- door Sef Derkx -
We zijn op bezoek geweest bij Tsen Koa Pai. Nu ja, op bezoek in het atelier van Hans Reijnders. Hij is bijna klaar met het beeld van deze Venlonaar met Chinese wortels, alom in Noord-Limburg bekend als Pienda Wullum.
De sculptuur is in opdracht van de stichting Bronzen Beelden vervaardigd. Bij de onthulling later dit jaar komt een goudvergulde extra onthulling. Die moet nog geheim blijven. Deze zaterdag aevel in ‘Aevel’ de eerste foto’s van het bijzondere beeld, dat na de zomer in de Jodenstraat wordt geplaatst. Het is prachtig om te zien hoe uit de Ierse hardsteen een gestalte naar buiten treedt.
Dao is-se dan! Pienda Wullum!
met dank aan Jos Deenen
Volgende week verschijnt het boekje Venlonaar in brons en steen van Albert Lamberts. Daarin wordt op aanstekelijke wijze meer verteld over Pienda Wullem en zijn iconische medestadsgenoten, die vereeuwigd zijn in een sculptuur. Of die op de nominatie staan dit te zullen worden. Alle teksten zijn zowel in het ABN als in het dialect.
Pienda Wullum is historisch gezien
interessant. Afgelopen maanden heb ik verschillende mensen geïnterviewd, die
hem hebben gekend. Ook vond ik een krantenknipsel terug uit 1978 (klik hier voor artikel: Dossier Tsen Koa Pai). Mat Verberkt
was een van de schrijvers. Hem gebeld met de vraag of hij zich het stukje nog
herinnerde. Als de dag van gisteren, was het antwoord. Dat had een reden. De
verhalen van Pienda Wullum kwamen van
zijn ouders. Of ik stevig op mijn stoel zat? Zijn vader had condooms gekocht
bij Tsen Koa Pai. Ze bleken niet betrouwbaar. Na negen maanden kwam kleine Mat op
de wereld. Nee, hij had er geen probleem mee als het markante feit in ‘Aevel’ werd onthuld.
Nóg een onthulling. We hadden al de Giakoumakis-schotel van het restaurant Kreta. Binnenkort presenteert Eric Arts, veurhaer kok in Cabillaud, de satéschotel Pienda Wullum. Alle ingrediënten komen uit eigen keuken. De pienda’s voor de saus worden zelf gebrand. De sambal is naar eigen recept, de atjar hoogstpersoonlijk oèt de aek gedreijd. Een culinair eerbetoon alzoeë aan Tsen Koa Pai.
Tot
slot. Afgelopen woensdag bezocht ik in het Limburgs Museum Van Daar & Van Hier, een expositie over geschiedenissen van
families met Indische en Molukse wortels. De gefilmde gesprekken tussen de
verschillende generaties zijn ontroerend. Het is ook een weerzien, enkele opa’s
ken ik nog van café Bonaparte in de Floddergats.
Een dochter van kennissen - voor het laatst gesproken, na afloop van de
stille tocht voor René Steegmans in 2002 - dat meisje alzoeë, is nu een volwassen vrouw. Roosje Notermans is Roos
Notermans. Ze spreekt in de tentoonstelling met haar oma. Het raakte me.
Over wortels gesproken. Sommige families wonen al eeuwen in Venlo, hun stamboom heeft een penwortel die loodrecht de diepte ingaat. Andere families hebben een stamboom met wortels vol vertakkingen. Voor de Venlonaren in de tentoonstelling reiken ze tot aan het huidige Indonesië.
Verschillend geworteld, same gegroeid, same Venlo.
Wies ’t aevel weer ens is,
Sef
Derkx
Via Facebook vond ik Roos Notermans terug. Meteen een leuk contact en dus gevraagd naar haar inspiratie om mee te doen in Van daar & Van hier,
Roos Notermans: “Van mijn moeder hoorde ik, dat ik écht een Notermans ben. Blijkbaar lijk ik op mijn Nederlandse opa. Ik identificeerde me met de familie Notermans. Dit was het beeld dat ik van mezelf had en dat verhaal vertelde ik. Aan mezelf en aan de buitenwereld. Ik voelde me er comfortabel bij. Door mijn aderen stroomt immers minstens vijftig procent Nederlands bloed, toch?”
Wat gebeurde er vervolgens?
“Ik
kreeg vragen over mijn Indische achtergrond. Die kon ik niet beantwoorden. Dus
groeide het verlangen om het te onderzoeken. Wat is eigenlijk het Indische in mij? Waar zit het? In mijn
onderbewustzijn, in mijn persoonlijke geschiedenis?”
Om antwoorden te krijgen, ben je op onderzoek uitgegaan naar je familiegeschiedenis van moederskant?
“Precies.
Ik ging op zoek naar mijn wortels. Om mezelf, mijn moeder en oma beter te
kunnen begrijpen. In een krant uit Nederlands-Indië vond ik het geboortebericht
van mijn oma. Daarmee sla je de eerste bladzijde open van een levensverhaal.”
Tot welke inzichten ben je gekomen?
“Ik
besef hoe sterk oma Jane is. Hoe zij, zonder achterom te kijken, altijd
doorging. Omdat er geen andere optie was. En hoe mijn opa zich altijd ontheemd
voelde in Nederland. Tot zijn dood verlangde hij naar voorbije tijden in
Indonesië.”
En heb je ook een antwoord gevonden op de vraag wat het Indische in jezelf is?
“Ik
kan het niet rationeel duiden, misschien nooit. Het is de ervaring wanneer
ik sereh ruik of smoor proef. Snuifkusjes van mijn oma krijg
en melancholische Indische liederen hoor. Het is een fysieke ervaring, dat is
wat ik weet. Ik draag geschiedenis in me, een cultuur van veerkracht, trots en
dienstbaarheid. Ik probeer te verenigen wat soms onverenigbaar voelt. Door
niets af te wijzen maar alles te accepteren. Nee nog meer, het Indische te
omarmen en koesteren. Ik
ben onderdeel van een grotere geschiedenis en ik zet deze geschiedenis voort.
Met mijn DNA en de verhalen die ik zal blijven vertellen. Saya berdua. Altijd
in wording.”
Klik hier voor het interview van Roos Notermans met haar oma: Interview Roos Notermans en oma Jane.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten