(door Gerrit van der Vorst)
Bij een Kamerdebat op 20 december 1945 erkende de Nederlandse regering ‘onverbloemd’ dat er onschuldigen waren vastgezet als politieke delinquenten. Kwestie van overmacht, volgens minister Kolfschoten van Justitie. Maar de gevolgen voor de betrokken gevangenen en hun families waren natuurlijk immens. Idem voor de ‘lichte’ gevallen.
Ook de onschuldigen en lichte gevallen ondergingen de vernederende behandeling van rechteloze paria’s. In een bericht van 20 juli 1945 aan de Militaire Commissaris voor Noord-Limburg had ex-burgemeester Jo Zanders de mensonwaardige omstandigheden gehekeld, zoals geringe voeding, slechte hygiëne, (vernederende) confrontaties met publiek, gevangeniskleding en zeer zware en vuile arbeid. Men had de voormalige burgemeester en medegevangenen bijvoorbeeld overgelopen wc’s laten reinigen
Jo Zanders had bovendien geprotesteerd tegen zijn opsluiting, met verweren die hout sneden. Hij had onomwonden gewezen op ‘smetjes’ op het blazoen van lokale machthebbers zoals Militaire Commissaris Tijn Receveur en bepaalde medewerkers, waarnemend korpschef Henk Wierks en anderen. Als ex-burgemeester was Zanders natuurlijk uitstekend geïnformeerd.
Zo werd hem de grootse viering van het 600-jarig bestaan van Venlo verweten. Zanders wees er echter fijntjes op dat bedoelde viering in september 1943 opgeluisterd was door de operadiva Gerda Pons die dus bovendien lid van de Kulturkammer was geweest. Laat Gerda Pons nou ook de aanstaande zijn van – nota bene – de machtige Militaire Commissaris Tijn Receveur voor Noord-Limburg.
Terwijl Gerda Pons haar grootste successen tijdens de bezettingsjaren boekte, was haar opleidster Rosette Rachel Schönberg-Kopuit op de vlucht. Deze befaamde zangpedagoge zat van november 1942 tot april 1943 in Venlo ondergedoken, bij mr. Forceville. Rose Schönberg werd op 31 juli 1943 gedeporteerd vanuit Mechelen en bij aankomst op 3 augustus 1943 in Auschwitz meteen vergast, 63 jaar oud.
Met de kennis van nu weten we dat Jo Zanders volstrekt gelijk had, dat er met meerdere maten werd gemeten. Wat dat betreft, kwam het een aantal Venlose autoriteiten bepaald niet slecht uit dat de ex-burgemeester meteen al op 2 maart 1945 opgeborgen was? Zo verging het lastige getuigen in die tijd wel vaker.
Jo Zanders moest, net als de meeste geïnterneerden, lang wachten op de behandeling van zijn zaak. Er was meer te doen en het apparaat van de speciale Bijzondere Rechtspleging was totaal overbelast. Omdat er ook een tekort aan bewakers was, had de overheid alle reden om lichte gevallen thuis hun berechting af te laten wachten. Nu nam de verbittering onder de geïnterneerden sterk toe.
Begin januari 1946 kreeg Jo Zanders eindelijk te horen dat hij zijn berechting thuis mocht afwachten. Op zaterdag 19 januari zou hij weg mogen. Toen dat om onbekende redenen toch niet doorging, besloot Zanders zelf maar te gaan onderzoeken hoe het zat met zijn invrijheidstelling. Diezelfde zaterdag nog ontvluchtte hij omstreeks 12.00 uur Kamp Steyl.
Kampcommandant Weekers verzocht meteen om opsporing en terugbrenging, met het volgende signalement:
gelaatsvorm: ovaal
ogen grijs
haren donkerblond
bijz. kentekenen bril
Geen opmerkingen:
Een reactie posten