- door Gerrit van der Vorst -
Onlangs schreef
Marina Casadei dat ze de Floddergatsblogs over Bart Carlier met plezier had
gelezen. Ze was door haar zuster Marcella, die in Rome woont, geattendeerd op
de blogs uit 2016 en 2017. Beide dames zijn dochters van Matteo Casadei die in
2020 op 93-jarige leeftijd overleed. ‘Matteo wie?’, zullen lezers denken. De
activiteiten van Casadei zouden een pracht onderwerp zijn geweest voor het
programma ‘Andere tijden Sport’. Vanaf 1949 had hij de Nederlandse voetbalwereld
namelijk in rep en roer gebracht.
Matteo Casadei in september 1949 (foto Marina Casadei).
Met zijn joodse moeder en zijn broertje had Matteo Casadei tijdens WO II rondgezworven in het geboorteland van zijn vader, om aan deportatie te ontkomen. De jonge Amsterdammer (1926) had toen lef getoond, met zijn hulp aan de partizanen van Venetië.
Vier
jaar later was hij gaan fungeren zoals nu Mino Raiola, als een geduchte spelersmakelaar.
Hun Italiaanse komaf en hun horeca-achtergrond zijn overeenkomsten – Casadei dreef
in Amsterdam restaurant La Pergola – maar de omstandigheden en inkomsten
verschillen enorm.
In de ‘stal’ van Mino Raiola bevinden zich grote voetbalsterren (foto Wikipedia).
Het KNVB-bestuur probeerde uit alle macht te voorkomen dat voetballers meedeelden in recettes. Overal – niet in het minst in Limburg – werden de strenge amateurbepalingen overtreden en de bond schorste zich suf. Zelfs in de crisisjaren werden voetballers botweg op de proflijst geplaatst, als ze een paar gulden vingen van een club voor het onderhoud van de velden of als trainer. Dan waren ze uitgevoetbald in Nederland, zoals top-midvoor Beb Bakhuys in 1937 overkwam, nadat hij door VVV was ingehuurd.
Beb Bakhuys (staande, vierde van links) bij zijn debuut voor VVV, op zondag 25 april 1937 tegen het Utrechtse UVV (foto privécollectie).
De KNVB hield dat vol tot in 1954. De bond floreerde door inkomsten uit interlands, bobo’s namen het er goed van en ook clubbesturen hoefden hun wedstrijdrecettes niet met spelers te delen. De initiatiefrijke Matteo Casadei legde de bijl aan de wortels van dat asociale ‘amateurisme’, door Nederlandse amateurs naar Italiaanse profclubs te brengen. In 1949 hielp de toen pas 23-jarige Casadei stervoetballer Faas Wilkes bij diens sensationele overstap van Xerxes (Rotterdam) naar Internazionale in Milaan. Een dreun voor de KNVB! Aanvallers – goals – waren gewild in Italië en met Wilkes was het eerste schaap over de dam. In 1950 vertrok midvoor/binnenspeler Wim Lakenberg van Blauw Wit naar Pro Patria en als derde ging midvoor André Roosenburg van VV Sneek naar Fiorentina.
Faas Wilkes speelde na succesvolle jaren in Italië en Spanje voor VVV. Zijn eerste competitiewedstrijd was Eindhoven-VVV (0-2), op 9 september 1956 (foto Nationaal Archief).
De overgang van de het ‘kneuterige’ amateurisme in Nederland naar het spijkerharde profklimaat in Italië –waar niemand Engels sprak – was gigantisch en veel voetballers durfden de stap niet aan. Matteo Casadei polste bijvoorbeeld tevergeefs de aanvallers Piet Groeneveld (Haarlem), Loek Biesbrouck (RCH), Piet van der Kuil (VSV) en Adri van Onselen (Stormvogels). Ze waren te jong of hadden een vaste baan met pensioen.
Haarlem-aanvaller Piet Groeneveld
(1924-1990) debuteerde in 1951 voor het Nederlands elftal en kwam tot 3
interlands (foto Wikipedia). Hij bleef bij Haarlem voetballen.
Casadei liet getransfereerde spelers niet aan hun lot over. Ze kregen maandenlang intensieve begeleiding. Volgens Roosenburg tegen een vergoeding van 10% van het aankoopbedrag. Internazionale huurde Casadei zelfs 6 maanden in om te tolken voor Faas Wilkes. Wilkes werd een gevierde vedette in het Italië. In 1950 wilde Fiorentina met hulp van Casadei een Nederlands binnentrio formeren rond André Roosenburg. Meteen werd aan Wilkes gedacht. Tot verbijstering van het clubbestuur in Florence sloeg ‘Il Tulipano’ (De Tulp) de aanbieding van 240.000 gulden (40 miljoen lire) voor een 3-jarig contract af. Voor minder dan 360.000 gulden (60 miljoen lire) kwam hij niet. De gentleman-voetballer kende zijn waarde en zou financieel alles uit zijn carrière halen wat er in zat, onder meer in twee seizoenen bij VVV.
Dick Snoek van Eindhoven, links naast Matteo Casadei en André Roosenburg tijdens een oefenwedstrijd in Italië (foto De Telegraaf van 19 mei 1951), kwam op proef bij Fiorentina, maar de 3-voudig international werd te licht bevonden. (Hij zou in 1954 nog een contract tekenen bij Sportclub Venlo 1954, maar dat al snel weer opzeggen.)
In 1953 nam de door de KNVB vervloekte en actief tegengewerkte ‘ronselaar’ Casadei contact op met Bart Carlier en Frans de Munck die toen bij FC Köln speelden. Voor De Munck was er een aanbieding van Novara Calcio en Bart Carlier kon bij Roma 90.000 gulden ineens plus 1.400 gulden per maand krijgen. Een buitenlanderstop blokkeerde de overgang. Maar Matteo Casadei en Bart Carlier waren bevriend geraakt en Casadei ging optreden als Carliers manager. Geen overbodige luxe voor een eenvoudige Venlose jongen. Na een succesvol overgangsjaar bij FK Pirmasens was er veel vraag naar Carlier. Casadei regelde een transfer naar RC Strasbourg voor het seizoen 1954/1955, waaraan de voetballer en passant zijn echtgenote overhield.
Het betaalde voetbal, zoals dat in 1954 in Nederland werd ingevoerd, was bepaald niet socialer geregeld dan het amateurisme. Anders dan bijvoorbeeld in West-Duitsland konden Nederlandse clubs buitensporige transferbedragen vragen, zonder relatie met het inkomen van spelers. Dat zou in 1964 bij Ajax leiden tot een clash tussen spelers en voorzitter. In een interview met De Telegraaf uitte Matteo Casadei fundamentele kritiek op de gang van zaken.
Piet Keizer had in het seizoen 1963/1964 4.000 gulden verdiend (foto Wikipedia). Volgens het goed ingevoerde Sport en Sportwereld zou Ajax 660.000 gulden voor Keizer vragen.
Met Casadei als manager tekende Bart Carlier in 1955 een contract voor drie seizoenen bij het ambitieuze Fortuna ’54. Vervolgens werd hij in 1958 voor 120.000 gulden getransfereerd naar AS Monaco, waar hij zijn grootste successen boekte. Carlier bleef zijn verdere leven in Frankrijk wonen. Vandaaruit kwam hij nog twee seizoenen lang (1964/1965, 1965/1966) wekelijks per vliegtuig naar Nederland, om weer voor Fortuna ’54 te voetballen. Casadei stopte in die periode met zijn bemiddelingsactiviteiten. Te druk, hij had inmiddels een tweede restaurant geopend.
‘Als dank voor wat je hebt gedaan voor het financiële zin slagen van mijn voetbalcarrière. Uit vriendschap’, schreef Bart Carlier op 13 mei 1965 aan Matteo Casadei (foto Marina Casadei).
Tien jaar later kreeg Casadei een hoge Italiaanse onderscheiding voor zijn illegale werk tijdens de Tweede Wereldoorlog (foto Marina Casadei).
Natuurlijk werd Matteo Casadei later nog wel eens gebeld door Italiaanse clubs, maar door zijn zakelijke drukte kwam het niet meer tot grote deals. In 1974 stuitte een transfer van Ruud Krol (Ajax) en Piet Schrijvers (FC Twente) af op een nieuwe buitenlanderstop in Italië.
Bij de begrafenis van Faas Wilkes, in 2006, bood de toenmalige KNVB-voorzitter Jeu Sprengers excuses aan voor het feit dat Faas Wilkes indertijd als een paria behandeld was door de bond. Een mooi gebaar. Excuses aan Matteo Casadei zouden ook op hun plaats zijn geweest. Die deed voor spelers wat de KNVB jarenlang uit alle macht probeerde te voorkomen.
Bij wijze van dank schonk Bart Carlier Matteo Casadei een tekening van diens dochter Marcella (foto Marcella Casadei).
Met dank aan Marina en Marcella Casadei.
NB: Op zaterdag 30 en zondag 31 oktober vertoont L1 de ESPN-documentaire ‘Bart Carlier: De tragiek van een Fortuna-ster’.
Reageren? Stuur Gerrit van der Vorst een e-mail: gp.vandervorst@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten