- door Albert Lamberts -
In het onderwijs en in de zorg hebben paters, broeders en zusters in Venlo onnoemelijk veel betekend. De eerste zusters kwamen in de vijftiende eeuw nar Venlo en stichtten een klooster op de plaats van het huidige hospice en Toon Hermanshuis. Later kwamen paters van diverse congregaties – dominicanen, franciscanen, augustijnen, kruisheren – en zij waren veelal actief in het onderwijs, evenals trouwens veel zusters en broeders.
Behalve in het onderwijs verrichtten tientallen nonnen ook werk in bijvoorbeeld bejaardenhuizen, ziekenhuizen en in verpleeghuizen, zoals in wat toen nog het Mgr. Mutsaersoord heette. Slotzusters, zoals de Roze Zusters uit Steyl, bleven hun leven lang binnen de kloostermuren en hielden zich niet direct bezig met publieke taken.
Een foto – beetje onscherp – van een zuster met die typische kap in het Mutsaersoord ( collectie Albert Lamberts)
Het
Mgr. Mutsaersoord werd als herstellingsoord voor personeel van spoor - en
tramwegpersoneel in 1930 geopend. In datzelfde jaar, om precies te zijn op 15
mei, maakten de zusters van de Compagnie van de Dochters van Liefde, Zusters
van de H. Vincentius hun opwachting in Venlo. Zij hadden al anderhalf jaar
eerder van de bisschop van Roermond, Mgr. Laurentius Schrijnen (1861 – 1932),
toestemming gekregen om het beheer van het op te richten herstellingsoord op
zich te nemen en tevens de zorg voor de patiënten. In de overeenkomst met de
Rooms Katholieke Herstellingsoordvereniging van Spoor- en tramwegpersoneel St.
Raphaël werd bepaald, dat de zusters kost en inwoning zouden genieten en ook
400 gulden per jaar voor persoonlijk onderhoud zouden ontvangen.
(Een persoonlijke noot: behalve met twee zusters op mijn kleuterschool, zuster Eustasia en zuster Alexandrea, had ik in de jaren zestig als tiener van doen met nog een zuster: zuster Johanna van het Mutsaersoord. Zuster Johanna – hopelijk de naam goed onthouden – had op het terrein van het Mutsaersoord een aantal volières en zij vond het leuk, dat twee jongens, die ook vogels hielden, mijn vriend Jan en ik dus, geregeld bij haar kwamen buurten. Op een nieuwjaarsdag troffen we de zuster in mineurstemming. De volières waren opengebroken. In onze zondagse pakken zijn Jan en ik op het terrein op jacht gegaan en gewapend met netten slaagden we erin een aantal vogels, waaronder enkele fazanten, te vangen.)
Terug naar de zusters. Tijdens de oorlog verhuisden zij mee naar kasteel Hillenraedt in Swalmen, toen de Duitsers het Mutsaersoord in beslag namen, maar toen de Herstellingsoordvereniging in 1942 werd opgeheven, omdat collaboratie met de Duitsers niet gewenst was, kwamen de zusters zonder werk. Mede dankzij niet aflatende inzet van de zusters konden in 1947 weer vrouwen en kinderen in Venlo worden opgenomen en ook voor de zusters zelf was er weer bewoning mogelijk.
Hoe
zeer het werk van de nonnen op waarde werd geschat bleek toen de Herstellingsoordvereniging
in 1967 haar 40-jarig jubileum vierde en in het kader daarvan actie voerde voor
betere huisvesting voor de zusters. Er werd maar liefst bijna 63.000 gulden
opgehaald. De ongebreidelde inzet van de zusters – soms zes tot zeven dagen per
week werken – bleek niet vol te houden, ook al omdat het aantal in te zetten
zusters daalde. In oktober 1982 kondigde de toenmalige directrice, zuster
Wilhelmina, het afscheid aan en een half jaar later trokken de zusters na
onvolprezen, gedane arbeid de deur achter zich dicht van wat toen Stichting
Mutsaersoord Agnespaviljoen Kleuterhof (M.A.K.) heette. Niet met lege handen
overigens: de Herstellingsoordvereniging overhandigde een bedrag van 100.000
gulden als startkapitaal voor de stichting
van een opvangcentrum voor alleenstaande vrouwen en moeders in Den
Bosch.
Reageren? Stuur Albert Lamberts een e-mail: albertlamberts@home.nl.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten