- door Sef Derkx/foto's Heinz Helf SVD -
Hoeveel ukkepukjes zal hij al de stuipen op het lijf hebben gejaagd met zijn gegrom, openklappende muil, rollende ogen en het draaien van de kop?
Ik stel jullie voor aan de beer van het Missiemuseum van Steyl. Joseph, heet hij. Daarover straks meer. Tot ongeveer 1930 had het beest een onbezorgd leven diep in de bossen van Rusland. Op een ongeluksdag liep hij in een val van een stroper, die hem doodde. Voortaan wijlen de beer werd opgezet en kreeg in zijn binnenste het mechaniek, dat tot op de dag van vandaag voor de schrikaanjagende bewegingen zorgt.
Het is 1932 als de beer wordt gekocht door het Missiemuseum. Hij kostte zeshonderd Mark. Veel geld, maar geen weggegooid geld. In de berenborst was en is nog steeds een gleufje. Na inworp van een muntstuk, komt de beer in beweging. Het bedrag dat het opgezette dier had gekost was binnen twee maanden terugverdiend.
De beer ging in de eerste jaren van zijn tweede incarnatie soms op tournee. Hij werd meegenomen naar toonstellingen in Nederland en Duitsland, waar hij een succesnummer werd. Slechts weinigen weten hoe het onbetwiste pronkstuk van het Missiemuseum heet. Zijn naam is jammer genoeg bijna vergeten. Hij was vernoemd naar Joseph Stalin. De dictator, die van 1928 tot 1953 regeerde over de Sovjet Unie.
De thuishaven van Joseph de beer is bijzonder in museaal Nederland. Na de plechtige inwijding in 1931 is er slechts weinig veranderd in het overweldigende universum van de eerste museumconservator, broeder Berchmanns. Zijn kantoor is nu in het Missiemuseum geïntegreerd.
Het is een surrealistisch rariteitenkabinet. We zagen dat de oorspronkelijke kartonnen tekstbordjes hier en daar zijn vervangen. Het bordje met de mededeling dat roken in het museum verboden is, hangt er godzijdank nog wel.
Alsof anno nu iemand het in zijn hoofd haalt hier een sigaret op te steken. De vitrine met de bloedbevlekte kleding van de paters Frans Nies en Richard Henle is eveneens onaangetast gebleven. Een pak van ons hart. De religieuzen zijn vermoord tijdens de Boxeropstand, eind negentiende eeuw. Zelfs de haarvlecht van een van hen hangt er nog. Het allermooist blijft het Insectarium. Een zaal met duizenden opgezette vlinders, kevers en sprinkhanen. Maar ook met schorpioenen en met spinnen zo groot als een mensenhand. Confronterend voor wie lijdt aan arachnofobie oftewel spinnenangst. Maar de harige monsters zijn geprepareerd en doen echt niets meer. Dus wellicht is een rondgang door het Missiemuseum voor deze groep bezoekers therapeutisch. Ga eens kijken ‘op Steyl’ en doe vooral Joseph onze groeten.
Met dank aan Heinz Helf SVD voor de prachtige foto-impressie.
Reageren? Stuur Sef Derkx een e-mail: floddergats@xs4all.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten