- door Albert Lamberts -
In de maanden voorafgaand
aan de Duitse inval in Nederland en België op 10 mei 1940 had Nederland al
kennis gemaakt met de brute methoden, die Nazi-Duitsland schaamteloos inzette
in aanloop naar Hitlers realisering van het Tausendjähriges Reich. Over het Venlo
Incident schreef ik al, maar dat was eigenlijk maar een kleinigheid vergeleken met
de onverholen agressieve methoden, waarmee bijvoorbeeld Sudetenland en de Elsaz
onder de voet weden gelopen door de Nazi’s en hoe bijvoorbeeld de Anschluss van
Oostenrijk bij Duitsland werd gerealiseerd.
Ook het stadhuis van Venlo was metershoog ingepakt met zakken zand (foto collectie Albert Lamberts)
De politierapporten van die vooroorlogse dagen geven een beeld van de angst en de argwaan, die regeerden, maar ook van de inspanningen, die het Venlose politiekorps moest leveren om aan alle meldingen over verdachte zaken, hoe futiel ook, aandacht te besteden. Zo bijvoorbeeld half november 1944 aan een NSB-bijeenkomst. In het politiedagboek werd nadien opgetekend: ten ± 9 ure v/m werd door de Marechaussee namens de opperwachtmeester van de Brigade Venlo per telephoon gemeld, dat heden avond een stafvergadering werd gehouden van de N.S.B.ers in perceel Hoogeschoorweg 41 alhier. Dit was hun ter kennis gekomen van twee N.S.B.ers die bij hun verbleven en daar ook heen moesten. De heere Inspecteur van Politie is direct met vorenstaande in kennis gesteld, en met rechercheur Coppus een en ander besproken, die nadien met agent Winnemueller in die richting zijn gegaan. Twee luxe auto’s L-19807 en L. 39777 stonden aldaar ook voor de barricade Hoogeschoorweg en een voor perceel 41 aldaar. Post is geplaatst om de papieren in te zien als ze weg rijden.
De N.S.B.-bijeenkomsten in Nederland hadden vaak een provocerend karakter. Daardoor ontstonden relletjes, waarbij de W.A. (de Weerbaarheidsafdeling: de geüniformeerde ordedienst en knokploeg van de N.S.B.) hardhandig van zich deed spreken. De beschuldigende vinger wees uiteraard steevast naar de niet-N.S.B.ers, die een legale bijeenkomst wilden verstoren. Van ongeregeldheden repte het nadien geschreven politierapport in dit geval niet, maar wel dat ten 9 ½ ure n/m op verzoek van de Marechaussee van de Brigade Venlo alhier in bewaring zijn genomen Jozef S. en Jan Pieter N. (namen in rapport voluit vermeld), beiden wonende te Weert, N.S.B.ers. N. zit in cel 2 en S. in cel 8.
En op dezelfde dag: door den agent Hazendonk gewaarschuwd wegens het klimmen op de zandzakken bij het Arsenaal: Hans Poelman, oud 10 jaar, wonende te Venlo, Pastoor Dekkerstraat 15.
Na de oorlog mochten wij
niet spelen met kinderen van NSB-ers…
Reageren? Stuur Albert Lamverts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Hallo Albert. Leuk artikel! Echter praat je in het begin over het Sudetenland en de Elzas. De Elzas werd pas in augustus 1942 officeel deel van het Duitse Rijk. Bedoel je in jouw tekst niet het Rijnland, dat voor de oorlog door Duitsland weer ingenomen werd? Groet, Ramon
BeantwoordenVerwijderen