- door Albert Lamberts -
En toen waren er de uitvaarders, die met begrafenissen helemaal niets van doen hadden. De Maashandel had vanaf de Middeleeuwen Venlo opgestoten in de vaart der handeldrijvende natiën. Het tol- en stapelrecht, gevolg van de verlening van stadsrechten aan Venlo in 1343, bleek uiterst lucratief. Vis, granen, ijzerwaren, bier, wijn, dierenhuiden, hardsteen, turf, hout, steenkool, het werd in Venlo allemaal verhandeld. Plus natuurlijk de geldhandel als gevolg van de in die tijd zo gehanteerde verschillende muntsoorten.
Het ging Venlo en zijn inwoners voor de wind. Koop- en handelslieden profiteerden in ruime mate en konden zich een royaal leven veroorloven. Maar het economische bouwwerk begon scheurtjes te vertonen toen de versnippering van het voormalige Gelderse Overkwartier in de achttiende eeuw de positie van Venlo in gevaar begon te brengen. Het was nog niet zo zichtbaar, want de haven van Venlo gold tot aan de Franse tijd (1795 – 1815) nog als de allerbequaemste haven aan den gehelen Maasstroem van Luyck tot Dordrecht. De firma P.J. Berger en later Janssen (Janssen-Boten) transporteerden nog veel over de Maas, zelfs personen, maar de neergang was niet te stoppen. Die werd mede veroorzaakt door de opkomst van een geheel nieuwe manier van vervoer en reizen: via het spoor.
Het oude station aan de Keulsepoort (collectie Albert Lamberts)
De eerste trein reed in 1865 het Venlose station aan de Keulsepoort binnen. Het spoorwegnet ontwikkelde zich voorspoedig. Verbindingen met Vlissingen, via Helmond met Eindhoven en in 1866 via Kaldenkerken en Viersen naar Gladbach. Toen die laatstgenoemde lijn in gebruik werd genomen maakten tal van hoogwaardigheidsbekleders hun opwachting in Venlo. De minister van Binnenlandse Zaken, zijn collega van Financiën en de president van de maatschappij ter exploitatie van de lijn, de heer Vrolik, zetten de ingebruikname op 5 november luister bij en lieten zich door het feestende, Venlose stadsbestuur uitgebreid fêteren. Het Venloosch Weekblad deed verslag. Door toespraken van de hoogwaardigheidsbekleders, die tijdens het afsluitende banket allen hun betrokkenheid met Limburg benadrukten en Venlo een prachtige toekomst toewensten, bereikte de jubelstemming een ongekende climax. Maar het Venloosch Weekblad van politicus en hoofdredacteur Leopold Haffmans had toch ook een kritische noot: de lijn met Vlissingen zou veeleer ten gunste zijn van Rotterdam, dat namelijk een rechtstreekse verbinding kreeg met het Duitse achterland. Het blad was heel wat meer enthousiast toen in 1883 de lijn Venlo-Nijmegen in gebruik werd genomen, maar tekende tevens aan, dat Venlo dringend een tweede brug behoefde, zodat niet alle verkeer, van voetganger tot en met de trein, over die ene brug hoefde te gaan. Die tweede brug, een speciale spoorbrug, werd inderdaad in 1884 in gebruik genomen.
Er moest een tweede brug over de Maas worden gebouwd (foto collectie Albert Lamberts)
Boven dit artikel staat de
kop Van Maashandel tot hondenkar en
het artikel begint ook met de vermelding van de uitvaarders. Toen de eerste
treinverbindingen werden gerealiseerd reden er bijzondere transporten naar onze
oosterburen: karren beladen met fruit en groenten, getrokken door honden. Auto’s
waren er nog niet en er waren, zo halverwege de negentiende eeuw nog geen
treinverbindingen. Hondenkarren boden toen soelaas. Twee ontwikkelingen in die
tijd, op zich los staand van elkaar, hadden voor met name Venlo bijzondere gevolgen. Het aan Venlo grenzende Ruhrgebied
beleefde een enorme economische boost en aan de Venlose kant van de grens
groeide de agrarische sector explosief. Dat kwam goed uit, want de producten
konden in dat uitdijende Ruhrgebied prima aan de man worden gebracht.
Aanvankelijk brachten de Venlose tuinders, de Venlose gerdeneers, hun producten met de hondenkarren en weldra met paard
en wagen naar Duitsland. Professionele transporteurs namen spoedig dit werk van
de zogeheten uitvaarders over. Transportbedrijven als Frans Maas, Karel Hermans
en Janssen (Janssen Auto’s) namen het vervoer over van de tuinders, die zich
weer op hun eigenlijke bezigheden konden richten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten