjuffen opgescheept. Het dorp was begin oktober
1967 in rep en roer. Moeders kwamen in opstand. Zelfs de politie moest eraan te
pas komen om de gemoederen te sussen. Lomm was voor even landelijk nieuws. Wat
was er gebeurd?
Kleuterjuf
Christina (Tiny) Zopp had een poos geleden haar ontslag ingediend bij het
schoolbestuur. Ze koesterde trouwplannen. Echter, ze kreeg nimmer een bevestiging
van hogerhand. Op zondagmiddag 30 september 1967 wilde de toen 56-jarige juf
een expositie van werkstukken van ‘haar’ kinderen in het schooltje gaan
inrichten en openen, maar pastoor Jan Jenniskens, voorzitter en penningmeester
van het bestuur, weigerde echter de sleutel aan haar te geven. Ze was immers
ontslagen. Doch Juf Zopp was op aandrang van verontruste ouders op haar besluit
teruggekomen. Werkelijke reden van haar eerder genomen emotionele beslissing
zou de gespannen verhouding tussen haar en meneer pastoor zijn. Een langdurige
ruzie was de uiteindelijke druppel. Juf Zopp liet de belangstellende ouders
weten dat het kleuterklasje voorlopig gesloten zou blijven.
In
1963 was Tini Zopp haar voorgangster Truus Lenssen uit Velden opgevolgd als enig
kleuterleidster in Lomm. Pastoor Jenniskens had haar vanuit het Gelderse
Pannerden naar Noord-Limburg gehaald. Christina Zopp, geboren op 7 maart 1911
in Linz am Rhein bij Koblenz, streek na 28 jaren tropendienst in Indonesië en
Nieuw-Guinea neer in Lomm. Ze nam daar met haar twee poezen en evenzovele haar
intrek in een bescheiden houten noodwoning. Alras ontstond er een ‘treiterende
vete’ tussen haar en pastoor Jenniskens.
Op
19 juni 1967, enkele weken voor het begin van de zomervakantie, diende ze middels
een kort briefje per 1 oktober haar ontslag in. Naderhand schreef ze aan het
schoolbestuur dat de reden van haar ontslagaanvraag, een beoogd huwelijk, een
vals voorwendsel was geweest. Ze verzocht het ontslag te annuleren. “Ik vroeg
het ontslag in zwaarmoedige ogenblikken”, schreef ze letterlijk. Ze ontving
taal noch teken op haar beide brieven aan het bestuur. De tweede brief werd door
de onderwijsinspecteur van het bisdom beschouwd als een nieuwe sollicitatie.
Op
maandagmorgen 1 oktober waren de rapen helemaal gaar toen de nieuwbenoemde
kleuterjuf Ada Seesing, de 19-jarige dochter van de Arcense schoenmaker,
plotsklaps ten tonele verscheen. Saillante wetenswaardigheid: Ada Seesing was
door Tiny Zopp geattendeerd op de ontstane vacature. De tentoon te stellen
werkstukken waren inmiddels verwijderd en spoorloos verdwenen. Dat pikten de
boze moeders van de 40 kleuters uiteraard niet en liepen hevig verontwaardigd
het schoolgebouw in om verhaal te halen. Uiteraard was meneer pastoor ook
aanwezig om de nieuwe juf aan de kinderen voor te stellen. Hij vroeg de woedende
mama’s het pand te verlaten. Ze weigerden te gaan. Daarop schakelde de in het
nauw gedreven parochieherder de rijkspolitie in om de laaiende menigte te
verwijderen. De moeders bleven evenwel op het schoolplein staan om hun
ongenoegen te uiten. Administratief geblunder van het schoolbestuur (lees:
pastoor Jan Jenniskens) bleek de oorzaak van deze klungelige situatie. Men had
zelfs verzuimd de komst van de nieuwe juf officieel bekend te maken. Diverse
onderwijsautoriteiten spoedden zich op dinsdag 2 oktober naar Lomm om te
bemiddelen in het conflict, maar meneer pastoor toonde zich aanvankelijk een
weerbarstig man, een man die bekendstond vooral op eigen houtje te handelen. De
bisschop van Roermond in hoogst eigen persoon, de inspectrice voor het
kleuteronderwijs in Venlo alsook een afvaardiging van het Bureau voor planning
van rooms-katholiek onderwijs in Limburg bemoeiden zich met de gang van zaken.
Mevrouw van Lier, de inspectrice, dreigde zowaar de subsidie aan het schooltje
in te trekken. Pas toen ging pastoor Jenniskens overstag. De financiën werden
overgedragen aan de heer Hegger. De juffen Zopp en Seesing stonden beurtelings
voor de klas. Al met al kon men spreken van een onwerkbare situatie. Echter, Ada
Seesing, haakte al gauw genoeg af.
Het
gehele bestuur wordt uiteindelijk gedwongen om op te stappen. Het nieuwe
bestuur wordt geheel onafhankelijk van het kerkbestuur benoemd. Beide kleuterleidsters
krijgen over de maand oktober hun salaris uitbetaald onder voorwaarde dat Tiny
Zopp een acte ondertekend waarin ze akkoord gaat met haar ontslag per 1
november. Op de deur wordt zowaar een slot gezet. Juf Zopp wil bovendien niet
langer bekvechten met de mannen, die haar zo plotsklaps op straat hebben gezet.
Toch vecht ze het besluit juridisch aan. In juni 1968 wordt ze door een
commissie van beroep in het gelijk gesteld, waardoor het ontslag nietig wordt
verklaard. Er volgt een nabetaling van het loon over de maanden november en
december 1967. Per 1 januari 1968 werd Tiny Zopp al als hoofdkleuterleidster in
Helden-Dorp aangesteld.
Tiny
Zopp overlijdt op 12 september 1990 in Venray. Ze is dan 79 jaar oud.
De
andere hoofdpersoon in bovenstaand verhaal, pastoor Johannes Christiaan
Wilhelmus Jenniskens, wordt op 21 augustus 1908 geboren in Broekhuizenvorst en
wordt op 17 maart 1934 tot priester gewijd. Hij was kapelaan in Kessel, Meerlo
en Grubbenvorst. Van 1952 tot aan zijn emiraat in 1976 is hij pastoor in Lomm.
De laatste jaren van zijn leven brengt hij door in Meerlo. Hij overlijdt na een
kortstondige ziekte op 30 januari 1984 in het Venrayse St. Elisabethziekenhuis.
Pastoor Jenniskens ligt begraven op het kerkhof van Broekhuizenvorst.
(Bronnen:
diverse krantenartikelen uit o.a. Nieuwe Leidsche Courant, De Tijd Maasbode,
Nieuwsblad Midden-Limburg, Algemeen Dagblad, De Volkskrant, Limburgsch Dagblad,
Vrije Volk)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten